Artikelen bij COM(2012)35 - Statuut van de Europese stichting (FE)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2012)35 - Statuut van de Europese stichting (FE).
document COM(2012)35 NLEN
datum 8 februari 2012

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Afdeling 1 - Onderwerp, toepasselijke regels en definities


Artikel 1 - Onderwerp

Bij deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld waaronder een Europese stichting (Fundatio Europaea, hierna 'FE' genoemd) kan worden opgericht en functioneert.

Artikel 2 - Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1) 'activa': alle materiële en immateriële middelen die eigendom kunnen zijn of waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend om waarde te creëren;

2) 'ongerelateerde economische activiteit': een door de FE uitgeoefende economische activiteit die niet direct het doel van algemeen belang van de instelling van algemeen nut dient;

3) 'testamentaire beschikking': een akte in de zin van het nationale recht van de lidstaat waar de erflater gevestigd is, waarin wordt beschreven hoe de bezittingen van de erflater na diens overlijden dienen te worden beheerd en verdeeld;

4) 'publiekrechtelijk lichaam': een entiteit die al dan niet juridisch deel uitmaakt van de centrale, nationale, regionale of lokale overheid, dan wel enige andere bij wet opgerichte overheidsinstantie, en die openbare diensten verleent of wettelijk verankerde taken van openbaar belang vervult;

5) 'instelling van algemeen nut': een stichting die een doel van algemeen belang dient en/of een vergelijkbare rechtspersoon van algemeen nut, zonder leden, die is opgericht krachtens het recht van een van de lidstaten;

6) 'lidstaat van herkomst': de lidstaat waarin de FE haar statutaire zetel heeft op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de verplaatsing van haar zetel naar een andere lidstaat;

7) 'lidstaat van ontvangst': de lidstaat waarnaar de statutaire zetel van de FE is verplaatst.

Artikel 3 - Op de FE toepasselijke regels

1. De FE is onderworpen aan deze verordening en aan haar statuten.

2. Aangelegenheden die niet of slechts gedeeltelijk bij deze verordening en/of de statuten van de FE worden geregeld, zijn onderworpen aan de volgende regels:

(a) de door de lidstaten vastgestelde voorschriften om de effectieve toepassing van deze verordening te waarborgen;

(b) voor niet onder a) vallende aangelegenheden, de bepalingen van intern recht die op instellingen van algemeen nut van toepassing zijn.

Artikel 4 - Informatieverschaffing

1. Op de FE betrekking hebbende informatie die ingevolge deze verordening openbaar moet worden gemaakt, wordt overeenkomstig het toepasselijke nationale recht op zodanig wijze bekendgemaakt dat die informatie gemakkelijk toegankelijk is voor het publiek.

2. In alle papieren en digitale brieven en bestelformulieren van de FE, alsook op iedere website van de FE worden de volgende gegevens vermeld:

(a) de vereiste informatie om het in artikel 22, lid 1, bedoelde register te bepalen, met vermelding van het nummer waaronder de FE in dat register is ingeschreven;

(b) de naam van de FE, de lidstaat waarin de FE haar statutaire zetel heeft, en het adres van die statutaire zetel;

(c) in voorkomend geval, het feit dat tegen de FE een insolventie- of ontbindingsprocedure loopt.

Afdeling 2 - Algemene vereisten voor de FE


Artikel 5 - Doel van algemeen belang

1. De FE is een zelfstandig opgerichte instelling van algemeen nut.

2. De FE dient het algemeen belang in ruime zin.

Zij kan slechts worden opgericht voor onderstaande doeleinden, waaraan al haar activa onvoorwaardelijk worden aangewend:

(a) kunst, cultuur en instandhouding van historisch erfgoed;

(b) milieubescherming;

(c) burgerlijke of mensenrechten;

(d) bestrijding van discriminatie op basis van geslacht, ras, etnische afkomst, godsdienst, handicap, seksuele geaardheid dan wel enige andere vorm van discriminatie volgens de wet;

(e) sociaal welzijn, met inbegrip van armoedepreventie en -bestrijding;

(f) humanitaire hulp of hulp bij rampen;

(g) ontwikkelingshulp en -samenwerking;

(h) hulp aan vluchtelingen en immigranten;

(i) bescherming en ondersteuning van kinderen, jongeren of ouderen;

(j) hulp aan of bescherming van mensen met een handicap;

(k) dierenbescherming;

(l) wetenschap, onderzoek en innovatie;

(m) onderwijs en opleiding;

(n) Europese en internationale verstandhouding;

(o) welzijn, gezondheid en medische zorg;

(p) consumentenbescherming;

(q) hulp aan of bescherming van kwetsbare en achtergestelde groepen;

(r) amateursport;

(s) infrastructurele ondersteuning van organisaties van algemeen nut.

Artikel 6 - Grensoverschrijdende component

Ten tijde van de registratie verricht de FE activiteiten of heeft zij een statutair doel dat voorziet in de uitoefening van activiteiten in ten minste twee lidstaten.

Artikel 7 - Activa

1. De activa van de FE luiden in euro.

2. De activa van de FE bedragen ten minste 25 000 EUR.

Artikel 8 - Aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de FE is beperkt tot de omvang van haar activa.

Afdeling 3 - Rechtspersoonlijkheid en handelingsbevoegdheid


Artikel 9 - Rechtspersoonlijkheid

De FE heeft in alle lidstaten rechtspersoonlijkheid.

De FE verkrijgt rechtspersoonlijkheid op de dag waarop zij overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 21, 22 en 23 in het register is ingeschreven.

Artikel 10 - Handelingsbevoegdheid

1. De FE heeft in alle lidstaten volledige handelingsbevoegdheid.

Behoudens beperkingen uit hoofde van de statuten heeft de FE alle rechten die nodig zijn om haar activiteiten te kunnen uitoefenen, met inbegrip van het recht roerende en onroerende zaken te bezitten, giften te doen, fondsen te werven en donaties van welke aard dan ook te aanvaarden en te houden, met inbegrip van aandelen en andere effecten, legaten en giften in natura verkregen uit rechtmatige bronnen, ook uit derde landen.

De FE heeft tevens het recht zich in gelijk welke lidstaat te vestigen wanneer dat nodig is om haar activiteiten te kunnen uitoefenen.

2. Met het oog op de verwezenlijking van haar doel kan de FE alle statutair geoorloofde handelingen verrichten op een wijze die rechtmatig is, strookt met haar hoedanigheid van instelling van algemeen nut en in overeenstemming is met het bepaalde in deze verordening.

3. Behoudens eventuele beperkingen uit hoofde van haar statuten kan de FE ook in derde landen activiteiten uitoefenen.

Artikel 11 - Economische activiteiten

1. Behoudens eventuele beperkingen uit hoofde van haar statuten is de FE bevoegd en vrij om zich ook met handels- of andere economische activiteiten bezig te houden, mits de daaruit voortvloeiende winst volledig wordt aangewend voor het verwezenlijken van het doel of de doelen van algemeen belang van de FE.

2. Economische activiteiten die geen verband houden met het doel van algemeen belang van de FE, mogen ten hoogste 10% van de jaarlijkse netto-omzet van de FE uitmaken, mits de resultaten uit deze ongerelateerde economische activiteiten afzonderlijk in de boeken worden gepresenteerd.

Hoofdstuk II - Oprichting

Afdeling 1 - Oprichtingsmethoden


Artikel 12 - Oprichtingsmethoden

1. De FE kan als volgt worden opgericht:

(a) bij testamentaire beschikking van een natuurlijke persoon, als beschreven in artikel 13;

(b) bij notariële akte of schriftelijke verklaring van een of meer natuurlijke personen en/of rechtspersonen of publiekrechtelijke lichamen in overeenstemming met het toepasselijke nationale recht, als beschreven in artikel 13;

(c) door fusie tussen op wettige wijze in een of meer lidstaten gevestigde instellingen van algemeen nut, als beschreven in de artikelen 14, 15 en 16;

(d) door de omzetting van een op wettige wijze in een lidstaat gevestigde nationale instelling van algemeen nut in een FE, als beschreven in de artikelen 17 en 18.

2. De FE wordt opgericht hetzij voor onbepaalde tijd, hetzij, indien dat uitdrukkelijk in de statuten is bepaald, voor een bepaalde tijd van ten minste twee jaar.

Artikel 13 - Oprichting bij testamentaire beschikking, notariële akte of schriftelijke verklaring

In de testamentaire beschikking, notariële akte of schriftelijke verklaring wordt ten minste het volgende vermeld:

(a) het voornemen tot oprichting van de FE;

(b) het voornemen om aan de FE te doneren;

(c) de omvang van de initiële activa van de FE;

(d) het doel van algemeen belang van de FE.

Artikel 14 - Oprichting door fusie

1. De FE kan tot stand komen door fusie tussen instellingen van algemeen nut die op wettige wijze in een of meer lidstaten zijn gevestigd, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a) de fusie tussen de nationale instellingen van algemeen nut is toegestaan volgens het toepasselijke nationale recht;

(b) de fusie is toegestaan krachtens de statuten van elk van de fuserende instellingen.

2. Het besluit tot fusie wordt genomen door de respectieve raden van bestuur van elk van de fuserende instellingen. Het besluit voldoet aan de vereisten inzake quorum en meerderheid die van toepassing zijn op een nationale instelling van algemeen nut die voornemens is een fusie aan te gaan met een andere nationale instelling van algemeen nut, dan wel, bij gebreke van dergelijke regels, aan de voorschriften die van toepassing zijn op een nationale instelling van algemeen nut die haar statuten wil wijzigen.

3. Onverminderd artikel 16 vindt een fusie tussen op wettige wijze in dezelfde lidstaat gevestigde instellingen van algemeen nut plaats overeenkomstig het toepasselijke nationale recht.

Een fusie tussen op wettige wijze in verschillende lidstaten gevestigde instellingen van algemeen nut vindt plaats overeenkomstig artikel 15.

Artikel 15 - Verzoek tot goedkeuring van een grensoverschrijdende fusie

1. Elke fuserende instelling dient bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij op wettige wijze is gevestigd, een gedetailleerd verzoek in tot goedkeuring van een fusie waartoe door de respectieve raden van bestuur van de fuserende instellingen overeenkomstig artikel 14, lid 2, is besloten. Indien zulks is vereist, wordt dit verzoek overeenkomstig de regels van de betrokken lidstaten bekendgemaakt.

2. Het verzoek tot goedkeuring van een fusie bevat het in artikel 14, lid 2, bedoelde besluit van de raden van bestuur en het gemeenschappelijke fusievoorstel, waarin ten minste het volgende is vermeld:

(a) de naam en het adres van elk van de fuserende instellingen van algemeen nut;

(b) de naam van de FE en het adres waar de FE haar voorgenomen statutaire zetel zal hebben;

(c) de voorgestelde statuten van de FE;

(d) de wijze waarop de rechten van schuldeisers en werknemers van de fuserende instellingen worden beschermd.

3. Elke bevoegde autoriteit behandelt het verzoek tot goedkeuring van een fusie volgens dezelfde procedures en beginselen als gold het een verzoek tot goedkeuring van een fusie die tot het ontstaan van een nationale instelling van algemeen nut zou leiden.

4. In elke betrokken lidstaat geeft de bevoegde autoriteit onverwijld een attest af waaruit blijkt dat alle voorbereidende handelingen zijn verricht en aan alle formaliteiten is voldaan.

5. Nadat de FE overeenkomstig de artikelen 21, 22 en 23 is geregistreerd, stelt het register de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten en, in voorkomend geval, de instantie die verantwoordelijk is voor de registratie van de instellingen van algemeen nut die door de fusie zijn ontbonden, onverwijld daarvan in kennis.

Eventuele oude registerinschrijvingen worden onverwijld doorgehaald, doch niet voordat de bovenbedoelde kennisgeving is ontvangen.

Artikel 16 - Gevolgen van de fusie

1. In geval van een fusie die tot de oprichting van een nieuwe rechtspersoon leidt, gaat het gehele vermogen van elk van de fuserende instellingen van algemeen nut over op de nieuwe FE en houden de fuserende instellingen op te bestaan.

2. In geval van een fusie door overneming gaat het gehele vermogen van de overgenomen instelling van algemeen nut over op de overnemende instelling van algemeen nut, houdt de overgenomen instelling op te bestaan en wordt de overnemende rechtspersoon de FE.

Artikel 17 - Oprichting door omzetting

1. De FE kan tot stand komen door de omzetting van een op wettige wijze in een lidstaat gevestigde instelling van algemeen nut, mits een dergelijke omzetting krachtens de statuten van bedoelde instelling is toegestaan.

2. Het besluit tot omzetting in een FE en de vereiste wijzigingen in de statuten worden vastgesteld door de raad van bestuur van de instelling.

3. De totstandkoming van een FE door omzetting leidt noch tot liquidatie van de instelling van algemeen nut die wordt omgezet, noch tot verlies of opschorting van haar rechtspersoonlijkheid, en laat alle vóór de omzetting bestaande rechten en plichten onverlet.

Artikel 18 - Verzoek tot goedkeuring van een omzetting

1. Bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de instelling op wettige wijze is gevestigd, wordt een gedetailleerd verzoek tot goedkeuring van een omzetting ingediend waartoe door de raad van bestuur overeenkomstig artikel 17, lid 2, is besloten. Indien zulks is vereist, wordt dit verzoek overeenkomstig de regels van de betrokken lidstaten bekendgemaakt.

2. Het verzoek tot goedkeuring van een omzetting bevat het in artikel 17, lid 2, bedoelde besluit van de raad van bestuur en het omzettingsvoorstel, waarin ten minste het volgende is vermeld:

(a) de naam en het adres van de instelling van algemeen nut die wordt omgezet;

(b) de naam van de FE en het adres waar de FE haar voorgenomen statutaire zetel zal hebben;

(c) de voorgestelde statuten van de FE;

(d) de wijze waarop de rechten van de werknemers van de om te zetten instelling van algemeen nut worden beschermd.

3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat behandelt het verzoek tot goedkeuring van een omzetting volgens dezelfde procedures en beginselen als gold het een verzoek tot wijziging van de statuten van de instelling van algemeen nut.

4. De bevoegde autoriteit geeft onverwijld een attest af waaruit blijkt dat alle voorbereidende handelingen zijn verricht en aan alle formaliteiten is voldaan.

5. Nadat de FE overeenkomstig de artikelen 21, 22 en 23 is geregistreerd, stelt het register de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit en, in voorkomend geval, de instantie die verantwoordelijk is voor de registratie van de instelling van algemeen nut die is omgezet, onverwijld daarvan in kennis.

6. De eventuele oude registerinschrijving wordt onverwijld doorgehaald, doch niet voordat de bovenbedoelde kennisgeving is ontvangen.

Afdeling 2 - Statuten


Artikel 19 - Minimuminhoud van de statuten

1. De statuten van de FE bevatten ten minste de volgende gegevens:

(a) de namen van de oprichters;

(b) de naam van de FE;

(c) het adres van de statutaire zetel;

(d) een omschrijving van het doel van algemeen belang;

(e) de activa bij oprichting;

(f) het boekjaar van de FE;

(g) het aantal leden van de raad van bestuur;

(h) regels over de benoeming en het ontslag van de raad van bestuur;

(i) de eventuele andere organen van de FE dan de raad van bestuur en hun taken;

(j) de procedure voor het wijzigen van de statuten;

(k) de bepaalde tijd waarvoor de FE is opgericht indien zij niet voor onbepaalde duur is opgericht;

(l) de verdeling van de netto-activa na liquidatie;

(m) de datum waarop de statuten zijn vastgesteld.

2. De statuten van de FE worden schriftelijk vastgesteld en zijn onderworpen aan de formele vereisten van het toepasselijke nationale recht.

Artikel 20 - Statutenwijziging

1. Wanneer de bestaande statuten niet langer passend zijn voor het functioneren van de FE, kan de raad van bestuur besluiten tot wijziging van de statuten.

2. Het doel van de FE kan slechts worden gewijzigd indien het gestelde doel reeds is verwezenlijkt of niet kan worden verwezenlijkt, dan wel indien de gestelde doelen duidelijk niet langer passend en effectief zijn voor de aanwending van de activa van de FE.

3. Een statutenwijziging die gevolgen heeft voor het doel van de FE, doet recht aan de wil van de oprichter.

4. De raad van bestuur besluit met eenparigheid van stemmen over alle wijzigingen in het doel van de FE en legt de wijzigingen ter goedkeuring voor aan de toezichthoudende autoriteit.

Afdeling 3 - Registerinschrijving


Artikel 21 - Registerinschrijving

1. De FE wordt in één lidstaat in een register ingeschreven.

2. De FE die tot stand komt door een fusie tussen twee instellingen van algemeen nut die op wettige wijze in dezelfde lidstaat zijn gevestigd, wordt in die lidstaat in een register ingeschreven.

3. De FE die door een grensoverschrijdende fusie tot stand komt, wordt in een register ingeschreven in een van de lidstaten waar de fuserende instellingen op wettige wijze gevestigd waren.

4. De FE die door omzetting tot stand komt, wordt ingeschreven in een register in de lidstaat waar de omgezette instelling oorspronkelijk op wettige wijze was gevestigd.

Artikel 22 - Register

1. Elke lidstaat wijst een register aan voor de inschrijving van de FE en stelt de Commissie daarvan in kennis.

2. De op grond van lid 1 aangewezen registers zijn verantwoordelijk voor het opslaan van gegevens over ingeschreven FE's.

De registers werken met elkaar samen ten aanzien van de bescheiden en gegevens die op de FE's betrekking hebben.

3. De registers stellen de Commissie uiterlijk op 31 maart van elk jaar in kennis van de in het afgelopen kalenderjaar verrichte inschrijvingen en doorhalingen van FE's, onder vermelding van de naam, het adres van de statutaire zetel, het inschrijvingsnummer en de activiteitensector van elke FE, alsmede van het totale aantal ingeschreven FE's per 31 december van het voorafgaande jaar.

Artikel 23 - Inschrijvingsformaliteiten

1. Een verzoek tot inschrijving als een FE gaat vergezeld van de volgende bescheiden en gegevens in de door het toepasselijke nationale recht voorgeschreven taal:

(a) de naam van de FE en het adres van de voorgenomen statutaire zetel van de FE in de Europese Unie;

(b) de oprichtingsstukken;

(c) een ondertekende verklaring betreffende de activa bestemd voor de activiteiten van de FE, dan wel een ander bewijs van gedane inbreng in geld of in natura, en bijzonderheden daaromtrent;

(d) de statuten van de FE;

(e) de namen, adressen en eventuele andere gegevens die overeenkomstig het toepasselijke nationale recht noodzakelijk zijn om de identiteit vast te stellen van:

(i)      alle leden van de raad van bestuur en hun eventuele plaatsvervangers;

(ii)      alle andere personen die bevoegd zijn de FE jegens derden en in rechte te vertegenwoordigen;

(iii)     de auditor(s) van de FE;

(f) een vermelding of de onder (e), punten (i) en (ii), bedoelde personen de FE zelfstandig of gezamenlijk vertegenwoordigen;

(g) naam, doel en adres van elk van de oprichters ingeval zij rechtspersonen zijn, dan wel soortgelijke relevante gegevens indien zij publiekrechtelijke lichamen zijn;

(h) naam en adres van de eventuele vestigingen van de FE en de benodigde informatie ter bepaling van het bevoegde register en het inschrijvingsnummer;

(i) indien de FE door een fusie tot stand is gekomen:

(i)      de fusievoorwaarden;

(ii)      de in artikel 15, lid 4, bedoelde attesten, welke minder dan zes maanden vóór de datum van indiening van het verzoek zijn afgegeven;

(iii)     een bewijs dat is voldaan aan de toepasselijke nationale rechtsregels ten aanzien van de bescherming van schuldeisers en werknemers;

(j) indien de FE door omzetting tot stand is gekomen:

(i)      de omzettingsvoorwaarden;

(ii)      het in artikel 18, lid 4, bedoelde attest, dat minder dan zes maanden vóór de datum van indiening van het verzoek is afgegeven;

(iii)     een bewijs dat is voldaan aan de toepasselijke nationale rechtsregels ten aanzien van de bescherming van werknemers;

(k) een uittreksel van het strafregister en een verklaring van de leden van de raad van bestuur dat zij niet onbekwaam zijn verklaard om als bestuurslid op te treden.

De lidstaten verlangen geen verdere bescheiden of gegevens voor de registerinschrijving.

Het register of, in voorkomend geval, een andere bevoegde autoriteit controleert of de overgelegde bescheiden en gegevens voldoen aan de in deze verordening gestelde eisen en aan het toepasselijke nationale recht.

2. Het register of, in voorkomend geval, een andere bevoegde autoriteit controleert of de verzoeker voldoet aan de in deze verordening gestelde eisen.

3. De FE die alle in lid 1 bedoelde bescheiden en gegevens heeft verstrekt en die aan de in deze verordening gestelde eisen voldoet, wordt binnen twaalf weken na de datum van indiening van het verzoek door het register ingeschreven.

Na de registerinschrijving is geen verdere erkenning door een lidstaat vereist.

4. De door het register genomen beslissing wordt samen met de in lid 1, onder (a) en (d) tot en met (h), bedoelde informatie openbaar gemaakt.

Artikel 24 - Wijzigingen in de voor de registerinschrijving ingediende bescheiden en gegevens

1. Alle wijzigingen in de in artikel 23, lid 1, bedoelde bescheiden en gegevens worden binnen veertien kalenderdagen na de dag waarop de wijziging plaatsvond aan het register gemeld door de raad van bestuur of een persoon die gemachtigd is om de FE te vertegenwoordigen.

2. Na elke statutenwijziging dient de FE de integrale tekst van de statuten, zoals laatstelijk gewijzigd, bij het register in. Elke melding van een wijziging in de bij het register ingediende gegevens gaat vergezeld van een schriftelijk bewijs dat rechtsgeldig tot de wijziging is besloten.

3. De registratie van wijzigingen in de in artikel 23, lid 4, bedoelde bescheiden en gegevens wordt openbaar gemaakt.

Artikel 25 - Naam van de FE

1. De naam van de FE bevat de afkorting 'FE'.

2. Alleen de FE mag de afkorting 'FE' in haar naam gebruiken.

Instellingen waarvan de naam de letters 'FE' bevat of door de afkorting 'FE' wordt gevolgd en die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening in een lidstaat zijn ingeschreven, zijn evenwel niet verplicht hun naam of die afkorting te wijzigen.

Artikel 26 - Aansprakelijkheid voor handelingen verricht vóór de registerinschrijving van de FE

Ten aanzien van de aansprakelijkheid voor handelingen verricht vóór de registerinschrijving van de FE, is het geldende nationale recht van toepassing.

Hoofdstuk III - Organisatie van de FE

Artikel 27 - Raad van bestuur

1. De FE wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit een oneven aantal van ten minste drie leden, zoals vastgelegd in de statuten van de FE.

2. Elk bestuurslid heeft één stem bij de stemming over resoluties.

3. Tenzij in de statuten van de FE of in deze verordening anders is bepaald, worden besluiten van de raad van bestuur met meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 28 - Leden van de raad van bestuur

1. De leden van de raad van bestuur hebben volledige handelingsbevoegdheid en zijn ingevolge het nationale recht van een lidstaat of op grond van een rechterlijk of bestuurlijk bevel in een lidstaat niet onbekwaam verklaard om als bestuurslid op te treden.

2. Leden van de raad van bestuur kunnen te allen tijde terugtreden.

Een lid van de raad van bestuur treedt in ieder geval terug in een van de volgende situaties:

(a) het bestuurslid voldoet niet aan de in lid 1 vermelde eisen;

(b) het bestuurslid voldoet niet aan de eisen voor benoeming die zijn neergelegd in de oprichtingsstukken of in de statuten van de FE;

(c) het bestuurslid is door een gerecht schuldig bevonden aan een financiële onregelmatigheid;

(d) het bestuurslid heeft door zijn handelingen of nalatigheden bewezen dat hij kennelijk ongeschikt is voor het vervullen van de taken van een bestuurslid.

3. Indien de statuten van de FE daarin voorzien, kan de raad van bestuur of de raad van toezicht een lid van de raad van bestuur ontslaan op een van de in lid 2 genoemde gronden.

De toezichthoudende autoriteit kan een lid van de raad van bestuur ontslaan om de in lid 2, tweede alinea, genoemde redenen, dan wel een verzoek tot ontslag van een lid van de raad van bestuur bij de bevoegde rechter indienen wanneer het toepasselijke nationale recht zulks bepaalt.

Artikel 29 - Taken van de raad van bestuur en van de bestuursleden

1. De raad van bestuur is belast met de volgende taken:

(a) de verantwoordelijkheid voor een juist beheer en bestuur en een juiste uitvoering van de activiteiten van de FE;

(b) het toezicht op de naleving van de statuten van de FE, deze verordening en het toepasselijke nationale recht.

2. De leden van de raad van bestuur houden bij hun handelen te allen tijde het belang van de FE en het doel van algemeen belang voor ogen en nemen hun loyaliteitsplicht in acht bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden.

Artikel 30 - Directeuren

1. De raad van bestuur kan een of meer directeuren benoemen die verantwoordelijk zijn voor het dagelijks bestuur van de FE volgens zijn aanwijzingen.

De voorzitter en de meerderheid van de leden van de raad van bestuur kunnen niet ook tegelijkertijd de functie van directeur vervullen.

2. De directeuren houden bij hun handelen te allen tijde het belang van de FE en het doel van algemeen belang voor ogen en nemen hun loyaliteitsplicht in acht bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden.

Artikel 31 - Andere organen van de FE

In de statuten van de FE kan worden voorzien in de instelling van een raad van toezicht en andere organen.

Artikel 32 - Belangenconflicten

1. De oprichter en andere leden van de raad van bestuur die een zodanige zakelijke, familiale of andere band hebben met de oprichter of met elkaar dat een feitelijk of potentieel belangenconflict kan ontstaan dat de oordeelsvorming van de betrokken persoon of personen beïnvloedt, kunnen geen meerderheid van de raad van bestuur uitmaken.

2. Een persoon kan niet tegelijkertijd lid van de raad van bestuur en lid van de raad van toezicht zijn.

3. Er mag geen direct of indirect voordeel worden toegekend aan een oprichter, een lid van de raad van bestuur, een lid van de raad van toezicht, een directeur en een auditor, en evenmin aan een persoon die een zakelijke of nauwe familiale band met een of meer van genoemde personen heeft, tenzij het voordeel betrekking heeft op de uitvoering van hun taken binnen de FE.

Artikel 33 - Vertegenwoordiging van de FE jegens derden

De raad van bestuur en iedere andere persoon die de raad van bestuur daartoe heeft gemachtigd en volgens zijn instructies handelt, kan de FE jegens derden en in rechte vertegenwoordigen.

Artikel 34 - Transparantie en verantwoordingsplicht

1. De FE houdt een volledige en nauwkeurige administratie bij van alle financiële transacties.

2. De FE stelt elk jaar binnen zes maanden na het einde van het boekjaar de jaarrekening en een jaarlijks activiteitenverslag op en doet deze toekomen aan het bevoegde nationale register en de toezichthoudende autoriteit.

De eerste verslagperiode loopt van de datum van inschrijving van de FE in het register overeenkomstig de artikelen 21, 22 en 23 tot en met de laatste dag van het in de statuten van de FE vastgelegde boekjaar.

3. In het jaarlijkse activiteitenverslag wordt ten minste het volgende opgenomen:

(a)     informatie over de activiteiten van de FE;

(b)     een beschrijving van de wijze waarop het doel van algemeen belang waarvoor de FE is opgericht, gedurende het afgelopen boekjaar is bevorderd;

(c)     een lijst van toegekende giften, waarbij rekening wordt gehouden met het recht op privacy van de begunstigden.

4. De jaarrekening van de FE wordt gecontroleerd door een of meer personen die op grond van de nationale regels ter uitvoering van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad bevoegd zijn tot het verrichten van wettelijke controles.

5. De door de raad van bestuur goedgekeurde jaarrekening wordt samen met de verklaring van degene die de wettelijke controle van de jaarrekening heeft verricht, en het jaarlijkse activiteitenverslag openbaar gemaakt.

Hoofdstuk IV - Statutaire zetel en zetelverplaatsing

Artikel 35 - Zetel van de FE

De statutaire zetel en het hoofdbestuur of de hoofdvestiging van de FE zijn gelegen in de Europese Unie.

Artikel 36 - Zetelverplaatsing

1. De FE kan haar statutaire zetel naar een andere lidstaat verplaatsen.

Een zetelverplaatsing leidt noch tot de liquidatie van de FE, noch tot de vorming van een nieuwe rechtspersoon en laat alle vóór de verplaatsing bestaande rechten en plichten onverlet.

2. De verplaatsing treedt in werking op de datum van inschrijving van de FE in het register van de lidstaat van ontvangst.

3. De FE mag haar statutaire zetel niet verplaatsen indien zij het voorwerp uitmaakt van de uitoefening van toezichtbevoegdheden neergelegd in artikel 46, lid 2, tweede alinea, indien zij in overeenstemming met artikel 40 wordt ontbonden, indien tegen haar een liquidatie-, insolventie- of soortgelijke procedure is ingeleid, of indien de verplaatsing in strijd is met de statuten van de FE dan wel de verwezenlijking van haar doel in gevaar brengt.

4. De inschrijving in het register van de lidstaat van ontvangst en de doorhaling van de inschrijving in het register van de lidstaat van herkomst worden openbaar gemaakt.

Artikel 37 - Procedure voor de verplaatsing van de zetel

1. De raad van bestuur van de FE dient een voorstel tot zetelverplaatsing in bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.

2. Het voorstel tot zetelverplaatsing bevat ten minste de volgende gegevens:

(a) de naam van de FE, het adres van haar statutaire zetel in de lidstaat van herkomst, de vereiste informatie over het in artikel 22, lid 1, bedoelde register en het nummer waaronder de FE in dat register is ingeschreven;

(b) de voorgenomen naam van de FE en het voorgenomen adres van de statutaire zetel van de FE in de lidstaat van ontvangst;

(c) in voorkomend geval, de gewijzigde statuten van de FE;

(d) het voorgenomen tijdschema voor de zetelverplaatsing;

(e) een verslag waarin de juridische en economische aspecten van de voorgenomen zetelverplaatsing worden toegelicht en onderbouwd en waarin de gevolgen van de zetelverplaatsing voor schuldeisers en werknemers van de FE worden toegelicht.

3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verifieert of de in artikel 36, lid 3, bedoelde situaties niet bestaan en geeft onverwijld een attest af waaruit blijkt dat alle voorbereidende handelingen zijn verricht en aan alle formaliteiten is voldaan.

4. De FE dient de volgende bescheiden en gegevens in bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst:

(a) het in lid 3 bedoelde attest;

(b) het door de raad van bestuur goedgekeurde voorstel tot zetelverplaatsing;

(c) de in artikel 23, lid 1, bedoelde bescheiden en gegevens.

5. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst verifieert onverwijld of aan alle in dit hoofdstuk gestelde materiële en formele voorwaarden voor de zetelverplaatsing is voldaan en stelt het bevoegde register van de lidstaat van ontvangst van haar besluit in kennis.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kan de zetelverplaatsing alleen weigeren indien niet aan de in de vorige alinea bedoelde voorwaarden is voldaan.

6. Het bevoegde register van de lidstaat van ontvangst schrijft de FE in in het register. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst stelt het bevoegde register van de lidstaat van herkomst onverwijld in kennis van de inschrijving van de FE in het register van de lidstaat van ontvangst.

Het bevoegde register van de lidstaat van herkomst haalt de inschrijving van de FE onverwijld door, doch niet voordat de bovenbedoelde kennisgeving is ontvangen.

Hoofdstuk V - Rol van werknemers en vrijwilligers

Artikel 38 - Vertegenwoordiging van werknemers en vrijwilligers

1. Indien het totale aantal werknemers dat binnen de Unie voor de FE en haar vestigingen werkzaam is, 50 of meer bedraagt en in elk van ten minste twee lidstaten 10 of meer bedraagt, stelt de FE een Europese ondernemingsraad in om de werknemers van de FE te vertegenwoordigen overeenkomstig het bepaalde in lid 2.

2. De FE met 200 of minder werknemers stelt een Europese ondernemingsraad in indien ten minste 20 werknemers in ten minste twee lidstaten of vertegenwoordigers van die werknemers daartoe een verzoek indienen.

De FE met meer dan 200 werknemers stelt een Europese ondernemingsraad in op verzoek van ten minste 10% van haar werknemers in ten minste twee lidstaten of vertegenwoordigers van die werknemers.

De nationale maatregelen tot omzetting van de subsidiaire voorschriften van punt 1, onder a) tot en met e), van bijlage I bij Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad zijn van toepassing op de instelling van de Europese ondernemingsraad.

3. Vertegenwoordigers van vrijwilligers die langdurig betrokken zijn bij formele vrijwilligersactiviteiten van de FE, krijgen de status van waarnemer in de Europese ondernemingsraad.

Per lidstaat waarin ten minste 10 van dergelijke vrijwilligers actief zijn, wordt één vertegenwoordiger afgevaardigd.

Artikel 39 - Voorlichting en raadpleging van werknemers en vrijwilligers

1. De werknemers en vrijwilligers van de FE worden op Unieniveau via de in artikel 38 bedoelde Europese ondernemingsraad voorgelicht en geraadpleegd over aangelegenheden in verband met de toestand, ontwikkeling, organisatie en arbeidsaspecten binnen de FE.

2. De Europese ondernemingsraad en de raad van bestuur of, in voorkomend geval, de directeuren van de FE kunnen een overeenkomst aangaan om de voorlichting en raadpleging van werknemers van de FE nader praktisch te regelen.

3. Indien geen dergelijke overeenkomst wordt gesloten of voor de aangelegenheden die niet door een dergelijke overeenkomst worden bestreken, zijn de nationale maatregelen tot omzetting van de subsidiaire voorschriften van de punten 2 tot en met 6 van bijlage I bij Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van toepassing.

Hoofdstuk VI - Ontbinding van de FE

Artikel 40 - Ontbindingsmethoden

De FE kan op een van de volgende wijzen worden ontbonden:

(a)          door omzetting van de FE in een instelling van algemeen nut naar nationaal recht op de in de artikelen 41 en 42 beschreven wijze;

(b)          door liquidatie op de in de artikelen 43 en 44 beschreven wijze.

Artikel 41 - Ontbinding door omzetting

1. De FE kan worden omgezet in een instelling van algemeen nut naar nationaal recht van de lidstaat waarin de FE haar statutaire zetel heeft, mits de omzetting op grond van de statuten van de FE is toegestaan.

De omzetting kan pas twee jaar na de registerinschrijving van de FE plaatsvinden.

2. Tot de omzetting en de noodzakelijke wijzigingen van de statuten wordt besloten door de raad van bestuur van de FE.

3. De omzetting leidt noch tot de liquidatie van de instelling, noch tot de vorming van een nieuwe rechtspersoon en laat de vóór de omzetting bestaande rechten en plichten onverlet.

Artikel 42 - Verzoek tot ontbinding door omzetting

1. De FE dient een gedetailleerd verzoek tot ontbinding door omzetting in bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft, een en ander met inachtneming van het recht van de betrokken lidstaat.

2. Het verzoek tot ontbinding door omzetting bevat het in artikel 41, lid 2, bedoelde besluit van de raad van bestuur van de FE, de naam en het adres van de statutaire zetel van de omgezette FE, alsmede de voorgenomen naam, het voorgenomen adres en de statuten van de nieuwe instelling van algemeen nut en de vormen van bescherming van de rechten van de werknemers van de omgezette FE.

3. Indien het verzoek tot ontbinding door omzetting door de bevoegde autoriteit wordt goedgekeurd, wordt het verzoek doorgestuurd naar het register en, in voorkomend geval, naar de autoriteit die voor de registerinschrijving van de nieuwe instelling van algemeen nut verantwoordelijk is.

4. Na ontvangst van het goedgekeurde verzoek tot ontbinding door omzetting wordt de registerinschrijving van de FE onverwijld doorgehaald, mits de juridische oprichting van de nieuwe instelling van algemeen nut is voltooid.

5. De omzetting treedt in werking op de datum waarop de inschrijving van de FE in het bevoegde register is doorgehaald.

De omzetting wordt openbaar gemaakt.

Artikel 43 - Besluit tot liquidatie

1. De raad van bestuur van de FE kan in één van onderstaande situaties besluiten tot liquidatie van de FE:

(a)     het doel van de FE is verwezenlijkt of kan niet worden verwezenlijkt;

(b)     de termijn waarvoor de FE is opgericht, is verstreken;

(c)     de FE heeft geen activa meer.

De raad van bestuur legt zijn besluit tot liquidatie van de FE ter goedkeuring voor aan de toezichthoudende autoriteit.

2. De toezichthoudende autoriteit kan, na de raad van bestuur van de FE te hebben gehoord, besluiten tot liquidatie van de FE dan wel, indien het toepasselijke nationale recht zulks bepaalt, een verzoek tot liquidatie van de FE voorleggen aan de bevoegde rechter indien:

(a) de raad van bestuur heeft nagelaten te handelen in één van de in lid 1 bedoelde situaties;

(b) de FE voortdurend handelt in strijd met haar statuten, deze verordening of het toepasselijke nationale recht.

Artikel 44 - Liquidatie

1. Nadat de toezichthoudende autoriteit het in artikel 43, lid 1, tweede alinea, bedoelde besluit van de raad van bestuur heeft goedgekeurd, dan wel wanneer de toezichthoudende autoriteit of, in voorkomend geval, de rechter tot liquidatie van de FE heeft besloten, worden de activa van de FE overeenkomstig lid 2 van dit artikel aangewend.

2. Eventuele overblijvende activa nadat de schuldeisers van de FE volledig zijn terugbetaald, worden ofwel overgedragen aan een andere instelling van algemeen nut met een vergelijkbaar doel, ofwel aangewend voor een doel van algemeen belang dat het doel waarvoor de FE is opgericht, zo dicht mogelijk benadert.

3. De eindafrekening tot de datum waarop de liquidatie in werking treedt, wordt door de raad van bestuur of door de voor de afwikkeling verantwoordelijke liquidateur samen met een verslag met de gegevens over de verdeling van het liquidatiesaldo aan de toezichthoudende autoriteit toegezonden. Deze documenten worden openbaar gemaakt.

Hoofdstuk VII - Toezicht door de lidstaat

Artikel 45 - Toezichthoudende autoriteit

Elke lidstaat wijst een toezichthoudende autoriteit aan die is belast met het toezicht op de FE's die in de lidstaat in het register zijn ingeschreven, en stelt de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 46 - Taken en bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteit

1. De toezichthoudende autoriteit draagt er zorg voor dat de raad van bestuur handelt in overeenstemming met de statuten van de FE, deze verordening en het toepasselijke nationale recht.

2. De toezichthoudende autoriteit is bevoegd goedkeuring te verlenen aan wijzigingen in de in artikel 20, lid 4, bedoelde doelomschrijving van de FE en aan de liquidatie van de FE overeenkomstig artikel 43, lid 1, tweede alinea.

Voor de toepassing van lid 1 beschikt de toezichthoudende autoriteit ten minste over de volgende bevoegdheden:

(a) indien de toezichthoudende autoriteit gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de raad van bestuur van de FE in strijd met de statuten van de FE, deze verordening of het toepasselijke nationale recht handelt, is zij bevoegd om een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken binnen de FE en in dat verband van de directeuren en werknemers van de FE alsook de auditor(s) ervan te verlangen dat zij haar alle nodige informatie en bewijsstukken bezorgen;

(b) indien er bewijs is van financiële onregelmatigheden, ernstig wanbestuur of misbruik, is de toezichthoudende autoriteit bevoegd om een onafhankelijke deskundige te benoemen die op kosten van de FE een onderzoek naar de gang van zaken binnen de FE instelt;

(c) indien er bewijs is dat de raad van bestuur in strijd met de statuten van de FE, deze verordening of het toepasselijke nationale recht heeft gehandeld, is de toezichthoudende autoriteit bevoegd om waarschuwingen aan de raad van bestuur te geven en de raad van bestuur te gelasten zich naar de statuten van de FE, deze verordening en het toepasselijke nationale recht te voegen;

(d) de toezichthoudende autoriteit is bevoegd een lid van de raad van bestuur te ontslaan dan wel, indien het toepasselijke nationale recht daarin voorziet, een verzoek tot ontslag bij de bevoegde rechter in te dienen overeenkomstig artikel 28, lid 3, tweede alinea;

(e) de toezichthoudende autoriteit is bevoegd te besluiten tot liquidatie van de FE dan wel, indien het toepasselijke nationale recht daarin voorziet, een verzoek tot liquidatie van de FE bij de bevoegde rechter in te dienen overeenkomstig artikel 43, lid 2.

3. Niettegenstaande lid 2 is de toezichthoudende autoriteit niet bevoegd om in het bestuur van de FE in te grijpen.

Artikel 47 - Samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten

1. Met het oog op de uitoefening van de toezichtbevoegdheden en het nemen van de noodzakelijke maatregelen uit hoofde van artikel 46 werken de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat waar de FE haar statutaire zetel heeft, en de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaten waarin de FE haar activiteiten uitoefent, met elkaar samen.

2. De toezichthoudende autoriteiten verstrekken elkaar alle dienstige informatie in geval van inbreuken of vermoedelijke inbreuken door de FE op haar statuten, deze verordening of het toepasselijke nationale recht.

3. Op verzoek van de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat waar de FE haar activiteiten uitoefent, onderzoekt de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat waar de FE haar statutaire zetel heeft, vermoedelijke inbreuken door de betrokken FE.

De aangezochte toezichthoudende autoriteit stelt de verzoekende toezichthoudende autoriteit in kennis van de conclusies die zij heeft getrokken uit de informatie waarover zij beschikt, alsook van de eventueel genomen maatregelen.

Artikel 48 - Samenwerking met belastingdiensten

1. De toezichthoudende autoriteit van de lidstaat waar de FE haar statutaire zetel heeft, stelt de belastingdiensten van die lidstaat in kennis zodra zij een onderzoek start naar vermoede onregelmatigheden op grond van artikel 46, lid 2, tweede alinea, onder (a), of als zij een onafhankelijke deskundige benoemt op grond van artikel 46, lid 2, tweede alinea, onder (b).

2. Zij stelt de belastingdiensten tevens in kennis van de voortgang en de uitkomst van een dergelijk onderzoek, alsmede van eventueel gegeven waarschuwingen of opgelegde sancties.

3. Zowel het register als de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat waar de FE haar statutaire zetel heeft, verschaft desgevraagd alle bescheiden en gegevens betreffende de FE aan de belastingdiensten van een lidstaat.

Hoofdstuk VIII - Fiscale behandeling

Artikel 49 - Fiscale behandeling van de FE

1. In de lidstaat waar de FE haar statutaire zetel heeft, geniet zij dezelfde fiscale behandeling als de instellingen van algemeen nut die in die lidstaat gevestigd zijn, wat de inkomsten- en vermogenswinstbelasting, de schenkings- en successierechten, de onroerendgoedbelasting, de overdrachtsbelasting, de registratiebelasting, de zegelrechten en soortgelijke belastingen betreft.

2. Wat de in lid 1 bedoelde belastingen betreft, geniet de FE in de andere lidstaten dan die waar zij haar statutaire zetel heeft, dezelfde fiscale behandeling als de instellingen van algemeen nut die in de betrokken lidstaten gevestigd zijn.

3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt de FE aangemerkt als gelijkwaardig aan een instelling van algemeen nut die krachtens het recht van de betrokken lidstaten is opgericht.

Artikel 50 - Fiscale behandeling van donoren van de FE

1. Natuurlijke of rechtspersonen die op nationaal of grensoverschrijdend niveau een donatie doen aan de FE, genieten dezelfde fiscale behandeling als die welke geldt voor donaties die worden gedaan aan instellingen van algemeen nut die zijn gevestigd in de lidstaat waar de donor belastingplichtig is, wat de inkomstenbelasting, de schenkingsrechten, de overdrachtsbelasting, de registratiebelasting, de zegelrechten en soortgelijke belastingen betreft.

2. Voor de toepassing van lid 1 wordt de FE die de donatie ontvangt, aangemerkt als gelijkwaardig aan een instelling van algemeen nut die is opgericht overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de donor belastingplichtig is.

Artikel 51 - Fiscale behandeling van begunstigden van de FE

Wat ontvangen giften of andere voordelen betreft, worden begunstigden van de FE behandeld alsof zij die giften en andere voordelen hadden ontvangen van een instelling van algemeen nut die is gevestigd in de lidstaat waar de begunstigde belastingplichtig is.

Hoofdstuk IX - Slotbepalingen

Artikel 52 - Daadwerkelijke toepassing

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze verordening uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding ervan daadwerkelijk wordt toegepast.

Artikel 53 - Sancties

De lidstaten stellen voorschriften vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk [twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] van deze voorschriften in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen daarvan mee.

Artikel 54 - Evaluatie van de verordening

Uiterlijk zeven jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement verslag uit over de toepassing van de verordening en stelt zij in voorkomend geval wijzigingen voor.

Artikel 55 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van [twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.