Artikelen bij COM(2013)130 - Aanpassen compensatieregeling voor passagiers bij weigeren boarding, uitval van vlucht of lange vertraging, en verantwoordelijkheid luchtvaartmaatschappijen bij verlies bagage

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Verordening (EG) nr. 261/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

(a) De definitie onder c) wordt vervangen door:

'"communautaire luchtvaartmaatschappij": een luchtvaartmaatschappij met een geldige exploitatievergunning die door een lidstaat is verleend overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap.'

(b) De definitie onder d) wordt vervangen door:

'"organisator": een persoon in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten;'

(c) De definitie onder i) wordt vervangen door:

'"persoon met beperkte mobiliteit": alle personen die zijn gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen.'

(d) De volgende zin wordt toegevoegd aan de definitie van 'annulering' onder l):

'Een vlucht waarbij het luchtvaartuig is opgestegen maar, om welke reden dan ook, gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming of om terug te keren naar de luchthaven van vertrek, wordt als een geannuleerde vlucht beschouwd.'

(e) De volgende definities worden toegevoegd:

'm)     'buitengewone omstandigheden': omstandigheden die, door hun aard of oorsprong, niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij, en waarop deze geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden onder meer de in de bijlage uiteengezette omstandigheden als buitengewone omstandigheden beschouwd;

n) 'vlucht': een luchtvervoersactiviteit tussen twee luchthavens; met tussenstops om louter technische of operationele redenen wordt geen rekening gehouden;

o) 'aansluitende vlucht': een vlucht die, in het kader van één vervoerscontract, tot doel heeft de passagier naar een overstappunt te brengen waar hij op een andere vlucht kan overstappen of, indien van toepassing in de context, die andere vlucht die vanuit het overstappunt vertrekt;

p) 'reis': een vlucht of een reeks aansluitende vluchten waarmee de passagier van een luchthaven van vertrek naar zijn eindbestemming wordt vervoerd, overeenkomstig het vervoerscontract;

q) 'luchthaven': een gebied dat speciaal is aangepast om luchtvaartuigen te laten landen, opstijgen en manoeuvreren, inclusief de randinstallaties die nodig kunnen zijn voor de behoeften van het luchtverkeer en diensten, waaronder de installaties die nodig zijn om commerciële luchtdiensten te ondersteunen;

r) 'luchthavenbeheersorgaan': een orgaan dat, al dan niet samen met andere activiteiten, volgens nationale wetten, regels of contracten tot doel heeft de infrastructuur van de luchthaven of het luchthavennetwerk te beheren en de activiteiten van de verschillende exploitanten op de desbetreffende luchthaven of het desbetreffende luchthavennetwerk te coördineren en te controleren;

s) 'ticketprijs': de volledige prijs die moet worden betaald voor een ticket, inclusief het vervoerstarief en alle toepasselijke belastingen, heffingen, toeslagen en vergoedingen voor alle facultatieve en niet-facultatieve diensten waarop het ticket betrekking heeft;

t) 'vluchtprijs': de waarde die wordt verkregen door de ticketprijs te vermenigvuldigen met de verhouding tussen de afstand van de vlucht en de totale afstand van de reis of reizen waarop het ticket betrekking heeft;

u) 'vertrektijd': het tijdstip waarop het luchtvaartuig de vertrekstand verlaat, achteruitgeduwd of op eigen kracht (off-blocktijd);

v) 'aankomsttijd': het tijdstip waarop het luchtvaartuig de aankomststand bereikt en de parkeerrem wordt ingeschakeld (in-blocktijd);

w) 'vertraging op het tarmac': bij vertrek, de tijdspanne dat het luchtvaartuig op de grond blijft tussen het ogenblik waarop de passagiers beginnen in te stappen en het ogenblik waarop het luchtvaartuig opstijgt of, bij aankomst, de tijdspanne tussen het ogenblik waarop het luchtvaartuig landt en het ogenblik waarop de passagiers beginnen uit te stappen;

x) 'nacht': de periode tussen middernacht en 6 uur 's ochtends;

y) 'onbegeleid kind': een kind dat reist zonder begeleidende ouder of voogd en waarbij de luchtvaartmaatschappij de verantwoordelijkheid voor verzorging heeft aanvaard overeenkomstig haar gepubliceerde regels.'

2. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Lid 2 wordt vervangen door:

'Lid 1 is van toepassing op voorwaarde dat de passagiers:

a) een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie hebben en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 en in geval van een wijziging van het vluchtschema als bedoeld in artikel 6 - bij de incheckbalie melden,

- zoals bepaald en op het tijdstip dat van tevoren door de luchtvaartmaatschappij, de organisator of een erkend reisbureau schriftelijk (waaronder via elektronische weg) is aangegeven,

of, indien geen tijdstip is aangegeven,

- uiterlijk 45 minuten vóór de geplande vertrektijd; of

b) door een luchtvaartmaatschappij of organisator van de vlucht waarvoor zij een boeking hadden, zijn overgeplaatst naar een andere vlucht, ongeacht de reden.'

(b) Lid 4 wordt vervangen door:

'4. Onverminderd het bepaalde in artikel 8, lid 6, is deze verordening alleen van toepassing op passagiers die met een gemotoriseerd luchtvaartuig met vaste vleugels worden vervoerd. Als een deel van de reis echter, overeenkomstig het vervoerscontract, wordt uitgevoerd met een andere vervoerswijze of per helikopter, is deze verordening van toepassing op de hele reis en wordt het deel van de reis dat met een andere vervoerswijze wordt uitgevoerd, beschouwd als een aansluitende vlucht met het oog op de toepassing van deze verordening.'

(c) Lid 6 wordt vervangen door:

'6. Deze verordening is eveneens van toepassing op passagiers die worden vervoerd in het kader van contracten voor pakketreizen, maar is niet van invloed op de rechten van de passagiers volgens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad. De passagiers hebben het recht vorderingen in te dienen krachtens deze verordening en krachtens Richtlijn 90/314/EEG van de Raad, maar mogen voor dezelfde feiten geen rechten cumuleren uit hoofde van beide wetteksten als deze rechten dezelfde belangen beschermen of hetzelfde doel hebben. Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis wordt geannuleerd om andere redenen dan annulering of vertraging van de vlucht.'

3. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Lid 3 wordt vervangen door:

'3. Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen onmiddellijk overeenkomstig artikel 7 en verleent zij hun bijstand overeenkomstig artikel 8. Als de passagier kiest voor herroutering bij de eerste gelegenheid, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), en als het luchtvaartuig minstens twee uur na de oorspronkelijk geplande vertrektijd vertrekt, verleent de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier bijstand overeenkomstig artikel 9.'

(b) De volgende twee leden worden toegevoegd:

'4. Leden 1, 2 en 3 zijn eveneens van toepassing op retourtickets als de passagier de toegang tot de terugvlucht wordt geweigerd omdat hij/zij de heenvlucht niet heeft genomen of daarvoor geen toeslag heeft betaald.

5. Als de passagier of een tussenpersoon die namens de passagier handelt een spellingsfout in de naam van een of meerdere passagiers op hetzelfde vervoerscontract meldt, hetgeen tot instapweigering kan leiden, corrigeert de luchtvaartmaatschappij dit minstens één keer tot 48 uur vóór vertrek zonder extra heffingen voor de passagier of de tussenpersoon, behalve als dit verboden is uit hoofde van de nationale of internationale wetgeving.'

4. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Lid 1, onder a) en b), wordt vervangen door:

'a) krijgen de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de keuze tussen terugbetaling en voortzetting van hun reis door herroutering of reizen op een latere datum, overeenkomstig artikel 8; en

b) krijgen de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de in artikel 9 gespecificeerde verzorging in geval van herroutering, wanneer de verwachte vertrektijd van de vlucht minstens twee uur later is dan de geplande vertrektijd van de geannuleerde vlucht; en'

(b) Lid 3 wordt vervangen door:

'3. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden en dat de annulering ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd. '

(c) Het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

'5. Op luchthavens met een jaarlijks verkeer van minstens drie miljoen passagiers gedurende minstens drie opeenvolgende jaren ziet het luchthavenbeheersorgaan erop toe dat de activiteiten van de luchthaven en de luchthavengebruikers, met name de luchtvaartmaatschappijen en de verleners van grondafhandelingsdiensten, worden gecoördineerd via een noodplan voor situaties van meervoudige annuleringen en/of vertragingen van vluchten waardoor een aanzienlijk aantal passagiers stranden op de luchthaven, inclusief in gevallen van insolventie van luchtvaartmaatschappijen of intrekking van exploitatievergunningen. Het doel van het noodplan is ervoor te zorgen dat gestrande passagiers passende informatie en bijstand krijgen. Het luchthavenbeheersorgaan deelt het noodplan en alle wijzigingen ervan mee aan het krachtens artikel 16 aangewezen nationale handhavingsorgaan. Op luchthavens die onder de bovenvermelde drempel blijven, levert het luchthavensbeheersorgaan alle redelijke inspanningen om de luchthavengebruikers te coördineren en om gestrande passagiers in dergelijke situaties bij te staan en te informeren.'

5. Artikel 6 wordt vervangen door:

'Artikel 6

Langdurige vertraging

1. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs verwacht dat de vlucht vertraging zal oplopen of als zij de geplande vertrektijd uitstelt tot na de oorspronkelijk geplande vertrektijd, moet zij de passagiers het volgende aanbieden:

i) als de vertraging minstens twee uur bedraagt: de in artikel 9, lid 1, onder a), en in artikel 9, lid 2, vermelde bijstand; en

ii) als de vertraging minstens vijf uur bedraagt en één of meerdere nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), vermelde bijstand; en

iii) als de vertraging minstens vijf uur bedraagt: de in artikel 8, lid 1, onder a), vermelde bijstand.

2. Overeenkomstig artikel 7 hebben passagiers recht op compensatie van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert als de passagier zijn eindbestemming bereikt:

a) vijf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor alle intracommunautaire reizen en voor reizen van/naar derde landen van hoogstens 3 500 km;

b) negen uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen tussen 3 500 en 6 000 km;

c) twaalf uur of meer na de geplande aankomsttijd voor reizen van/naar derde landen van 6 000 km of meer.

3. Lid 2 is eveneens van toepassing als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de geplande vertrek- en aankomsttijden heeft gewijzigd waardoor een vertraging ontstaat ten opzichte van de aankomsttijd van het oorspronkelijke vluchtschema, tenzij de passagier meer dan 15 dagen vóór de oorspronkelijk geplande vertrektijd in kennis was gesteld van de wijziging van het vluchtschema.

4. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 als zij kan aantonen dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema veroorzaakt is door buitengewone omstandigheden en dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorige vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd.

5. Als een vertraging op het tarmac meer dan één uur duurt, stelt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, gratis toiletfaciliteiten en drinkwater ter beschikking, zorgt zij voor passende verwarming of koeling van de passagierscabine en ziet zij erop toe dat passende medische bijstand beschikbaar is, indien nodig. Als een vertraging op het tarmac de maximumduur van vijf uur bereikt, keert het luchtvaartuig terug naar de gate of naar een ander geschikt uitstappunt waar de passagiers kunnen uitstappen en dezelfde bijstand kunnen genieten als vermeld in lid 1, tenzij het luchtvaartuig zijn plaats op het tarmac niet kan verlaten om veiligheids- of beveiligingsredenen.'

6. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

'Artikel 6 bis

Gemiste aansluitende vlucht

1. Als een passagier een aansluitende vlucht mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij die de aansluitende vlucht uitvoert de passagier het volgende aan:

i) de in artikel 9, lid 1, onder a), en artikel 9, lid 2, vermelde bijstand als de passagiers minstens twee uur langer moet wachten op aansluiting; en

ii) herroutering, zoals gespecificeerd in artikel 8, lid 1, onder b); en

iii) als de geplande vertrektijd van de alternatieve vlucht of het andere vervoer dat krachtens artikel 8 wordt aangeboden minstens 5 uur later is dan de geplande vertrektijd van de gemiste vlucht en de vertraging één of meer nachten omvat: de in artikel 9, lid 1, onder b) en c), gespecificeerde bijstand.

2. Als een passagier een aansluitende vlucht op een EU-luchthaven mist ten gevolge van een vertraging van een voorgaande vlucht, heeft hij recht op compensatie van de communautaire luchtvaartmaatschappij die de voorgaande vlucht uitvoerde, overeenkomstig artikel 6, lid 2. De vertraging wordt berekend op basis van de geplande aankomsttijd op de eindbestemming.

3. Lid 2 laat alle regelingen inzake schadeloosstelling tussen de getroffen luchtvaartmaatschappijen onverlet.

4. Leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op luchtvaartmaatschappijen uit derde landen die een aansluitende vlucht uitvoeren naar of van een EU-luchthaven.'

7. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

(a) In lid 1 wordt het woord 'vluchten' vervangen door 'reizen'.

(b) Leden 2, 3 en 4 worden vervangen door:

'2. Als de passagier ervoor gekozen heeft zijn reis voort te zetten overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), heeft hij tijdens zijn reis naar de eindbestemming slechts één keer recht op compensatie, zelfs als zich tijdens de herroutering een nieuwe annulering of gemiste aansluiting voordoet.

3. De in lid 1 vermelde compensatie wordt contant, via (elektronische) overschrijving of met een bankcheque betaald.

4. De in lid 1 vermelde afstanden worden gemeten volgens de groot-cirkelmethode.

5. De luchtvaartmaatschappij kan een vrijwillige overeenkomst sluiten met de passagier ter vervanging van de in lid 1 uiteengezette compensatiebepalingen, voor zover deze overeenkomst wordt bevestigd door een document dat door de passagier is ondertekend en waarin hij wordt herinnerd aan het recht op compensatie uit hoofde van deze verordening.'

8. Artikel 8 wordt vervangen door:

'Artikel 8

Recht op terugbetaling of herroutering

1. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers gratis de keuze tussen drie opties:

a) - terugbetaling van de ticketprijs binnen zeven dagen na het verzoek van de passagier, op de in artikel 7, lid 3, bepaalde wijze, voor het gedeelte of de gedeelten van de reis die niet zijn afgelegd en voor het gedeelte of de gedeelten die reeds zijn afgelegd indien verder reizen in het licht van het oorspronkelijke reisplan van de passagier geen zin meer heeft, alsmede, in voorkomend geval,

- bij de eerste gelegenheid een retourvlucht naar het eerste vertrekpunt of;

b) voortzetting van de reisplannen van de passagiers door herroutering onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden naar hun eindbestemming, bij de eerste gelegenheid; of

c) herroutering onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden naar hun eindbestemming, op een latere datum naar keuze van de passagier, indien er plaats beschikbaar is.

2. Lid 1, onder a), is ook van toepassing op passagiers wier vlucht onderdeel is van een pakket, behalve wat het recht op terugbetaling betreft indien Richtlijn 90/314/EEG aanleiding geeft tot dit recht.

3. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert een passagier een vlucht aanbiedt naar of van een andere luchthaven dan die waarvoor was geboekt, draagt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de kosten van de overbrenging van de passagier van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt of, wat de luchthaven van bestemming betreft, naar een andere met de passagier overeengekomen nabijgelegen bestemming.

4. Als de passagier ermee instemt mag voor de in lid 1, onder a), vermelde terugvlucht(en) of de in lid 1, onder b) of c), vermelde herroutering gebruik worden gemaakt van diensten die door een andere luchtvaartmaatschappij worden geëxploiteerd, die een andere route volgen of waarbij gebruik wordt gemaakt van een andere vervoerswijze.

5. Als passagiers de in lid 1, onder b), vermelde optie kiezen, hebben zij het recht op herroutering met een andere luchtvaartmaatschappij of een andere vervoerswijze als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier niet met haar eigen diensten binnen 12 uur na de geplande aankomsttijd ter bestemming kan brengen. Onverminderd artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 mogen de andere luchtvaartmaatschappijen of vervoersexploitanten aan de luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract werd gesloten geen prijs vragen die hoger is dan de gemiddelde prijs die hun eigen passagiers in de voorbije drie maanden voor gelijkwaardige diensten hebben betaald.

6. Telkens als passagiers overeenkomstig lid 1 een volledige of gedeeltelijke herroutering met een andere vervoerswijze krijgen aangeboden, is deze verordening van toepassing op het vervoer met die andere vervoerswijze als betrof het vervoer met een luchtvaartuig met vaste vleugels.'

9. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

(a) Lid 1, onder c), wordt vervangen door:

'c) vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de accommodatie (hotel, verblijfplaats van de passagier of andere accommodatie).'

(b) De volgende leden worden toegevoegd:

'4. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert kan aantonen dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden en dat de annulering, vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, mag zij de totale kosten van de accommodatie die overeenkomstig lid 1, onder b), ter beschikking moet worden gesteld, beperken tot 100 euro per nacht en per passagier en tot maximum drie nachten. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert ervoor kiest deze beperking toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over accommodatie die na deze drie nachten beschikbaar is; deze verplichting komt bovenop de in artikel 14 vermelde informatieverplichting.

5. De verplichting om accommodatie ter beschikking te stellen overeenkomstig lid 1, onder b), geldt niet als de vlucht hoogstens 250 km lang is en wordt uitgevoerd met een luchtvaartuig met een maximumcapaciteit van hoogstens 80 stoelen, behalve als het een aansluitende vlucht betreft. Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert deze uitzondering wenst toe te passen, moet zij de passagiers niettemin informatie verstrekken over beschikbare accommodatie.

6. Als een passagier voor terugbetaling kiest overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), als hij zich op de luchthaven bevindt waar zijn reis begint, of als hij kiest voor herroutering op een latere datum overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), heeft hij voor de desbetreffende vlucht geen recht op verzorging uit hoofde van artikel 9, lid 1.'

10. In artikel 10, lid 2, onder a), b) en c), wordt de term prijs van het ticket vervangen door prijs van de vlucht.

11. Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 11:

'3. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, past de in artikel 9, leden 4 en 5, vermelde beperkingen niet toe als de passagier een persoon met beperkte mobiliteit, een begeleider van een persoon met beperkte mobiliteit, een onbegeleid kind, een zwangere vrouw of een persoon met specifieke medische behoeften is, voor zover de luchtvaartmaatschappij of haar vertegenwoordiger of de organisator minstens 48 uur vóór de geplande vertrektijd van de vlucht in kennis is gesteld van de bijzondere behoeften. Deze kennisgeving geldt voor de volledige reis en de terugreis, als voor beide reizen een contract met dezelfde luchtvaartmaatschappij is gesloten.'

12. Artikel 13 wordt vervangen door:

'Artikel 13

Recht op schadevergoeding

In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of voldoet aan de overige verplichtingen die krachtens deze verordening op haar rusten, mag geen enkele bepaling van deze verordening of van de nationale wetgeving worden uitgelegd als een beperking van het recht van de luchtvaartmaatschappij om van een derde partij die heeft bijgedragen tot de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de compensatie of andere verplichtingen, compensatie te vragen voor de kosten die uit hoofde van deze verordening moeten worden gemaakt.'

13. Artikel 14 wordt vervangen door:

'Artikel 14

Verplichting tot informatieverstrekking aan de passagiers

1. Het luchthavenbeheersorgaan en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, zien erop toe dat bij de incheckbalie (waaronder ook zelfbedieningsincheckautomaten) en de boarding gate een duidelijk leesbaar en voor de passagiers duidelijk zichtbaar bericht uithangt met de volgende tekst: 'Indien u niet tot uw vlucht wordt toegelaten, of indien deze is geannuleerd of voor minstens twee uur is vertraagd, vraag dan bij de incheckbalie of bij de boarding gate om de tekst waarin uw rechten vermeld staan, met name uw recht op bijstand en eventuele compensatie'.

2. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, overgaat tot instapweigering of annulering van een vlucht bezorgt zij iedere daardoor getroffen passagier een schriftelijke mededeling waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening zijn uiteengezet, inclusief informatie over eventuele beperkingen overeenkomstig artikel 9, leden 4 en 5. Zij verstrekt ook elke passagier wiens vlucht minstens twee uur vertraging heeft of waarvan het vluchtschema minstens twee uur wordt gewijzigd, een soortgelijke mededeling. De contactgegevens van de bevoegde klachtenbehandelingsorganen die krachtens artikel 16 bis zijn aangewezen, worden eveneens schriftelijk aan de passagiers verstrekt.

3. Ten behoeve van blinden en visueel gehandicapten wordt het bepaalde van dit artikel met behulp van alternatieve passende middelen toegepast.

4. Het luchthavenbeheersorgaan ziet erop toe dat algemene informatie over passagiersrechten duidelijk en zichtbaar wordt uitgehangen in de passagierszones van de luchthaven. Zij ziet er ook op toe dat de passagiers die aanwezig zijn in de luchthaven informatie krijgen over de annulering van hun vlucht en over hun rechten als de luchtvaartmaatschappij onverwacht haar activiteiten stopzet ten gevolge van insolventie of de intrekking van haar exploitatievergunning.

5. In geval van annulering of vertraging bij vertrek verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagiers zo snel mogelijk, en uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd, informatie over de situatie en over de verwachte vertrektijd, zodra deze informatie beschikbaar is, voor zover de luchtvaartmaatschappij de contactgegevens van de passagier heeft ontvangen overeenkomstig leden 6 en 7, in geval het ticket via een tussenpersoon is gekocht.

6. Als de passagier zijn ticket niet rechtstreeks koopt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert maar bij een in de Unie gevestigde tussenpersoon, verstrekt deze tussenpersoon de contactgegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappij, voor zover de passagier daartoe uitdrukkelijk en schriftelijk toestemming heeft gegeven. Deze toestemming mag alleen worden gegeven op 'opt in'-basis. De luchtvaartmaatschappij mag deze contactgegevens uitsluitend gebruiken om de bij dit artikel vastgestelde informatieverplichting na te komen en niet voor marketingdoeleinden; zij schrapt de contactgegevens binnen 72 uur na uitvoering van het vervoerscontract. De verwerking, raadpleging en opslag van deze gegevens vinden plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

7. Een tussenpersoon wordt vrijgesteld van de toepassing van lid 6 als hij kan aantonen dat er een alternatief systeem bestaat dat garandeert dat de passagier in kennis wordt gesteld zonder dat de relevante contactgegevens hoeven te worden meegedeeld.'

14. Artikel 16 wordt vervangen door:

'Artikel 16

Handhaving

1. Elke lidstaat wijst een nationaal handhavingsorgaan aan dat verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening met betrekking tot vluchten vanop de luchthavens die zich op het grondgebied van deze lidstaat bevinden en met betrekking tot vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens. De lidstaten delen de Commissie mee welk orgaan overeenkomstig dit lid is aangewezen.

2. Het nationaal handhavingsorgaan houdt nauwlettend toezicht op de naleving van de voorschriften van deze verordening en neemt de nodige maatregelen om te garanderen dat de rechten van de passagiers worden gerespecteerd. Met het oog daarop verstrekken luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen op verzoek de relevante documenten aan het nationale handhavingsorgaan. Om zijn taken te kunnen uitvoeren houdt het nationale handhavingsorgaan ook rekening met de informatie die het ontvangt van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan. Het mag ook besluiten handhavingsmaatregelen te nemen op basis van individuele klachten die het heeft ontvangen van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan.

3. De door de lidstaten vastgestelde sancties voor inbreuken op deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

4. Indien bij de artikelen 16 en 16 bis verschillende organen zijn aangewezen, worden rapporteringsmechanismen opgezet om de uitwisseling van informatie tussen die organen te garanderen, zodat het nationale handhavingsorgaan zijn toezichts- en handhavingstaken kan uitvoeren en het bij artikel 16 bis opgerichte orgaan de informatie kan verzamelen die nodig is om individuele klachten te onderzoeken.

5. Voor elk jaar publiceert het nationaal handhavingsorgaan uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar statistieken over zijn activiteiten, waaronder de opgelegde sancties.

6. De luchtvaartmaatschappijen delen contactgegevens voor de onder deze verordening vallende kwesties mee aan de nationale handhavingsorganen van de lidstaten waarin zij actief zijn.'

15. De volgende artikelen worden ingevoegd:

'Artikel 16 bis

Vorderingen en klachten van passagiers

1. Op het ogenblik van de reservatie verstrekken luchtvaartmaatschappijen de passagiers informatie over hun procedure voor de behandeling van vorderingen en klachten in verband met de in deze verordening uiteengezette rechten en over de relevante contactadressen waar de passagiers vorderingen en klachten kunnen indienen, inclusief via elektronische weg. De luchtvaartmaatschappijen verstrekken de passagiers ook informatie over het orgaan of de organen dat (die) bevoegd is (zijn) voor de behandeling van klachten van passagiers.

2. Als een passagier bij de luchtvaartmaatschappij klacht wenst in te dienen met betrekking tot zijn rechten uit hoofde van deze verordening, moet hij deze uiterlijk drie maanden na de datum waarop de vlucht plaatsvond of was gepland bij de luchtvaartmaatschappij indienen. Binnen 7 dagen na ontvangst van de klacht bevestigt de luchtvaartmaatschappij de ontvangst van de klacht aan de passagier. Binnen twee maanden na ontvangst van de klacht geeft de luchtvaartmaatschappij de passagier een volledig antwoord.

3. Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en nationale wetgeving wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers met betrekking tot de rechten uit hoofde van deze verordening.

4. Elke passagier mag bij elk krachtens lid 3 aangewezen nationaal orgaan een klacht indienen over een vermeende inbreuk op deze verordening op een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of met betrekking tot een vlucht van een derde land naar een luchthaven op dat grondgebied. Dergelijke klachten mogen ten vroegste twee maanden na het indienen van een klacht bij de betrokken luchtvaartmaatschappij worden ingediend, tenzij de luchtvaartmaatschappij al een definitief antwoord op de klacht heeft gegeven.

5. Binnen zeven dagen na ontvangst van de klacht bevestigt het aangewezen orgaan de ontvangst van de klacht en stuurt het een kopie naar het betrokken nationale handhavingsorgaan. De klager moet uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de klacht een definitief antwoord krijgen. Het nationaal handhavingsorgaan ontvangt eveneens een kopie van het definitieve antwoord.

Artikel 16 - ter Samenwerking tussen lidstaten en de Commissie

1. De Commissie steunt de dialoog tussen de lidstaten over de nationale interpretatie en toepassing van deze verordening via het in artikel 16 quater vermelde comité.

2. De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks en uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar een verslag over hun activiteiten. De Commissie kan aan de hand van uitvoeringsbesluiten een beslissing nemen over de kwesties die in deze verslagen aan bod moeten komen. Deze uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16 quater vermelde procedure.

3. De lidstaten verstrekken de Commissie regelmatig relevante informatie over de manier waarop zij de verordening toepassen en interpreteren. De Commissie stelt deze informatie in elektronisch formaat ter beschikking van andere lidstaten.

4. Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie gevallen waarin bepalingen van deze verordening, met name met betrekking tot buitengewone omstandigheden, verschillend worden geïnterpreteerd en gehandhaafd, en verduidelijkt zij de bepalingen van de verordening teneinde een gemeenschappelijke benadering te bevorderen. Daartoe kan de Commissie een aanbeveling vaststellen, na raadpleging van het in artikel 16 quater vermelde comité.

5. Op verzoek van de Commissie onderzoeken de nationale handhavingsorganen specifieke verdachte praktijken van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen en brengen zij binnen vier maanden na het verzoek bij de Commissie verslag uit van hun bevindingen.

Artikel 16 - quater Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité inzake passagiersrechten, dat is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van elke lidstaat, waarvan minstens één een nationaal handhavingsorgaan vertegenwoordigt. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.'

16. Artikel 17 wordt vervangen door:

'Artikel 17

Verslag

De Commissie brengt uiterlijk op 1 januari 2017 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening, met name wat betreft het effect op de compensaties voor langdurige vertraging en de beperking van de accommodatie in buitengewone omstandigheden van lange duur. De Commissie brengt ook verslag uit over de verbeterde bescherming van passagiers op vluchten vanuit derde landen die door niet-communautaire luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd, in het kader van internationale luchtvervoersovereenkomsten. Dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen.'

17. Bijlage 1 bij deze verordening wordt als bijlage 1 toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 261/2004.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 2027/97 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3, lid 2, wordt vervangen door:

'2. De communautaire luchtvaartmaatschappij stelt op de luchthaven een klachtenformulier ter beschikking waarmee de passagier onmiddellijk een klacht kan indienen wegens beschadigde of vertraagde bagage. Een dergelijk klachtenformulier, dat de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), wordt door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven aanvaard als een klacht uit hoofde van artikel 31, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Deze mogelijkheid heeft geen invloed op het recht van de passagier om via andere middelen een klacht in te dienen binnen de in het Verdrag van Montreal gestelde termijnen.'

2. Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:

'2. Onverminderd lid 1 moet het voorschot in geval van overlijden ten minste het equivalent in euro van 18 096 SDR per passagier bedragen. De Commissie krijgt de bevoegdheid om, door middel van een gedelegeerd besluit overeenkomstig artikel 6 quater, dit bedrag aan te passen in het licht van een beslissing van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Elke wijziging in het bovenvermelde bedrag zal ook tot een wijziging van het overeenkomstige bedrag in de bijlage leiden.'

3. De volgende zin wordt toegevoegd aan artikel 6, lid 1:

'De Commissie krijgt de bevoegdheid om, door middel van een gedelegeerd besluit overeenkomstig artikel 6 quater, de in de bijlage vermelde bedragen, met uitzondering van het in artikel 5, lid 2, vermelde bedrag, aan te passen in het licht van een beslissing van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal.'

4. De volgende artikelen worden ingevoegd:

'Artikel 6 bis

1. Bij het vervoer van ingecheckte rolstoelen of andere mobiliteitshulpmiddelen biedt de luchtvaartmaatschappij en haar agenten elke persoon met beperkte mobiliteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006 de keuze om bij de boeking of ten laatste wanneer de hulpmiddelen aan de luchtvaartmaatschappij worden overgedragen gratis een bijzondere belangenverklaring af te leggen, overeenkomstig artikel 22, lid 2, van het Verdrag van Montreal.

2. In geval van vernieling, verlies of beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen is de aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij beperkt tot het bedrag dat de passagier heeft aangegeven op het ogenblik dat de ingecheckte mobiliteitshulpmiddelen werden overhandigd aan de communautaire luchtvaartmaatschappij.

3. In geval van vernieling, verlies, beschadiging of vertraging bij het vervoer van ingecheckte rolstoelen of andere mobiliteitshulpmiddelen is de aansprakelijkheid van de communautaire luchtvaartmaatschappij beperkt tot het bedrag dat de passagier heeft aangegeven, tenzij de luchtvaartmaatschappij aantoont dat de gevorderde som groter is dan het werkelijke belang bij de aflevering op de bestemming.

Artikel 6ter

1. Het bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen nationaal handhavingsorgaan ziet toe op de naleving van deze verordening, en met name op:

- de voorwaarden van de luchtvervoerscontracten;

- het systematisch aanbieden van een bijzondere belangenverklaring voor ingecheckte mobiliteitshulpmiddelen, en van een passend niveau van compensatie in geval van beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen;

- de betaling van een voorschot krachtens artikel 5 , lid 1, voor zover van toepassing;

- de toepassing van artikel 6.

2. Met het oog op het toezicht op de bescherming van passagiers met beperkte mobiliteit en gehandicapte passagiers in geval van beschadiging van hun mobiliteitshulpmiddelen, onderzoekt het nationale handhavingsorgaan ook de informatie over klachten inzake mobiliteitshulpmiddelen die zijn ingediend bij de krachtens artikel 16 bis van Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen organen, en houdt het rekening met deze informatie.

3. De door de lidstaten vastgestelde sancties voor inbreuken op deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

4. In hun jaarverslagen overeenkomstig artikel 16, lid 6, van Verordening (EG) nr. 261/2004 publiceren de nationale handhavingsorganen ook statistieken over hun activiteiten en over de sancties die zij hebben opgelegd in verband met de toepassing van deze verordening.

Artikel 6 - quater

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 6, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikel 6, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 6, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 6 - quinquies

1. Luchtvaartmaatschappijen genieten volledige commerciële vrijheid om de voorwaarden voor het vervoer van bagage vast te stellen, maar zij moeten duidelijk aangegeven, zowel bij de boeking als aan de incheckbalies (en aan zelfbedienings-incheckautomaten) hoeveel bagage passagiers maximaal mogen meenemen in de cabine en het ruim van het luchtvaartuig op elk van de vluchten waarvoor de passagier een reservering heeft, inclusief eventuele beperkingen op het aantal stukken bagage binnen een maximaal toegestane hoeveelheid bagage. Als extra heffingen in rekening worden gebracht voor het vervoer van bagage, moeten de luchtvaartmaatschappijen de bijzonderheden van die heffingen duidelijk aangeven bij de boeking en, op verzoek, in de luchthaven.

2. Als toegestane stukken handbagage wegens buitengewone omstandigheden, zoals veiligheidsredenen of een wijziging van het type luchtvaartuig na de boeking, niet in de cabine mogen worden meegenomen, mag de luchtvaartmaatschappij deze in het ruim van het luchtvaartuig vervoeren zonder extra kosten voor de passagier.

3. Deze rechten laten de beperkingen op handbagage uit hoofde van EU- en internationale beveiligingsregels, zoals Verordeningen (EG) nr. 300/2008 en (EG) nr. 820/2008, onverlet.

Artikel 6 - sexties

1. Een communautaire luchtvaartmaatschappij staat toe dat een passagier een muziekinstrument meeneemt in de passagierscabine van een luchtvaartuig, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsregels en de technische specificaties en beperkingen van het desbetreffende luchtvaartuig. Muziekinstrumenten mogen in de passagierscabine van een luchtvaartuig worden meegenomen mits ze veilig kunnen worden opgeborgen in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel. Een luchtvaartmaatschappij mag bepalen dat een muziekinstrument deel uitmaakt van de toegestane hoeveelheid handbagage van een passagier, en niet bovenop die toegestane hoeveelheid mag worden meegenomen.

2. Als een muziekinstrument te groot is om veilig in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel te worden opgeborgen, mag de luchtvaartmaatschappij vragen een tweede ticket te betalen als het muziekinstrument als handbagage op een tweede stoel wordt vervoerd. Als een tweede ticket wordt gekocht, levert de luchtvaartmaatschappij redelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het muziekinstrument zich naast de passagier bevindt. Voor zover beschikbaar worden muziekinstrumenten, op verzoek, in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, voor zover de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. Een luchtvaartmaatschappij vermeldt in haar voorwaarden duidelijk de basis voor het vervoer van muziekinstrumenten en de toepasselijke heffingen.'

5. Artikel 7 wordt vervangen door:

'Artikel 7

De Commissie brengt uiterlijk 1 januari 2017 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening. Dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen.'

6. De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2027/97 wordt vervangen door bijlage 2 bij de onderhavige verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.