Artikelen bij COM(2014)263 - Een sterkere rol voor de particuliere sector bij het streven naar inclusieve en duurzame groei in ontwikkelingslanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52014DC0263

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een sterkere rol voor de particuliere sector bij het streven naar inclusieve en duurzame groei in ontwikkelingslanden /* COM/2014/0263 final */


1. Inleiding 1.1. De rol van de particuliere sector bij het stimuleren van ontwikkeling

Een goede baan wordt alom gezien als de beste uitweg uit armoede. De particuliere sector verschaft in ontwikkelingslanden ongeveer 90% van de banen en is dus een essentiële partner in de strijd tegen armoede. De sector is ook nodig als investeerder in duurzame landbouwproductie als in 2050 wereldwijd 9 miljard mensen moeten worden gevoed. Via innovatie en investeringen in koolstofarme en hulpbronefficiënte oplossingen speelt de sector een cruciale rol bij de omvorming naar een inclusieve groene economie. De particuliere sector heeft het potentieel om in ontwikkelingslanden inclusieve en duurzame groei teweeg te brengen; particuliere belanghebbenden, waaronder bedrijven, financiële tussenpersonen, verenigingen en werknemers- en werkgeversorganisaties, worden steeds actiever op het vlak van ontwikkeling, zowel als financieringsbron als als partner voor regeringen, ngo's en donoren.

1.2. Steun van de Europese Unie voor de ontwikkeling van de particuliere sector: successen en lessen

De Europese Commissie werkt nauw samen met regeringen in ontwikkelingslanden om hen te helpen bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid ter ondersteuning van de ontwikkeling van de particuliere sector. Zij verstrekt heel wat subsidies voor een breed gamma van activiteiten, onder meer hervorming van regelgeving, capaciteitsopbouw en bedrijfsontwikkelingsdiensten, met bijzondere aandacht voor de versterking van lokale micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. De afgelopen tien jaar bedroeg de steun van de Commissie aan de ontwikkeling van de particuliere sector gemiddeld 350 miljoen euro per jaar. Dit, in combinatie met de ontwikkelingssteun en particuliere investeringen van de lidstaten, maakt dat de EU een hoofdrol speelt in de ondersteuning van de ontwikkeling van de lokale particuliere sector in partnerlanden. Met de invoering van de regionale gecombineerde faciliteiten is de Commissie ook gestart met de ontwikkeling van nieuwe instrumenten voor het uitvoeren van de ontwikkelingsdoelstellingen voor de particuliere sector. Het strategische gebruik van subsidies maakt het voor de Commissie mogelijk te zorgen voor extra middelen voor de ontwikkeling van infrastructuurinvesteringen en voor betere toegang tot financiering voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. De EU begint ook innoverende financiële instrumenten te gebruiken zoals waarborgen om de leningen aan kmo's door commerciële banken te stimuleren en risicokapitaal om te investeren in fondsen die lenen aan of investeren in projecten op het vlak van energie-efficiëntie van kmo's. Door gecombineerde instrumenten in samenwerking met instellingen voor de financiering van ontwikkeling kan de particuliere sector ook gemakkelijker als financieringsbron fungeren. Geslaagde voorbeelden van EU-steun in het verleden aan de ontwikkeling van de particuliere sector, die een inspiratiebron kunnen zijn voor toekomstige acties, worden in deze mededeling toegelicht.

In een recente evaluatie van de EU-steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector tussen 2004 en 2010 werd het belang bevestigd van de bijdrage van de Commissie aan de ontwikkeling van de particuliere sector in partnerlanden, en werden manieren geïdentificeerd om toekomstige programma's en strategieën te verbeteren, waaronder: i) meer nadruk op het scheppen van fatsoenlijk werk; ii) regulering van de betrokkenheid van de particuliere sector bij de ondersteuningsprogramma's van de EU; iii) efficiëntere ondersteuning van algemene vraagstukken als de agenda voor fatsoenlijk werk, werkgelegenheid voor vrouwen en jongeren, en mensenrechten, en iv) meer operationele efficiëntie en effect van de ontwikkelingssteun voor de particuliere sector door een betere diagnose en resultatenmeting.

2. Strategisch kader voor een sterkere rol voor de particuliere sector om tot inclusieve en duurzame groei te komen

Op basis van de eerdere successen en lessen en de feedback van de raadplegingen van belanghebbenden, wordt in deze mededeling een voorstel gedaan voor een strategisch kader voor de versterking van de rol van de particuliere sector om tot inclusieve en duurzame groei te komen. De EU meent op twee vlakken een toegevoegde waarde te betekenen en een efficiënte aanvulling te kunnen bieden op de acties van haar lidstaten, ontwikkelingsfinancieringsinstellingen en andere ontwikkelingspartners.

Op het vlak van ontwikkelingssteun voor de particuliere sector wenst de Commissie een belangrijke partner te blijven voor regeringen en organisaties van zakelijke tussenpersonen in ontwikkelingslanden voor de steun aan de totstandbrenging van een gunstig ondernemingsklimaat en de ontwikkeling van lokale ondernemingen die in staat zijn om fatsoenlijk werk te scheppen, overheidsinkomsten te genereren en de kansen te benutten die wereldwijd geïntegreerde markten bieden. Op die manier zoekt de Commissie naar nieuwe manieren om het potentieel te benutten van de particuliere sector als financieringspartner, als uitvoeringsorgaan, adviseur of tussenschakel om de EU-steun doeltreffender en doelmatiger te maken, niet alleen op het vlak van de ontwikkeling van de lokale particuliere sector, maar ook op andere vlakken van de EU-ontwikkelingshulp als duurzame energie, duurzame landbouw en agro-industrie, digitale en fysieke infrastructuur, en de groene en sociale sectoren.

Het voorgestelde strategische kader kijkt ook verder dan de particuliere sector als partner voor ontwikkelingssamenwerking, en omvat ook acties en instrumenten om de particuliere sector te helpen positieve ontwikkelingsresultaten te boeken als onderdeel van haar zakelijke kernstrategie. Dit houdt in dat de Commissie een grotere rol wenst te spelen als facilitator voor de eigen inspanningen van bedrijven op het vlak van ontwikkeling, bijvoorbeeld door verantwoorde investeringen of duurzame toeleveringsketens en productiepatronen in ontwikkelingslanden aan te moedigen.

Dit strategische kader komt tot uiting in de programmering van de EU-ontwikkelingshulp voor 2014-2020 met betrekking tot nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën voor de particuliere sector, zoals het gezamenlijke voorbereiding door de ACS-landen en de EU van een nieuw samenwerkingskader voor de ontwikkeling van de particuliere sector in ACS-landen, op het niveau van thematische programma's die de inspanningen van de particuliere sector als een horizontale kwestie beschouwen, en in sectorale interventies om de betrokkenheid van de particuliere sector te reguleren op het gebied van landbouw, duurzame energie en infrastructuur, of in de groene en sociale sectoren.

2.1. Principes voor een sterkere rol van de particuliere sector in EU-ontwikkelingssamenwerking

Voor de steun van de EU voor de ontwikkeling van de particuliere sector en haar betrokkenheid bij zowel de lokale als de internationale particuliere sector gelden duidelijke principes als aanvulling op de principes over de efficiëntie van steun, die bedoeld zijn als inspiratie voor de inspanningen van de EU-lidstaten, de financieringsinstellingen en andere ontwikkelingspartners van de EU.

– Bijzondere aandacht voor het scheppen van banen, inclusiviteit en armoedebestrijding Programma's en partnerschappen worden ontworpen om bij te dragen aan armoedebestrijding, bijvoorbeeld door het scheppen van fatsoenlijk werk, beter arbeidsvoorwaarden, een geleidelijke overgang van een informele naar een formele economie, of de economische emancipatie van vrouwen en meisjes, jongeren en kwetsbare groepen.

– Een gedifferentieerde aanpak voor de particuliere sector De activiteiten van de particuliere sector kunnen veel vormen aannemen en de economische ontwikkeling op tal van manieren beïnvloeden. De particuliere sector is uitermate divers en gaat van individuele ondernemers tot grote multinationals en financiële instellingen; van bedrijven die waarde voor de aandeelhouder creëren tot sociale ondernemingen waar personen centraal staan, coöperaties en organisaties van werknemers en werkgevers. Zij kunnen actief zijn op lokaal niveau, maar ook op nationaal, regionaal of internationaal niveau, in steden of op het platteland, in de formele of de informele sector en in een context die per land sterk kan verschillen. Voor elk van deze actoren uit de particuliere sector zijn verschillende voorwaarden en stimuli nodig om bij te dragen aan ontwikkeling, die leiden tot een gedifferentieerde aanpak van hun steun aan en inspanningen voor ontwikkeling.

– Kansen creëren uit marktgebaseerde oplossingen Donorinterventies zouden de markt niet mogen verstoren, maar er moet wel meer nadruk worden gelegd op de mogelijkheden om dankzij ontwikkelingshulp de marktontwikkeling in de partnerlanden op gang te brengen. Er is nog onbenut potentieel om kansen voor het lokale bedrijfsleven te scheppen via programma's waarmee steun wordt verleend op basis van de markt, bijvoorbeeld door te werken met lokale bedrijven als uitvoerende partners of leveranciers van werk en diensten, of door in sociale programma's te kiezen voor geldelijke steun in plaats van steun in natura, omdat zo de koopkracht wordt verhoogd en dus de vraag bij bevolkingsgroepen met een laag inkomen wordt gestimuleerd.

– Duidelijke criteria bij het verstrekken van rechtstreekse steun aan actoren uit de particuliere sector Terwijl officiële ontwikkelingshulp zeker gerechtvaardigd is om in te grijpen op macro- en mesoniveau, kan hulp ook efficiënt zijn op microniveau om de ontwikkeling van lokale ondernemingen te versnellen of om markttekortkomingen of suboptimale investeringssituaties te compenseren. Om de impact en duurzaamheid van ontwikkeling te garanderen, marktverstoringen te voorkomen en potentiële reputatie- of imagoschade te voorkomen, moeten duidelijke criteria gelden bij beslissingen over steun aan ondernemingen of financiële tussenschakels via rechtstreekse subsidies of gesubsidieerde diensten voor bedrijfsontwikkeling, of via waarborgen, verzekeringen of concessionele financiering. De Europese Commissie heeft een pakket criteria opgesteld als leidraad voor dergelijke beslissingen. Zij vormen een aanvulling op de regels uit de financiële verordeningen van de Commissie, en lopen grotendeels gelijk met de normen die andere ontwikkelingspartners hanteren (zie kader 1).

– Verschillende lokale contexten en kwetsbare situaties Om optimaal effect en rendement te bereiken met EU-steun, is het essentieel bij het uittekenen van de ontwikkelingssteun voor de particuliere sector een onderscheid te maken tussen de contexten van de landen en prioriteiten te bepalen aan de hand van de behoeften, het ontwikkelingsstadium en de kwetsbaarheidsgraad van de partnerlanden. Een specifieke aanpak is met name nodig voor kwetsbare en door conflicten aangetaste landen die dringend banen en economische kansen nodig hebben voor het herstel van sociale cohesie, vrede en politieke stabiliteit.

– Veel nadruk op resultaten Steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector en partnerschappen moet op alle niveaus gepaard gaan met inspanningen ter versterking van de resultatenmeting en de beoordeling van het effect dat ingrepen hebben op de ontwikkeling.

– Samenhang van het beleid op gebieden die de particuliere sector in partnerlanden aanbelangen Nauwe samenwerking tussen de relevante Commissiediensten en met de EU-lidstaten moet er niet alleen voor zorgen dat het EU-beleid geen schade toebrengt aan de ontwikkelingsvooruitzichten van de partnerlanden, maar moet ook een prioriteit blijven om te zorgen voor een alomvattende EU-aanpak en de coherentie en wederzijdse versterking van ontwikkeling en ander relevant EU-beleid. De mededeling van de Commissie over handel, groei en ontwikkeling uit 2012 bevat werkwijzen die aantonen hoe dit met betrekking tot handels- en investeringsbeleid wordt uitgevoerd.

Vak 1: Criteria voor de ondersteuning van actoren uit de particuliere sector

(1) Meetbare impact van ontwikkeling: Steun aan een particuliere onderneming of financiële intermediair moet op een rendabele manier bijdragen aan het bereiken van ontwikkelingsdoelstellingen als het scheppen van banen, groene en inclusieve groei of bredere armoedebestrijding. Hiervoor is transparantie nodig over doelstellingen en resultaten, samen met regelingen voor gepaste monitoring, evaluatie en resultatenmeting.

(2) Additionaliteit: Zonder overheidssteun zou de particuliere onderneming geen actie ondernemen of investeringen doen, of toch niet op dezelfde schaal, hetzelfde tijdstip, dezelfde plaats of volgens dezelfde norm. De ondersteunde actie mag de particuliere sector niet verdringen of andere particuliere financiering vervangen.

(3) Neutraliteit: De steun mag de markt niet verstoren en moet worden verstrekt via een open, transparant en eerlijk systeem. De steun moet van tijdelijke aard zijn en een duidelijk omschreven exitstrategie hebben. Steun die wordt verleend in verband met markttekortkomingen en daaruit volgende risico's mag niet ontmoedigend werken voor inspanningen om de regelgeving te hervormen en de oorzaak van de markttekortkoming aan te pakken.

(4) Gedeeld belang en cofinanciering: Partnerschappen met de particuliere sector moeten gebaseerd zijn op kostenefficiëntie, gedeelde belangen en wederzijdse verantwoordingsplicht over de resultaten. De risico's, kosten en opbrengsten van een gezamenlijk project moeten eerlijk worden verdeeld.

(5) Demonstratie-effect: Een actie die steun krijgt, moet bedoeld zijn om een duidelijk demonstratie-effect te hebben dat de marktontwikkeling op gang brengt, door andere actoren uit de particuliere sector erbij te betrekken om de ontwikkelingsresultaten te herhalen en te vergroten.

(6) Aansluiting bij sociale, ecologische en fiscale normen: Particuliere ondernemingen die steun krijgen, moeten aantonen dat hun operaties stroken met sociale, ecologische en fiscale normen, waaronder de eerbiediging van mensenrechten en rechten van inheemse volkeren, fatsoenlijk werk, goede corporate governance en sectorgebonden normen.

2.2. Steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector bij toekomstige EU-ontwikkelingssamenwerking 2.2.1. Gunstig ondernemingsklimaat voor initiatieven in de particuliere sector

Het verstrekken van steun voor een beter ondernemings- en investeringsklimaat, met name voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en het versterken van organisaties van zakelijke tussenpersonen en ondersteuningsorganisaties, blijven essentiële pijlers van de EU-ontwikkelingshulp voor de particuliere sector. Deze aanpak kan efficiënter worden gemaakt door beter te inventariseren welke hervormingen een land of sector prioritair moet doorvoeren, en door de particuliere sector te betrekken bij actiegerichte publiek-private dialoog op het vlak van de beleidsformulering. De Commissie streeft er ook naar bij te dragen aan betere beleidsinstrumenten voor het meten en vergelijken van de kwaliteit van het ondernemingsklimaat in verschillende landen.

Om effectief de hervorming van het ondernemingsklimaat te kunnen combineren met steun voor andere aspecten van het investeringsklimaat, zoals de ontwikkeling van de financiële markt, handelsfacilitering, beheer van migratie en versterking van de wetgevende en juridische instanties, streeft de Commissie naar synergieën tussen haar steun aan de ontwikkeling van de particuliere sector, de hulp voor de handelsagenda, begrotingssteun en de bijhorende beleidsdialoog met partnerlanden. De Commissie erkent dat de opbouw van instellingen en wetgevingskaders om de markten efficiënter en eerlijker te maken, goed bestuur en verantwoordelijkheidszin vereist van de partnerregeringen. Zij staat klaar om steun te geven als er sprake is van politieke wil om te hervormen, in combinatie met inspanningen voor de uitvoering van internationaal aanvaarde normen en richtlijnen zoals het VN-verdrag tegen corruptie. Zij zal ook beter gebruik maken van de politieke economische analyse bij het uittekenen van de programma's voor de ontwikkeling van de particuliere sector.

In Paraguay verleende een door de EU gefinancierd economisch integratieprogramma steun aan de oprichting van een enkelvoudig exportloket, waardoor de totale doorlooptijd van de administratieve procedures voor de uitvoer van vlees werd teruggebracht van 40 dagen naar 50 minuten. Dat gaf een boost aan het aantal exportgeoriënteerde ondernemingen in Paraguay, dat sinds 2004 met 500% toenam, en leidde tot een significante stijging van de export.

In Tunesië was de microfinancieringsindustrie onderontwikkeld, met slechts twee financiëledienstverleners voor ongeveer 300 000 cliënten. Dankzij de beleidsdialoog met de EU en in het kader van de gezamenlijke begrotingssteun van donoren die vóór de revolutie werd opgestart, heeft de regering in 2011 het wet- en regelgevend kader voor de nationale microfinanciering hervormd conform goede internationale praktijken, zodat nieuwe operatoren konden voldoen aan de onvervulde vraag (ongeveer 700 000 cliënten) naar microfinanciering van kwetsbare groepen.

Beperkingen op de groei van de particuliere sector vloeien niet alleen voort uit het algemene ondernemingsklimaat, maar kunnen ook het gevolg zijn van industrie- of sectorspecifieke leemtes in de ondersteunende infrastructuur. Niet iedere sector of industrie in een economie heeft hetzelfde potentieel qua productiviteitsstijging en het scheppen van fatsoenlijk werk. Steun voor partnerregeringen mag niet louter voortvloeien uit een politieke vraag, maar moet een reactie zijn op een degelijke analyse van het latente comparatieve voordeel van een land. Er moet voorrang worden gegeven aan het wegwerken van de beperkingen in sectoren met het grootste potentieel om bij te dragen aan door de particuliere sector geleide groei en aan het scheppen van fatsoenlijke banen.

Industriële clusters kunnen een veelbelovende manier zijn om strategische allianties te vormen voor het verlenen van sectorspecifieke diensten en toegang tot wereldwijde waardeketens. Ook geschikte en voorspelbare industriespecifieke regelgevende kaders zijn nodig om efficiënte en duurzame marktgebaseerde oplossingen te vinden voor elektriciteitsvoorziening op het platteland, duurzame energie in steden, toegang tot financierings- en infrastructuurdiensten als mobiele telecommunicatie, water, vervoer, energie en huisvesting.

Actie 1:      Financiële-adviesdiensten en moderne diagnose-instrumenten voor beleidsformulering om regeringen en organisaties van zakelijke tussenpersonen te helpen de binnenlandse bedrijfsregelgeving en de handhaving daarvan te verbeteren om meer rechtszekerheid te bieden, het ondernemingsklimaat te verbeteren en de kosten van zakendoen te verlagen.

2.2.2. Meer steun voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de formele en informele sector

Interventies op macro- en sectorniveau om het ondernemingsklimaat te versterken, vergen de aanvullende verstrekking van ondersteunende diensten op meso- en microniveau om de productiviteit te verhogen en de investeringen en het scheppen van fatsoenlijke banen te versnellen. De nadruk zal liggen op de ondersteuning van micro- en kleine en middelgrote ondernemingen, die een cruciale rol spelen bij het scheppen van banen en het verbeteren van de productiviteit en de arbeidsomstandigheden in de informele economie. Om steun te verlenen voor de ontwikkeling van ondernemingen zal de Commissie zoveel mogelijk werken via bestaande zakelijke tussenpersonen en dienstverleners, en rekening houden met wat zij geleerd heeft door eigen ondersteuningsstructuren op te richten waarvoor de administratiekosten hoog zijn. Zij zal de marktgebaseerde aanpak promoten waarbij van begunstigden uit de particuliere sector wordt verwacht dat zij bijdragen in de kosten van de diensten die zij ontvangen.

De ervaring van de Commissie met de ondersteuning van Europese kmo's kan nuttige lessen inhouden voor ontwikkelingslanden. De overheidssteun die het Enterprise Europe Network biedt, kan dienen als model om kmo-samenwerking in ontwikkelingslanden aan te moedigen. Europese bedrijven kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van bedrijven in partnerlanden door lokale micro- en kleine en middelgrote ondernemingen op te nemen in hun toeleveringsketen, met name in de landbouw- en voedingsmiddelenindustrie, en door technologie zoals eco-innovaties of oplossingen met hernieuwbare energie door te geven. De Commissie werkt ook samen met openbare financiële instellingen aan programma's als het initiatief voor het kleinbedrijf van de EBWO, waarin EU-middelen worden gebruikt voor adviezen op maat aan specifieke sectoren en landen. Ook een sterke noord-zuidsamenwerking tussen ondernemingen moet worden gestimuleerd, bijvoorbeeld via twinningakkoorden over coaching en opleiding op de werkvloer. Bovendien zal de Commissie haar ontwikkelingssamenwerking met partnerlanden gebruiken om de nationale systemen voor beroepsopleiding te versterken overeenkomstig de vraag van de arbeidsmarkt en de vaardigheden die formele en informele bedrijven nodig hebben.

Het groeiprogramma voor ondernemingen en bedrijfsadvies (EGP-BAS) biedt consultancydiensten aan kmo's in de landen van het Oostelijk partnerschap en helpt hen hun ondernemingen te ontwikkelen en verbeteren. Momenteel hebben meer dan 600 kmo's deze steun gekregen, met als uitstekend resultaat dat de omzet van 90% van de kmo's na één jaar was gestegen met gemiddeld 43%.

In Tanzania heeft het ondersteuningsprogramma voor handel en landbouw bijgedragen aan betere kwaliteitsnormen en 50% meer productiviteit in de thee- en koffiewaardeketen. De toegang tot internationale markten werd verbeterd en het inkomen van kleine boeren steeg met ten minste 20%, met rechtstreekse gevolgen voor de bezittingen van huishoudens en de emancipatie van vrouwen, beter onderwijs voor kinderen en betere voedselzekerheid.

Naar schatting 60 tot 80% van de ondernemingen in ontwikkelingseconomieën zijn informele bedrijven. Zij bevatten een gigantisch potentieel aan groei en banen, en zij hoeven niet te worden uitgesloten van ontwikkelingssteun puur omdat zij actief zijn buiten het formele wettelijk kader. Een combinatie van maatregelen is nodig om de stimulans tot formalisering te vergroten via efficiënte instellingen, juridische stelsels en gegarandeerde eigendomsrechten, met name met betrekking tot grond, die als waarborg voor leningen kunnen worden gebruikt. Daarnaast zijn ook maatregelen nodig om de productiviteit en de arbeidsomstandigheden in de informele sector te verbeteren door een veiliger werkomgeving en betere toegang tot markten, financiën, infrastructuur en sociale diensten. Een handige vorm van steun is opleiding en capaciteitsopbouw voor informele steunorganisaties zoals associaties van producenten en zelfhulporganisaties in handen van de leden zelf. Coöperaties, sociale ondernemingen en andere vormen van bedrijven waar mensen centraal staan, zijn vaak voortrekkers op het vlak van fatsoenlijk werk, duurzaam levensonderhoud en inclusieve oplossingen voor maatschappelijke problemen.

Actie 2:      Marktgebaseerde cofinancieringsstelsels voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen voor toegang tot bedrijfsondersteuningsdiensten van lokale leveranciers waaronder organisaties van zakelijke tussenpersonen, starters, informele zelfhulporganisaties en coöperaties voor het vergroten van managementvaardigheden, technologische kennis en marktverbindingen voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen in de formele en informele sector.

Actie 3:      Ondersteunen van allianties tussen ondernemingen en aanbieders van opleidingen voor de ontwikkeling en uitvoering van technische en beroepsopleidingsprogramma's.

2.2.3. Emancipatie van vrouwen als ondernemers en werknemers

In het kader van haar steun voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen en het scheppen van een gunstig klimaat voor hun ontwikkeling, zal de Commissie bijzondere aandacht schenken aan vrouwelijke ondernemers en werknemers. Doorgaans zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in het bedrijfsleven in ontwikkelingslanden. Vaak is dat het gevolg van wettelijke verschillen in hoe mannen en vrouwen worden behandeld, waardoor vrouwen minder kansen krijgen om een bedrijf op te starten, een eigendom of land te bezitten of krediet te krijgen. Dat is dus een grote hindernis voor gendergelijkheid. De Commissie zal pleiten voor bedrijfsregelgeving met aandacht voor het genderaspect, en zal de specifieke opleidings- en ondersteuningsbehoeften van vrouwelijke ondernemers en werknemers aanpakken zodat de recente verbeteringen in de opleiding van meisjes worden omgezet in echte economische kansen voor vrouwen.

2.2.4. Meer toegang tot financiën en diepgaande financiële inclusie

Een gebrekkige toegang tot kapitaal en degelijke financiële diensten is een groot probleem, met name voor de ontwikkeling van micro- en kleine en middelgrote ondernemingen. De Commissie ondersteunt de bredere toegang tot een uiteenlopend gamma financiële diensten voor zowel huishoudens als micro- en kleine en middelgrote ondernemingen, met interventies die gaan van capaciteitsopbouw voor financiële tussenpersonen tot het verstrekken van kapitaal aan lokale banken voor de financiering van micro- en kleine en middelgrote ondernemingen. Toekomstige programma's zullen ook gericht zijn op het gebruik van informatie- en communicatietechnologie als instrument voor de financiële inclusie van armen, met name in Afrika, waar deze technologieën het financiële landschap al dramatisch veranderen. Bijzondere nadruk zal ook liggen op consumentgerichte modellen voor de promotie van inclusieve kredieten, spaargelden, verzekerings- en betaaldiensten, en op het goedkoper, sneller en veiliger maken van overmakingen, en tegelijk het vergemakkelijken van het productief investeren van die middelen. Deze activiteiten worden aangevuld met steun voor de oprichting van een geschikte financiële infrastructuur en een regelgevend kader voor de financiële sector voor het waarborgen van de consumentenbescherming, verantwoorde financiën en de stabiliteit op lange termijn van het financiële systeem.

In Zuid-Afrika werd via de risicokapitaalfaciliteit, opgericht door de regering met EU-financiering voor de promotie van deelname van minderbedeelden aan de economie, met bijzondere aandacht voor vrouwen, eigen vermogen of quasi-eigen vermogen verstrekt aan 60 ondernemingen en werden 7000 nieuwe banen gecreëerd. MX Metal Shoppe kreeg bijvoorbeeld een achtergestelde lening van 200 000 euro waarmee het bedrijf extra middelen kon loskrijgen voor de aankoop van nieuw materiaal, aan de vereisten betreffende werkkapitaal kon voldoen en de initiële opstartkosten kon betalen. 18 maanden na de start, biedt het bedrijf werk aan 52 ongeschoolde personen, is het rendabel en groeit het snel.

Via het ACS-EU-microfinancieringsprogramma heeft de EU een project gefinancierd voor capaciteitsopbouw van twaalf microfinancieringsinstellingen in afgelegen gebieden in twaalf landen in Afrika bezuiden de Sahara en in Haïti. Zij steunde ook de invoering van 14 nieuwe financiële producten zoals kredieten voor watertanks en schoolgeld, termijnrekeningen en diensten voor overmakingen. Ruim 750 personeelsleden van microfinancieringsinstellingen kregen een opleiding, en 120 000 cliënten in landelijke gebieden kregen betere toegang tot innoverende financiële diensten.

De combinatie van EU-subsidies met andere financieringen is al een goede manier gebleken om financiering toegankelijker te maken, bijvoorbeeld via garantiefaciliteiten en microfinancieringsfondsen. Er zal meer aandacht gaan naar de financiering van vrouwelijke ondernemers om invloed te hebben op de financiering voor sociale ondernemingen en investeringen met grote impact, en naar betere toegang tot leningen en financiering uit eigen vermogen voor kmo's (ook wel 'het ontbrekende middensegment' genoemd) omdat hun financieringsbehoeften niet passen bij microfinancieringsinstellingen, maar ook niet bij traditionele banken.

Actie 4:      Strategisch gebruik maken van EU-subsidies, ook via gecombineerde mechanismen, om betere toegang te bieden tot leningen, financiering uit eigen middelen, garanties en geduldkapitaal voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen, ook in landen met een groot risico en via impactfinanciering van sociale ondernemingen.

Actie 5:      Meer ondersteuning voor inclusieve financiering, met bijzondere aandacht voor de financiële inclusie van vrouwen, jongeren en plattelandsbewoners.

2.3. Regulering van de ontwikkeling van de particuliere sector en betrokkenheid bij EU-ontwikkelingssamenwerking

Op de meeste gebieden waar EU-steun wordt verleend, zijn er mogelijkheden om de rol van de particuliere sector te versterken om te komen tot inclusieve en duurzame groei. De particuliere sector speelt een grote rol in de landbouw en de agro-industrie, duurzame energie, infrastructuur en sociale sectoren, en is prominent aanwezig op het vlak van milieu, klimaatverandering, migratie, risicobeheer, grondstoffen, natuurlijke hulpbronnen, gezondheidszorg en medicijnen, duurzaam toerisme en voeding. De Commissie zal, in overeenstemming met het beleid van de partnerregeringen, manieren ontwikkelen om de doelstellingen voor de ontwikkeling van de particuliere sector beter te integreren in steunstrategieën, en zal nagaan hoe de particuliere sector kan worden ingezet als uitvoerings- en financieringspartner.

In deze context kan een groter deel van de gecombineerde EU-faciliteiten worden toegewezen aan financiële instrumenten als leningen, waarborgen, risicodelingsinstrumenten en instrumenten voor eigen vermogen of quasi-eigen vermogen. Een kerndoelstelling van deze instrumenten is het op gang brengen van particuliere investeringen die financieel levensvatbaar zijn gebleken maar onvoldoende door de markt worden gefinancierd. Toegang tot financierings- en risicodelingsinstrumenten in ontwikkelingslanden is eveneens een belangrijke voorwaarde voor EU-investeerders die zich op deze markten willen begeven. Dat is met name het geval voor gebieden als de bouwsector, met inbegrip van vervoer, nutsvoorzieningen en gebouwen, die wordt gekenmerkt door grote initiële investeringskosten, grote risico's en vaak oneerlijke internationale concurrentie, zodat actie nodig is om tot gelijke spelregels te komen.

2.3.1. Particuliere sector betrekken bij duurzame energie

Actie 6:      Meer risicokapitaal verstrekken via particuliere investeringen voor energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en elektriciteitsvoorziening op het platteland in ontwikkelingslanden, in navolging van het geslaagde Wereldfonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref).       

                      Een risicodelingsmechanisme opzetten met Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering om meer particuliere investeringen in energiegerelateerde projecten te genereren.

2.3.2. Particuliere sector betrekken bij duurzame landbouw en agro-industrie

Actie 7:      Landbouwers en markten met elkaar verbinden door marktgestuurde modellen als de initiatieven die in het kader van het Alomvattend programma voor landbouwontwikkeling in Afrika worden ontwikkeld.

                      Capaciteitsopbouw en betere toegang tot financiering, marktinformatie en technologie voor kmo's in de agro-industrie en kleine boeren.

                      Versnellen van duurzame lokale en wereldwijde handel in landbouwproducten door ondersteuning van coalities van bedrijven, ngo's, producenten, regeringen en andere belanghebbenden.

                      Ontwikkelen en financieren van risicobeheersinstrumenten als prijs-, weers- en rampenverzekeringen.

                      Ondersteunen van inclusieve PPP's en bedrijfsmodellen met de nodige aandacht voor processen, zoals de vrijwillige richtsnoeren voor verantwoord beheer van land, visserij en bosbouw, verantwoorde landbouwinvesteringen en het initiatief voor grondbeleid in Afrika.

2.3.3. Particuliere sector betrekken bij de infrastructuursectoren

Actie 8:     Zorgen voor hefboomwerking voor kapitaal uit de particuliere sector en deskundigheid voor infrastructuurinvesteringen in ontwikkelingslanden via de regionale gecombineerde faciliteiten van de EU zoals het Infrastructuurtrustfonds EU-Afrika.

                     Streven naar invoering van ontwerp-, bouw- en exploitatiecontracten, en van concepten als duurzaamheid en levenscycluskosten in EU-aanbestedingsprocedures.

                     Stimuleren van samenwerking aan de ontwikkeling en het gebruik van ruimtevaarttechnologie voor duurzame ontwikkeling via onderzoeksprogramma's, technologie-overdracht, capaciteitsopbouw en gezamenlijke zakelijke initiatieven, waaronder de ontwikkeling van satellietnavigatie-infrastructuur en aardobservatiediensten.

2.3.4. Particuliere sector betrekken bij de groene sectoren

Actie 9:      Stimuleren van eco-ondernemerschap en het scheppen van groene banen via het 'switch to green'-vlaggenschip dat voortbouwt op de positieve ervaringen van het SWITCH-Azië-programma en beleidsdialoog combineert met de goede voorwaarden voor de ontwikkeling van groene ondernemingen, met cofinanciering van innoverende projecten die duurzame consumptie en productiepatronen en -praktijken in partnerlanden ondersteunen.

                      Steunen van het beheer van beschermde en andere kwetsbare biodiversiteitsgebieden, onder meer via het thematische vlaggenschipprogramma 'biodiversiteit voor het leven', waarmee de particuliere sector wordt betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van de stelsels voor de betaling voor ecosysteemdiensten, op de gemeenschap gebaseerd beheer van natuurlijke hulpbronnen, en publiek-private partnerschappen.

2.4. Meer betrokkenheid van de particuliere sector bij ontwikkeling 2.4.1. Via EU-ontwikkelingsbeleid verantwoorde ondernemingspraktijken stimuleren

De particuliere investeringen in landen met lage en middelhoge inkomens, zowel binnenlandse als internationale, zijn het voorbije decennium meer dan verdrievoudigd en bedragen nu ruim de helft van alle financiële middelen van ontwikkelingslanden, waardoor zij ruimschoots hoger zijn dan de officiële ontwikkelingssteun. Zelfs een kleine verschuiving in de strategieën voor particuliere investeringen kan de impact van deze investeringen op ontwikkelingslanden aanzienlijk veranderen.

De EU-strategie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen biedt een goede basis voor Europese ondernemingen die zich op een verantwoorde manier willen engageren in ontwikkelingslanden. De Commissie moedigt bedrijven aan zich te scharen achter internationaal erkende richtlijnen en principes, zoals het Global Compact van de VN, de VN-richtsnoeren betreffende bedrijfsleven en mensenrechten, de Tripartiete verklaring over multinationale ondernemingen en sociaal beleid van de Internationale Arbeidsorganisatie, de ISO-norm 26000 voor maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties en de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De Commissie gaat meer en meer naar een op rechten gebaseerde aanpak waarbij alle mensenrechten worden geïntegreerd in de EU-ontwikkelingssamenwerking, met inbegrip van de ontwikkelingshulp van de particuliere sector. Zij verwacht ook dat ondernemingen de mensenrechten eerbiedigen. Ondernemingen die investeren of actief zijn in ontwikkelingslanden, moeten beleid hebben uitgewerkt om omkoping en belastingontduiking te voorkomen, en systemen hebben voor risicobeoordeling en voorkoming van negatieve effecten op mensenrechten, arbeid, milieubescherming en rampengerelateerde aspecten van hun activiteiten en waardeketens, onder meer door zinvol samen te werken met de regering, sociale partners en ngo's. Een voorwaarde voor de EU om samen te werken met, of steun te verlenen aan de particuliere sector, is ook de aanvaarding van sociale, ecologische en fiscale normen. Verantwoorde bedrijfspraktijken zullen worden versterkt door het consumentenbewustzijn te verhogen over duurzame consumptie- en productiepatronen en -praktijken, en de promotie van eerlijke en ethische handel.

Vrijwillige inspanningen van bedrijven om meer verantwoorde en duurzame bedrijfspraktijken te hanteren, moeten gepaard gaan met meer bedrijfstransparantie en bestrijding van corruptie, evenals met het stimuleren van de bekrachtiging en daadwerkelijke uitvoering van internationale arbeids- en milieuovereenkomsten in de EU-beleidsdialoog met partnerlanden en in het EU-handelsbeleid. In de recente handels- en investeringsovereenkomsten van de EU zijn ook bepalingen over duurzame ontwikkeling opgenomen, en sommige autonome handelspreferentiestelsels van de EU omvatten ook de eerbiediging van internationale mensen- en arbeidsrechten, evenals bepalingen over milieu en goed bestuur. Er moet in het bijzonder op worden gelet dat arbeidsmigranten op een eerlijke en transparante manier worden aangeworven en behandeld.

In bepaalde industrieën, zoals de mijnbouw en de houtkap, waar de mogelijkheden voor en de risico's van particuliere investeringen bijzonder groot zijn, moeten verantwoorde bedrijfspraktijken bijzondere aandacht krijgen. Voortbouwend op lopende steun voor initiatieven als het initiatief voor transparantie in de winningsindustrie, het Kimberleyproces en het actieplan van de EU voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw, vergroot de Commissie haar inspanningen om de transparantie te verbeteren in de winningsindustrie (olie, gas en mijnbouw) en de bosbouw door ervoor te zorgen dat efficiënt gebruik wordt gemaakt van de informatie die via het initiatief voor transparantie in de winningsindustrie wordt vergaard en wordt vrijgegeven door bedrijven over hun betalingen aan regeringen uit de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, als onderdeel van de nieuwe EU-wetgevingsvereisten over de rapportage per land. Bovendien werd recent een gezamenlijke mededeling over het verantwoord betrekken van mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden goedgekeurd, evenals het voorstel voor de bijhorende verordening.

Actie 10:    Stimuleren van internationale richtlijnen en beginselen betreffende maatschappelijk verantwoord ondernemen via beleidsdialoog en ontwikkelingssamenwerking met partnerlanden, en de beloning op de markt voor maatschappelijk verantwoord ondernemen vergroten in overheidsopdrachten en door duurzame consumptie en productie te stimuleren.

2.4.2. Meer inclusieve bedrijfs- en marktgebaseerde oplossingen voor ontwikkeling

Groei kan alleen maar inclusief zijn als economische kansen worden gecreëerd die leiden tot duurzame middelen van bestaan, in het bijzonder voor de armsten. De particuliere sector kan rechtstreeks bijdragen aan inclusieve groei door deel te nemen aan activiteiten die onmiddellijke resultaten hebben voor de armsten door hun economische mogelijkheden als klanten en consumenten aan de vraagzijde te vergroten, en als producenten, distributeurs en werknemers aan de aanbodzijde. Heel wat EU-lidstaten werken al in verschillende partnerschapsprogramma's samen met bedrijven aan de invoering van dergelijke inclusieve bedrijfsmodellen. De Commissie kan een aanvullende rol spelen bij de opbouw van een ecosysteem van lokale ondersteuningsinstellingen voor inclusieve bedrijven, via haar ontwikkelingsprogramma's voor de particuliere sector. Zij zal ook steun verlenen voor de replicatie en verbetering van geslaagde inclusieve bedrijfsmodellen door de netwerken en platformen te versterken waarin de particuliere sector makkelijk een dialoog kan voeren en kennis kan uitwisselen, transparantie kan bieden over bestaande steundiensten en financieringsmogelijkheden, en partnerschappen kan faciliteren tussen bedrijven, financieringsinstellingen, werknemers- en werkgeversorganisaties, ngo's, donoren en/of regeringen.

Actie 11:   Steun voor de replicatie en verbetering van geslaagde inclusieve bedrijfsmodellen en innoverende, marktgebaseerde oplossingen voor ontwikkelingsproblemen door de versterking van de actiegerichte platformen en netwerken in de particuliere sector waar kennis kan worden uitgewisseld, en partnerschappen en contacten kunnen ontstaan tussen bedrijven en andere actoren.

2.4.3. Faciliteren van publiek-private partnerschappen (PPP's) en allianties met meerdere belanghebbenden

Partnerschappen tussen de overheids- en de particuliere sector voor projecten of diensten die gewoonlijk door de overheid worden geleverd, kan een efficiënte manier zijn om het leveren van openbare goederen en diensten aan armen betrouwbaarder en betaalbaarder te maken, terwijl overheidsmiddelen worden aangevuld met investeringen uit de particuliere sector. De bouwsector en de koolstofarme economie met een efficiënt gebruik van hulpbronnen zijn voorbeelden van hoe Europese deskundigheid via PPP's innoverende oplossingen kan bieden op gebieden als hernieuwbare energie, groene gebouwen of andere infrastructuurdiensten als water en riolering, afvalbeheer en vervoer.

Op dit vlak blijft de Commissie technische bijstand bieden aan overheidsinstellingen om hun administratieve capaciteit te versterken, wet- en regelgevende kaders en richtlijnen opstellen voor PPP's, mechanismen promoten voor publiek-private dialoog om mogelijkheden voor PPP's te onderzoeken en hervormingen te stimuleren in het wet- en regelgevend kader, en financiële instrumenten gebruiken om particuliere financiering te genereren voor infrastructuurprojecten door de activiteiten van de particuliere sector betreffende kredietverlening en eigen vermogen van in aanmerking komende financiële instellingen te versterken via gecombineerde EU-faciliteiten. Deze activiteiten moeten worden aangevuld met inspanningen ter verbetering van de deskundigheid, de transparantie en het bestuur in de overheidssector om te waarborgen dat de winstbetrachting van de particuliere actoren strookt met het algemeen belang.

In de infrastructuursector kijkt de Commissie verder dan de klassieke PPP's en zal zij steun verlenen aan nieuwe vormen van partnerschappen en initiatieven met meerdere belanghebbenden tussen nationale en lokale overheden, ondernemingen en ngo's voor de ontwikkeling van vaardigheden en het verlenen van basisdiensten als de toegang tot duurzame en betaalbare energie, water, gezondheidszorg en onderwijs, evenals op landbouw- en voedingsgebied, met name op het platteland, voor vrouwen en andere uitgesloten groepen.

2.4.4. Definiëren van rol en verantwoordelijkheid van de particuliere sector in de wereldwijde ontwikkelingsagenda

De mededeling van de Commissie 'Een waardig leven voor iedereen' beschouwt het bevorderen van de motoren voor inclusieve en duurzame groei, met inbegrip van het voorzien in essentiële diensten voor menselijke ontwikkeling en het creëren van degelijke werkgelegenheid, als een van de vijf prioritaire gebieden waarop de wereldwijde agenda voor de periode na 2015 gebaseerd moet zijn. Deze agenda kan alleen adequaat zorgen voor inclusieve en duurzame groei als de particuliere sector bij de formulering ervan wordt betrokken. De Commissie zal, in nauw overleg met de lidstaten, een duidelijke en actieve rol voor de particuliere sector afbakenen in alle ontwikkelingskaders voor de periode na 2015. Zij is het ook eens met de erkenning in het resultatendocument van Rio+20 dat actieve deelname van de particuliere sector kan bijdragen aan het bereiken van duurzame ontwikkeling en de overgang naar een inclusieve groene economie. Tegelijk zal de Commissie haar inspanningen vergroten om de verbintenissen na te komen die zij is aangegaan op het forum op hoog niveau van Busan betreffende doeltreffende samenwerking tussen de overheid en de particuliere sector aan ontwikkeling.

Actie 12:   Onderschrijven van de gezamenlijke verklaring over samenwerking tussen overheid en particuliere sector en een actieve rol spelen in het partnerschap voor welvaart dat voortvloeide uit de Busan Private Sector Building Block.

3. Toekomst: instrumenten en afspraken om van de particuliere sector een partner in ontwikkelingssamenwerking te maken

De Commissie zal gebruik maken van een combinatie van interventies in haar nationale, regionale en thematische programma's om haar aanpak voor de ontwikkeling van de particuliere sector uit te voeren en te integreren, en om het potentieel van de particuliere sector als partner in ontwikkelingssamenwerking te benutten. Voor de uitvoering van de hierboven geschetste aanpak en prioriteiten moeten bestaande werkwijzen en instrumenten worden aangepast, en nieuwe worden toegevoegd aan het gamma EU-instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking.

3.1. Een kader voor gestructureerde dialoog en gezamenlijke aanpak met de particuliere sector

Een goed begrip van de behoeften en beperkingen van de lokale particuliere sector, en de benutting van het potentieel van de Europese particuliere sector om zich in te zetten voor ontwikkeling en met ondernemingen in ontwikkelingslanden, vraagt om ruimte voor interactie en samenwerking tussen de particuliere en de overheidssector. Via EU-delegaties stimuleert de Commissie op lokaal niveau de inclusieve publiek-private beleidsdialoog door de werking van bestaande of nieuwe dialoogmechanismen te ondersteunen, zoals nationale raden voor werkgelegenheid of export en vakbonden, door doelgerichte capaciteitsopbouw van de vertegenwoordigers van de particuliere sector, waaronder kamers van koophandel, sociale partners en organisaties die micro- en kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen, vrouwelijke ondernemers en ondernemingen en werknemers in de informele sector, om hun bijdrage aan die dialoogmechanismen te verbeteren. De Commissie zal haar beleidsdialoog met partnerlanden ook gebruiken om meer bereidheid te creëren bij regeringen en lokale overheden om open discussies aan te gaan met vertegenwoordigers van de particuliere sector.

Op Europees en wereldniveau draagt de Commissie bij aan de ontwikkeling van een kader voor dialoog en efficiënte gezamenlijke actie met de particuliere sector, bij voorkeur door bestaande initiatieven te versterken, met inbegrip van het recent opgerichte Beleidsforum over ontwikkelingsvraagstukken, met het oog op meer samenwerking tussen aparte Europese platformen en programma's. Er wordt ook meer rechtstreekse interactie gezocht met bedrijven en hun sectororganisaties via dialoogmechanismen op sectorniveau, om zo te streven naar meer betrokkenheid van de particuliere sector en marktgebaseerde oplossingen voor duurzame landbouw en agro-industrie, duurzame energie, infrastructuur en sociale sectoren.

3.2. Particuliere middelen voor ontwikkeling via combineren

De Commissie erkent het combineren van EU-subsidies met leningen of eigen vermogen van andere publieke of particuliere geldschieters (blending) als belangrijk instrument om extra middelen te genereren voor ontwikkeling en de impact van EU-steun te vergroten. Via het EU-platform voor blending in externe samenwerking werkt de Commissie samen met financiële instellingen aan het vergroten van het katalysatoreffect van gecombineerde instrumenten voor het genereren van meer particuliere financiële middelen door vaker gebruik te maken van financiële instrumenten als waarborgen, eigen vermogen en andere risicodelingsinstrumenten voor infrastructuurinvesteringen. In deze context zoekt de Commissie ook mogelijkheden om het bereik van gecombineerde instrumenten te vergroten op nieuwe gebieden als duurzame landbouw en sociale sectoren, en om meer projecten te faciliteren die een grote impact hebben op de ontwikkeling van de lokale particuliere sector, zoals toegang tot financiering voor kmo's via de creatie van specifieke onderdelen voor de particuliere sector in de regionale gecombineerde faciliteiten.

3.3. Politiek gewicht van de EU gebruiken ter ondersteuning van inclusieve en duurzame groei

Een standpunt dat regelmatig naar voren kwam tijdens de raadplegingen met belanghebbenden ter voorbereiding van deze mededeling, is dat het politieke gewicht van de EU een comparatief voordeel is dat ten volle moet worden benut om de doelstellingen betreffende de ontwikkeling van de particuliere sector te ondersteunen. Daarom streeft de Commissie naar meer positieve interactie en de impact op de ontwikkeling van de particuliere sector van EU-beleid en -instrumenten op het vlak van handel, ondernemingen, werkgelegenheid en daarmee gerelateerde gebieden.

Via een beleidsdialoog met partnerlanden in multilaterale fora blijft de Commissie, in overleg met de Europese Dienst voor extern optreden, streven naar de hernieuwing van verbintenissen inzake internationaal afgesproken beginselen en richtsnoeren in verband met verantwoordelijke bedrijfspraktijken op het vlak van mensen- en arbeidsrechten, corruptiebestrijding en fiscale zaken. Zij gaat ook na wat, in het kader van haar politieke dialoog, de beste aanpak is voor zaken als de hervorming van het ondernemingsklimaat, die cruciaal zijn voor investeringen, innovatie en de ontwikkeling van de particuliere sector, met inbegrip van de rechtsstaat, corruptiebestrijding, beheer van overheidsfinanciën, fiscale hervormingen en de efficiëntie en capaciteit van overheidsinstanties.

Ten slotte streeft de Commissie ook naar synergieën tussen begrotingssteun en rechtstreekse interventies om de doelstellingen betreffende ontwikkeling van de particuliere sector te verwezenlijken. Begrotingssteun en de bijhorende beleidsdialoog kunnen een belangrijke grondslag vormen voor hervormingen van het ondernemingsklimaat in partnerlanden door een stimulans te vormen voor de stabiliteit van de macro-economische kaders, gezond financieel beheer van de overheidsfinanciën, transparantie van en toezicht op de begroting. Bovendien kunnen specifieke hervormingscontracten en resultaatsindicatoren voor de ontwikkeling van de particuliere sector helpen bij de verwezenlijking van de hervormingen van het ondernemingsklimaat.

Het politieke gewicht van de EU hangt af van de mate waarin de Commissie en de lidstaten in staat zijn hun sterke punten en vaardigheden aan te spreken en samen te werken met een gezamenlijke strategische visie. Dankzij betere donorcoördinatie en gezamenlijke programmering zal de EU met één stem spreken en zal zij meer rendement halen uit het feit dat zij in de meeste landen een van de grootste donoren is op het vlak van inclusieve en duurzame economische ontwikkeling.

Door meer te investeren in ontwikkelingslanden en een actievere rol te spelen in ontwikkelingssamenwerking, geeft de particuliere sector een duidelijk signaal over de belangrijke bijdrage die de sector kan leveren aan inclusieve en duurzame groei in ontwikkelingslanden. Met de strategie die in deze mededeling wordt uiteengezet, kan de Commissie de betrokkenheid van zowel lokale als Europese ondernemingen vergemakkelijken en versnellen om in de praktijk tot tastbare en positieve resultaten te komen.

Zie http://ec.europa.eu/europeaid/how/evaluation/evaluation_reports/2013/1317_docs_en.htm.

Tussen november 2013 en februari 2014 zijn EU-lidstaten, partnerregeringen, lokale overheden, vertegenwoordigers van de Europese en lokale particuliere sector, sociale partners en ngo's geraadpleegd over kwesties die relevant waren voor deze mededeling.

Deze interventies hangen nauw samen met en worden aangevuld door activiteiten op het vlak van handel en ontwikkeling als geschetst in de mededeling 'Handel, groei en ontwikkeling' van 2012 (COM(2012) 22 final).

Verordening nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad, en Gedelegeerde Verordening nr. 1268/2012 van de Commissie betreffende de toepassingsregels van die verordening.

COM(2012) 22 final.

Bijvoorbeeld met de impactfinancieringsenveloppe voor de ACS-regio van de EIB, een nieuw bijzonder onderdeel ter waarde van 500 miljoen euro binnen de bestaande ACS-investeringsfaciliteit, wordt gestreefd naar meer invloed op ontwikkeling met als hoofddoel het terugdringen van armoede door de sociale en ecologische problemen in de ACS-landen aan te pakken, waaronder het scheppen van fatsoenlijk werk, de duurzaamheid van kleine ondernemingen op het platteland, beperking van de klimaatverandering, toegang tot basismiddelen als water en energie, en de economische en sociale integratie van vrouwen en jongeren.

In het groenboek betreffende de verzekering tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen (COM(2013) 0213 final) wordt geschetst welke rol verzekeringen hebben op het vlak van hulp aan ontwikkelingslanden die kwetsbaar zijn voor rampen bij het tot stand brengen van doeltreffende bestrijdingsmechanismen.

Overeenkomstig het grondstoffeninitiatief uit 2008 (COM(2008) 699).

Mededeling van de Commissie 'Na 2015: naar een alomvattend en geïntegreerd financieringsmodel voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling' (COM(2013) 531).

Een vernieuwde EU-strategie 2011-2014 ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen, COM(2011) 681 definitief.

Bijvoorbeeld de kaderovereenkomst met de Republiek Korea, ondertekend op 10 mei 2010.

Het SAP+ bepaalt bijvoorbeeld dat de minst ontwikkelde landen die van dit stelsel gebruik maken, 27 internationale verdragen moeten ratificeren en respecteren; zij moeten dus in hun wetgeving minimumnormen over arbeid, milieu en corruptiebestrijding opnemen, die bedrijven ook moeten naleven.

JOIN (2014) 8 van 28.2.2014 en COM(2014) 111 van 5.3.2014.

Bijvoorbeeld het Duitse develoPPP programma, het Oostenrijkse economischpartnerschapsprogramma, het programma ondernemingen voor ontwikkeling van SIDA, of challenge funds opgezet door onder meer het DFIF en het Nederlandse ministerie voor Buitenlandse zaken.

COM(2013) 92 final.

Het Beleidsforum over ontwikkelingsvraagstukken werd opgericht door de Commissie als dialoogruimte voor verschillende belanghebbenden. Lokale overheden, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de particuliere sector dragen er bij aan ontwikkelingsbeleid en -programma's.