Artikelen bij COM(2016)49 - EU-strategie voor vloeibaar aardgas en gasopslag

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2016)49 - EU-strategie voor vloeibaar aardgas en gasopslag.
document COM(2016)49 NLEN
datum 16 februari 2016
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 16.2.2016

COM(2016) 49 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

inzake een EU-strategie voor vloeibaar aardgas en gasopslag

{SWD(2016) 23 final}


INLEIDING: HET VOLLEDIGE POTENTIEEL VAN LNG EN OPSLAG OP DE INTERNE MARKT BENUTTEN


In de 'Kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering' 1 van de Europese Commissie is de ambitie van de EU om een omslag naar een duurzaam, veilig en concurrerend energiesysteem te bewerkstelligen, in een vaste vorm gegoten. Cruciaal in dit verband zijn energie-efficiëntie 'als een op zichzelf staande energiebron' en de ontwikkeling van koolstofarme bronnen zoals hernieuwbare energie.


Zoals is benadrukt in de 'Stand van de energie-unie' 2 , blijven ook de geopolitieke uitdagingen in verband met de waarborging van een zekere en schokbestendige voorziening van fossiele brandstoffen groot, met name wat betreft grondstoffen waarvoor de EU in hoge mate afhankelijk is van invoer. Tegen deze achtergrond blijft een verdere diversificatie van de aardgasvoorziening van de EU een belangrijke doelstelling, met name omdat de binnenlandse productie in de EU de komende decennia verder zal blijven dalen. De kwetsbaarheid door toenemende invoerafhankelijkheid kan ook worden verminderd als het gassysteem flexibel blijft en in staat om fluctuaties in het aanbod op te vangen. De onderhavige strategie is erop gericht het potentieel van vloeibaar aardgas (LNG) en gasopslag te benutten om de diversiteit en de flexibiliteit van het gassysteem van de EU te verhogen en aldus bij te dragen aan de belangrijke energie-uniedoelstelling van een zekere, schokbestendige en concurrerende gasvoorziening.


Wat LNG betreft, vormen de verwachte spectaculaire uitbreiding (50 %) van het mondiale aanbod in de komende jaren en de lagere prijzen als gevolg daarvan, een uitgelezen kans voor de EU, met name waar het de zekerheid en de schokbestendigheid van de gasvoorziening betreft. Terwijl veel lidstaten rijpe en liquide gasmarkten hebben, zoals blijkt uit de 'Europese strategie voor energiezekerheid' 3 van 2014 en de 'Mededeling over de veerkracht op korte termijn van het Europese gassysteem' 4 , zijn vier lidstaten in de Baltische, de Centraal-Europese en de Zuidoost-Europese regio's sterk afhankelijk van één leverancier en dus kwetsbaar voor verstoringen van de voorziening.


Deze lidstaten dienen snel toegang tot een gediversifieerde reeks energiebronnen te ontwikkelen. De beschikbaarheid van LNG kan in dit verband een belangrijke bijdrage leveren, naast de bestaande pijpleidingen, gasopslag en de ontwikkeling van zowel de zuidelijke gascorridor als liquide gashubs in het Middellandse Zeegebied. Maatregelen inzake energie-efficiëntie en koolstofarmere bronnen, zoals hernieuwbare energie, zijn ook cruciaal, en er moet omzichtig worden omgesprongen met investeringen in infrastructuur voor LNG of aardgas om het risico van technologische lock-in of van in infrastructuur voor fossiele brandstof gestrande activa te vermijden.


LNG kan ook voordelen afwerpen op het gebied van concurrentievermogen naarmate de markten aan heviger concurrentie van internationale leveranciers worden blootgesteld. In sommige gevallen kan de impact van dergelijke veranderingen aanzienlijk zijn, zoals in het geval van Litouwen.


Om optimaal gebruik te maken van de toegang tot een groeiende internationale LNG-markt en om van de EU een aantrekkelijke markt voor leveranciers te maken, moet de EU drie dingen doen.


Ten eerste moet zij ervoor zorgen dat de nodige infrastructuur aanwezig is om de interne markt te voltooien en alle lidstaten de mogelijkheid bieden te profiteren van toegang tot internationale LNG-markten, hetzij direct of via andere lidstaten. Dit is met name urgent voor lidstaten die al te afhankelijk zijn van een enkele leverancier.


Ten tweede moet de EU de interne gasmarkt voltooien zodat deze de juiste prijssignalen afgeeft – zowel om waar nodig LNG aan te trekken als om ervoor te zorgen dat de nodige investeringen in infrastructuur kunnen plaatsvinden.


Ten derde moet de EU haar inspanningen opvoeren om nauw samen te werken met internationale partners om vrije, liquide en transparante mondiale LNG-markten te bevorderen. Dit betekent dat de dialoog met bestaande en toekomstige leveranciers en andere belangrijke LNG-afnemers moet worden geïntensiveerd om barrières voor de handel in LNG op mondiale markten te slechten.


LNG verhoogt niet alleen de zekerheid en het concurrentievermogen, maar heeft in sommige gevallen ook het potentieel om milieueffecten te reduceren en aldus bij te dragen aan de EU-doelstelling inzake duurzaamheid. Een belangrijke sector in dit verband is de vervoerssector, waar LNG in toenemende mate zal worden gebruikt als alternatief voor scheepsbrandstoffen en voor diesel in zware bedrijfsvoertuigen zoals vrachtwagens. Kleinschalige LNG kan ook een belangrijke rol spelen in het terugdringen van milieueffecten bij de levering van warmte en stroom, bijvoorbeeld voor de industrie of andere afnemers in afgelegen gebieden of niet op het net aangesloten gebieden die momenteel afhankelijk zijn van meer vervuilende fossiele brandstoffen.


De ontwikkelingen op de gasmarkten brengen ook veranderingen mee voor de EU-faciliteiten voor gasopslag, die een cruciale rol spelen bij de optimalisering van het gebruik van de gasinfrastructuur en bij het in evenwicht houden van het systeem. Robuuste en toereikende gasopslagfaciliteiten zijn cruciaal voor de zekerheid en de schokbestendigheid van de energiebevoorrading in tijden van een ernstig verstoring van de voorziening.


Zoals het geval is met LNG, wordt het potentieel van opslag voor de zekerheid en de schokbestendigheid van de gasvoorziening thans echter niet ten volle benut. Obstakels voor de grensoverschrijdende beschikbaarheid van opgeslagen gas tussen lidstaten en ongunstige marktomstandigheden staan investeringen in faciliteiten voor gasopslag in de weg. De winsten van gasopslagexploitaties staan onder druk en daardoor dreigen niet alleen de voor de toekomst geplande investeringen maar ook de bestaande niveaus van opslagcapaciteit in het gedrang te komen.


In deze strategie, waarmee een toezegging in verband met de kaderstrategie voor de energie-unie gestand wordt gedaan en die is uitgewerkt in overleg met zeer uiteenlopende belanghebbenden 5 , wordt nader op de bovengenoemde kwesties ingegaan en worden conclusies getrokken over welke specifieke maatregelen nodig kunnen zijn.

1. VOLTOOIEN VAN DE ONTBREKENDE INFRASTRUCTUUR


LNG-infrastructuur


In de loop van enkele decennia heeft de EU een zeer uitgebreid gasnetwerk uitgebouwd dat het gehele continent omspant. Behalve een aanzienlijke binnenlandse productie heeft het pijpleidingverbindingen met enkele van 's werelds grootste gasleveranciers, waaronder Rusland, Noorwegen en Algerije.


De bestaande LNG-terminals van de EU bieden voldoende totale hervergassingscapaciteit en er zijn verdere uitbreidingen gepland 6 . Ze zijn evenwel niet optimaal over de EU gespreid, wat een van de factoren is die de kwetsbaarheid op het gebied van voorziening in de hand werken voor bepaalde lidstaten die weinig of geen keuze van gasleverancier hebben. Tegelijkertijd kenden de bestaande terminals in Europa de jongste jaren een relatief lage benuttingsgraad 7 vanwege hogere Aziatische LNG-prijzen, die leveringen van Europa wegzuigen, en concurrentie van via pijpleidingen getransporteerd gas.


De door de niet-optimale distributie van LNG-terminals gevormde uitdaging kan het hoofd worden geboden door hetzij op passende locaties nieuwe terminals te bouwen, hetzij de toegang tot bestaande terminals te verbeteren. Toegenomen interconnectie met liquide hubs waar gas uit bestaande LNG-terminals of uit pijpleidingen wordt verhandeld zou de voorzieningszekerheid verbeteren voor lidstaten die momenteel slechts toegang tot een beperkt aantal voorzieningsbronnen hebben, en tevens helpen bij de grensoverschrijdende integratie van markten.


Voor elke nieuwe infrastructuur is de hamvraag of zij commercieel rendabel is. Voor een LNG-terminal kan die commerciële rentabiliteit een kwestie zijn van toegang tot meer dan alleen een nationale markt hebben 8 . Voorts heeft de opkomst van drijvende eenheden voor opslag en hervergassing (FSRU's – floating storage and regasification units) als kosteneffectieve oplossing ook de dynamiek van investeringen in invoercapaciteit gewijzigd 9 . Het voorbeeld van de Klaipéda-FSRU laat zien dat alleen al het vooruitzicht van een nieuwe LNG-bron op de markt tot verbeteringen op het gebied van voorzieningszekerheid en prijsconcurrentievermogen kan leiden 10 .


Zelfs met een solide businesscase kan de financiering van LNG-terminals of andere infrastructuurinvesteringen een uitdaging blijven. In beginsel zouden LNG-terminals moeten worden gefinancierd door middel van vergoedingen, maar in sommige gevallen dragen marktdeelnemers het investeringsrisico 11 . EU-middelen kunnen helpen om de geringe commerciële rentabiliteit te compenseren van terminals die bijzonder belangrijk zijn voor de voorzieningszekerheid. Leningen van de Europese Investeringsbank, met inbegrip van leningen in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), kunnen een andere bron van langetermijnfinanciering voor LNG-infrastructuur vormen. Het blijft echter belangrijk dat naar het volledige economische plaatje van nieuwe terminals wordt gekeken en dat de meest kosteneffectieve oplossingen worden gekozen 12 .


Opslaginfrastructuur


De totale gasopslagcapactiteit in de EU is de afgelopen tien jaar sterk toegenomen en, in combinatie met alternatieve flexibiliteitsmechanismen zoals vlottere grensoverschrijdende handel, variatie van de toevoer via pijpleidingen ("pipeline swing") en de toenemende beschikbaarheid van LNG, heeft dit geleid tot enige overcapaciteit in sommige gebieden en tot kleine verschillen tussen de gasprijzen in de zomer en de winter. De beschikbaarheid en het type van opslaginfrastructuur lopen sterk uiteen in de EU afhankelijk van de energiemix, de leveringsportefeuille en de geologische situatie 13 .


In het algemeen kunnen meer interconnectiviteit en regionale samenwerking resulteren in een beter en efficiënter gebruik van opslag. Sommige nabij de EU gelegen landen, zoals Oekraïne, beschikken over een aanzienlijke opslagcapaciteit die in principe verder zou kunnen worden ontwikkeld en op het gasnet van de EU worden aangesloten 14 . Indien die capaciteit beschikbaar zou zijn voor leveringen aan de EU, zou de EU haar eigen volumes opgeslagen gas kunnen optimaliseren.


Hoewel de huidige opslagcapaciteit toereikend lijkt, moeten de interconnectiviteit en de regelgeving nog worden aangepast om de grensoverschrijdende en ruimere regionale beschikbaarheid ervan te verbeteren.


LNG en opslag aansluiten op markten


Bij de TEN-E-verordening 15 , die in 2013 samen met de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen is aangenomen, is een stabiel Europees beleidskader vastgesteld om ook de gasinfrastructuur van de EU (met inbegrip van transmissie, LNG-terminals en opslag) te ondersteunen, te bepalen welke projecten Europa nodig heeft en de tijdige uitvoering daarvan te waarborgen 16 .


De toepassing van het TEN-E-beleid is verder versterkt door middel van regionale groepen op hoog niveau gericht op de regio's die in de EU-gasstresstests van 2014 als kwetsbaar zijn aangemerkt en op het beëindigen van de status van het Iberisch schiereiland als 'energie-eiland' 17 . Deze groepen hebben overeenstemming bereikt over een beperkt aantal centrale projecten van gemeenschappelijk belang (PGB's) die met voorrang en spoed moeten worden uitgevoerd.



Voor de strategie voor LNG en gasopslag relevante EU-infrastructuur. Ontbrekende schakels: Infrastructuur die moet worden aangelegd/versterkt om verbindingen tussen LNG-terminals en de interne markt te verbeteren. De blauwe stippen zijn bestaande LNG-terminals.


In de strategie voor LNG en opslag is een subset van deze projecten aangewezen die specifiek bijdragen tot de doelstellingen van de strategie (zie kaart) 18 . Uit modellering 19 blijkt dat de uitvoering van deze centrale PGB's een einde zou maken aan de afhankelijkheid van één leverancier en alle lidstaten toegang tot LNG zou geven, hetzij via terminals, hetzij indirect 20 , via interconnectoren en/of toegang tot liquide hubs. Deze projecten zouden voor echte gasvoorzieningszekerheid en prijsconcurrentie op de EU-markten zorgen. Meer in het bijzonder:


• heeft de groep voor gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa (CESEC) zes centrale prioritaire projecten aangewezen die bijdragen aan toegang tot LNG voor alle landen in de regio langs de twee belangrijkste corridors, die lopen van de Krk-terminal naar het oosten en van Griekenland naar het noorden; 


• heeft de groep voor het interconnectieplan voor de energiemarkt in het Oostzeegebied (BEMIP) zes centrale prioritaire projecten aangewezen die bijdragen aan toegang tot LNG en opslag in de regio door de drie Baltische staten en Finland te verbinden met het Europese netwerk;


• heeft de groep op hoog niveau voor Zuidwest-Europa twee projecten aangewezen voor het wegwerken van knelpunten en het verbinden van regionale markten.


Voorts komt uit analysen consequent naar voren dat het aanbod in Ierland niet divers genoeg is en dat Cyprus en Malta 'energie-eilanden' zijn.


De EU en de lidstaten moeten zich ertoe verbinden te komen tot snelle definitieve investeringsbesluiten betreffende deze prioritaire projecten, waarvan de voltooiing ervoor zal zorgen dat de EU toegang tot velerlei gasbronnen krijgt. Daarmee zouden zij goed op weg zijn om alle EU-burgers een betaalbare en zekere gasvoorziening te bieden. De Commissie zal de vorderingen en de aanvullende maatregelen die nodig zijn op projectbasis belichten in haar jaarlijkse verslag over de stand van de energie-unie.


Actiepunten:


• De Commissie steunt de werkzaamheden die worden uitgevoerd in de bovengenoemde groepen op hoog niveau en moedigt de lidstaten en projectontwikkelaars aan definitieve besluiten over deze centrale projecten te bespoedigen en prioriteit te geven. Zij roept de lidstaten en de regionale groepen op om snel vooruitgang te boeken in dit opzicht en spoedig tot conclusies te komen over de toekomstige levensvatbaarheid van LNG-terminals. Vorderingen moeten worden besproken in het onlangs van start gegane energie-infrastructuurforum;


• De werkzaamheden moet worden opgevoerd om de kosten-batenanalysen te voltooien teneinde te bepalen welke LNG-terminals en/of verdere interconnecties om deze aan markten te koppelen optimaal zijn;


• In samenwerking met de regionale groepen moet de Commissie ervoor zorgen dat projectontwikkelaars op de hoogte zijn van de beschikbare financieringsopties (d.w.z. in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen, de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en, waar van toepassing, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling) en dat technische oplossingen (zoals FSRU's) worden overwogen, met bijzonder aandacht voor projecten die belemmeringen of vertragingen ondervinden.


2. VOLTOOIEN VAN DE EENGEMAAKTE ENERGIEMARKT COMMERCIËLE, JURIDISCHE EN REGELGEVENDE ASPECTEN


Van de EU een aantrekkelijke markt voor LNG maken


Naast een afdoende infrastructuur zijn ook naar behoren functionerende en liquide gasmarkten vereist, willen de EU-consumenten het potentieel benutten van LNG in termen van diversificatie en, althans op korte tot middellange termijn, als een zeer concurrerend alternatief voor via pijpleidingen getransporteerd gas.


Er zijn goede vorderingen gemaakt met de uitvoering van bestaande EU-wetgeving inzake energie, met name het derde energiepakket en de netwerkcodes 21 . De verdere uitvoering van alle bepalingen moet de totstandkoming van een volledig functionerende interne gasmarkt waarborgen.


Evenals bestaande pijpleidingen vallen bestaande LNG-terminals onder het derde energiepakket. Hoewel dit pakket erop gericht is de externe punten van binnenkomst op de interne markt flexibeler te maken en toegang van derden als de regelgevingsnorm stelt, is een aanzienlijk aantal van de LNG-terminals thans vrijgesteld van het verlenen van toegang aan derden 22 . In dit verband moeten de nationale regelgevende instanties:

• blijven zorgen voor een gelijk speelveld voor bestaande terminals;

• de invoering van nieuwe diensten mogelijk maken, met inbegrip van die welke verband houden met nieuwe technologieën in LNG-terminals;

• transparante en effectieve marktgebaseerde capaciteitstoewijzingsmechanismen voor vrijgestelde LNG-terminals blijven afdwingen, teneinde nieuwe spelers op de EU-gasmarkten aan te trekken.


De eenvoudigste manier waarop LNG-voorraden kunnen worden verhandeld, is via liquide gashubs, met een groot aantal verkopers en kopers en van verscheidene bronnen afkomstig gas. Op dit ogenblik heeft slechts een klein aantal EU-lidstaten voldoende liquide markten 23 . In andere delen van Europa zijn de gasmarkten veel minder ontwikkeld: de centrale, zuidoostelijke en zuidwestelijke regio's beschikken niet over voldoende liquide eigen markten en hebben geen toegang tot die in het noordwesten. Er bestaat een risico dat de landen in de centrale en de zuidoostelijke regio de voordelen missen die toegang tot internationale LNG-markten – en concurrentie op de gasmarkt in het algemeen – kan bieden.


Daarom is het van cruciaal belang dat de lidstaten, in samenwerking met nationale regelgevende autoriteiten (NRA's), alle nodige maatregelen nemen om de interne gasmarkt te voltooien, de resterende regelgevende, commerciële en juridische obstakels uit de weg te ruimen, en deze markten toegang tot effectieve regionale gashubs te bieden. In veel gevallen 24 is de regionale aanpak doeltreffend gebleken om landen op weg te helpen naar een betere marktwerking; deze regionale initiatieven moeten ook de prioriteiten van deze strategie overnemen om van de EU een aantrekkelijke markt voor LNG te maken.


Actiepunten:

• In het kader van BEMIP verzoekt de Commissie de NRA's om uiterlijk medio 2016 een actieplan op te stellen met maatregelen (i) om het einde van de afwijking in het kader van het derde pakket te beheren, teneinde de Baltische gasmarkt zo snel mogelijk volledig te openen en (ii) om de nodige stappen voor de totstandbrenging van één marktzone te bepalen;

• In het kader van CESEC verzoekt de Commissie de NRA's om medio 2016 een ambitieuze routekaart met regelgevende oplossingen voor te stellen die het CESEC-proces ondersteunt, en om regelmatig verslag uit te brengen aan de groep op hoog niveau en de ministers over de in dit opzicht geboekte vooruitgang;

• In het kader van de groep op hoog niveau voor Zuidwest-Europa wil de Commissie prioriteit schenken aan nauwe samenwerking op zowel technisch als politiek niveau met het oog op de voltooiing van de oostelijke gasas, die nodig is om het Iberisch schiereiland beter te verbinden met de interne gasmarkt en het toegang te geven tot liquide gashubs, hetgeen bijdraagt aan de verdere diversificatie van de gasportefeuille van de EU.


Gasopslag op de interne markt


De regionale context bepaalt grotendeels de behoefte aan en de beschikbaarheid van opslagcapaciteit en de rol die opslag speelt in de gasvoorziening en de energiezekerheid. De aanpak op het gebied van de regulering van opslag loopt dan ook sterk uiteen tussen landen en regio's.


Evenzo verschillen de tarieven voor transmissie van en naar opslag aanzienlijk binnen de EU. In sommige gevallen moeten leveranciers twee keer betalen: een keer bij het injecteren en een keer bij het onttrekken van gas. Zulke tariefstructuren kunnen gasopslag minder aantrekkelijk maken en, indien de tarieven uitermate hoog zijn, zelfs niet-concurrerend. Bijgevolg moet de kwestie van tarieven voor de transmissie van en naar opslag worden aangepakt in het kader van de werkzaamheden ter ontwikkeling van EU-wijde netwerkcodes teneinde te zorgen voor een gelijk speelveld tussen concurrerende flexibiliteitsinstrumenten, en moeten tariefstructuren de kosten reflecteren.


Ook de technologische aspecten van opslag moeten worden aangepakt om ervoor te zorgen dat nieuwe opslagfaciliteiten en nieuwe gasinfrastructuur in de toekomst geschikt zijn voor verschillende soorten gas, met inbegrip van biomethaan en andere hernieuwbare gassen. Een en ander moet op zijn beurt een hogere benutting van de opslagcapaciteit voor biogas bevorderen en zodoende de transitie naar een koolstofarme economie vooruithelpen. Beheerders van opslagcapaciteit worden evenwel geconfronteerd met een afnemende marge tussen de gasprijs in de zomer en in de winter, hetgeen resulteert in een lagere winstgevendheid van gasopslag, waardoor opslag gevoeliger wordt voor mogelijke kostenstijgingen.


Om ervoor te zorgen dat het volledige potentieel van opslag als flexibel instrument kan worden verwezenlijkt en om een efficiënt gebruik van de infrastructuur te waarborgen, moeten regelgevende instanties toestaan en aanmoedigen dat beheerders van opslagcapaciteit nieuwe diensten ontwikkelen en aanbieden die vrij verhandelbaar zijn op secundaire markten en over grenzen heen. Dergelijke ontwikkelingen en regelingen mogen niet discrimineren tussen gebruikers van opslag. Concurrentie tussen marktdeelnemers zal ervoor zorgen dat aanbieders van opslag en hun klanten kunnen onderhandelen over contractuele voorwaarden die hun behoeften op de meest kosteneffectieve wijze weerspiegelen. Een strenge handhaving van de mededingingsregels zal waarborgen dat zulks inderdaad het geval is.


De EU-strategie inzake opslag moet ook op beter geconnecteerde regionale markten zijn gericht, aangezien er op het gebied van opslag nog steeds synergievoordelen op de interne energie-markt te behalen zijn. Met het oog op een doeltreffend gebruik van opslaglocaties moeten lidstaten nauw samenwerken op regionale basis en overleg plegen met buurlanden. Versterkte regionale samenwerking zal het vertrouwen verbeteren wat betreft de beschikbaarheid en toegankelijkheid van opslagfaciliteiten buiten de grenzen van een bepaalde lidstaat.


In dit verband, en met betrekking tot samenwerking tussen lidstaten en regio's, lijkt de toewijzing van opslag- en transmissiecapaciteit op interconnectiepunten niet altijd op bevredigende wijze te zijn geharmoniseerd, waardoor congestieproblemen kunnen ontstaan. Toekenningsprocedures moeten ervoor zorgen dat exploitanten gelijktijdig en voordat zij er daadwerkelijk behoefte aan hebben opslag- en transmissiecapaciteit op interconnectiepunten kunnen reserveren; dit kan bijdragen aan de optimalisering van het regionale gebruik van opslag. De Commissie moedigt de lidstaten aan dienaangaande nauwer samen te werken en te overleggen met buurlanden.

Actiepunten:


• De Commissie roept de lidstaten op te zorgen voor adequate fysieke toegang tot opslag, onder meer in termen van capaciteit in het transmissienetwerk.


• De Commissie moedigt de lidstaten aan nauw samen te werken met buurlanden om het regionale gebruik van opslag te optimaliseren;


• De Commissie streeft ernaar het gebruik van opslag te optimaliseren door de voltooiing en aanpassing van de netwerkcodes, waar nodig.


Optimalisering van de rol van opslag voor de zekerheid van de gasvoorziening


Hoewel de beschikbare opslagcapaciteit in de EU adequaat lijkt, bestaat het risico dat locaties moeten sluiten als het volume opgeslagen gas blijft dalen. In de meeste gevallen is het technisch onmogelijk opslagcapaciteit te heropenen en zouden dergelijke sluitingen permanent zijn. Dit risico kan zich voordoen doordat de markt de door opgeslagen gas geboden voordelen op het gebied van voorzieningszekerheid in crisissituaties, niet volledig beloont 25 . Sommige lidstaten pakken dit aan door gebruik te maken van strategische reserves en opslagverplichtingen. Daar waar als strategische reserves geoormerkte volumes permanent van de markt worden genomen, houdt een opslagverplichting in dat marktdeelnemers op welbepaalde momenten, met name in de winter, een zekere minimumhoeveelheid gas in opslag moeten plaatsen en houden 26 .


Om onnodige kosten voor het gassysteem te voorkomen die het algehele concurrentievermogen van gas ten opzichte van andere brandstoffen zouden verminderen, moeten dergelijke maatregelen worden onderworpen aan strikte voorwaarden die in detail worden omschreven in regionale risicobeoordelingen, preventieve actieplannen en noodplannen, zoals voorgesteld in het kader van de verordening betreffende de veiligstelling van de gaslevering 27 . Met name moeten de lidstaten waarborgen dat deze maatregelen geen negatieve gevolgen hebben voor het vermogen van andere lidstaten om voor gasleveringen aan hun consumenten te zorgen of voor de ontwikkeling van de nationale gasmarkten.


Om ervoor te zorgen dat alle marktdeelnemers in de lidstaten toegang hebben tot voldoende opslag op regionale basis zal de Commissie maatregelen nemen voor het wegruimen van bestaande obstakels, met inbegrip van regelgevende obstakels, die verhinderen dat opslag kan concurreren als instrument voor voorzieningsflexibiliteit en zal zij, in de context van de preventieve actieplannen en noodplannen op regionaal niveau, ervoor zorgen dat het potentieel van opslag ten volle kan worden benut.

Actiepunten:


• Voortbouwend op de voorgestelde herziening van de verordening betreffende de veiligstelling van de gaslevering, roept de Commissie de lidstaten op de effectiviteit en efficiëntie van het gebruik van opslag over de grenzen heen te optimaliseren door middel van preventieve actieplannen en noodplannen op regionaal niveau;


• De Commissie verzoekt de lidstaten maatregelen te nemen in de context van deze plannen om de beschikbaarheid van en de toegang tot opslag op een ruimer regionaal niveau te bevorderen.



3. DE EU ALS SPELER OP DE INTERNATIONALE LNG-MARKTEN


Met de ingebruikname van aanzienlijke liquefactiecapaciteit in Australië en de Verenigde Staten in de periode tot 2020 en de mogelijkheid van aanzienlijke toevoer van elders in de toekomst, onder meer vanuit het Middellandse Zeegebied 28 , wachten de internationale LNG-markten grote veranderingen. Naar verwachting zullen de LNG-prijzen de komende jaren lager zijn dan in het recente verleden, waardoor de invoer waarschijnlijk zal toenemen.


Een grotere en meer mondiale LNG-markt vormt een opportuniteit voor de EU. De mondialisering van de LNG-markt heeft echter ook een belangrijke buitenlandbeleidsdimensie: als grote importeur van LNG (de tweede grootste, na Japan) heeft de EU veel belang bij het bevorderen van vrije, liquide en transparante LNG-markten overal ter wereld. Hiertoe dient de EU nauw samen te werken met internationale partners en in internationale fora om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers niet worden verhinderd commerciële relaties aan te gaan (bijvoorbeeld door territoriale beperkingen) en dat er geen beperkingen zijn voor vrije handel – hetzij onder normale marktomstandigheden hetzij in geval van externe schokken. Zoals in de actiepunten hieronder wordt uiteengezet, moeten EU-instrumenten voor energiediplomatie, zoals omschreven in het actieplan voor energiediplomatie, in bilateraal en multilateraal verband actief worden ingezet om dit doel te bereiken.


Actiepunten:

• Samen met de hoge vertegenwoordiger en de vicevoorzitter moet de Commissie streven naar regelmatige LNG-besprekingen met Australië en nauw blijven samenwerken met andere bestaande en potentiële leveranciers zoals Qatar, Nigeria, Egypte, Angola, Mozambique, Tanzania, Israël, Libanon, Iran, Irak en Libië. De energiedialogen op hoog niveau met Algerije, de VS en Canada moeten ook prioriteit blijven krijgen.

• De EU moet nauw samenwerken met andere grote LNG-importeurs zoals Japan, met name in de context van het Japanse voorzitterschap van de G7 in 2016, Zuid-Korea, China en India, met het Internationaal Energieagentschap, en in multilaterale fora om gemeenschappelijke belangen te behartigen op het gebied van de bevordering van transparante en liquide LNG-markten die tegen externe schokken bestand zijn.

• Overeenkomstig de herziening van het besluit inzake intergouvernementele overeenkomsten, dat samen met deze mededeling wordt gepubliceerd, moet de Commissie controleren of de ter zake relevante intergouvernementele overeenkomsten, met inbegrip van die tussen lidstaten en niet-EU-landen inzake LNG, in overeenstemming zijn met het EU-recht.


4. DUURZAAMHEID EN HET GEBRUIK VAN LNG ALS EEN ALTERNATIEVE BRANDSTOF IN DE SECTOREN VERVOER, WARMTE EN ELEKTRICITEIT


Zoals in de inleiding is opgemerkt, heeft LNG in sommige gevallen het potentieel om bestaande milieueffecten terug te dringen, bijvoorbeeld in de vervoerssector wanneer het brandstoffen zoals diesel of zware stookolie vervangt. Het gebruik van LNG in vrachtwagens en schepen kan de emissies van verscheidene verontreinigende stoffen terugdringen en in het geval van de scheepvaart de sector in staat stellen te voldoen aan de vereisten inzake de vermindering van het zwavel- en stikstofgehalte in scheepsbrandstoffen die worden gebruikt in emissiebeheersgebieden. In beide gevallen kan het gebruik van LNG broeikasgasemissiereducties opleveren, met name wanneer het met vloeibaar biomethaan wordt vermengd, op voorwaarde dat de methaanemissies tot een minimum worden beperkt (zie hieronder). Soortgelijke overwegingen kunnen opgaan voor kleinschalig gebruik van LNG voor warmte en stroom. De EU moet de ontwikkeling van LNG als alternatieve brandstof daarom blijven steunen wanneer het meer vervuilende conventionele brandstoffen vervangt en niet de plaats van hernieuwbare energiebronnen inneemt, overeenkomstig de doelstellingen inzake duurzaamheid.


De precieze milieueffecten zullen afhangen van een reeks factoren op verschillende punten in de toeleveringsketen van LNG, en moeten geval per geval worden beoordeeld. Een belangrijke factor in dit verband (alsook voor pijpleidingen en voor aardgasgebruik in het algemeen) is de hoeveelheid methaanemissies. Fabrikanten en exploitanten van alle LNG-voorzieningsfaciliteiten of -technologieën dienen ernaar te streven zulke emissies – en dus het algehele broeikasgaseffect van LNG-gebruik – tot een minimum te beperken.


Een andere belangrijke factor is de langetermijnbeschikbaarheid van koolstofarmere alternatieven. Omdat energie uit hernieuwbare bronnen en/of energie-efficiëntie in veel gevallen zeer kosteneffectieve oplossingen kunnen zijn, moeten zulke opties nauwkeurig worden afgewogen ten opzichte van beslissingen over LNG-infrastructuur, met name om technologische lock-in of gestrande activa te voorkomen. Nadere bijzonderheden over de bovenstaande kwesties zijn terug te vinden in het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan deze mededeling vergezeld gaat.


Actiepunten:

• De Commissie roept de lidstaten op te zorgen voor de onverkorte uitvoering van Richtlijn 2014/94/EU betreffende alternatieve brandstoffen, met inbegrip van de totstandbrenging van LNG-tankpunten langs de TEN-T-corridors en in zee- en binnenhavens.

• De Commissie zet haar werkzaamheden voort om een geharmoniseerd regelgevings- en standaardisatiekader te scheppen dat de ontwikkeling van LNG in de scheepvaart bevordert, in samenwerking met belanghebbenden via onder meer het European Sustainable Shipping Forum.


SLOTOPMERKINGEN


De totstandbrenging van liquide en concurrerende markten die ervoor zorgen dat LNG en andere nieuwe gasvoorraden markten kunnen bereiken die voorheen geïsoleerd waren en daar kunnen concurreren, is van fundamenteel belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de energie-unie. Uit de analyse van de Commissie blijkt dat de volledige uitvoering van de door de groepen op hoog niveau naar voren gehaalde centrale PGB's de voornaamste door de gasstresstests blootgelegde kwetsbare punten zullen wegwerken, of op zijn minst zullen verkleinen. Het is derhalve van cruciaal belang dat de ontbrekende schakels in de infrastructuur spoedig tot stand worden gebracht en dat de vereiste maatregelen ter bevordering van liquide en concurrerende markten worden genomen, met inbegrip van maatregelen om toegang tot LNG te verschaffen en nieuwe liquide hubs in de centrale, zuidoostelijke, Baltische en zuidwestelijke regio en in het Middellandse Zeegebied te bevorderen.


Wanneer de geologische omstandigheden het toelaten, speelt opslag een grote rol bij het opvangen van de gebruikelijke dagelijkse en seizoensgebonden schommeling van vraag en aanbod. De effectiviteit en efficiëntie van het gebruik van opslag over de grenzen van de lidstaten heen en op regionaal niveau, zowel onder normale marktomstandigheden als in crisissituaties, zijn echter nog voor verbetering vatbaar. Dit moet aan de orde worden gesteld in de toekomstige preventieve actieplannen en noodplannen op regionaal niveau in het kader van de herziening van de verordening betreffende de veiligstelling van de gaslevering.


De in deze mededeling besproken maatregelen raken de kern van de energie-unie en hebben het potentieel om de doelstelling van een zekere en concurrerende gasmarkt in de gehele EU te verwezenlijken, maar vergen een resoluut optreden, met name op het niveau van de lidstaten en op regionaal niveau. De Commissie zal verslag uitbrengen over de vorderingen op het gebied van de hier voorgestelde doelstellingen inzake strategische LNG-opslag in haar jaarlijkse 'Stand van de energie-unie' en daarbij waar nodig eventuele aanvullende maatregelen aanwijzen.

(1)

 COM(2015) 80.

(2)

 COM(2015) 572.

(3)

 COM(2014) 330.

(4)

COM(2014) 654. 

(5)

In het kader hiervan heeft de Commissie een drie maanden durende openbare raadpleging gehouden – de resultaten daarvan worden nader besproken in het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan deze mededeling vergezeld gaat.

(6)

Een tabel met de invoercapaciteit van bestaande en geplande LNG-terminals is opgenomen in punt 4 van het werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2016)23).

(7)

 20 % ten opzichte van het mondiale gemiddelde van 33 %. Zie ook het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(8)

 Het project in Krk (Kroatië) is hiervan een duidelijk voorbeeld.

(9)

Als gevolg van lagere investeringskosten en kortere aanlooptijden. De laatste zes LNG-terminals waren stuk voor stuk FSRU's.

(10)

 Zie punt 4 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(11)

 Vrijgestelde terminals; zie ook de punten 3 en 4 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(12)

 In beginsel is geen staatssteun toegestaan indien de onderbenutting van de bestaande relevante infrastructuur erop wijst dat er geen nieuwe infrastructuur nodig is.

(13)

     Zie punt 5 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(14)

     Zie ook punt 5 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(15)

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur, PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39.

(16)

 De tweede Unielijst van projecten van gemeenschappelijk belang (PGB's) is vastgesteld op 18 november 2015. C(2015) 8052 final

(17)

In het tienjarige netontwikkelingsplan 2015 is het Iberisch schiereiland aangewezen als een gebied dat integratie met de rest van de EU ontbeert en daardoor is blootgesteld aan prijsvolatiliteit op de mondiale LNG-markt.

(18)

 Een gedetailleerde lijst en projectbeschrijvingen zijn te vinden in punt 7 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(19)

 De resultaten van de modellering voor zowel LNG als opslag en verdere achtergrondinformatie zijn te vinden in punt 8 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(20)

 Modellering wijst ook op de noodzaak van het voltooien van de noord-zuidcorridor in Centraal-Europa om ervoor te zorgen dat gas zich vrij in alle richtingen kan bewegen.

(21)

 Ook de mededingingsregels worden streng gehandhaafd, waardoor verstoringen van de interne gasmarkt worden voorkomen en de voorzieningszekerheid wordt verhoogd.

(22)

 Zie punt 4 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(23)

Deze markten dekken zo'n 75 % van de totale gasvraag van de EU (bron: ACER op basis van het streefmodel voor gas).

(24)

 Met name BEMIP, CESEC en Zuidwest-Europa.

(25)

Zie punt 5 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.

(26)

Zie punt 6 van het werkdocument van de diensten van de Commissie voor nadere bijzonderheden.

(27)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgaslevering en houdende intrekking van Verordening nr. 994/2010 van de Raad.


(28)

 Zie punt 2 van het werkdocument van de diensten van de Commissie.