Artikelen bij COM(2011)396 - Algemene bepalingen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Doel en reikwijdte van de bijstand

18. Deze verordening stelt algemene bepalingen vast voor de verlening van macrofinanciële bijstand aan in aanmerking komende derde landen en gebieden, zoals bedoeld in artikel 2.

19. Macrofinanciële bijstand is een uitzonderlijk financieel instrument van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun aan in aanmerking komende landen en gebieden. Het is gericht op het herstellen van een houdbare externe financiële situatie voor landen die externe financieringsmoeilijkheden ondervinden. De bijstand ondersteunt de uitvoering van krachtige aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die betalingsbalansmoeilijkheden beogen te verhelpen.

20. Macrofinanciële bijstand kan worden verleend mits er, in weerwil van de uitvoering van krachtige economische stabilisatie- en hervormingsprogramma's, sprake is van een aanzienlijk en resterend extern financieringstekort dat samen met de multilaterale financiële instellingen is vastgesteld en de door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen overschrijdt.

21. Macrofinanciële bijstand moet van tijdelijke aard zijn en worden beëindigd zodra het begunstigde land weer een houdbare externe financiële situatie heeft.

Artikel 2 - In aanmerking komende landen

De voor macrofinanciële bijstand in aanmerking komende derde landen en gebieden zijn:

a) kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten zoals genoemd in punt 1 van bijlage I bij deze verordening,

b) landen en gebieden die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, zoals genoemd in punt 2 van bijlage I bij deze verordening,

c) andere derde landen in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandig-heden. Deze landen moeten politiek en economisch nauw met de EU verbonden en geografisch dicht bij de EU gelegen zijn.

Artikel 3 - Bijstandsvorm

22. Macrofinanciële bijstand neemt de vorm aan van een lening of een gift of van een combinatie van beide. Om de passende vorm te bepalen, moet de Commissie rekening houden met het economisch ontwikkelingspeil van het begunstigde land, gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking en het armoedepercentage, alsook met 's lands vermogen tot terugbetaling op basis van een schuldhoudbaarheidsanalyse.

23. Wanneer macrofinanciële bijstand de vorm van een lening aanneemt, wordt de Commissie gemachtigd namens de EU op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en deze aan het begunstigde land door te lenen.

24. De transacties voor het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro, worden op dezelfde valutadatum verricht en mogen voor de Unie geen transformatie van looptijd en geen valuta- of renterisico met zich meebrengen.

25. Alle kosten die de Unie ter zake van de opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van het begunstigde land.

26. De Commissie kan op verzoek van het begunstigde land en indien de omstandigheden een gunstiger rente op de lening mogelijk maken, haar oorspronkelijk opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 4 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de gemiddelde looptijd van de desbetreffende opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van het op de dag van de herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande kapitaal.

Artikel 4 - Financiële bepalingen

27. De uit hoofde van deze verordening als giften verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand moeten sporen met de in de meerjarige financiële vooruitzichten vastgestelde begrotingskredieten.

28. In de uit hoofde van deze verordening als leningen verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand moet worden voorzien overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds.

29. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het financiële kader. De overeenkomstige referentiebedragen voor de periode 2011-2013 worden in bijlage II vermeld.

Artikel 5 - Bedrag van de bijstand

30. Het bedrag van de bijstand is gebaseerd op de resterende externe financieringsbehoeften van het begunstigde land. Deze worden door de Commissie in samenwerking met internationale financiële instellingen vastgesteld, op basis van een brede en goed gedocumenteerde kwantitatieve beoordeling. Met name zal de Commissie zich baseren op de laatste, door het IMF opgestelde betalingsbalansprognoses voor het betrokken land en rekening houden met de verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren.

31. Bij de vaststelling van de bedragen van de macrofinanciële bijstand wordt er ook rekening mee gehouden dat de lasten billijk met andere donoren moeten worden verdeeld.

32. Indien de financieringsbehoeften van het begunstigde land tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand aanzienlijk verminderen, kan de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2, besluiten het bedrag van de in het kader van de bijstand verstrekte middelen te verlagen, de bijstand op te schorten of deze te annuleren.

Artikel 6 - Conditionaliteit

33. Een voorafgaande voorwaarde voor het verlenen van macrofinanciële bijstand is dat het begunstigde land eerbied aan de dag legt voor effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten.

34. Macrofinanciële bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er sprake is van een IMF-programma waarvoor IMF-middelen worden aangewend.

35. De uitbetaling van de bijstand is afhankelijk van de voorwaarde dat er op bevredigende wijze vooruitgang is geboekt met een IMF-programma. Zij is ook afhankelijk van de voorwaarde dat binnen een specifieke termijn uitvoering wordt gegeven aan een reeks duidelijk bepaalde economische beleidsmaatregelen, in de eerste plaats inzake structurele hervormingen, die tussen de Commissie en het begunstigde land worden overeengekomen en in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

36. Met het oog op het beschermen van de financiële belangen van de Unie en het versterken van het bestuur van de begunstigde landen, bevat het memorandum van overeenstemming maatregelen ter versterking van de efficiëntie, transparantie en verantwoording van systemen voor het beheer van overheidsfinanciën.

37. Bij het bepalen van de beleidsmaatregelen moet ook terdege rekening worden gehouden met vooruitgang wat betreft het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie.

38. De beleidsmaatregelen moeten sporen met de bestaande partnerschaps-, samenwerkings- of associatieovereenkomsten die tussen de EU en het begunstigde land zijn gesloten, en met de macro-economische aanpassings- en structurele hervormingsprogramma's die door het begunstigde land met de steun van het IMF worden uitgevoerd.

Artikel 7 - Procedure

39. Een land dat macrofinanciële bijstand wenst te ontvangen, moet de Commissie daar schriftelijk om verzoeken.

40. Als voldaan is aan de in de artikelen 1, 2, 4 en 6 gestelde voorwaarden, wordt door de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2 macrofinanciële bijstand verleend.

41. In het besluit tot verstrekking van een lening wordt het bedrag, de maximale gemiddelde looptijd en het maximale aantal tranches van de macrofinanciële bijstand vermeld. In het besluit tot verstrekking van een gift wordt het bedrag en het maximale aantal tranches vermeld. In beide gevallen wordt bepaald gedurende welke periode de macrofinanciële bijstand beschikbaar is. Deze zal als regel niet langer dan drie jaar duren.

42. Na de goedkeuring van het besluit tot verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 3, met het begunstigde land de in artikel 6, de leden 3, 4, 5 en 6 bedoelde beleidsmaatregelen overeen.

43. Na de goedkeuring van het besluit tot verlening van macrofinanciële bijstand komt de Commissie met het begunstigde land de nadere financiële voorwaarden van de bijstand overeen. Deze voorwaarden worden in een gift- of leningsovereenkomst vastgelegd.

44. De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen in landenspecifieke bijstand en verstrekt daarbij de relevante documenten.

Artikel 8 - Uitvoering en financieel beheer

45. De Commissie voert de uit hoofde van deze verordening verleende bijstand uit overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en de uitvoeringsbe-palingen ervan.

46. Macrofinanciële bijstand wordt onder direct gecentraliseerd beheer uitgevoerd.

47. Begrotingsvastleggingen geschieden op basis van besluiten die door de Commissie overeenkomstig dit artikel zijn genomen. Begrotingsvastleggingen voor bijstand die over een aantal boekjaren wordt verleend, mogen in jaarlijkse tranches worden gesplitst.

Artikel 9 - Uitbetaling van de bijstand

48. Macrofinanciële bijstand wordt uitbetaald aan de centrale bank van het begunstigde land.

49. De bijstand wordt in opeenvolgende tranches uitbetaald, mits de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld zijn.

50. De Commissie gaat op gezette tijden na of de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden vervuld blijven.

51. Als de in artikel 6, de leden 2 en 3, gestelde voorwaarden niet zijn vervuld, kan de Commissie de uitbetaling van de bijstand tijdelijk opschorten, verminderen of annuleren.

Artikel 10 - Ondersteunende maatregelen

52. Binnen de in artikel 4, lid 1, bedoelde limieten mogen uit de begrotingsmiddelen van de Unie ook uitgaven worden gefinancierd in verband met de voorbereiding, follow-up, bewaking, audits en evaluatie van macrofinanciële bijstandsoperaties die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening en voor het verwezenlijken van de doelstellingen ervan.

53. De in lid 1 bedoelde activiteiten worden middels consultancycontracten uitgevoerd.

54. Wanneer deze consultancycontracten de waarde van 250 000 EUR per eenheid overschrijden, worden zij door de Commissie ondertekend overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 11 - Bescherming van de financiële belangen van de Unie

55. Begunstigde landen gaan regelmatig na of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.

56. In alle overeenkomsten die uit deze verordening voortvloeien, worden bepalingen opgenomen ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, met name ten aanzien van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden, overeenkomstig de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95, (Euratom, EG) nr. 2185/96 en (EG) nr. 1073/1999.

57. Het in artikel 6, lid 3, bedoelde memorandum van overeenstemming verleent de Commissie en de Rekenkamer de uitdrukkelijke toestemming audits uit te voeren, met inbegrip van documentaudits en audits ter plaatse, zoals onder meer operationele beoordelingen. Voorts verleent het memorandum de Commissie of haar vertegenwoordigers de uitdrukkelijke machtiging controles en verificaties ter plaatse uit te voeren, overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad.

58. Tijdens de uitvoering van de macrofinanciële bijstand controleert de Commissie door middel van operationele beoordelingen de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële en administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van het begunstigde land.

59. Wanneer is aangetoond dat in verband met het beheer van uit hoofde van deze verordening verleende bijstand een begunstigd land fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt, heeft de Commissie recht op de volledige terugbetaling van de gift en/of de vervroegde terugbetaling van de lening.

Artikel 12 - Evaluatie

60. De Commissie evalueert regelmatig de resultaten en efficiëntie van macrofinanciële bijstand om na te gaan of de doelstellingen zijn bereikt en om aanbevelingen te kunnen formuleren voor verbetering van toekomstige operaties.

61. De Commissie stuurt het Europees Parlement en de Raad verslagen van evaluaties achteraf, waarin beoordeeld wordt in welke mate recent voltooide MFB-operaties tot de doelstellingen van de bijstand hebben bijgedragen.

Artikel 13 - Jaarverslag

62. De Commissie onderzoekt de geboekte vooruitgang bij het uitvoeren van de uit hoofde van deze verordening genomen maatregelen en dient jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de uitvoering van macrofinanciële bijstand in.

63. In het jaarverslag worden de economische situatie en de vooruitzichten van de begunstigde landen beoordeeld, alsook de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de in artikel 6, lid 3, bedoelde beleidsmaatregelen.

Artikel 14 - Comité

64. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

65. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

66. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en verstrijkt op 31 december 2013.