Artikelen bij COM(2017)623 - Nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Straatsburg, 24.10.2017

COM(2017) 623 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU

{SWD(2017) 349 final}


1.Inleiding

De negen ultraperifere gebieden – (Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique, Mayotte, Réunion en Saint Martin (Frankrijk), de Canarische eilanden (Spanje), de Azoren en Madeira (Portugal) – zijn een buitengewone troef voor de Europese Unie (EU). Zij verrijken de EU op economisch, cultureel en geografisch vlak. Zij geven de Unie een strategische toegang tot de zeeën en bieden unieke natuurlijke rijkdommen, die 80 % van de biodiversiteit van de Unie uitmaken.

Hun afgelegen ligging, geringe omvang, kwetsbaarheid voor klimaatverandering en vaak insulaire karakter 1 vormen uitdagingen voor hun ontwikkeling en belemmeren hun integratie in de eengemaakte markt.

De bijzondere situatie van de ultraperifere gebieden is sinds 1999 erkend door de EU-verdragen en sinds 2009 op grond van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waardoor zij kunnen profiteren van specifieke maatregelen op belangrijke EU-beleidsterreinen zoals landbouw, cohesie en concurrentie.

In de periode van 2014 tot en met 2020 verstrekken de Europese structuur- en investeringsfondsen en een specifieke regeling voor landbouwmaatregelen (de Posei-verordening) 2  bijna 13,3 miljard euro aan de ultraperifere gebieden – een belangrijke bron van investeringen en werkgelegenheid. Hiertoe behoren twee specifieke toewijzingen voor regionale ontwikkeling en visserij, ter compensatie van de extra kosten waarmee deze gebieden ten gevolge van hun specifieke situatie worden geconfronteerd 3 .

Voorts zijn specifieke regels van toepassing op de ultraperifere gebieden met betrekking tot bijvoorbeeld staatssteun 4 , exploitatie- en investeringssteun, alsook steun in de sector van belastingen en douane, om bij te dragen tot een beter concurrentievermogen. De EU biedt dus aanzienlijke overheidssteun voor de ontwikkeling van infrastructuur, dienstverlening aan de bevolking, werkgelegenheid, onderwijs en vaardigheden en een competitiever bedrijfsleven. Verder draagt deze steun bij tot verbetering en diversificatie van de landbouwactiviteiten, de bescherming van het milieu en de aanpak van de klimaatverandering. Het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie geeft een overzicht van de uitvoering van de maatregelen die in de strategie van 2012 zijn voorgesteld en bevat gedetailleerde informatie over de sociale en economische situatie van de ultraperifere gebieden.

Ondanks de vooruitgang die zij de afgelopen jaren hebben gemaakt, staan de ultraperifere gebieden nog steeds voor serieuze uitdagingen, die verder worden vergroot door de globalisering en de klimaatverandering. Hun ontwikkeling is fragiel. De meeste lidstaten moeten investeren in basisinfrastructuur zoals wegen, water- en afvalbeheerinstallaties, en hun economie is afhankelijk van een beperkt aantal economische sectoren 5 . Hun beperkingen, zoals hun afgelegen ligging, brengen extra kosten met zich mee voor hun ondernemingen, die hoofdzakelijk klein en middelgroot (kmo’s) zijn, wat hun volledige deelname aan de eengemaakte markt in de weg staat.

De evolutie van de politieke, economische en sociale situatie in de ultraperifere gebieden, die de laatste jaren wordt gekenmerkt door een stijgende, en vooral onder jongeren alarmerende werkloosheid en voor sommige gebieden toenemende irreguliere migratie en sociale crises, is een reden tot bezorgdheid. Tussen 40 % en 55 % van de jongeren zijn werkloos in deze gebieden. Voor sommige van de ultraperifere gebieden is het verschil in ontwikkelingsniveau, welvaart en economische en sociale kansen tussen deze gebieden en het Europese vasteland nog steeds kritiek. Ook de verwoestingen door orkanen in september 2017, met name in Saint Barthélemy en Saint Martin, werpen een nieuw licht op de kwetsbaarheid van deze gebieden, nu extreme weersomstandigheden in de toekomst wellicht vaker zullen voorkomen.

Er is duidelijk behoefte aan meer inspanningen om de ultraperifere gebieden ten volle profijt te laten trekken van de voordelen van EU-lidmaatschap en de globalisering in goede banen te leiden. Er is behoefte aan een meer robuuste en beter afgestemde aanpak om een gunstig kader te creëren voor hun ontwikkeling en gelijke kansen te bieden aan hun burgers. Hoewel zij bepaalde uitdagingen delen, zijn zij ook onderling verschillend met elk hun eigen specifieke behoeften. De beleidsrespons moet daarmee rekening houden.

Bovendien zijn niet alle oplossingen voor de uitdagingen van de ultraperifere gebieden op EU-niveau te vinden. De lidstaten zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de economische en sociale ontwikkeling van hun ultraperifere gebieden, met name op cruciale gebieden zoals gezondheid en onderwijs. En de ultraperifere gebieden zelf moeten extra inspanningen leveren om hun eigen groeipotentieel ontsluiten. Anderzijds moet het EU-niveau een beter kader scheppen waarin het mogelijk is om de impact van deze inspanningen te maximaliseren en rekening te blijven houden met de belangen van de ultraperifere gebieden op bevoegdheidsgebieden van de EU, zoals handel.

In deze mededeling wordt voorgesteld hoe de Commissie met een nieuwe aanpak een impuls wil geven aan de ontwikkeling van de ultraperifere gebieden door hun troeven zo goed mogelijk uit te spelen en gebruik te maken van de mogelijkheden die nieuwe vectoren van groei en werkgelegenheid bieden. Dit vereist vooral meer erkenning voor hun specifieke kenmerken en behoeften. Het veronderstelt ook concrete en gecoördineerde maatregelen op EU- en nationaal niveau, alsmede op het niveau van de ultraperifere gebieden zelf (de bijlage bevat een gedetailleerde lijst van maatregelen). En het vraagt om een versterkt partnerschap tussen deze gebieden, hun lidstaten en de instellingen van de EU.

Deze nieuwe aanpak is gebaseerd op de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van de voorgaande strategie 6 en uitvoerige gesprekken met vertegenwoordigers van de ultraperifere gebieden, met name via het 4e Forum voor ultraperifere gebieden dat op 30-31 maart 2017 in Brussel plaatsvond. Daarbij wordt voortgebouwd op de voorstellen die deze gebieden bij de voorzitter van de Europese Commissie hebben ingediend, alsook bijdragen van het Europees Parlement 7 en de lidstaten.

Voor ieder initiatief met gevolgen voor de begroting zullen de jaarlijkse begrotingsprocedures worden gevolgd en kan er niet vooruit worden gelopen op het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020.

Een nieuw bestuur op basis van een sterk partnerschap

Hoewel de ultraperifere gebieden deel uitmaken van de EU en haar eengemaakte markt, verschillen zij in vele opzichten. In het kader van haar nieuwe, proactieve aanpak zal de Commissie meer aandacht besteden aan hun behoeften en EU-beleidsmaatregelen bevorderen die aansluiten bij hun situatie door ervoor te zorgen dat bij al haar initiatieven, indien relevant, consequent rekening wordt gehouden met hun specificiteit.

Dit impliceert een aanpassing van het EU-beleid aan hun omstandigheden, wat de bedoeling is van veel van de in deze mededeling voorgestelde maatregelen, zonder afbreuk te doen aan de coherentie van de rechtsorde van de Unie. Met andere woorden moet er een evenwicht worden gevonden tussen de ultraperifere gebieden als Europese regio’s met alle rechten en plichten die daarbij horen en een proactieve erkenning van hun specifieke geopolitieke en economische context.

Bij deze benadering wordt rekening gehouden met het arrest van het Europees Hof van Justitie van december 2015 8 , dat de werkingssfeer van artikel 349 VWEU heeft verduidelijkt.

Conform de richtsnoeren voor betere regelgeving 9 en met name de procedures betreffende territoriale impact zal de Commissie elke significante impact op de ultraperifere gebieden evalueren, wat als informatie zal dienen voor het beleidsontwerp, en zal zij waar nodig passende risicobeperkende maatregelen vaststellen. Voor de identificatie en analyse van deze impact, alsmede de evaluatie van de effecten van de bestaande wetgeving op de ultraperifere gebieden, zijn er betrouwbare gegevens nodig, alsook de betrokkenheid van de belanghebbenden die de specificiteiten van de ultraperifere gebieden het best kennen.

Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek worden aangemoedigd om samen te werken om de betrouwbaarheid van hun gegevens te verbeteren en statistieken te verfijnen, omdat deze momenteel de specifieke kenmerken van de ultraperifere gebieden niet volledig weergeven, waardoor het risico bestaat dat de resultaten worden vertekend. Daarnaast worden belanghebbenden aangezet om gebruik te maken van de mechanismen voor overleg en terugkoppeling van de Commissie en aldus hun mening te geven en bewijs te leveren van de effecten op de ultraperifere gebieden.

Wanneer de EU internationale overeenkomsten afsluit dan wel herziet, is het heel belangrijk om de impact op deze gebieden te evalueren. Vooral met betrekking tot sommige handels- en visserijovereenkomsten kunnen de belangen van de ultraperifere gebieden een gevoelige materie vormen. Het is dus van wezenlijk belang om te zorgen voor een voortdurende geïnformeerde dialoog en informatie-uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten en de gebieden in alle fasen van de onderhandelingen. De ultraperifere gebieden worden aangemoedigd om hun belangen en specifieke problemen bekend te maken via alle beschikbare instrumenten zoals raadplegingen in het kader van effectbeoordelingen ter voorbereiding van de onderhandelingen over handelsovereenkomsten en de tijdens de onderhandelingen uitgevoerde duurzaamheidseffectbeoordelingen.

In aanvulling op de bestaande instrumenten die de ultraperifere gebieden kunnen gebruiken om hun belangen kenbaar te maken, zal de Commissie voorzien in een ad-hoc-platform dat het voor de ultraperifere gebieden en de relevante belanghebbenden gemakkelijker maakt om in alle fasen van de beleidsvorming en -uitvoering van de Unie gedachten te kunnen uitwisselen. Als er zich dan bepaalde thema's opdringen, kan de Commissie initiatieven voorstellen die hun troeven beter uitspelen en een antwoord bieden op hun problemen. En het moet helpen bij de beoordeling van de efficiëntie van de relevante EU-beleidslijnen en bij het identificeren van nieuwe groeimogelijkheden. Dit platform brengt de Commissie, de nationale autoriteiten en de autoriteiten van de ultraperifere gebieden, alsook andere relevante actoren samen.

De Commissie zal niet alleen zorgen voor een breed platform dat alle ultraperifere gebieden samenbrengt, maar zij zal ook maatregelen nemen om steun te verlenen aan elk gebied apart dat met specifieke problemen kampt. Wanneer een ultraperifeer gebied een probleem identificeert dat via gezamenlijke actie van belanghebbenden moet worden aangepakt, zal de Commissie waar nodig een ad-hoc-taskforce oprichten om dit probleem aan te pakken en met passende maatregelen steun te verlenen.

De Commissie zal:

-Een platform opzetten voor de uitwisseling van standpunten over de belangen en problemen van de ultraperifere gebieden, dat de Commissie, de nationale autoriteiten en de ultraperifere gebieden, alsook andere betrokken actoren samenbrengt;

-Ad-hoc-taskforces opzetten om, waar nodig, het hoofd te bieden aan specifieke behoeften van een bepaald ultraperifeer gebied;

-Ervoor zorgen dat rekening wordt gehouden met de zorgpunten en belangen van de ultraperifere gebieden als relevant element bij effectbeoordelingen en beleidsevaluaties;

-In het kader van handelsovereenkomsten met derde landen bijzondere aandacht blijven schenken aan gevoelige producten uit de ultraperifere gebieden; Samenwerken met de lidstaten om de ultraperifere gebieden beter te betrekken bij onderhandelingen over de visserij in de ultraperifere gebieden.


2.De troeven van de ultraperifere gebieden uitspelen 

De ultraperifere gebieden hebben unieke troeven die beter kunnen worden uitgespeeld in het kader van baanbrekend onderzoek en geavanceerde innovatie op gebieden zoals bio-economie 10 of klimaatverandering, bijvoorbeeld onderzoek naar broeikasgasreductiemaatregelen door het uittesten van koolstofarm vervoer en energie-efficiënte oplossingen. Tot hun natuurlijke troeven behoren met name:

·Een rijke biodiversiteit: een buffer tegen stormen en overstromingen, de basis voor belangrijke economische sectoren zoals toerisme, visserij, bosbouw en landbouw, alsook voor groeisectoren zoals natuurlijke biologische producten, biogeneeskunde en cosmetica;

·Belangrijke exclusieve economische zones die mogelijkheden bieden voor de ontwikkeling van de blauwe economie en belangrijke spelers in de internationale oceaangovernance van hen maken;

·Een gepaste locatie en een geschikt klimaat voor activiteiten op het gebied van ruimtevaart en astrofysica;

·De nabijheid van de markten van derde landen, wat uitwisselingen, met inbegrip van handel en investeringen, vergemakkelijkt.

Voorts hebben de ultraperifere gebieden opmerkelijke maatschappelijke troeven in handen: een rijk cultureel erfgoed, dat samen met hun biodiversiteit en natuurlijke landschappen aantrekkelijk toeristische bestemmingen van hen maakt; Europese knowhow, die een stevige basis biedt voor hun ondernemingen, alsook hoogwaardig onderwijs.

Deze troeven moeten beter worden uitgespeeld voor het scheppen van banen en kansen voor het bedrijfsleven; de ultraperifere gebieden moeten hun inspanningen richten op gebieden waar zij comparatieve voordelen hebben, zoals aangegeven in hun strategieën voor slimme specialisatie, en op traditionele activiteiten die van belang zijn voor het scheppen van werkgelegenheid. De Commissie moedigt de ultraperifere gebieden aan op zoek te gaan naar de juiste mix van subsidies en financieringsinstrumenten in een combinatie van verschillende nationale, regionale en Europese financieringsbronnen.

Om hun troeven tot hun recht te doen komen en hun ontwikkeling te optimaliseren via nieuwe mogelijkheden, moeten de ultraperifere gebieden zo goed mogelijk gebruikmaken van de beschikbare financiële middelen, onder meer uit het Europees fonds voor strategische investeringen. Daarnaast moeten de ultraperifere gebieden maximaal gebruikmaken van de mogelijkheden van de Europese investeringsadvieshub en het Europees investeringsprojectenportaal.


De Commissie zal:

-Samen met de EIB-groep een specifiek initiatief voor de ultraperifere gebieden opzetten, o.a. via adviesverlening van de Europese investeringsadvieshub, om hun toegang tot het Europees Fonds voor strategische investeringen te vergemakkelijken.


Blauwe economie

Een duurzame blauwe economie moet bijdragen aan de sociaaleconomische ontwikkeling van alle ultraperifere gebieden. Op dit moment is de vooruitgang ongelijkmatig. Hoewel de intensiteit van de activiteiten in elk gebied verschillend is, zijn de patronen van groei en tekortkomingen vergelijkbaar. De traditionele mariene en maritieme sectoren zoals visserij 11 , scheepvaart, kust- en cruisetoerisme bieden werkgelegenheid aan de plaatselijke bevolking, terwijl nieuwe sectoren zoals hernieuwbare mariene energie, aquacultuur en blauwe biotechnologie nog onvoldoende ontwikkeld zijn.

De ontwikkeling van de blauwe economie vereist strategische planning en investeringen. De visserijsector zou bijvoorbeeld zo kunnen worden beheerd dat de inkomsten van lokale vissers toenemen terwijl de hulpbronnen op een duurzaam niveau worden geëxploiteerd. Grotere toeristenstromen kunnen worden gekoppeld aan waterbesparingsmaatregelen en de ontwikkeling van ontziltingsinstallaties die worden aangedreven met hernieuwbare energie om te voldoen aan de groeiende vraag naar water 12 . Mariene rijkdommen moeten worden gebruikt om blauwe biotechnologie zodanig te ontwikkelen dat het geen nichemarkt meer is; met name projecten waarin algen worden gebruikt voor de productie van cosmetica, voedingsmiddelen of biobrandstof kunnen worden opgeschaald.

De ultraperifere gebieden moeten strategieën voor een blauwe economie ontwikkelen om te zorgen voor meer synergie tussen het overheidsbeleid en investeringen en zij moeten ervoor zorgen dat kleinschalige exploitanten gemakkelijker toegang krijgen tot financiering via microkredieten en financieringsinstrumenten (zoals leningen en garantiefondsen).

Lidstaten moeten meer wetenschappelijke gegevens verzamelen en meer steun verlenen aan visserij- en marien onderzoek, visserijbeheersmaatregelen goedkeuren en, waar haalbaar, de mogelijkheid onderzoeken om in een zone van 100 mijl de visserij voor te behouden aan vaartuigen die in de ultraperifere gebieden zijn geregistreerd 13 . Zij moeten ook meer inspanningen leveren in de bestrijding van illegale visserij; de Commissie zal deze kwestie op de agenda zetten van de vergaderingen over de desbetreffende bilaterale en regionale samenwerkings- en economische overeenkomsten met derde landen.

De Commissie zal:

-Nadenken over specifieke maatregelen (met inbegrip van een compensatieregeling) voor de ultraperifere gebieden die moeten worden opgenomen in de nieuwe EU-programma's om de duurzame ontwikkeling van de visserij en andere sectoren van de blauwe economie 14 te ondersteunen;

-Met betrekking tot de vlootcapaciteit vóór eind 2018 de huidige regeling voor toevoeging of onttrekking 15 evalueren en indien nodig wijzigingen voorstellen;

-Rekening houden met de specifieke behoeften van de ultraperifere gebieden bij het lanceren van oproepen ter ondersteuning van de blauwe economie in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij;

-Overwegen om overheidssteun voor de bouw van nieuwe vaartuigen in de ultraperifere gebieden toe te staan op voorwaarde dat de duurzame visserij wordt gewaarborgd.


Landbouw en plattelandsontwikkeling

Landbouw en plattelandsontwikkeling zijn een belangrijk onderdeel van de economie van ultraperifere gebieden. De EU-landbouwregeling voor de ultraperifere gebieden (Posei) en de programma’s voor plattelandsontwikkeling, die samen goed zijn voor de helft van de totale toewijzing voor de ultraperifere gebieden in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen 16 , bevorderen de duurzame modernisering van de landbouwproductie en vergroten het concurrentievermogen van de agrolevensmiddelensector.

Bovendien steunen programma’s voor plattelandsontwikkeling maatregelen voor het herstel, het behoud en de verbetering van de biodiversiteit in de land- en bosbouw en voor de economische ontwikkeling in plattelandsgebieden. Samen met de Europese innovatiepartnerschappen voor de productiviteit en duurzaamheid in de landbouw ondersteunen zij onderzoek en innovatie. Bovendien is het dankzij de herziene EU-regels inzake staatssteun en de algemene groepsvrijstellingsverordening 17 , die nu ook voor de landbouw geldt, makkelijker geworden om in deze sector staatssteun te verlenen, waardoor nieuwe investeringen worden bevorderd.

De ultraperifere gebieden moeten investeringen in nieuwe technologieën voor landbouw en plattelandsontwikkeling bevorderen en de bij de verordening inzake het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo) 18 aangeboden risicobeheersinstrumenten (verzekeringen tegen economische verliezen, onderlinge fondsen, stabilisatie van inkomens) gebruiken en ontwikkelen. Zij moeten ook het aantal erkende communautaire of nationale kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen verhogen, de deelname van landbouwers aan deze regelingen bevorderen en steun verlenen aan de promotie van deze producten, onder andere door gebruikmaking van het logo van de ultraperifere gebieden op de EU- en de wereldmarkt 19 .

De Commissie zal:

-Streven naar de voortzetting van de Posei-verordening 20 , zonder vooruit te lopen op de onderhandelingen over het toekomstig meerjarig financieel kader;

-Streven naar het behoud van de specifieke bepalingen voor de ultraperifere gebieden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.


Biodiversiteit

De biodiversiteit in de ultraperifere gebieden is een uniek erfgoed voor Europa en de rest van de wereld. Verschillende economische sectoren in de ultraperifere gebieden, met inbegrip van toerisme, visserij, land- en bosbouw, hangen daar rechtstreeks van af. Bovendien voorzien gezonde ecosystemen de samenleving van essentiële hulpbronnen zoals schone lucht en schoon water, en zij dragen bij tot aanpassing aan de klimaatverandering en vermindering van de gevolgen daarvan.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU ondersteunt dit via verschillende door het Elfpo medegefinancierde instrumenten zoals agromilieuklimaatmaatregelen of steun voor duurzaam bosbeheer. Sinds 2010 bevordert het BEST-initiatief 21 bovendien de instandhouding van de biodiversiteit en het duurzame gebruik van ecosysteemdiensten in de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee door middel van kleinschalige projecten voor het ontsluiten van de lokale mogelijkheden. Sinds 2012 werden ook verschillende projecten inzake biodiversiteit in de ultraperifere gebieden gefinancierd uit hoofde van het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE).

Voorts moeten de ultraperifere gebieden en de betrokken lidstaten samenwerken met partners uit landen en gebieden overzee en landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan om de gemeenschappelijke doelstellingen op het gebied van biodiversiteit in internationale overeenkomsten te bevorderen.


De Commissie zal:

-Voortbouwend op de ervaring van het BEST-initiatief, overwegen om in de nieuwe EU-programma’s specifieke steun toe te kennen voor de instandhouding van de biodiversiteit en het duurzame gebruik van ecosysteemdiensten 22 , onder meer voor de aanpassing aan de klimaatverandering in de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee.


Circulaire economie

De circulaire economie is een veelbelovend nieuw terrein van groei dat de plaatselijke ontwikkeling in de ultraperifere gebieden ondersteunt. Het versnellen van de overgang naar een circulaire economie is zeer belangrijk in deze kleine en afgelegen gebieden die afhankelijk zijn van geïmporteerde hulpbronnen. Afvalbeheer kan bijzonder lastig zijn vanwege de beperkte infrastructuur voor afvalverwerking, het ontbreken van schaalvoordelen voor de inzameling, behandeling en recycling van afval. Deze situatie wordt in sommige gevallen verergerd door de bevolkingsgroei en de seizoensgebonden toerismepieken, die grote hoeveelheden afval voortbrengen. Bijgevolg sturen verschillende ultraperifere gebieden hun afval naar het vasteland.

De introductie van de circulaire economie biedt ook zakelijke kansen en stimuleert innovatie en werkgelegenheid. De oplossingen van de ultraperifere gebieden kunnen worden nagevolgd in andere gebieden, waaronder eilanden, die een efficiënt gebruik van hulpbronnen nastreven. Sommige ultraperifere gebieden hebben goede praktijken en methoden ontwikkeld, zoals het gebruik van bioafval als compost in de openbare parken van de Canarische Eilanden, het gebruik van bananenmoleculen in biocosmetica in Martinique, de ontwikkeling van een omkeerbaar systeem voor hernieuwbare energie op basis van waterkracht in Madeira.

De lidstaten en de ultraperifere gebieden moeten het potentieel van de circulaire economie voor groei en werkgelegenheid in deze gebieden analyseren en prioritaire projecten identificeren, met inbegrip van duurzaam toerisme. Zij moeten zorgen voor een adequaat afvalbeheer om de gescheiden inzameling van afval te bevorderen, lokale compostering van organisch afval te ontwikkelen, hergebruik, reparatie en recycling van producten te stimuleren en afvalpreventie aan te moedigen. Verder is er meer promotie nodig van milieuvriendelijke praktijken zoals biologische landbouw en een duurzaam bronnenbeheer in de land- en bosbouw door middel van de instrumenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.


De Commissie zal:

-In het kader van het werkprogramma voor LIFE 2018-2020 'afval' als projectthema voorstellen, zodat de problemen van de ultraperifere gebieden op het vlak van afvalbeheer kunnen worden aangepakt; in het kader van het LIFE-programma deze gebieden steunen om uit te groeien tot testruimten van proefprojecten voor de circulaire economie;

-Overwegen om in het kader van de uiterlijk op 31 december 2020 voorziene herziening van de verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen bepalingen toe te voegen die het makkelijker maken om afvalstoffen van de ultraperifere gebieden voor behandeling naar buurlanden over te brengen.


Klimaatverandering

De ultraperifere gebieden zijn bijzonder kwetsbaar voor een reeks specifieke gevolgen van de klimaatverandering, met name de stijging van de zeespiegel en extreme weersomstandigheden zoals de orkaan Irma die Sint-Maarten heeft getroffen 23 . In dergelijke situaties kan het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de Europese Commissie hulp bieden, onder meer via het EU-mechanisme voor civiele bescherming.

Het Europees Solidariteitsfonds 24 , dat voorziet in steun aan de wederopbouw van door rampen getroffen gebieden, bevat specifieke bepalingen voor de ultraperifere gebieden met lagere schadedrempels voor de uitkering van financiering. De Commissie zal de uitvoering van het Europees Solidariteitsfonds in de ultraperifere gebieden evalueren in het kader van de ex-postevaluatie van het fonds die in 2018 moet worden voltooid.

De lidstaten en de perifere gebieden moeten regelmatig nieuwe informatie verschaffen over de specifieke behoeften, risico’s en kwetsbare punten van de ultraperifere gebieden, met inbegrip van mogelijke aanpassingsmaatregelen, die moeten worden aangepakt in regionale of nationale benaderingen van de aanpassing aan de klimaatverandering en ramprisicobeheer. Zij moeten steun verlenen aan oefeningen, opleiding en de uitwisseling van beste praktijken in het kader van het EU-mechanisme voor civiele bescherming, met inbegrip van terreinen die van belang zijn voor preventie en paraatheid en, in voorkomend geval, de buurlanden van de ultraperifere gebieden hierbij betrekken.

De Commissie zal:

-Meer aandacht besteden aan de dimensie van de ultraperifere gebieden in het EU-instrument voor het milieu en klimaatactie (LIFE) door de paraatheid van de ultraperifere gebieden in geval van extreme weersomstandigheden op te nemen als nieuw beleidsterrein voor aanpassing aan de klimaatverandering in het werkprogramma voor 2018-2020;

-In 2019 in overleg met de lidstaten en de ultraperifere gebieden een voorbereidend project op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering in de ultraperifere gebieden opstarten;

-De specifieke uitdagingen die deze aanpassing met zich meebrengt voor de ultraperifere gebieden in de herziene versie van de aanpassingsstrategie van de EU van 2013 opnemen 25


Energie

De ultraperifere gebieden beschikken vaak over betere hernieuwbare energiebronnen dan het Europese continent. Maar deze energiebronnen worden niet optimaal benut vanwege technische, economische en juridische obstakels 26 . Zonder aansluiting op de continentale energienetten zijn de meeste ultraperifere gebieden voor hun elektriciteitsproductie nog steeds afhankelijk van de dure invoer van olie: deze aankoop van olie moet worden gesubsidieerd; anders zouden de elektriciteitsprijzen te hoog worden. Aangezien hun energiesystemen in de meeste gevallen beperkt van omvang zijn, is er een kans weggelegd voor de ultraperifere gebieden om zich te profileren als voorlopers in de transitie naar schone energie door duurzame-energieoplossingen te implementeren. Meer energie-onafhankelijkheid zal de ultraperifere gebieden aanzienlijke economische voordelen bieden in termen van groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid en tegelijkertijd bijdragen tot de doelstellingen van het energie- en klimaatbeleid van de EU.

In 2014 hebben de ultraperifere gebieden een energienetwerk opgericht om samen te werken aan duurzame energieoplossingen en de meeste zijn hernieuwbare opties aan het ontwikkelen en uittesten. Maar er zijn meer inspanningen en investeringen nodig, met name in hernieuwbare mariene energie (thermische energie uit de oceanen, golfenergie, offshore-windenergie) in combinatie met innovatieve opslagtechnologieën, evenals technologieën die de energie-efficiëntie verbeteren en oplossingen voor schoon vervoer, aangezien al deze technologieën grote mogelijkheden bieden voor de ultraperifere gebieden.

De ultraperifere gebieden zijn inderdaad uiterst geschikt om duurzame energiesystemen uit te testen en lokale gemeenschappen voor hernieuwbare energie te promoten. Maar zij kunnen deze kansen alleen ten volle benutten als hun respectieve lidstaten de nationale wetgeving aanpassen aan de behoeften van deze gebieden. Met name de staatssteunregels bieden de lidstaten de mogelijkheid om de ontwikkeling van hernieuwbare energie in de ultraperifere gebieden te ondersteunen, waarbij niet de binnenlandse referentieprijzen worden gehanteerd, maar de reële kosten van de elektriciteitsproductie.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun wetgeving en regelingen de ontwikkeling van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in deze gebieden ondersteunen (bv. de organisatie van veilingen speciaal voor de ultraperifere gebieden, lokale belastingregelingen, de ontwikkeling van elektriciteitsnetwerken en opslagcapaciteit). Nationale bepalingen inzake energie-efficiëntie in de bouwsector, die de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen 27 omzetten, kunnen worden afgestemd op de plaatselijke omstandigheden 28 .

De ultraperifere gebieden moeten het voortouw nemen voor de overgang naar schone energie, in overeenstemming met het initiatief voor schone energie voor de eilanden van de EU 29 , dat in het kader van het pakket Schone energie voor alle Europeanen is gelanceerd.

Met de steun van de EU investeren de ultraperifere gebieden ook in de verbetering van hun energie-efficiëntie. En aangezien vervoer verantwoordelijk is voor meer dan de helft van hun primaire energieverbruik, beginnen de ultraperifere gebieden elektrische mobiliteit aan te moedigen. De EU-wetgeving inzake energie, met inbegrip van enkele van de meest recente voorstellen 30 , biedt hun mogelijkheden en stimulansen om op energiegebied zelfvoorzienend te worden. De ultraperifere gebieden moeten campagnes voeren om de bevolking en de lokale gemeenschappen te informeren over de terugverdientijd van investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.

De Commissie zal:

-Via het initiatief 'Schone energie voor de eilanden van de EU' de goede praktijken van de ultraperifere gebieden mainstreamen op EU- en internationaal niveau.

3.Bevordering van groei en werkgelegenheid

In het kader van de programma's van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor 2014-2020 hebben de ultraperifere gebieden strategieën voor slimme specialisatie 31 ter ondersteuning van investeringen in onderzoek en innovatie aangenomen. In deze strategieën worden troeven en veelbelovende sectoren aangegeven die het waard zijn te worden verkend, waarbij rekening wordt gehouden met de sterkten en zwakten van elk gebied, met name de kleine omvang van hun bedrijven, een gering aantal onderzoekers en een beperkt aanbod aan ondersteunende diensten.

In het kader van deze strategieën kunnen de ultraperifere gebieden zich concentreren op investeringen in belangrijke regionale prioriteiten en sectoren met een groot potentieel en wordt de samenwerking tussen universiteiten en onderzoekscentra, ondernemingen en regionale overheden versterkt. Zij moeten regelmatig worden geëvalueerd, met inbreng van de relevante belanghebbenden, om naargelang van de technologische vooruitgang en de opkomst van nieuwe markten de prioriteiten bij te stellen.

Onderzoek en innovatie

Onderzoek en innovatie, evenals technologieoverdracht zijn van cruciaal belang om de ultraperifere gebieden in staat te stellen een voortrekkersrol te spelen in tal van veelbelovende sectoren. De ultraperifere gebieden huisvesten onderzoek en operationele centra van wereldklasse zoals het Instituut voor Astrofysica van de Canarische Eilanden en het Guyaans ruimtecentrum en zij organiseren internationale evenementen op hoog niveau over thema’s zoals biodiversiteit 32 . Zij experimenteren met nieuwe activiteiten die verband houden met de oceanen, vulkanologie, energie en telegeneeskunde.

De ultraperifere gebieden bevinden zich in een goede positie om voordeel te halen uit de commerciële markten voor ruimtevaartactiviteiten en zij moeten deze nieuwe mogelijkheden aangrijpen. Dit omvat onder meer de groeiende markt van kleine satellieten, die tracht te voldoen aan de groeiende vraag, met name inzake videocommunicatie in de nabije ruimte, satellieten in lage banen en telecommunicatie.

In overeenstemming met de in 2016 aangenomen ruimtevaartstrategie voor Europa zal de Commissie steun verlenen aan de marktintroductie hiervan, evenals aan flankerende activiteiten zoals toegang tot investeringen en risicokapitaal. Daarnaast zal zij het bundelen van de vraag naar Europese draagraketten voor de Galileo-en Copernicus-programma's ondersteunen.

Toch zijn de meeste ultraperifere gebieden nog altijd onvoldoende betrokken bij de onderzoeksprogramma’s van de EU en zou hun deelname aanzienlijk kunnen worden vergroot. Om dit te bereiken moeten er op verschillende niveaus maatregelen worden genomen, o.a. door deelname aan internationale samenwerking in het kader van deze programma’s. Als eerste stap zal in het werkprogramma voor 2018-2020 van Horizon 2020 een specifieke coördinatie- en ondersteuningsmaatregelen met een budget van 4 miljoen euro worden opgenomen om de deelname van de ultraperifere gebieden aan het onderzoeksprogramma van de EU en de zichtbaarheid van hun onderzoeks- en innovatiecapaciteit en prioriteiten voor slimme specialisatie te bevorderen door hun troeven te benutten. Op die manier worden zij ook geholpen te verkennen voor welke specifieke uitdagingen zij staan waarvoor onderzoek en innovatie oplossingen kunnen brengen.

Met deze maatregel kunnen de capaciteiten van de ultraperifere gebieden in hun onderzoeksspecialismen in kaart worden gebracht, en op basis daarvan kan worden bepaald welke Europese en internationale partners hun capaciteit verder kunnen versterken. Dit zal hen ook helpen bij het opzetten van consortia voor het indienen van projectvoorstellen. Het zou bovendien een inspiratie moeten vormen om het toekomstige EU-kaderprogramma voor onderzoek zo te ontwerpen dat zij er op een doeltreffende manier aan kunnen deelnemen.

Wil men onderzoek en innovatie in een hogere versnelling krijgen, moeten bovendien de behoeften van deze gebieden wat langetermijninvesteringen betreft worden geëvalueerd. In elk ultraperifeer gebied moeten ook contactpunten worden ingesteld – gekoppeld aan de nationale contactpunten – die informatie verspreiden over onderzoeksmogelijkheden en bewustmakingscampagnes organiseren.

De Commissie zal:

-In het werkprogramma 2018-2020 van Horizon 2020 een specifieke coördinatie- en ondersteuningsmaatregel (met een budget van 4 miljoen euro) opnemen om de capaciteiten van de ultraperifere gebieden voor deelname aan het EU-kaderprogramma voor onderzoek te verbeteren;

-Bij het opstellen van toekomstige kaderprogramma’s voor onderzoek van de EU bijzondere aandacht schenken aan de troeven en de specifieke behoeften van de ultraperifere gebieden.


Werkgelegenheid, onderwijs en leren

De ultraperifere gebieden behoren tot de EU-regio’s met de hoogste werkloosheid, in het bijzonder onder jongeren 33 . Via het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, alsook via het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief helpt de Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten, de bevolking van de ultraperifere gebieden hun vaardigheden aan te passen aan nieuwe productiesystemen en technologieën, met name op het gebied van de digitalisering van de economie.

In Réunion is er bijvoorbeeld de E2C ("Ecole de la 2ème chance" of 'school van de tweede kans'), waar persoonlijke vaardigheden, autonomie en het zelfvertrouwen van mensen met een achterstandspositie wordt bevorderd in een partnerschap met ondernemingen. Vanuit dezelfde doelstellingen zijn lokale jongeren in het kader van een programma in Frans-Guyana gedurende een jaar betrokken bij bouwwerkzaamheden voor het Ariane-project van het Europees ruimtecentrum.

Maar er zijn duidelijk meer inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat studenten en werknemers beschikken over de juiste kwalificaties voor belangrijke sectoren zoals de blauwe, groene of digitale economie, zodat zij in hun eigen gebied of daarbuiten een baan kunnen vinden. De ultraperifere gebieden zouden sterk gebaat zijn bij een grotere mobiliteit van lerenden en personeel in onderwijs en opleiding, met name in het kader van het Erasmus+-programma. Het Europees Solidariteitskorps biedt jongeren nieuwe mogelijkheden om zich in te zetten voor gemeenschappen en tegelijkertijd vaardigheden te ontwikkelen en waardevolle menselijke en professionele ervaring te verwerven.

Op het gebied van het hoger onderwijs zal de Commissie de bestaande mogelijkheden voor mobiliteit en capaciteitsopbouw verder bevorderen door middel van gerichte bewustmakingscampagnes die in nauwe samenwerking met de nationale agentschappen worden georganiseerd. Sinds de start van Erasmus+ heeft de Commissie de financiële steun aan deelnemers die van en naar de ultraperifere gebieden reizen al aanzienlijk verhoogd en deze steun zal nog verder worden verhoogd met ingang van de oproepen voor kandidaatstellingen van 2018. Daarnaast zullen de specifieke regels die in het kader van Erasmus+ voor de ultraperifere gebieden gelden, ook op het Europees Solidariteitskorps worden toegepast. Bijgevolg zal er meer steun worden verstrekt voor de reiskosten van deelnemers die van en naar de ultraperifere gebieden reizen. De Commissie zal tevens de mogelijkheden verkennen om in de betrokken gebieden de regionale samenwerking in het kader van Erasmus+ uit te breiden om de mobiliteit tussen de ultraperifere gebieden en de naburige derde landen te bevorderen.

De lidstaten en de ultraperifere gebieden moeten overwegen om bestaande regelingen uit te breiden of nieuwe regelingen op te zetten die – vergelijkbaar met de Franse formule voor internationale stages – ondernemingen de mogelijkheid bieden om jonge kandidaten tijdelijke buitenlandse opdrachten te geven.

De Commissie zal:

-Meer inspanningen leveren om Erasmus+, met inbegrip van het specifiek op de mobiliteit van stagiairs gerichte Erasmus Pro, in de ultraperifere gebieden te promoten; beter gebruikmaken van de bestaande mogelijkheden van deze mobiliteitsregelingen om de leeruitwisselingen tussen deze gebieden en derde landen in het hoger onderwijs en in beroepsopleidingen te versterken, en de ultraperifere gebieden ook aanmoedigen om beter gebruik te maken van deze regelingen;

-Het Europees Solidariteitskorps bij jongeren in de ultraperifere gebieden promoten en hun mobiliteit verbeteren, teneinde hun nieuwe mogelijkheden te bieden om mensen in nood te helpen en de overgang naar de lokale arbeidsmarkt te vergemakkelijken;

-De samenwerking met de ultraperifere gebieden intensiveren om een beter gebruik van de beschikbare ESF- en YEI-middelen aan te moedigen, zodat de inzetbaarheid en vaardigheden van met name jongeren worden versterkt, onder meer door ondersteuning van succesvolle maatregelen zoals de Service Militaire Adapté in de Franse ultraperifere gebieden.


Concurrentievermogen, ondernemerschap en de eengemaakte markt

De ultraperifere gebieden zijn met hun kleine markten sterk afhankelijk van uitwisselingen met Europa en kampen met sterke concurrentie van hun buren. Maar in tal van sectoren zoals energie, biotechnologie, informatietechnologie en -diensten, zouden zij dankzij hun knowhow en capaciteit de concurrentie op de regionale markten moeten kunnen aangaan.

De ultraperifere gebieden moeten de capaciteit van hun bedrijven om te opereren in de eengemaakte markt en op internationaal niveau verder verbeteren om de voordelen van de globalisering te kunnen benutten en zo goed mogelijk gebruik te maken van de handelsmogelijkheden in hun geografische gebieden.

De Commissie zal:

-Rekening houden met de bijzondere behoeften van ondernemingen in de ultraperifere gebieden bij nieuwe regelingen ter ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen (het huidige Cosme-programma), zodat hun concurrentievermogen op de internationale markten wordt versterkt;

-De deelname van ondernemers uit ultraperifere gebieden bevorderen en de impact evalueren van een eventuele uitbreiding van het programma 'Erasmus voor jonge ondernemers' naar buurlanden op basis van een proefproject dat uitwisselingen tussen ondernemers uit de EU en derde landen mogelijk maakt.


Digitale toegankelijkheid

Voor de verdere ontwikkeling van de ultraperifere gebieden is het van essentieel belang dat zij door middel van adequate en betrouwbare elektronische communicatienetwerken geconnecteerd worden met het Europese continent, hun buurlanden en de rest van de wereld en dat wordt gewaarborgd dat hun burgers en ondernemingen gebruik kunnen maken van digitale diensten.

De afgelopen jaren hebben deze gebieden de digitale kloof aanzienlijk kunnen verkleinen, zowel op het vlak van connectiviteit en het gebruik van internetdiensten als de digitalisering van bedrijven en overheidsdiensten, hoewel de kloof in plattelandsgebieden nog steeds groot is. Er zijn ambitieuze nationale en regionale programma’s opgezet om de uitbouw van de infrastructuur en de ontwikkeling van digitale diensten te ondersteunen. Nieuwe digitale diensten zoals mobiele telefonie kunnen rekenen op veel enthousiasme bij de bevolking.

Toch zijn er nog altijd obstakels, zoals de afhankelijkheid van onderzeese kabels, de extra kosten van de uitrol van digitale infrastructuur, de beperkte omvang van de lokale markten en projecten die particuliere investeringen en toegang tot financiering moeilijker maken, de kleine omvang van bedrijven, zodat de stap naar digitalisering groter is, of de moeilijkheid om digitale vaardigheden te behouden en aan te trekken.

De lopende initiatieven van de Commissie inzake informatie, communicatie en technologie moeten de ultraperifere gebieden helpen om deze obstakels te overwinnen. De uitrol van breedband zal worden ondersteund door het voorstellen van nieuwe maatregelen in het Europese wetboek voor elektronische communicatie 34 om concurrerende investeringen in netwerken met een hoge capaciteit te bevorderen. Op verzoek van de betrokken lidstaten zal de Commissie het ontwerp van lokale of nationale staatssteunmaatregelen voor de uitrol van breedband blijven evalueren met het oog op het connecteren van de gebieden waar de markt tekortschiet, met inachtneming van de richtsnoeren inzake staatssteun voor breedband. Het breedbandfonds voor Europese verbindingen, ondersteund door de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en het Europees Fonds voor strategische investeringen, kan ook helpen bij de financiering van kleinere en risicovollere projecten om te helpen bij het aantrekken van marktinvesteringen.

Voorts moet het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband dat begin 2017 op initiatief van de Commissie is opgezet, de informatie-uitwisseling tussen nationale en regionale overheden bevorderen, o.a. inzake financieringsbronnen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat deze bureaus worden opgericht om bijstand te verlenen aan de ultraperifere gebieden bij de uitrol van breedband. De relevante nationale regelgevende instanties moeten via hun marktanalyses blijven toezien op de situatie van de ultraperifere gebieden om concurrentiebeperkingen te identificeren die specifieke regelgevingsmaatregelen rechtvaardigen.

Aangezien 90 % van de banen tegenwoordig ten minste een basisniveau van digitale vaardigheden vereist, zijn opleiding en bijscholing van de beroepsbevolking, met name jongeren, van cruciaal belang om te profiteren van de digitalisering van de economie en de samenleving. De ultraperifere gebieden worden aangemoedigd om voort te bouwen op de goede praktijken die zijn geïnventariseerd door de coalitie voor digitale vaardigheden en banen 35 en om zich aan te sluiten bij een 'nationale coalitie'.

De Commissie zal:

-De uitwisseling van informatie en beste praktijken betreffende de uitrol van breedband via het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband bevorderen.


Vervoer

Een betere vervoersmobiliteit is van essentieel belang bij de aanpak van de 'toegankelijkheidskloof' waarmee de ultraperifere gebieden te kampen hebben als gevolg van de grote afstand tot het Europees vasteland, hun vaak insulaire karakter en ongunstige topografie. Regelmatige en betrouwbare verbindingen met Europa en binnen hun zeegebied kunnen groei en werkgelegenheid stimuleren door het aantrekken van ondernemingen, toeristen en dienstverleners en het vergemakkelijken van uitwisselingen. Zij verbeteren ook de levenskwaliteit en de economische vooruitzichten voor de inwoners door toegang te verlenen tot hoger onderwijs en beroepsopleiding, gezondheidszorg en een bredere arbeidsmarkt 36 .

Het EU-beleid, en met name het cohesiebeleid, heeft ertoe bijgedragen dat deze bereikbaarheidskloof en de kosten daarvan voor de ultraperifere gebieden en hun inwoners zijn verminderd. De investeringen van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds 37 hebben een cruciale rol gespeeld bij de verbetering van de vervoersinfrastructuur en -faciliteiten. Bovendien ondersteunt de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen projecten die onder meer betrekking hebben op het programma 'Snelwegen op zee' en groene scheepvaart.

Het concurrentiebeleid, met inbegrip van staatssteunregels en regels inzake openbaredienstverplichtingen, speelt ook een belangrijke rol. Als gevolg van de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening van de EU, kunnen de ultraperifere gebieden haven- en luchthavenprojecten rechtstreeks financieren en uitvoeren als deze aan bepaalde criteria voldoen (alleen projecten die niet aan deze criteria voldoen, moeten nog altijd vooraf door de Commissie worden goedgekeurd).

Voor deze gebieden is het stimuleren van lucht- en zeevervoer en van ander vervoer over water – dat voor de ultraperifere gebieden de belangrijkste verbinding met Europa en de buurlanden in hun zeegebied vormt – van cruciaal belang. De nabijheid van belangrijke zeeroutes zoals het Panamakanaal of de trans-Atlantische routes biedt mogelijkheden voor scheepvaart- en overladingsactiviteiten. De ultraperifere gebieden kunnen uitgroeien tot centra in hun maritieme bekkens en bijvoorbeeld dienen als stations om langs de zeeroutes energie (o.a. vloeibaar aardgas) op te slaan.

De Commissie zal bekijken hoe het beleid inzake het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-V), met inbegrip van het programma 'Snelwegen op zee', beter kunnen worden afgestemd op de behoeften van de ultraperifere gebieden en rekening houden met hun specifieke geografische positie. De ultraperifere gebieden moeten het EU- en het regionale perspectief integreren in de connectiviteitsprojecten die zij ontwikkelen.

Wat het luchtvervoer betreft, zijn de vluchten tussen de Europese Economische Ruimte en de ultraperifere gebieden momenteel uitgesloten van het EU-systeem voor de handel in emissierechten (ETS), net zoals alle vluchten met derde landen. Deze afwijking is op 1 januari 2017 vervallen, maar de Commissie heeft een wetgevingsvoorstel 38 gedaan om ze te handhaven in afwachting van de afronding van de internationale onderhandelingen 39 over de uitvoeringsbepalingen voor de wereldwijde marktgebaseerde maatregel.

Wat het lokale vervoer betreft, kampen de ultraperifere gebieden met verkeerscongestie in steden en kuststroken en een moeilijke bereikbaarheid van de landinwaarts gelegen plattelandsgebieden. De projecten die worden ontwikkeld om het vervoer duurzamer en schoner te maken, kunnen dienen als goede praktijken voor andere EU-regio’s en buurlanden. De ultraperifere gebieden moeten duurzame mobiliteitsoplossingen op lokaal niveau blijven uittesten en ontwikkelen.

De Commissie zal:

-Een studie opzetten over de connectiviteitsbehoeften van de ultraperifere gebieden, met inbegrip van hun behoeften aan financiële steun van de EU (van de CEF, het EFRO en andere instrumenten), voor technische bijstand (projectvoorbereiding en financiële structurering) en voor verbeteringen van de regelgeving en hervormingen;

-Beter inspelen op de behoeften van de ultraperifere gebieden en hun deelname aan het trans-Europees netwerk, de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en toekomstige EU-programma’s voor vervoer bevorderen; in naar behoren gemotiveerde gevallen EU-investeringen in havens en luchthavens in de ultraperifere gebieden bevorderen.

4.De samenwerking van ultraperifere gebieden met hun buurlanden en daarbuiten uitbreiden

De bevordering van regionale samenwerking en het uitbreiden van de contacten van de ultraperifere gebieden met hun buurlanden en de regionale organisaties vormen een van de belangrijkste pijlers van de strategie ten aanzien van de ultraperifere gebieden sinds 2004. De Commissie heeft deze samenwerking bevorderd via politieke dialoog, programma’s voor territoriale samenwerking en de economische partnerschapsovereenkomsten.

De verordeningen betreffende het EFRO en het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), de Overeenkomst van Cotonou (dat de betrekkingen tussen de EU en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-landen) regelt) en het LGO-besluit (inzake de betrekkingen van de EU met de landen en gebieden overzee) vereenvoudigen deze samenwerking al. Maar er moet nog een stap verder worden gegaan op gebieden waar alle partijen voordeel bij hebben. Er moet worden gestreefd naar gemeenschappelijke programmering en planning van projecten door gebruik te maken van alle relevante samenwerkingsinstrumenten.

In het kader van de huidige verordeningen zijn er de voorbije jaren samenwerkingsprojecten tussen de ultraperifere gebieden en andere regionale partners uitgevoerd in het Caribisch gebied, de Indische Oceaan en West-Afrika. Met name het proefproject dat in het Caribisch gebied met financiering van het EOF en het EFRO 40 is uitgevoerd, is een positieve stap in de richting van meer synergie bij het gebruik van de twee instrumenten.

De recente ramp die de orkaan Irma in Sint-Maarten heeft aangericht, dwingt de EU om met alle relevante belanghebbenden de handen in elkaar te slaan voor de wederopbouw en haar steun te coördineren met het oog op een betere samenwerking en gemeenschappelijke projecten ten behoeve van alle eilandbewoners.

Vanuit de lessen die zijn geleerd, zal de Commissie nadenken over nieuwe manieren om samenwerkingsinitiatieven te vergemakkelijken en te versterken op basis van de behoeften en troeven van de betrokken gebieden. De Commissie zal ook nauw samenwerken met de relevante EU-delegaties om uitwisselingen en gemeenschappelijke projecten tussen de ultraperifere gebieden, de naburige landen en gebieden en de regionale organisaties te bevorderen.

Ten gevolge van de toenemende mondiale uitdagingen en grotere onderlinge afhankelijkheid moeten de ultraperifere gebieden hun samenwerking versterken en deze uitbreiden tot zelfs voorbij hun buurlanden door andere derde landen en internationale partners erbij te betrekken. Dankzij hun geostrategische ligging kunnen deze gebieden een belangrijke rol spelen in internationale fora over mondiale kwesties zoals internationale oceaangovernance. De Commissie zal samen met de lidstaten zoeken naar concrete maatregelen om werk te maken van de desbetreffende agenda's in de respectieve geografische zones van de ultraperifere gebieden.

Het vormen van partnerschappen met regionale en internationale organisaties met de nodige technische kennis en ervaring zal ook de ontwikkelingsmogelijkheden in veelbelovende sectoren bevorderen en de ontwikkeling van gezamenlijke maatregelen op gebieden van gemeenschappelijk belang vergemakkelijken. Bovendien kunnen de ultraperifere gebieden door deelname aan initiatieven zoals het initiatief voor slimme eilanden 41 er de aandacht op vestigen dat hun gebieden geschikte testruimten zijn voor nieuwe oplossingen.

De Commissie zal:

-Overwegen om nieuwe EU-investeringen toe te spitsen op prioritaire en grootschaliger projecten in de geografische bekkens van de ultraperifere gebieden;

-De samenwerking tussen de ultraperifere gebieden en hun buurlanden vergemakkelijken door een betere onderlinge afstemming van de voorschriften van de relevante financieringsinstrumenten en de mogelijkheid om gezamenlijke programma's op te zetten.


Migratie

De migratiedruk die sommige ultraperifere gebieden ondervinden uit naburige landen, in combinatie met een sterke bevolkingsgroei, met name in Frans-Guyana en Mayotte, leidt tot economische en sociale problemen, zoals onlangs weer bleek bij de spanningen in Frans-Guyana. Deze gebieden moeten steun krijgen om de migratie op duurzame wijze te beheren. In andere ultraperifere gebieden is de situatie weer anders en is het belangrijk om de mobiliteit van mensen, studenten en werknemers uit de buurlanden te bevorderen teneinde nieuwe banen en groei te creëren en de regionale integratie van de ultraperifere gebieden te bevorderen.

De Commissie zal:

-Rekening houden met de zorgpunten van de ultraperifere gebieden bij onderhandelingen over en de uitvoering van internationale overeenkomsten en mobiliteitspartnerschappen met hun buurlanden.

5.Conclusie

Om de ultraperifere gebieden te helpen veerkrachtiger te worden, gebruik te maken van hun ontwikkelingspotentieel, ten volle te genieten van de voordelen van het EU-lidmaatschap en de globalisering in goede banen te leiden, is er politieke wil en prioritering nodig, evenals aanhoudende inspanningen om hun troeven beter uit te spelen en op zoek te gaan naar nieuwe bronnen van groei.

In deze mededeling wordt een nieuwe aanpak voor een robuust partnerschap voorgesteld. Dit is gebaseerd op een preventieve aanpak, waarbij de belangen en behoeften van de ultraperifere gebieden worden onderworpen aan een grondige controle, ondersteund door een platform dat zowel de gebieden zelf als en belanghebbenden de mogelijkheid biedt van gedachten te wisselen in alle stadia van beleidsontwikkeling en -uitvoering.

De Commissie zal nauw samenwerken met de ultraperifere gebieden en hun respectieve lidstaten om ervoor te zorgen dat de concrete maatregelen die zij heeft voorgesteld zullen worden uitgevoerd. De Commissie zal proactief optreden om ervoor te zorgen dat bij haar initiatieven reeds in een vroeg stadium rekening wordt gehouden met de gevolgen en mogelijkheden voor de ultraperifere gebieden. Bovendien zal de Commissie, waar nodig, gerichte maatregelen voorstellen waarin rekening wordt gehouden met hun specifieke kenmerken.

Om de ontwikkeling van de ultraperifere gebieden te bevorderen, is er ook behoefte aan aanzienlijke investeringen en betrokkenheid van de desbetreffende lidstaten en de ultraperifere gebieden zelf. De Commissie streeft ernaar om het reeds lang bestaande partnerschap met de ultraperifere gebieden en hun lidstaten verder te versterken om ertoe bij te dragen dat alle gebieden van de EU in de wereld floreren.

(1)

     Op Frans-Guyana na zijn de ultraperifere gebieden allemaal eilanden.

(2)

     Programma van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) - Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

(3)

     Voor de ultraperifere gebieden bestaan er een specifieke aanvullende toewijzing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en een compensatieregeling van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV).

(4)

     Overeenkomstig artikel 107, lid 3, onder a), van het VWEU. Bij de hervorming van het staatssteunbeleid van 2014 en de recente herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening is rekening gehouden met de situatie van de ultraperifere gebieden. Op deze gebieden zullen uitzonderingsbepalingen van toepassing zijn voor exploitatie- en investeringssteun in alle sectoren, en daarnaast kunnen zij ook genieten van andere specifieke steunregelingen.

(5)

     Het aandeel van landbouw en visserij in de economie van de ultraperifere gebieden is meer dan tweemaal zo groot als het EU-gemiddelde: het vertegenwoordigt 3,8 % van de groei in deze gebieden tegenover 1,6 % op EU-niveau.

(6)

     COM(2012) 287 final van 20.6.2012.

(7)

     Resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2017 (2013/2178(INI)), rapporteur: Younous Omarjee, en resolutie van het Europees Parlement van 27 april 2017 (2016/2016(INI)), rapporteur: Ulrike Rodust.

(8)

     Arrest C-132/14 van het Hof van 15 december 2015.

(9)

      https://ec.europa.eu/info/better-regulation-guidelines-and-toolbox_nl

(10)

     In overeenstemming met de EU-bio-economiestrategie (COM(2012) 60 van 13.2.2012).

(11)

     De ultraperifere gebieden hebben vooral kleinschalige vissersvaartuigen. De industriële en langeafstandsvloten die in deze gebieden zijn gebaseerd, leveren grondstoffen aan de visverwerkende industrie, die op lokaal niveau belangrijk is.

(12)

     COGEA e.a., Realising the potential of the Outermost Regions for sustainable blue growth, Publicaties van de Europese Unie, 2017.

(13)

     In overeenstemming met artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

(14)

      Hierbij moet onder meer worden voortgebouwd op de bevindingen van de door COGEA e.a. uitgevoerde studie van 2017 (zie voetnoot 12).

(15)

     Voor alle EU-landen worden vlootcapaciteitsmaxima vastgesteld. Voor de ultraperifere gebieden is er een specifieke, gedetailleerde regeling voor de vlootcapaciteitsmaxima vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1380/2013. Nieuwe vissersvaartuigen mogen pas aan de vloot worden toegevoegd nadat evenveel capaciteit verloren is.

(16)

     In het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt tussen 2014 en 2020 in totaal 6,1 miljard euro voor de ultraperifere gebieden uitgetrokken.

(17)

     Verordening (EU) 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten (PB L 156 van 20.6.2017, p. 1).

(18)

     Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

(19)

     Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

(20)

     Zie voetnoot 2.

(21)

     Vrijwillige regeling ten behoeve van biodiversiteit en ecosysteemdiensten in de Europese landen en gebieden overzee    
http://ec.europa.eu/best  

(22)

     Deze worden momenteel gefinancierd door het BEST-initiatief.

(23)

     Europees Milieuagentschap: 'Climate change, impacts and vulnerability in Europe 2016' (De klimaatverandering, effecten en kwetsbaarheid in Europa 2016):      https://www.eea.europa.eu/publications/climate-change-impacts-and-vulnerability-2016

(24)

     Verordening (EG) Nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311, 14.11.2002, blz. 3).

(25)

     Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2013:0216:FIN:NL:PDF  

(26)

     Zie het verslag van de deskundigen van 2017 over energie in de ultraperifere gebieden:

http://ec.europa.eu/regional_policy/en/information/publications/reports/2017/expert-group-report-on-energy-for-the-eu-outermost-regions

(27)

     Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PB L 153 van 18.6.2010, blz. 13).

(28)

     Overeenkomstig artikel 1 van deze richtlijn.

(29)

     Politieke verklaring van 18 mei 2017 ondertekend door de Commissie en 14 lidstaten (Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Malta, Portugal, Spanje en Zweden).

(30)

      https://ec.europa.eu/energy/en/news/commission-proposes-new-rules-consumer-centred-clean-energy-transition

(31)

     Zie de mededeling over de versterking van innovatie in de Europese regio's: strategieën voor veerkrachtige, inclusieve en duurzame groei, COM(2017) 376 final van 18.7.2017.

(32)

     Internationale conferenties over biodiversiteit, Réunion (2008), Guadeloupe (2014) –    
http://www.guadeloupe.developpement-durable.gouv.fr/IMG/pdf/communique_conference_bio.pdf

(33)

     Tussen 17 % en 27 % in Martinique, Frans-Guyana, Guadeloupe, Réunion, de Canarische Eilanden en Mayotte. Meer dan 40 % werkgelegenheid voor jongeren in alle ultraperifere gebieden, meer dan 50 % op de Canarische eilanden en Mayotte (Eurostat 2016) en Madeira (Eurostat 2014).

(34)

      http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=comnat:COM_2016_0590_FIN

(35)

      https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-skills-jobs-coalition

(36)

     Verslag van de groep van deskundigen inzake de vervoerstoegankelijkheid van de ultraperifere gebieden.

http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/policy/themes/outermost-regions/pdf/transport_report_en.pdf

(37)

      http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=comnat:COM_2016_0590_FIN

(38)

     Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG om de huidige beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten voort te zetten en de tenuitvoerlegging van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 voor te bereiden, COM(2017) 54 final van 3.2.2017.

(39)

     In de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie lopen onderhandelingen over de uitvoeringsbepalingen inzake een wereldwijde marktgebaseerde maatregel en de concrete toepassing daarvan.

(40)

   In de programmeringsperiode 2014-2020 zal de Regionale Raad in het kader van een 'Convention de délégation' tussen de regioraad van Guadeloupe en de EU-delegatie Guyana het beheer van de EOF-middelen van het Caribische regionale programma beheren om gemeenschappelijke projecten van het EOF en het EFRO te identificeren en financieren.

(41)

      http://www.smartislandsinitiative.eu/en/index.php