Artikelen bij COM(2018)482 - Verslag over het mededingingsbeleid 2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2018)482 - Verslag over het mededingingsbeleid 2017.
document COM(2018)482 NLEN
datum 18 juni 2018
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 18.6.2018

COM(2018) 482 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over het mededingingsbeleid 2017

{SWD(2018) 349 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over het mededingingsbeleid 2017

1. Inleiding

In 2017 werd de 60e verjaardag van de ondertekening van het Verdrag van Rome gevierd. Het Verdrag van Rome legde de basis voor de Europese Unie zoals we die vandaag kennen. Dit betekent dat ook het mededingingsbeleid van de EU al ruim zestig jaar van kracht is. Vanaf de eerste dag van haar bestaan kent de EU immers regels die eerlijke en onvervalste mededinging verdedigen.

De afgelopen decennia heeft het mededingingsbeleid een groot verschil gemaakt in het leven van de mensen: Europese burgers zijn misschien niet altijd vertrouwd met de mededingingsregels, toch nemen ze elke dag deel aan de markt. Mededinging zet bedrijven ertoe aan om te concurreren op merites - prijs, kwaliteit en innovatie - en om te beantwoorden aan de behoeften van consumenten. Mededinging moedigt ondernemingen aan om beter te presteren en geeft de consument op die manier de macht in handen.

De afgelopen decennia konden alle ondernemingen die op de interne markt actief zijn eveneens vertrouwen op een stabiel samenstel van regels en de onpartijdige tenuitvoerlegging daarvan. Een krachtige, consequente en voorspelbare handhaving geeft een duidelijk signaal dat elke onderneming onder dezelfde voorwaarden haar activiteiten kan uitoefenen en gelijke slaagkansen krijgt.

Een wereld met internationale bedrijven en wereldwijde handel kan dankzij de handhaving van de mededingingsregels een wereld zijn waar kleine ondernemingen en particulieren een eerlijke kans krijgen. De mededingingsregels waarborgen eveneens dat alle ondernemingen die op de eengemaakte markt actief zijn zich aan dezelfde regels houden - of het nu kleine of grote ondernemingen zijn, en uit welke hoek van de wereld ze ook komen.

Het mededingingsbeleid speelt eveneens een cruciale rol in de ondersteuning van de politieke prioriteiten van de Commissie. De initiatieven van het mededingingsbeleid hebben er in 2017 mee voor gezorgd dat de agenda van de Commissie vorm heeft gekregen en dat vooruitgang werd geboekt op de gebieden die de Europese burgers aanbelangen. De digitale economie, energiesector, farmaceutische sector en agrochemische sector, de netwerkindustrieën en de financiële markten behoren tot de sectoren waar de inspanningen van het mededingingsbeleid een verschil blijven maken voor Europese consumenten.

De Commissie werkt intensief samen met de nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten zodat de voordelen van mededinging kunnen worden verveelvoudigd en verspreid in alle lidstaten van de EU. De Commissie en mededingingsautoriteiten van over de hele wereld slaan tegelijk de handen in elkaar om wereldwijd een echt gelijk speelveld tot stand te brengen.

De afgelopen zestig jaar heeft het mededingingsbeleid van de EU ondernemingen en consumenten meer slagkracht gegeven door ervoor te zorgen dat elke onderneming en elke burger de voordelen van eerlijke mededinging kan ervaren.

Dit verslag is een niet-uitputtende samenvatting van de activiteiten die de Commissie in de loop van 2017 heeft uitgevoerd op het gebied van het mededingingsbeleid. Meer informatie is te vinden in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie en op de website van het directoraat-generaal Concurrentie 1 .

2. Doeltreffendheid van de handhaving van de mededingingsregels versterken

Een doeltreffende handhaving van de mededingingsregels verleent consumenten in de EU toegang tot betere producten en een ruimere keuze. De bestrijding van mededingingsbeperkende praktijken zorgt er eveneens voor dat opengestelde markten in ieders belang werken. Het is daartoe van cruciaal belang dat elke Europese burger dezelfde bescherming geniet.

De Commissie en nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten werken al ruim tien jaar nauw samen aan de handhaving van de EU-antitrustregels in het kader van het Europees mededingingsnetwerk (ECN) 2 . Dit netwerk schraagt de coherente toepassing van de antitrustregels van de EU door alle handhavingsinstanties: de plaats waar een onderneming in de eengemaakte markt is gevestigd, mag voor de handhaving van de mededingingsregels niets uitmaken.

In maart 2017 stelde de Commissie nieuwe regels voor om de mededingingsautoriteiten van de lidstaten de mogelijkheid te geven om de EU-antitrustregels doeltreffender te handhaven 3 (de zogenoemde "ECN+"). Het voorstel heeft tot doel mededingingsautoriteiten van de lidstaten meer bevoegdheden toe te kennen en ervoor te zorgen dat ze over alle instrumenten beschikken om dit te bereiken.

ECN+: hoe de voorgestelde richtlijn de nationale mededingingsautoriteiten van de EU sterker zal maken

Zodra de voorgestelde regels zijn aangenomen, krijgen de nationale mededingingsautoriteiten een gemeenschappelijk basisinstrumentarium en doeltreffende handhavingsbevoegdheden. Zo wordt gewaarborgd dat de mededingingsautoriteiten:

a) bij de handhaving van de EU-mededingingsregels onafhankelijk optreden en volledig onpartijdig functioneren, zonder instructies van publieke of private entiteiten te volgen;

b) de nodige financiële en personele middelen hebben om hun werk te doen;

c) over alle bevoegdheden beschikken om alle relevante bewijsmateriaal te verzamelen, zoals het recht om mobiele telefoons, laptops en tablets te doorzoeken;

d) bij inbreuken op de EU-antitrustregels passende instrumenten hebben om evenredige en afschrikkende sancties op te leggen. Het voorstel garandeert dat de begrippen 'onderneming', 'aansprakelijkheid van de moederonderneming' en 'opvolging' worden gebruikt in overeenstemming met de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie, zodat ondernemingen niet kunnen ontsnappen aan geldboeten door middel van herstructureringen. Geldboeten voor inbreuken van ondernemingen die juridisch niet op het grondgebied van de nationale mededingingsautoriteiten aanwezig zijn, kunnen dan door die autoriteiten worden ingevorderd. Dit is een belangrijke stap, aangezien steeds meer ondernemingen internationaal actief zijn;

e) beschikken over geharmoniseerde kernvoorwaarden voor clementieregelingen alsmede over een gemeenschappelijk stelsel van beknopte verzoeken, die ondernemingen aanmoedigen om bewijsmateriaal van verboden kartels voor te leggen. Daardoor worden ondernemingen nog meer gestimuleerd om deel te nemen aan een clementieregeling en hun betrokkenheid bij een kartel aan te geven;

Het voorstel van de Commissie onderstreept het belang van de grondrechten van de ondernemingen en verplicht de autoriteiten om, in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de algemene beginselen van het EU-recht, bij de uitoefening van hun bevoegdheden passende waarborgen in acht te nemen.

De nieuwe regels worden voorgesteld in de vorm van een richtlijn, zodat rekening kan worden gehouden met nationale bijzonderheden. De richtlijn is nu, volgens de gewone wetgevingsprocedure, voor aanneming aan het Europees Parlement en de Raad gezonden. Wanneer de richtlijn is aangenomen, moeten de lidstaten de bepalingen daarvan omzetten in nationaal recht.

Een nieuw instrument voor klokkenluiders

Tot nog toe zijn de meeste kartels ontdekt via de clementieregeling van de Commissie, die het bedrijven mogelijk maakt hun eigen deelname aan een kartel te melden in ruil voor een verlaging van de hun opgelegde geldboete. In maart 2017 nam de Commissie een nieuw anoniem instrument voor klokkenluiders in gebruik, waarmee ook personen die kennis hebben van het bestaan of de werking van een kartel of van andere soorten schendingen van de mededinging de kans krijgen om deze praktijken mee een halt toe te roepen 4 .

Als mensen ongerust zijn over bedrijfspraktijken die mogelijk in strijd zijn met het mededingingsrecht, kan dit nieuwe instrument helpen om orde op zaken te stellen door informatie te verstrekken zonder daarbij de anonimiteit te schenden. Inside-kennis kan een krachtig instrument zijn om de Commissie te helpen kartels en andere concurrentievervalsende praktijken aan het licht te brengen. Het nieuwe systeem vergroot de kans op ontdekking en vervolging en zal zo bedrijven waarschijnlijk nog meer afschrikken om tot kartels toe te treden of erin te blijven, of andere soorten onwettige concurrentievervalsende handelingen te verrichten. Informatie kan snel en efficiënter tot het succes van de onderzoeken van de Commissie bijdragen ten voordele van de consumenten en de EU-economie als geheel.

Na de eerste maanden dat het instrument werd gebruikt, waren de cijfers positief. Dit toont aan dat het nieuwe kanaal door klokkenluiders wordt opgepikt. Er worden regelmatig berichten ontvangen.

"Small on small" - naar een doeltreffender staatssteunbeleid

Overeenkomstig de 'big on big, small on small'-benadering van de Commissie worden nu aanzienlijk meer kleinere en niet-problematische staatssteunmaatregelen vrijgesteld van de voorafgaande aanmelding ingevolge de algemene groepsvrijstellingsverordening, in ruil voor scherpere controles op het niveau van de lidstaten, meer transparantie en een betere effectbeoordeling van de steun 5 . Op 17 mei heeft de Commissie het toepassingsgebied van de algemene groepsvrijstellingsverordening uitgebreid naar havens en luchthavens. De verordening bevat nu ook nieuwe vereenvoudigingen in andere sectoren, zoals cultuurprojecten en multifunctionele sportaccommodaties, alsook vergoedingen voor ondernemingen die actief zijn in de ultraperifere regio's van de EU 6 . Dit zal naar verwachting overheidsinvesteringen bevorderen die de gemeenschappelijke doelstellingen van de Commissie op het gebied van banen en groei, klimaat, innovatie en sociale cohesie ondersteunen.

De Commissie bleef de autoriteiten van de lidstaten ondersteunen aan de hand van de zogenaamde "analyseschema's" over de toepassing van de staatssteunregels voor de overheidsfinanciering van infrastructuurprojecten, die in 2016 werden herzien in het kader van de goedkeuring van de Mededeling van de Commissie betreffende het begrip 'staatssteun'. 7 De gewijzigde algemene groepsvrijstellingsverordening en de analyseschema's maken het voor projectontwikkelaars en steunverlenende autoriteiten eenvoudiger om infrastructuurinvesteringen sneller en met volledige rechtszekerheid uit te voeren.

De diensten van de Commissie bevorderden de naleving van de transparantiebepalingen van de modernisering van het staatssteunbeleid door in samenwerking met de lidstaten de Transparency Award Module te ontwikkelen - een nieuw informatie-instrument voor de voorlegging en bekendmaking van gegevens over staatssteun. 8 Sinds oktober 2017 werken 24 lidstaten met de Transparency Award Module. Er werden ongeveer 15 000 steunverleningen bekendgemaakt door 22 lidstaten.

De Commissie verleent eveneens haar steun aan de lidstaten in het kader van een multilateraal partnerschap, zoals de werkgroep voor de tenuitvoerlegging van de modernisering van het staatssteunbeleid. De werkgroep geeft lidstaten de mogelijkheid om hun beste praktijken met betrekking tot hun systemen voor staatssteuntoezicht met elkaar te delen en fungeert als netwerk om problemen met staatssteun informeel met de lidstaten en de Commissie te bespreken.

3. Het potentieel van de digitale eengemaakte markt ten volle benutten

Digitale technologie maakt tegenwoordig integraal deel uit van het leven van EU-burgers thuis, op het werk, tijdens hun studies of tijdens het reizen. 360 miljoen Europeanen maken elke dag gebruik van internet, van wie bijna 60 % via mobiele telefoon of smartphone. Om alle nieuwe mogelijkheden die daarmee gepaard gaan optimaal te kunnen benutten, heeft Europa een daadwerkelijk verbonden digitale eengemaakte markt nodig. Het mededingingsbeleid maakt integraal deel uit van de strategie van de Commissie om de digitale eengemaakte markt te verbeteren en te versterken, wat op zijn beurt nieuwe groei en honderdduizenden nieuwe banen creëert 9 .  

Handhaving van de antitrustregels om de innovatie op de onlinemarkten te ondersteunen

Het is in de digitale sector van cruciaal belang dat succesvolle ondernemingen, die de markt domineren, niet de kans krijgen om hun machtspositie te gebruiken om de concurrentie uit te schakelen, omdat dit uiteindelijk veel schade kan berokkenen aan de innovatie.

In juni 2017 oordeelde de Commissie dat Google zijn machtspositie als zoekmachine misbruikte door zijn eigen prijsvergelijkingsdienst te promoten in zijn zoekresultaten 10 .

De zaak 'Google Shopping': een ruimere keuze voor consumenten

Het belangrijkste product van Google is de zoekmachine, die zoekresultaten aanbiedt aan klanten, die voor de dienst betalen met hun gegevens. In 2004 is Google toegetreden tot de afzonderlijke markt voor prijsvergelijkingsdiensten in Europa, met een product dat nu de naam 'Google Shopping' draagt. In 2008 heeft Google een strategie ingevoerd op de Europese markten om zijn prijsvergelijkingsdienst te promoten. Die strategie berustte op de machtspositie van Google op het gebied van algemene internetzoekdiensten, veeleer dan op concurrentie op merites op prijsvergelijkingsmarkten. Google heeft zijn eigen prijsvergelijkingsdienst systematisch een prominente plaats gegeven en heeft prijsvergelijkingsdiensten van concurrenten onderaan in zijn zoekresultaten geplaatst. Gebleken is dat zelfs de hoogst gerangschikte concurrerende dienst gemiddeld pas op de vierde pagina van de zoekresultaten van Google komt, en andere zelfs nog verder. De eigen prijsvergelijkingsdienst van Google was niet afhankelijk van de generieke zoekalgoritmen van Google, en werd ook niet onderaan geplaatst. Daardoor was de prijsvergelijkingsdienst van Google in vergelijking met concurrerende prijsvergelijkingsdiensten veel zichtbaarder voor klanten in de zoekresultaten van Google.

Gebleken is dat klanten veel vaker op resultaten klikken die zichtbaarder zijn, d.w.z. de resultaten die hoger in de zoekresultaten van Google worden weergegeven. Als gevolg van de illegale praktijken van Google is het verkeer naar de prijsvergelijkingsdienst van Google aanzienlijk toegenomen, terwijl concurrenten blijvend te maken kregen met een zeer aanzienlijke afname van het verkeer.

De Commissie heeft Google een geldboete van 2,42 miljard EUR opgelegd wegens inbreuk op de EU-antitrustregels. Het besluit van de Commissie verplichtte Google eveneens het beginsel van gelijke behandeling van concurrerende prijsvergelijkingsdiensten en zijn eigen dienst na te leven.

Het innemen van een machtspositie is op zich niet in strijd met de EU-antitrustregels. Ondernemingen met een machtspositie hebben echter een bijzondere verantwoordelijkheid om geen misbruik te maken van hun sterke machtspositie door de mededinging te beperken op de markt waarop zij dominant zijn of op afzonderlijke, doch verbonden, markten. Google heeft andere bedrijven de kans ontzegd op merites te concurreren en te innoveren en heeft dus inbreuk gemaakt op de EU-antitrustregels. En belangrijker nog, het heeft Europese consumenten een echte keuze aan diensten ontnomen en hen belet de voordelen van innovatie volledig te benutten.

De Commissie blijft het mogelijke misbruik van de machtspositie van Google onderzoeken in twee andere zaken, met name omtrent mobiele apps en diensten (Android 11 ) en zoekadvertenties van Google die op andere websites worden weergegeven (AdSense 12 ).

De Commissie heeft eveneens de distributieovereenkomsten van Amazon met uitgevers van e-books in Europa onder de loep genomen 13 . De Commissie heeft een onderzoek ingesteld omdat ze haar bedenkingen had bij de clausules in de distributieovereenkomsten voor e-books van Amazon, die mogelijk in strijd waren met de EU-antitrustregels. Die clausules, die soms de clausules van de 'meest begunstigde natie' worden genoemd, eisten dat uitgevers aan Amazon soortgelijke, of betere, algemene voorwaarden boden dan aan zijn concurrenten en/of dat Amazon op de hoogte werd gebracht van gunstigere of alternatieve voorwaarden die aan concurrenten van Amazon werden geboden. De Commissie stelde dat die clausules het voor andere e-bookplatforms moeilijker konden maken om innovatieve diensten voor e-books te ontwikkelen en om daadwerkelijk met Amazon te concurreren.

Amazon heeft getracht tegemoet te komen aan de bezwaren van de Commissie door voor te stellen om de voorwaarden van zijn overeenkomsten met uitgevers niet af te dwingen, in te voeren of te wijzigen. De toezeggingen die Amazon oorspronkelijk voorstelde, werden gewijzigd nadat feedback van de belanghebbende partijen werd ontvangen. In mei stelde de Commissie vast dat de gewijzigde definitieve versie van de toezeggingen een tijdige, doeltreffende en uitvoerige oplossing bood voor de mededingingsbezwaren die de Commissie had gemaakt 14 . De toezeggingen dragen ertoe bij de innovatie en eerlijke mededinging op de Europese markt voor e-books met een waarde van meer dan 1 miljard EUR, te waarborgen, en vergroten de keuze en de mededinging ten behoeve van de Europese consumenten.

Handhaving van de mededingingsregels op sportmarkten

Op vrijdag 8 december 2017 heeft de Commissie een besluit aangenomen waarin zij vaststelt dat de toelatingsregels van de Internationale Schaatsunie (ISU) in strijd waren met artikel 101 VWEU 15 . De betrokken regels legden zware sancties op aan sporters die deelnamen aan snelschaatswedstrijden zonder toestemming van de ISU, zelfs wanneer die wedstrijden geen enkel risico vormden voor de legitieme sportdoelstellingen, noch voor de integriteit en de correcte uitoefening van de sport, noch voor de gezondheid en veiligheid van sporters.

De Commissie stelde vast dat, als gevolg van de toelatingsregels van de ISU, schaatsers niet mochten deelnemen aan schaatsevenementen die niet door de ISU werden georganiseerd en dat zij mogelijk werden beroofd van extra inkomsten in hun reeds relatief korte snelschaatscarrière. Verder maakten de toelatingsregels van de ISU het onafhankelijke organisatoren moeilijk om hun eigen snelschaatswedstrijden op te zetten, omdat ze geen topschaatsers konden aantrekken. Dat beperkte de ontwikkeling van alternatieve en innovatieve snelschaatswedstrijden, ten koste van fans en toeschouwers.

Hoewel de Commissie van oordeel was dat haar tussenkomst gezien de omstandigheden noodzakelijk was, wil het besluit niet zeggen dat de Commissie scheidsrechter wil zijn bij elk sportgeschil.

Het sectoraal onderzoek van de Commissie naar e-commerce:

E-commerce moet consumenten een ruimer aanbod aan goederen en diensten bieden, maar hen ook de kans geven om in het buitenland aankopen te doen. Hoewel er steeds meer goederen en diensten wereldwijd via het internet worden verhandeld, komt de grensoverschrijdende onlineverkoop in de EU maar traag op gang. In 2015 opende de Commissie een sectoraal onderzoek om eventuele concurrentieproblemen op de Europese markt voor elektronische handel aan het licht te brengen 16 . In de loop van het onderzoek heeft de Commissie gegevens verzameld van bijna 1 900 bedrijven die actief zijn in de elektronische handel in consumptiegoederen en digitale inhoud, en heeft zij ongeveer 8 000 distributie- en licentieovereenkomsten geanalyseerd. In mei 2017 publiceerde de Commissie het eindverslag over het sectoraal onderzoek naar e-commerce 17 , rekening houdend met de opmerkingen die werden ontvangen over het voorlopige verslag van september 2016. De bevindingen helpen de Commissie nu al om de handhaving van de EU-mededingingsregels op de markten voor elektronische handel beter af te stemmen. Het sectoraal onderzoek heeft verder een aantal ondernemingen ertoe aangezet om hun handelspraktijken op eigen initiatief te herzien.

Prijsrestricties en geoblocking aanpakken

De Commissie is in februari 2017 in drie zaken een onderzoek begonnen. Daarmee wil zij nagaan of bepaalde praktijken in de onlineverkoop consumenten beletten om te profiteren van een grensoverschrijdend aanbod en om consumentenelektronica, videospelletjes en hotelaccommodatie tegen concurrerende prijzen te kopen 18 . Met de drie onderzoeken wil de Commissie de specifieke kwesties aanpakken van restricties op de detailhandelsprijzen, discriminatie op basis van locatie en geoblocking in verticale overeenkomsten tussen ondernemingen. De eerste uitkomsten van het sectorale mededingingsonderzoek van de Commissie in de e-commercesector laten zien dat het gebruik van deze restricties wijdverbreid is in de hele EU.

In juni 2017 is de Commissie een formeel antitrustonderzoek gestart naar de distributieovereenkomsten en praktijken van kledingfabrikant en detailhandelaar Guess 19 . De Commissie is eveneens drie afzonderlijke antitrustonderzoeken gestart om na te gaan of Nike, Sanrio en Universal Studios de grensoverschrijdende verkoop en onlineverkoop van merchandisingproducten beperken 20 . De Commissie onderzoekt of de licentiërings- en distributiepraktijken van deze ondernemingen consumenten de toegang ontzeggen tot een ruimer aanbod en betere deals op de eengemaakte markt.

Een van de hoofddoelen van de strategie van de Commissie voor een digitale eengemaakte markt 21 bestaat erin consumenten en bedrijven betere toegang tot goederen en diensten te bieden, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de EU-mededingingsregels worden nageleefd, ongerechtvaardigde geoblocking wordt stopgezet 22 en de grensoverschrijdende overdraagbaarheid van online-inhoudsdiensten mogelijk wordt gemaakt.

Een levendige mededinging in de mediasector waarborgen

De mediasector is van vitaal belang om vooruitgang te boeken bij informatie- en communicatietechnologieën en om cultuur, informatie, onderwijs en democratie tot stand te brengen en in stand te houden. Aangezien digitale inhoud in toenemende mate beschikbaar is en wordt verspreid op verschillende platforms (digitale terrestrische, kabel-, satelliet-, internet- en mobiele netwerken), trachten bedrijven de productie van inhoud en de verspreiding ervan te combineren. De Commissie vindt het bij de beoordeling van fusies in de mediasector in de eerste plaats belangrijk dat de toegang tot sleutelelementen - inhoud, technologie of interconnectiviteit - geen negatieve gevolgen ondervindt.

In april 2017 gaf de Commissie uit hoofde van de concentratieverordening groen licht voor de voorgestelde overname van Sky door Twenty-First Century Fox, een in de Verenigde Staten van Amerika gevestigd wereldwijd gediversifieerd mediabedrijf 23 . Sky is de toonaangevende aanbieder van betaaltelevisie in Oostenrijk, Duitsland, Ierland, Italië en het Verenigd Koninkrijk, en Twenty-First Century Fox is een van de zes grote filmstudio's van Hollywood, evenals aanbieder van televisiekanalen. Fox en Sky zijn vooral actief op verschillende markten in Oostenrijk, Duitsland, Ierland, Italië en het Verenigd Koninkrijk. De Commissie kwam tot de conclusie dat de voorgenomen transactie geen aanleiding zou geven tot mededingingsbezwaren in Europa. 

In mei gaf de Commissie groen licht voor de overname van de feitelijke zeggenschap over Telecom Italia door Vivendi 24 . Zowel Telecom Italia (Italië) als Vivendi (Frankrijk) zijn actief op de markt voor wholesaletoegang tot digitale terrestrische netwerken voor de uitzending van televisiekanalen, via hun betreffende belangen in twee andere ondernemingen, Persidera en Mediaset. De Commissie stelde vast dat Vivendi na de transactie zou zijn aangemoedigd om de prijzen voor televisiekanalen op de markt voor wholesaletoegang tot digitale terrestrische televisienetwerken te laten stijgen. Teneinde de mededingingsbezwaren van de Commissie weg te nemen, heeft Vivendi zich ertoe verbonden het belang van Telecom Italia in Persidera af te stoten. Het besluit van de Commissie is wel afhankelijk gesteld van de volledige naleving van de gedane toezeggingen.

De Commissie heeft exclusieve bevoegdheid om het effect van de voorgenomen transacties op de mededinging in de verschillende betrokken markten binnen de Europese Economische Ruimte (EER) te beoordelen. In de EU-concentratieverordening wordt echter erkend dat lidstaten passende maatregelen kunnen treffen, bijvoorbeeld een verbod op de voorgenomen transacties, om zodoende de andere gerechtvaardigde belangen, zoals het pluralisme van de media, te beschermen. De minister van Cultuur, Media en Sport van het Verenigd Koninkrijk bekijkt op dit moment in dit opzicht of passende maatregelen moeten worden getroffen om het pluralisme van de media in het Verenigd Koninkrijk te beschermen ten aanzien van de voorgestelde overname van Sky door Twenty-First Century Fox.

De Commissie keurde eveneens twee steunregelingen goed ter ondersteuning van de ontwikkeling en bevordering van uit cultureel en onderwijsoogpunt waardevolle digitale videospelletjes in Duitsland 25 en Denemarken 26 .

Toezicht op fusies en het belang van juiste informatie

Bij de beoordeling van een voorgenomen fusie moet de Commissie met kennis van zaken beslissingen kunnen nemen. De EU-concentratieverordening verplicht ondernemingen in een fusieonderzoek om juiste inlichtingen te verstrekken die niet misleidend zijn, aangezien dit cruciaal is voor de Commissie om fusies en overnames tijdig en doeltreffend te kunnen onderzoeken. Deze verplichting is van toepassing, ongeacht of de inlichtingen een effect hebben op de uiteindelijke uitkomst van de beoordeling van de fusie.

Toen Facebook in 2014 de overname van WhatsApp aankondigde 27 , liet het de Commissie weten dat gebruikersaccounts van Facebook en WhatsApp niet automatisch aan elkaar zouden kunnen worden gekoppeld. De Commissie ontdekte later echter dat, in tegenstelling tot wat Facebook in 2014 tijdens het onderzoek van de fusie beweerde, het al in 2014 technisch mogelijk was om de identiteit van gebruikers van Facebook en WhatsApp automatisch te koppelen en dat Facebook zich daarvan bewust was. In navolging van een mededeling van punten van bezwaar legde de Commissie Facebook in mei 2017 een geldboete van 110 miljoen EUR op wegens het verstrekken van foutieve of misleidende informatie 28 . Het besluit stuurt een duidelijk signaal aan bedrijven dat ze moeten voldoen aan alle elementen van de fusieregels van de EU, inclusief de verplichting om juiste inlichtingen te verstrekken.

Connectiviteit in de EU ondersteunen

Internetverbindingen en -dekking zijn een eerste vereiste voor digitale ontwikkeling en innovatie. De Commissie streeft er in het kader van haar strategie voor de digitale eengemaakte markt naar om de introductie van breedband, met name in gebieden die nu nog niet voldoende aan bod komen, aan te moedigen en om een hoge connectiviteit te waarborgen in de EU. De Commissie heeft een doel gesteld dat alle scholen, transportknooppunten en de belangrijkste aanbieders van overheidsdiensten, alsook ondernemingen die in sterke mate digitaal werken, tegen 2025 moeten beschikken over een internetverbinding met een download-/uploadsnelheid van 1 gigabit gegevens per seconde. Daarenboven moeten alle Europese gezinnen toegang hebben tot netwerken die een downloadsnelheid van ten minste 100 Mbps aanbieden, wat kan worden uitgebreid naar 1 gigabit tegen 2025 29 . Tot slot moet er ook in alle stedelijke gebieden en op alle belangrijke transportroutes over land een ononderbroken 5G-dekking zijn tegen 2025.

De algemene groepsvrijstellingsverordening, die met name bedoeld is voor gebieden met weinig dekking en die lidstaten de mogelijkheid geeft om breedbandnetwerken in gebruik te nemen zonder aanmelding van staatssteun, en de richtsnoeren van de Commissie voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken 30 bieden stabiliteit en rechtszekerheid voor breedbandinvesteringen. Deze regels moedigen een snelle uitrol van breedbandinfrastructuur met overheidsfinanciering aan en beperken gelijktijdig het risico om particuliere investeringen te verdringen of monopolies te creëren tot een minimum. Alle lidstaten hebben nu nationale en/of regionale breedbandstrategieën aangenomen en/of bijgewerkt en stemmen deze geleidelijk aan af op de nieuwe strategische doelstellingen voor connectiviteit voor 2025. De Commissie keurde in de loop van 2017 uitvoerige nationale en regionale breedbandregelingen goed, met name voor Litouwen, Kroatië, Oostenrijk, Duitsland en Polen. De geplande maatregelen zullen sneller internet naar consumenten en ondernemingen brengen. In 2017 heeft het Directoraat-generaal Concurrentie met zijn expertise op het gebied van het mededingingsrecht, met name in staatssteunregels, actief bijgedragen tot het nieuwe Europese netwerk van adviesbureaus voor breedband 31 en het instrumentarium voor landelijke breedband 32 . Beide initiatieven zijn erop gericht (juridische, technische of financiële) capaciteit op te bouwen en kennis van breedband te verspreiden, met inbegrip van de uitwisseling van de huidige goede praktijken voor een snelle tenuitvoerlegging van breedbandplannen in Europa.

4. Eerlijke mededinging op geconcentreerde markten bevorderen in het belang van burgers en bedrijven

Een hoge marktconcentratie wil zeggen dat slechts enkele ondernemingen grote marktaandelen bezitten in een bepaalde sector. Een strenge mededingingshandhaving zorgt ervoor dat grote en machtige ondernemingen hun machtspositie op de markt niet kunnen misbruiken ten nadele van hun klanten en de rest van de economie. Het Hof van Justitie heeft in september het kader voor de beoordeling van de wettigheid van exclusiviteitskortingen dat door dominante ondernemingen wordt toegepast, verduidelijkt. Het bevestigde dat er in feite van uit kan worden gegaan dat dergelijke kortingen verboden zijn en dat mededingingsverstorende gevolgen zich op verschillende manieren kunnen manifesteren 33 . Vanuit procedureel oogpunt herinnert het Hof er eveneens aan hoe belangrijk het is om een register bij te houden van contacten met ondernemingen en andere partijen die betrokken zijn bij mededingingsonderzoeken, wat volledig overeenstemt met de nadruk die de Commissie legt op rechtvaardigheid en het respect voor de rechten van verdediging van ondernemingen.

Handhaving van de mededingingsregels in de farmaceutische sector

Europese burgers moeten toegang krijgen tot innovatieve, veilige en betaalbare farmaceutische producten. Wanneer producenten van geneesmiddelen en medische apparatuur of andere ondernemingen binnen de gezondheidszorg worden afgeschrikt om oneerlijke praktijken toe te passen, wint de burger. Nieuwe en betere producten worden ontwikkeld, prijzen dalen en de begrotingen voor de volksgezondheid worden gespaard. Elke lidstaat van de EU heeft een ander beleid voor de prijsstelling en vergoedingen van geneesmiddelen, dat is afgestemd op zijn economische en gezondheidsbehoeften; desalniettemin moeten alle farmaceutische ondernemingen die actief zijn op de eengemaakte markt van de EU de mededingingsregels naleven.

In mei 2017 heeft de Commissie een formeel onderzoek ingesteld naar de bezwaren dat Aspen Pharma zich zou hebben ingelaten met een buitensporige prijsstelling bij vijf levensreddende geneesmiddelen tegen kanker 34 . De Commissie onderzoekt of Aspen een dominante marktpositie heeft misbruikt in strijd met de antitrustregels van de EU. De Commissie zal thans prioritair een diepgaand onderzoek uitvoeren. Dat een formeel onderzoek wordt ingeleid, zegt nog niets over de uitkomst van het onderzoek.

De Commissie bestudeert de prijspraktijken voor levensreddende geneesmiddelen: de zaak Aspen

Aspen is een wereldwijde farmaceutische onderneming die gevestigd is in Zuid-Afrika en meerdere dochterondernemingen heeft in de EER. Het onderzoek heeft betrekking op de prijspraktijken van Aspen voor de niche van geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van kanker, zoals hematologische tumoren. De geneesmiddelen worden verkocht met verschillende formuleringen en onder verschillende merknamen. Aspen heeft deze geneesmiddelen verworven nadat hun octrooibescherming was verstreken.

De Commissie onderzoekt de beweringen dat Aspen zeer grote en ongerechtvaardigde prijsstijgingen tot enkele honderden procent heeft opgelegd, zogenaamde 'woekerprijzen'. Om dergelijke prijsstijgingen door te kunnen voeren, dreigde Aspen om de geneesmiddelen in kwestie in bepaalde lidstaten uit de rekken te halen en heeft dat in enkele gevallen ook daadwerkelijk gedaan. Het onderzoek bestrijkt de hele EER, met uitzondering van Italië, aangezien de Italiaanse mededingingsautoriteit al in september 2016 een inbreukbesluit heeft genomen tegen Aspen.

Dit is de eerste keer dat de Commissie een onderzoek opent naar de bezwaren over buitensporige prijsstelling in de farmaceutische industrie.

De Commissie is eveneens waakzaam geweest om pogingen van originator-ondernemingen om de introductie van generieke geneesmiddelen op de markt te vertragen of te belemmeren, aan te pakken. In juli 2017 richtte de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan de farmaceutische onderneming Teva 35 . De Commissie bracht Teva op de hoogte van haar voorlopige standpunt dat de overeenkomst die Teva had gesloten met zijn concurrent Cephalon in strijd was met de antitrustregels van de EU. Teva had zich er uit hoofde van de overeenkomst toe verbonden om de goedkopere generieke variant van Modafinil, het geneesmiddel van Cephalon voor slaapstoornissen, niet op de markt te brengen.

De markttoetreding en mededinging van generieke geneesmiddelen vormen een essentiële factor om de gezondheidszorg betaalbaarder te maken. In de mededeling van punten van bezwaar wordt aangevoerd dat de schikkingsovereenkomst voor octrooien tussen Cephalon en Teva de toetreding van een goedkoper generiek geneesmiddel op de markt heeft vertraagd. Hierdoor steeg de prijs voor Modafinil en werd aanzienlijke schade berokkend aan patiënten in de EU en aan de begrotingen voor gezondheidsdiensten. De ondernemingen krijgen nu de kans om een antwoord te bieden op de bezwaren van de Commissie. Het feit dat een mededeling van punten van bezwaar is gezonden, loopt niet vooruit op de uiteindelijke uitkomst van het onderzoek.

De belangrijkste fusies in de farmaceutische sector

In juni gaf de Commissie behoudens corrigerende maatregelen groen licht voor de overname van Actelion door Johnson & Johnson 36 . Hoewel de activiteiten van beide ondernemingen elkaar in grote mate aanvulden, werkten ze beide aan een behandeling voor slapeloosheid op basis van een nieuwe manier om deze aandoening te genezen. Het marktonderzoek van de Commissie heeft aangetoond dat de transactie zoals die is aangemeld Johnson & Johnson de mogelijkheid en de stimulans zou geven om zijn concurrerende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's voor slapeloosheid te rationaliseren, door een van beide te vertragen of stop te zetten. Om tegemoet te komen aan deze mededingingsbezwaren heeft Johnson & Johnson corrigerende maatregelen getroffen opdat het geen negatieve invloed zou kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van de onderzoeksprogramma's voor slapeloosheid.

De belangrijkste fusies in de agrochemische sector

Zaden en pesticiden zijn onmisbaar voor landbouwers en uiteindelijk ook de consumenten. De Commissie waarborgt de daadwerkelijke mededinging in deze sector, zodat landbouwers toegang hebben tot innovatieve producten, een betere kwaliteit en concurrerende prijzen. De Commissie heeft in deze markt uit hoofde van de EU-concentratieverordening de recente fusies tussen Dow en DuPont en tussen Syngenta en ChemChina, alsmede tussen Bayer en Monsanto onderzocht. Aan beide besluiten ging een grondig onderzoek van de voorgenomen transacties vooraf.

De voorwaardelijke goedkeuring van de fusie tussen Dow en DuPont en van de overname van Syngenta door ChemChina

In maart 2017 heeft de Commissie onder voorwaarden de fusie tussen de in de VS gevestigde chemische ondernemingen Dow en DuPont goedgekeurd. Zo moet DuPont een groot deel van zijn wereldwijde gewasbeschermingsactiviteiten, inclusief zijn wereldwijde onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling, afstoten 37 . De Commissie vreesde dat de fusie in de aangemelde vorm de mededinging op het gebied van prijs en keuze op een aantal markten voor de bestaande bestrijdingsmiddelen zou verminderen. Verder werd een gedetailleerd onderzoek gevoerd naar de effecten van de fusie op de innovatie op enkele gebieden waar de partijen met elkaar concurreren op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, alsook op de innovatie van bestrijdingsmiddelen in het algemeen. Dat onderzoek heeft aangetoond dat de fusie de innovatie ook aanzienlijk zou hebben beperkt. De toezeggingen die Dow en DuPont hebben gedaan, komen volledig tegemoet aan deze bezwaren.

In april 2017 keurde de Commissie de overname van Syngenta door ChemChina (die respectievelijk in Zwitserland en China zijn gevestigd) onder voorwaarden goed 38 . De Commissie vreesde dat de transactie in de aangemelde vorm de mededinging zou verminderen op een aantal bestaande markten voor bestrijdingsmiddelen in de Europese Economische Ruimte. Verder vreesde de Commissie dat de transactie de mededinging voor plantengroeiregulatoren zou beperken. Daarom werden voorwaarden gesteld aan de goedkeuring. Zo moest ChemChina een groot deel van zijn Europese activiteiten in bestrijdingsmiddelen en plantengroeiregulering afstoten. Het onderzoek van de Commissie ging in op de mededinging voor bestaande bestrijdingsmiddelen, aangezien ChemChina niet concurreert met Syngenta voor de ontwikkeling van nieuwe en innovatieve bestrijdingsmiddelen.

In augustus is de Commissie een diepgaand onderzoek gestart om de voorgenomen overname van Monsanto (VS) door Bayer (Duitsland) te onderzoeken uit hoofde van de EU-concentratieverordening 39 . De gefuseerde entiteit zou beschikken over het grootste portfolio aan bestrijdingsmiddelen en de sterkste wereldwijde marktposities op de markten voor zaden en planteigenschappen, waardoor het de grootste geïntegreerde onderneming zou worden in de sector. De Commissie maakte zich in eerste instantie zorgen dat de voorgenomen overname de mededinging op een aantal uiteenlopende markten zou verminderen, wat zou leiden tot hogere prijzen, een lagere kwaliteit, minder keuze en minder innovatie. In het initiële marktonderzoek werden meer bepaald de eerste bezorgdheden in kaart gebracht op het gebied van bestrijdingsmiddelen, zaden en planteigenschappen en de digitale landbouw. De Commissie onderzocht eveneens of de toegang van concurrenten tot distributeurs en landbouwers zou worden bemoeilijkt als Bayer en Monsanto hun verkoop van bestrijdingsmiddelen en zaden zouden bundelen of koppelen, met name in het licht van de opkomst van de digitale landbouw. Digitale landbouw bestaat erin gegevens en informatie over boerderijen te verzamelen om zodoende advies op maat of samengevoegde gegevens te verstrekken aan landbouwers. Zowel Bayer als Monsanto hebben in deze opkomende technologie geïnvesteerd. Gezien de wereldwijde omvang van de activiteiten van Bayer en Monsanto heeft de Commissie nauw samengewerkt met andere mededingingsautoriteiten, met name het ministerie van Justitie in de Verenigde Staten van Amerika en de antitrustautoriteiten van Australië, Brazilië, Canada en Zuid-Afrika.

Concurrerende grondstofprijzen veiligstellen voor Europese industrieën

In april 2017 heeft de Commissie een verbod gelegd op de voorgenomen overname van Cemex Croatia door HeidelbergCement en Schwenk uit hoofde van de EU-concentratieverordening 40 . De Commissie maakte zich grote zorgen dat de overname de mededinging op de markten voor grijs cement aanzienlijk zou verminderen en de prijzen in Kroatië zou doen stijgen.

De overname zou de mededinging tussen ondernemingen die het rechtstreeks tegen elkaar opnemen voor de activiteiten van Kroatische cementafnemers uitschakelen en zou aanleiding hebben gegeven tot een machtspositie op de markt. De gecombineerde marktaandelen van de partijen zouden ongeveer 45-50 % bedragen en zouden in bepaalde delen van het land hoger zijn dan 70 %. Na een diepgaand onderzoek stelde de Commissie vast dat de voorgestelde oplossing niet voldoende was om de mededinging die door de fusie zou verdwijnen te herstellen.

Cement is een belangrijke grondstof in de bouwsector, die heel wat banen creëert in Kroatië en die het de laatste jaren hard te verduren had. De Commissie heeft maatregelen getroffen om klanten te beschermen en om de negatieve gevolgen van hogere grondstofprijzen voor deze belangrijke sector tegen te gaan.

5. Groei stimuleren door de mededinging in netwerkindustrieën te beschermen

De Commissie blijft in de energiesector werken aan een Europese energie-unie waarin schone energie vrij en veilig kan stromen. Een betrouwbare energievoorziening tegen redelijke prijzen voor ondernemingen en consumenten en met een minimale impact op het milieu zijn cruciaal voor de Europese economie.

Staatssteunmaatregelen voor de continuïteit van de energievoorziening voor Europese burgers en bedrijven


Het sectorale onderzoek van de Commissie van 2016 over capaciteitsmechanismen 41 vormt de basis voor een nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten van de EU om ervoor te zorgen dat de capaciteitsmechanismen goed opgezet en doelgericht zijn. De Commissie is in 2017 van start gegaan met haar handhavingsmaatregelen op basis van de bevindingen van het verslag en nam in datzelfde jaar een definitief besluit over een capaciteitsmechanisme in Frankrijk 42 . Daarenboven werd het eerste gezamenlijke capaciteitsmechanisme voor Ierland en Noord-Ierland goedgekeurd 43 . Dit capaciteitsmechanisme staat open voor alle mogelijke soorten capaciteitsaanbieders, met inbegrip van de vraagresponsaanbieders, in de 'All-island-markt'. De Commissie blijft er verder in nauwe samenwerking met de betreffende nationale autoriteiten voor zorgen dat zes andere capaciteitsmechanismen 44 in België, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië en Polen - die meer dan de helft van de bevolking van de EU betreffen - goed zijn opgezet en voldoen aan de strenge criteria van de EU-staatssteunregels, met name de richtsnoeren van de Commissie inzake

staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie van 2014 45 . De steunverlening vindt met name plaats door middel van concurrerende openbare aanbestedingen die openstaan voor alle soorten aanbieders die de gewenste diensten kunnen aanbieden, inclusief de vraagresponsaanbieders. Deze handhavingsactiviteiten vormen een aanvulling op de strategie voor de energie-unie van de Commissie 46 voor een gegarandeerde, duurzame en concurrerende energievoorziening in Europa.

Een open en geïntegreerde markt voor gas bevorderen

De Commissie zette haar onderzoek naar de bedrijfspraktijken van Gazprom in Centraal- en Oost-Europa in 2017 voort 47 . Volgens de voorlopige beoordeling van de Commissie heeft Gazprom de EU-antitrustregels geschonden door een algemene strategie toe te passen om de gasmarkten in Centraal- en Oost-Europa te verdelen.

Gazprom heeft toezeggingen gedaan om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren van de Commissie. De Commissie was van oordeel dat de door Gazprom gedane toezeggingen een antwoord gaven op haar mededingingsbezwaren en heeft ze onderworpen aan een markttest. In maart 2017 verzocht de Commissie alle belanghebbende partijen om hun standpunten met betrekking tot de door Gazprom gedane toezeggingen kenbaar te maken. De Commissie ontving tal van opmerkingen en indieningen 48 . Gelet op de opmerkingen die werden ontvangen bij de markttest kan de Commissie verzoeken om de toezeggingen te wijzigen en vervolgens bij besluit de toezeggingen van Gazprom juridisch bindend maken. Wanneer een onderneming dergelijke toezeggingen schendt, kan de Commissie een boete opleggen die kan oplopen tot 10 % van de wereldwijde omzet van die onderneming, zonder dat een schending van de antitrustregels van de EU hoeft te worden bewezen.

De Commissie zette haar onderzoek naar de mogelijke afscherming van de gasmarkten in Bulgarije door de Bulgaarse gevestigde exploitant, Bulgarian Energy Holding ("BEH") 49 voort.

Mededinging op voet van gelijkheid op de Europese energiemarkten

Staatssteunregels spelen eveneens een belangrijke rol om de ambitieuze energie- en klimaatdoelstellingen van de EU te kunnen behalen tegen zo laag mogelijke kosten voor de belastingbetaler en zonder buitensporige vervalsing van de mededinging op de eengemaakte markt. De richtsnoeren van de Commissie betreffende staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 50 vragen sinds 2017 dat concurrerende veilingen voor de steun aan de ontwikkeling van hernieuwbare energie worden georganiseerd. De veilingen moeten berusten op duidelijke, transparante en niet-discriminerende criteria. Deze vereiste zorgt ervoor dat het gebruik van overheidsmiddelen beperkt wordt en dat er geen overcompensatie is.

In juli keurde de Commissie bijvoorbeeld de nieuwe Hongaarse steunregeling voor hernieuwbare elektriciteit goed uit hoofde van de staatssteunregels van de EU 51 . Verschillende technologieën en installatiegroottes komen uit hoofde van deze regeling in aanmerking. Installaties met een capaciteit van meer dan 1 megawatt en windinstallaties worden geselecteerd in een technologisch neutrale concurrerende inschrijvingsprocedure.

In september keurde de Commissie vier steunregelingen goed uit hoofde van de staatssteunregels van de EU om zodoende in Frankrijk de elektriciteitsproductie uit windparken aan land en zonnepanelen op gebouwen en op de grond te ondersteunen 52 . Frankrijk kan aan de hand van de regelingen nog eens zeven gigawatt hernieuwbare energie opwekken. Dit draagt bij tot de verwezenlijking van zijn doelstelling om tegen 2020 23 % van de energiebehoeften uit hernieuwbare bronnen te halen. De Commissie oordeelde in november eveneens dat een Spaanse regeling voor hernieuwbare elektriciteit in overeenstemming was met de staatssteunregels van de EU 53 . De regeling ondersteunt de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, hoogrenderende warmtekrachtcentrales en afval, en bevordert de overgang naar een koolstofarme, ecologisch duurzame energievoorziening in Spanje.

Al deze regelingen gaan vergezeld van een gedetailleerd beoordelingsplan waarin het effect ervan wordt beoordeeld. De definitieve resultaten van de beoordelingen worden ingediend bij de Commissie.

Een gezonde Europese Unie vraagt om sterke, innovatieve technologieleveranciers die op gelijke voet moeten kunnen concurreren. Een mooi voorbeeld daarvan is de herstructurering van de Franse kerntechnologieleverancier Areva 54 . In januari 2018 wijzigde Areva zijn naam in Oreno.

De herstructurering van Areva

In 2016 stelde Frankrijk de Commissie in kennis van een herstructureringsplan om het concurrentievermogen van Areva te herstellen en zijn financiële positie te verstevigen. Het plan omvatte staatssteun in de vorm van een kapitaalinjectie uit overheidsmiddelen ten belope van ruim 4 miljard EUR.

Ondernemingen in financiële moeilijkheden kunnen uitsluitend staatssteun ontvangen om hun levensvatbaarheid op lange termijn te herstellen. Steun die wordt toegekend aan ondernemingen in moeilijkheden heeft een zeer verstorend effect, aangezien dit een onderneming op kunstmatige wijze op de markt houdt terwijl die onderneming de markt anders zou hebben verlaten. De steun kan derhalve uitsluitend onder strenge voorwaarden worden toegekend.

De Commissie ging na of de geplande kapitaalinjecties uit overheidsmiddelen in de onderneming Areva niet onrechtmatig zouden bevoordelen ten aanzien van zijn concurrenten, door Areva toegang te geven tot financiering tegen voorwaarden die niet beschikbaar zijn op de markt. In januari 2017 nam de Commissie twee besluiten aan: in één besluit werd de reddingssteun goedgekeurd (in zaak SA.46077), het andere besluit had betrekking op de herstructureringssteun (zaak SA.44727) ten gunste van de Areva-groep. De Commissie stelde vast dat de Franse plannen overeenstemden met de staatssteunregels van de EU, waardoor de onderneming levensvatbaar kon worden zonder daarbij de mededinging op de eengemaakte markt buitensporig te vervalsen. De Franse autoriteiten zullen op regelmatige tijdstippen controleverslagen indienen bij de Commissie om zodoende te waarborgen dat het herstructureringsplan volledig en in overeenstemming met het besluit van de Commissie ten uitvoer wordt gelegd, tot de herstructureringsperiode van Areva in 2019 ten einde loopt.

Het plan omvatte de verkoop van de reactoractiviteiten van Areva aan de Franse energiemaatschappij EDF, behoudens een onderzoek van de Commissie naar de voorgenomen transactie uit hoofde van de fusiecontroleregels van de EU. In mei 2017 was de Commissie van oordeel dat de transactie geen aanleiding gaf tot mededingingsbezwaren uit hoofde van de concentratieverordening.

Bij dergelijke complexe herstructureringen dragen mededingingsinstrumenten zoals de controle op fusies en staatssteun ertoe bij dat markten ondernemingen prikkels blijven geven om doeltreffend en innovatief te zijn ten behoeve van de gezinnen en ondernemingen in de EU.

De Commissie keurde in maart 2017 de steun van Hongarije voor de bouw van twee kernreactoren in Paks (Paks II) goed uit hoofde van de staatssteunregels 55 . De nieuwe reactoren vervangen de vier reactoren die op dit moment op de Paks-site in gebruik zijn. Deze werden in de jaren 80 gebouwd en staan op dit moment in voor ongeveer 50 % van de binnenlandse energieproductie in Hongarije. Volgens de EU-Verdragen zijn lidstaten vrij om hun energiemix te bepalen en hebben ze de keuze om in nucleaire technologie te investeren. De Commissie moet ervoor zorgen dat de vervalsing van de mededinging op de energiemarkt ten gevolge van de staatssteun tot een minimum wordt beperkt. Tijdens het door de Commissie uitgevoerde onderzoek deed de Hongaarse overheid wezenlijke toezeggingen, waardoor de Commissie de investering kon goedkeuren.

Een concurrerende en doeltreffende vervoerssector bevorderen

Het vervoer is een sleutelsector voor Europese huishoudens: na uitgaven voor huisvesting is vervoer (goederen en diensten) de grootste uitgavenpost in het huishoudbudget 56 . Vervoersdiensten tegen concurrerende prijzen zijn van direct belang voor miljoenen Europeanen. De Commissie helpt actief om een levendige mededinging te bevorderen en om de vervalsing van de mededinging voor alle vervoerswijzen te bestrijden.

De luchtvervoerssector is binnen de EU nog steeds versnipperd en de behoefte aan een verdere consolidatie werd nog maar eens onderstreept door het faillissement van enkele Europese luchtvaartmaatschappijen in 2017. De Commissie onderzocht in dit kader de overname van bepaalde activa van Air Berlin door Lufthansa 57 en easyJet 58 . Hoewel het onderzoek van de Commissie nog aan de gang was, heeft Lufthansa op 13 december de stekker getrokken uit de transactie betreffende NIKI, waardoor NIKI dezelfde dag nog het faillissement heeft aangevraagd 59 . De Commissie heeft uiteindelijk, behoudens de passende rechtsmiddelen, het overige deel van de transactie tussen Lufthansa en Air Berlin op 21 december goedgekeurd 60 . Het is in dit opzicht belangrijk dat het risico dat een transactie mogelijk om regelgevende redenen (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, regels voor de controle van staatssteun en fusies) niet ten uitvoer wordt gelegd door de comités van schuldeisers en curatoren niet wordt onderschat. Hoewel de mogelijke verwerver van de insolvabele onderneming bepaalde voorlopige maatregelen kan treffen om de levensvatbaarheid van de onderneming in stand te houden, moeten deze maatregelen de concentratieverordening in acht nemen.

De Europese markt voor goederenvervoer per spoor werd in 2007 geliberaliseerd. Sindsdien stelt de Commissie alles in het werk om de eengemaakte markt voor spoorvervoer te voltooien, onder meer door het onafhankelijke beheer van spoorinfrastructuur te waarborgen en investeringen in spoorlijnen die lidstaten onderling verbinden aan te moedigen. De handhaving van de mededingingsregels van de EU is in dit opzicht belangrijk om ervoor te zorgen dat regelgevingsobstakels niet ontaarden in mededingingsverstorend gedrag van dominante spoorwegmaatschappijen. Dit zou namelijk de EU belemmeren om haar doelstellingen voor spoorvervoer te behalen.

De Commissie legde de nationale spoorwegmaatschappij van Litouwen een geldboete op voor het verstoren van de mededinging op de markt voor goederenvervoer per spoor 61 .

Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de maatregelen van de in Litouwen gevestigde openbare spoorwegmaatschappij die verantwoordelijk is voor zowel de spoorinfrastructuur als het spoorvervoer, de mededinging op de markt voor goederenvervoer per spoor verstoorden doordat een 19 kilometer lang deel van de spoorlijn tussen Litouwen en Letland werd ontmanteld en bijgevolg een grote klant van de nationale spoorwegmaatschappij van Litouwen geen gebruik kon maken van de diensten van een andere spoorwegmaatschappij. De nationale spoorwegmaatschappij van Litouwen kon geen objectieve rechtvaardiging geven voor de verwijdering van de spoorlijn.

De Commissie besloot om de nationale spoorwegmaatschappij van Litouwen een geldboete van 27,9 miljoen EUR op te leggen voor het misbruiken van haar machtspositie bij het beheer van spoorweginfrastructuur in Litouwen. De Commissie droeg de nationale spoorwegmaatschappij van Litouwen eveneens op om de spoorlijn opnieuw aan te leggen.

In juni keurde de Commissie de herstructureringssteun voor de Griekse spoorwegmaatschappijen OSE en TRAINOSE goed uit hoofde van de staatssteunregels 62 . . De Commissie hield voor de steunmaatregelen voor OSE en TRAINOSE - die volgens de Commissie overeenstemden met de staatssteunregels van de EU - met name rekening met de moeilijkheden waarmee de Griekse spoorwegsector te kampen heeft en het belang van een goed werkende spoorwegdienst voor de bevolking. De maatregelen hebben het legitieme doel om een ernstige verstoring van de Griekse economie te voorkomen, zonder daarbij de mededinging op de eengemaakte markt buitensporig te vervalsen. De steun zal eveneens de toekomstige privatisering van TRAINOSE vergemakkelijken. Die zal wellicht helpen om de Griekse spoorwegmarkt open te stellen voor mededinging en zal een positieve invloed hebben op de kwaliteit van vervoerdiensten. De Commissie heeft ook een besluit genomen waarin ze stelt dat de Bulgaarse steunmaatregelen ten behoeve van de openbare spoorwegmaatschappij BDZ overeenstemmen met de staatssteunregels van de EU 63 .

Beide besluiten betreffende OSE en TRAINOSE en het besluit betreffende de Bulgaarse steunmaatregelen ten gunste van BDZ tonen aan op welke manier de controle op staatssteun kan helpen om problemen met schuldniveaus die bepaalde gevestigde spoorwegexploitanten hebben opgelopen, aan te kaarten. Staatssteunregels geven lidstaten de mogelijkheid om deze ondernemingen te helpen om zware financiële moeilijkheden te vermijden of om te voorkomen dat het personeelsbestand aanzienlijk moeten worden ingeperkt, en vergemakkelijken tegelijk de overgang naar een open en concurrerende spoorwegmarkt ten behoeve van consumenten en belastingbetalers.


Handhaving van de antikartelwetgeving als fundament van het concurrentievermogen van de EU

Goederenvervoer over de weg is een cruciaal onderdeel van de Europese vervoerssector en het concurrentievermogen ervan hangt af van de vrachtwagenprijzen.

De Commissie legde Scania een geldboete op voor deelname aan een kartel 64

In september legde de Commissie Scania een geldboete van 880 miljoen EUR op voor deelname aan een kartel op de markt voor de bouw van middelzware (tussen 6 en 16 ton) en zware vrachtwagens (van meer dan 16 ton). De Commissie is in juli 2016 tot een schikkingsbesluit gekomen voor het vrachtwagenkartel met MAN, DAF, Daimler, Iveco en Volvo/Renault 65 . Scania besloot om, in tegenstelling tot de andere vijf deelnemers, deze kartelzaak niet te schikken. Daarom werd het onderzoek van de Commissie tegen Scania gevoerd volgens de gewone kartelprocedure.

De Commissie legde in februari 66 , in wat de eerste kartelzaak voor de kringloopeconomie was, een geldboete van in totaal 68 miljoen EUR op aan vier Europese ondernemingen voor de recycling van afgedankte loodaccu's voor auto's (Campine, Eco-Bat Technologies, Johnson Controls en Recylex) voor deelname aan een kartel tussen 2009 en 2012 dat afspraken maakte voor de inkoop van afgedankte loodaccu's voor auto's in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland.

Verder voerde de Commissie een aantal onderzoeken in de sector van auto-onderdelen. Daarbij werden geldboeten opgelegd aan ondernemingen die betrokken waren bij drie kartels 67 , die in totaal opliepen tot 220 miljoen EUR. Kartels voor auto-onderdelen doen de grondstofkosten voor autoproducenten stijgen en belemmeren op die manier het concurrentievermogen van de auto-industrie en doen de prijs voor de Europese consument toenemen.

Vereenvoudigde regels voor overheidsinvesteringen in havens en luchthavens, cultuur en ultraperifere gebieden

De Commissie heeft haar inspanningen voor het staatssteuntoezicht toegespitst op grotere zaken die de mededinging op de eengemaakte markt sterk verstoren. Daar hebben consumenten het meeste baat bij. Met de algemene groepsvrijstellingsverordening 68 , die in 2014 werd aangenomen in het kader van het initiatief voor de modernisering van de staatssteun 69 , kregen lidstaten in die geest de mogelijkheid om een breder scala aan staatssteunmaatregelen door te voeren zonder dat ze daarvoor eerst toestemming moesten krijgen van de Commissie. In 2017 heeft de Commissie het toepassingsgebied van deze verordening uitgebreid naar havens en luchthavens 70 . Daarnaast bevatte de verordening ook een aantal nieuwe vereenvoudigingen in andere sectoren. Met name zal de Commissie bij staatssteunzaken waarin het gaat om cultuurprojecten alleen de grotere zaken met een hoger steunbedrag onderzoeken.

Nieuwe staatssteunmaatregelen: Commissie vereenvoudigt regels voor overheidsinvesteringen in havens en luchthavens, cultuur en ultraperifere gebieden

In het geval van luchthavens hebben lidstaten nu volledige rechtszekerheid dat ze overheidsinvesteringen kunnen uitvoeren in regionale luchthavens die tot 3 miljoen passagiers per jaar verwerken, en dit zonder voorafgaande controle door de Commissie. Zo zullen overheden makkelijker kunnen investeren in meer dan 420 luchthavens in de hele EU (die ongeveer 13 % van het luchtverkeer uitmaken). De verordening geeft overheden ook de mogelijkheid om de exploitatiekosten te dekken van kleine luchthavens die tot 200 000 passagiers per jaar verwerken. Die kleine luchthavens maken bijna de helft van alle luchthavens in de EU uit, maar minder dan 1 % van het luchtverkeer. Ze zijn mogelijk niet altijd even winstgevend als grotere luchthavens, maar ze kunnen een belangrijke rol spelen bij het ontsluiten van een regio en zullen wellicht de mededinging op de eengemaakte markt van de EU niet verstoren.

In het geval van havens hebben lidstaten nu volledige rechtszekerheid dat ze overheidsinvesteringen kunnen uitvoeren tot 150 miljoen EUR in zeehavens en tot 50 miljoen EUR in binnenhavens, en dit zonder voorafgaande controle door de Commissie. Dit dekt onder meer de kosten van baggerwerkzaamheden die sommige havens maken om de vaarwegen diep genoeg te houden zodat schepen kunnen aanmeren. Havens kunnen niet onderhandelen over deze kosten, die gebaseerd zijn op hun locatie, ongeacht hun efficiëntie en concurrentievermogen.

6. Mededingingsvervalsing in de belasting- en financiële sector bestrijden voor een eerlijkere eengemaakte markt

Het vertrouwen in de interne markt van de EU is afhankelijk van de aanwezigheid van een gelijk speelveld waarop ondernemingen met elkaar concurreren op basis van hun verdienste, ook op fiscaal gebied. Lidstaten kunnen multinationals bijvoorbeeld geen belastingvoordelen toekennen die niet beschikbaar zijn voor op zichzelf staande ondernemingen (vaak plaatselijke bedrijven), aangezien dit de mededinging ernstig zou verstoren.

In oktober 2017 stelde de Commissie vast dat Luxemburg illegale belastingvoordelen had toegekend aan Amazon 71 .

Selectieve belastingvoordelen een halt toeroepen: Het besluit Amazon

Na een diepgaand onderzoek dat in oktober 2014 werd ingesteld, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat door een fiscale ruling van Luxemburg uit 2003, die in 2011 werd verlengd, de door Amazon betaalde belastingen zonder geldige reden zijn verminderd.

Door de ruling kon Amazon zonder geldige economische reden het leeuwendeel van zijn Europese winsten verschuiven van een bedrijf van de Amazon-groep dat in Luxemburg belastbaar is (Amazon EU) naar een bedrijf dat daar niet belastbaar is (Amazon Europe Holding Technologies). Transacties tussen ondernemingen binnen een ondernemingengroep moeten worden geprijsd op een manier die overeenstemt met de economische realiteit. Dit wil zeggen dat de betalingen tussen twee ondernemingen in dezelfde groep moeten stroken met de regelingen die in commerciële omstandigheden tussen onafhankelijke bedrijven bestaan (het zogenaamde 'zakelijkheidsbeginsel').

Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat het niveau van de royalty's, dat met de ruling was goedgekeurd, kunstmatig was opgedreven en niet beantwoordde aan de economische realiteit. Daardoor is de winst onbelast gebleven. De ruling stelde Amazon feitelijk in staat belasting te ontduiken op bijna drie vierde van zijn winst uit de totale verkoop van Amazon in de EU. Op grond daarvan heeft de Commissie geconcludeerd dat de fiscale ruling aan Amazon een selectief economisch voordeel had toegekend.

Een op zichzelf staande onderneming die ook in Luxemburg gevestigd was en waarop hetzelfde nationale fiscale recht van toepassing was, zou vier keer zo veel moeten hebben betaald als Amazon voor dezelfde winst. De fiscale ruling kende Amazon derhalve een concurrentievoordeel toe dat niet beschikbaar was voor vergelijkbare ondernemingen en dit gaf aanleiding tot illegale staatssteun.

Luxemburg moet ongeveer 250 miljoen EUR aan niet-betaalde belastingen, plus rente, terugvorderen bij Amazon. Dit bedrag dekt de periode van acht jaar waarin Amazon zich verliet op de fiscale ruling om zijn vennootschapsbelasting in Luxemburg te berekenen. Het is nu aan de Luxemburgse belastingautoriteiten om het precieze bedrag te berekenen aan de hand van de methode die in het besluit van de Commissie is beschreven.

Op 26 oktober is de Commissie een diepgaand onderzoek gestart naar de Britse regeling die bepaalde transacties van multinationals vrijstelt van de toepassing van de nationale regels die gericht zijn op belastingontwijking 72 . De vrijstelling inzake groepsfinanciering in het Verenigd Koninkrijk voorziet in een vrijstelling van de herverdeling van inkomsten van de Controlled Foreign Company (CFC) die zij van de buitenlandse dochteronderneming van een andere buitenlandse groepsvennootschap ontvangt. In dit stadium is de Commissie niet zeker of deze vrijstelling strookt met de algemene doelstelling van de CFC-regels van het Verenigd Koninkrijk, die erin bestaat om de inkomsten die kunstmatig worden verlegd naar buitenlandse dochterondernemingen van Britse moederondernemingen opnieuw toe te wijzen aan het Verenigd Koninkrijk om fiscale redenen. De Commissie is op dit punt van oordeel dat het Verenigd Koninkrijk de antimisbruikbepaling moet toepassen voor alle ondernemingen die hun inkomsten op kunstmatige wijze verleggen, ook die ondernemingen die groepsfinancieringsinkomsten ontvangen, aangezien ze zich allemaal in een vergelijkbare feitelijke en juridische situatie bevinden, gezien de doelstelling van die maatregel.

Op 18 december opende de Europese Commissie een diepgaand onderzoek naar de fiscale behandeling door Nederland van Inter IKEA, één van de twee groepen die de IKEA-activiteiten beheren 73 . Inter IKEA Systems, een Nederlandse entiteit die deel uitmaakt van de groep Inter IKEA, boekt alle inkomsten uit de IKEA-franchisevergoedingen die wereldwijd bij de IKEA-winkels worden geïnd. Het onderzoek van de Commissie heeft betrekking op twee fiscale rulings, die de Nederlandse belastingdienst in 2006 en 2011 heeft afgegeven en die de belastbare winst van Inter IKEA Systems in Nederland aanzienlijk hebben verlaagd. De Commissie is in dit stadium van mening dat de behandeling waarmee in twee fiscale rulings werd ingestemd, kan hebben geleid tot een selectief voordeel voor Inter IKEA Systems, dat niet geldt voor andere ondernemingen die in Nederland onder dezelfde nationale belastingregels vallen.

Financieringsmaatschappijen verlenen financiële diensten binnen groepen en hun winst is de vergoeding voor hun financieringsactiviteiten. Deze vergoeding moet stroken met het zakelijkheidsbeginsel. Dit vraagstuk is een van de centrale vraagstukken van de Commissie sinds ze de praktijken van lidstaten op het gebied van fiscale ruling onderzoekt. In het werkdocument dat in het kader van dit onderzoek in juni 2016 werd gepubliceerd, wordt gevreesd dat bepaalde fiscale rulings voor financieringsmaatschappijen zeer lage marges en een lage belastinggrondslag goedkeuren 74

DG Concurrentie ondersteunde Luxemburg en Cyprus bij hun inspanningen om hun fiscale regels te wijzigen om zodoende te voorkomen dat financieringsmaatschappijen onrechtmatige voordelen kregen. Luxemburg heeft zijn regels betreffende financieringsmaatschappijen aan het einde van 2016 gewijzigd middels een nationale administratieve circulaire 75 . Deze regels zijn op 1 januari 2017 in werking getreden. Cyprus introduceerde evenzeer met een circulaire van 30 juni 2017 wijzigingen aan zijn nationale regels om ze strenger te maken op het vlak van fiscale behandeling van financieringsmaatschappijen.

Fusiecontrole voorkomt feitelijk monopolie in de financiële sector

De Europese economie is afhankelijk van goed werkende financiële markten. Dit is niet alleen belangrijk voor banken en andere financiële instellingen. De hele economie heeft er baat bij als bedrijven geld kunnen aantrekken op concurrerende financiële markten.

In maart 2017 heeft de Commissie de voorgenomen fusie van Deutsche Börse en de London Stock Exchange Group verboden uit hoofde van de concentratieverordening van de EU 76 . De voorgenomen fusie zou de activiteiten van de twee grootste beursbeheerders hebben samengebracht. Ze hebben de beurzen van Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk in handen, net als enkele van de grootste clearinginstellingen in Europa. Het onderzoek van de Commissie heeft uitgewezen dat de fusie een feitelijk monopolie zou hebben gecreëerd op de markten voor vastrentende instrumenten.

Clearingdiensten staan in wezen garant voor de uitvoering van transacties op beurzen. Ze worden geleverd door clearinginstellingen die tussen twee handelspartners - de verkoper en de koper - optreden en het risico op wanbetaling van de ene partij ten aanzien van de andere partij op zich nemen. Clearinginstellingen zijn bijgevolg essentieel voor de stabiliteit op financiële markten. Ze voorkomen een domino-effect wanneer een van de partijen in gebreke blijft. Het besluit van de Commissie zal derhalve de daadwerkelijke mededinging op de markt van financiële infrastructuur in stand houden.

Toezicht op staatssteun om de gelijke mededingingsvoorwaarden in de banksector te beschermen

Consumenten en bedrijven maken gebruik van de financiële diensten die door de banksector worden aangeboden. Europa heeft een solide banksysteem nodig dat de groei op lange termijn kan ondersteunen, waar banken met gezonde bedrijfsmodellen leningen kunnen verstrekken aan ondernemingen zodat ze kunnen groeien en banen kunnen scheppen.

De onrust op de financiële markten, die werd veroorzaakt door de financiële crisis in 2008, riep op tot overheidstussenkomsten om het vertrouwen in de financiële sector te herstellen en een systeemcrisis te voorkomen. De Commissie past staatssteunregels toe, samen met de regels met betrekking tot de bankenunie. Teneinde de gelijke mededingingsvoorwaarden te beschermen bij het beoordelen van de overheidssteun aan de financiële sector, voert de Commissie een grondige analyse uit van de effecten van staatssteun opdat belastingbetalers niet meer zouden moeten betalen dan strikt noodzakelijk is en zodat onrechtmatige mededinging ten gevolge van de steun wordt weggewerkt.

Naar aanleiding van de beslissing van de Europese Centrale Bank om vast te stellen dat Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca failliet waren of wellicht failliet zouden gaan, en de beslissing van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad van de EU dat afwikkelingsmaatregelen uit hoofde van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme niet in het algemene belang van de banken waren, moesten beide banken in juni 2017 op grond van de Italiaanse nationale faillissementsprocedures worden geliquideerd. Italië bepaalde in dit opzicht dat de sluiting van deze banken een zware impact had op de reële economie en besloot om staatssteun toe te kennen met het oog op een ordelijke liquidatie. 

Na de beoordeling van de Italiaanse kennisgeving keurde de Commissie de nationale steun voor de liquidatie en uitstap uit de bankenmarkt voor beide banken goed uit hoofde van de staatssteunregels en het nationale faillissementsrecht 77 . Buiten het kader voor bankenafwikkeling voorzien de EU-regels in de mogelijkheid om nationale middelen in te zetten om de liquidatie te vergemakkelijken en om bovengenoemde economische effecten te verzachten, behoudens de goedkeuring van de Commissie uit hoofde van de staatssteunregels. Aandeelhouders van Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca verloren alles en junior crediteuren droegen in totaal 1,2 miljard EUR bij aan de liquidatie, waardoor de kosten voor de Italiaanse staat verminderden en depositohouders volledig beschermd bleven. Aangezien de banken die steun hebben verkregen niet kunstmatig in leven werden gehouden maar de markt hebben verlaten, is de mededinging op de bankenmarkt in stand gebleven. Ongeveer 17,8 miljard EUR (brutoboekwaarde) aan niet-renderende leningen werd uit het Italiaanse banksysteem gehaald.

De EU-regels, en met name de richtlijn inzake het herstel en de afwikkeling van banken, bieden lidstaten de mogelijkheid om tijdelijk kapitaal te injecteren in een kredietwaardige bank zonder daarbij failliet te gaan of waarschijnlijk failliet te gaan, op voorwaarde dat aan bepaalde criteria is voldaan (d.w.z. de zogenaamde 'herkapitalisatie uit voorzorg'). In juli heeft de Commissie uit hoofde van de staatssteunregels ingestemd met het plan van Italië om de Italiaanse bank Monte dei Paschi di Siena 78 uit voorzorg te herkapitaliseren op basis van een gedetailleerd herstructureringsplan. Herkapitalisatiesteun uit voorzorg kan uitsluitend worden toegekend om een bank voor te bereiden op onwaarschijnlijke kapitaalbehoeften die enkel werkelijkheid zouden worden indien de economische omstandigheden aanzienlijk zouden verslechteren. De herstructureringsmaatregelen zorgen ervoor dat de bank levensvatbaar blijft op langere termijn en beperken tegelijkertijd de vervalsing van de mededinging. Overeenkomstig de vereiste lastenverdeling werd het aandeel van aandeelhouders verwaterd en werden de obligaties van junior obligatiehouders omgezet in aandelen, waardoor de kapitaalbehoeften met 4,3 miljard EUR daalden. De bank is verder bezig met de verkoop van niet-renderende leningen met een brutoboekwaarde van 26,1 miljard EUR aan een effectiseringsvehikel.

In oktober 2017 stemde de Commissie uit hoofde van de staatssteunregels in met de Portugese steun voor de verkoop van Novo Banco 79 , de overbruggingsbank die Portugal in 2014 had opgericht in het kader van de afwikkeling van Banco Espirito Santo 80 . De goedkeuring van de steun berustte op de levensvatbaarheid van de verkochte entiteit die aan de hand van een plan van de koper werd gewaarborgd, waarin ook maatregelen vervat waren om vervalsingen van de mededinging te beperken.

7. Krachten bundelen voor een verreikende mededingingscultuur

Aangezien de wereldmarkten blijven werken aan de verdere integratie en steeds meer ondernemingen aangewezen zijn op wereldwijde waardeketens, moeten mededingingsautoriteiten het meer dan ooit eens worden over gemeenschappelijke normen en procedures. De daadwerkelijke handhaving van de mededingingsregels hangt in steeds grotere mate af van de samenwerking met andere handhavingsinstanties. Wanneer de praktijken van een onderneming de mededinging in verschillende landen en continenten schaden, kunnen eerlijke en gelijke marktvoorwaarden enkel worden hersteld als de handhavingsinstanties als team optreden.

De Commissie neemt het voortouw bij de internationale samenwerking op het gebied van mededinging, zowel op multilateraal als op bilateraal niveau. In 2001 behoorde de Commissie tot de stichtende leden van het Internationale Mededingingsnetwerk (International Competition Network - ICN), dat nu uit meer dan 130 leden bestaat. De Commissie is eveneens actief op alle internationale fora die zich bezighouden met mededinging, zoals onder meer de OESO, UNCTAD, de WTO en de Wereldbank.

Op bilateraal niveau voert de Commissie onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden, om zodoende in die akkoorden bepalingen omtrent mededinging en staatssteun op te nemen. In 2017 zette de Commissie de onderhandelingen met Mexico, Mercosur en Indonesië voort en ging de Commissie van start met onderhandelingen met Chili en Azerbeidzjan. De Commissie is bovendien betrokken bij tal van samenwerkingsactiviteiten met mededingingsautoriteiten in een aantal derde landen, op grond van overeenkomsten of memoranda van overeenstemming. In juni 2017 ondertekende de Commissie samen met de Chinese Nationale ontwikkelings- en hervormingscommissie een memorandum van overeenstemming om in dialoog te gaan over het toezicht op staatssteun 81 . Verder is de Commissie momenteel bezig met onderhandelingen over een institutionele versoepelingsovereenkomst met Zwitserland.

De beslissingen van een land om een subsidie te verlenen aan een onderneming die wereldwijd actief is, kunnen elders gevolgen hebben voor de mededinging. Deze nieuwe dialoog over de samenwerking op het gebied van staatssteun ondersteunt het wederzijdse belang van de EU en China en hun gezamenlijke inspanningen om wereldwijd eerlijke mededinging te bevorderen. De dialoog geeft de EU de mogelijkheid om haar ervaring met de handhaving van het toezicht op staatssteun te delen met China. De dialoog zal ook worden aangewend om meer te weten te komen over de tenuitvoerlegging van een onlangs goedgekeurd onderzoek naar eerlijke mededinging in China. Dat onderzoek werd opgezet om te verhinderen dat overheidsbeleidslijnen de mededinging zouden verstoren en beperken en waarborgt tegelijkertijd een eerlijke mededinging op de markt en bevordert een eengemaakte markt.

Dit werkterrein maakt deel uit van de ruimere strategie van de Commissie om een wereldwijde mededingingscultuur te bevorderen en om wereldwijd een gelijk speelveld te creëren waar ondernemingen op basis van hun verdienste kunnen concurreren. De Commissie stelt te dien einde alles in het werk om de Wereldhandelsorganisatie te versterken om op wereldwijd niveau een gelijk speelveld voor subsidies te bevorderen. Daarnaast blijft de Commissie betrokken bij sectorale initiatieven om in de internationale context subsidies aan te pakken, onder meer voor staal (Mondiaal Forum van de G20 over de overcapaciteit van staal), voor halfgeleiders (regionale steunrichtsnoeren voor de halfgeleiderindustrie) en voor scheepsbouw (OESO). De Commissie heeft tot slot samen met de lidstaten een speciaal forum opgericht om bewustzijn te creëren rond internationale subsidiebeleidslijnen en om standpunten over de lopende ontwikkelingen te delen op multilateraal en bilateraal niveau, en om evenzeer standpunten uit te wisselen over subsidies die door derde landen worden verleend.

Een regelmatige en vruchtbare interinstitutionele dialoog handhaven

Het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's zijn belangrijke partners bij de inspanningen van de Commissie om het belang van het mededingingsbeleid toe te lichten aan Europese burgers en belanghebbenden.

In 2017 heeft commissaris Vestager van gedachten gewisseld met verschillende commissies in het Parlement: de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie voor landbouw en plattelandsontwikkeling.

Het Parlement heeft, evenals in de vorige jaren, een resolutie aangenomen over het jaarlijkse verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid. De Commissie is verheugd dat het Parlement het eens is dat een robuust mededingingsbeleid nodig is om de integriteit van de interne markt in stand te houden en dat mededinging burgers meer slagkracht geeft door hen concurrerende prijzen aan te bieden evenals een keuze aan innovatieve goederen en diensten op de markt. In die geest blijft de Commissie zich inzetten om verboden kartels en het misbruik van een machtspositie op de markt door ondernemingen aan te pakken en om fusies en staatssteun op onze interne markt te onderzoeken om zodoende de beperking of vervalsing van de mededinging te voorkomen.

De Commissie verwelkomt de volgehouden inzet van het Parlement in de strijd tegen belastingontwijking en belastingontduiking. Het toezicht op staatssteun is doeltreffend gebleken in de bestrijding van selectieve belastingvoordelen voor multinationals. De Commissie bleef in 2017 op dit gebied belangrijke maatregelen nemen 82 en analyseert systematisch het bewijsmateriaal van de fiscale rulings van alle lidstaten. In mei publiceerden onderzoeksjournalisten de zogenaamde 'Paradise Papers', waarin details worden verstrekt over de fiscale regelingen van verscheidene ondernemingen. De Commissie zal deze informatie beoordelen wanneer die beschikbaar wordt gesteld om na te gaan of die nieuwe feiten aan het licht brengt over mogelijke staatssteun aan deze ondernemingen.

De Commissie verwelkomt de steun van het Parlement voor de handhavingsmaatregelen die ze heeft getroffen voor 'Google Shopping' en andere initiatieven in de digitale economie. Naar aanleiding van het sectoraal onderzoek naar e-commerce heeft de Commissie onderzoeken ingesteld om te bekijken of bepaalde verkooppraktijken de onlinetoegang van consumenten tot goederen en diensten tegen concurrerende prijzen in andere lidstaten verhinderen. De onderzoeken hebben betrekking op consumentenelektronica, videospelletjes en hotelaccommodatie. De Commissie onderzoekt eveneens het belang van gegevens, algoritmen en andere functies van de digitale economie bij de handhaving van de mededingingsregels.

Zoals de Commissie al herhaalde, wil de Commissie een belangrijke rol blijven spelen bij het toezicht op staatssteun in de financiële sector, zodat steun aan banken tot het noodzakelijke minimum wordt beperkt en zodat passende maatregelen worden genomen om de levensvatbaarheid van banken te herstellen en om de vervalsing van de mededinging op de interne markt tot een minimum te beperken. De Commissie deelt de doelstelling van het Parlement om de staatssteun in de financiële sector na verloop van tijd af te bouwen en is bereid om haar maatregelen op dit gebied toe te lichten.

De Commissie deelt de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de mededingingsregels van de EU met nationale mededingingsautoriteiten, die 85 % van de beslissingen nemen op basis van de antitrustregels van de EU. De Commissie verwelkomt de steun van zowel het Parlement als de Raad voor haar voorstel voor een richtlijn opdat nationale mededingingsautoriteiten op een doeltreffende wijze de mededingingsregels van de EU zouden kunnen handhaven. De Commissie nam op 22 maart het voorstel aan en beide instellingen boeken veel vooruitgang bij het aannemen van de voorgestelde richtlijn binnen het huidige mandaat van het Parlement.

De Commissie weet dat het belangrijk is dat het Parlement en de Raad vasthouden aan een doeltreffende mededinging in de hele voedselketen. In 2017 gaf de Commissie groen licht voor twee fusies in de agrochemische sector, maar onder de strenge voorwaarde dat belangrijke activiteiten en activa zouden worden verkocht aan nieuwe kopers, opdat landbouwers en consumenten zouden kunnen blijven profiteren van mededinging die betaalbare prijzen en innovatie voor gewasbeschermingsmiddelen met zich meebrengt. In november zond de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan AB InBev met betrekking tot de beperkingen van de parallelinvoer van zijn bier in België. In 2017 besloten de medewetgevers om de toepassing van de mededingingsregels voor de landbouwsector te wijzigen door wijzigingen aan te brengen aan de Verordening voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten in het kader van de zogenaamde omnibusverordening. De wijzigingen, die op 1 januari 2018 van kracht werden, introduceerden onder bepaalde voorwaarden een uitdrukkelijke afwijking van de mededingingswetgeving voor onder meer productieplanning en contractuele onderhandelingen (gezamenlijke verkoop van de producerende leden via de producentenorganisaties of verenigingen van producentenorganisaties) van erkende producentenorganisaties of verenigingen van producentenorganisaties in alle landbouwsectoren. De Commissie nam nota van deze wijzigingen die de wetgevers doorvoerden aan de mededingingsregels in de landbouwsector. In een begeleidende verklaring drukte de Commissie haar bezorgdheid uit over het feit dat sommige nieuwe bepalingen ten gunste van de producentenorganisaties mogelijk de levensvatbaarheid en het welzijn van kleine landbouwers en het belang van de consumenten in gevaar kunnen brengen en zo kunnen leiden tot juridische en procedurele onzekerheid. De Commissie of nationale mededingingsautoriteiten moeten mogelijk tussenkomen indien, bijvoorbeeld, een producentenorganisatie die een groot marktaandeel heeft, de vrijheid van handelen van zijn leden probeert te beperken.

De Commissie werkte ook actief samen met het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. In juli wisselde de Commissie van gedachten met het Economisch en Sociaal Comité, met name over de handhaving van de staatssteun op belastinggebied en andere beslissingen die voor het Comité van belang zijn. De Commissie is dankbaar voor de steun van het Comité voor de modernisering van het toezicht op de staatssteun en voor meer transparantie in overheidsuitgaven binnen de EU. Op 1 december heeft commissaris Vestager de impact van mededinging in onze regio's besproken tijdens de plenaire vergadering van het Comité van de Regio's. Het Comité was grote voorstander van de handhaving van de mededingingsregels in de hele economie en van de uitbreiding van de algemene groepsvrijstellingsverordening voor staatssteun, en benadrukte de waarde van diensten van algemeen economisch belang. 

Ondersteuning van de taskforce voor de voorbereiding en het verloop van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 50 VEU

Naar aanleiding van de kennisgeving van het Verenigd Koninkrijk ingevolge artikel 50 VEU, ging de Commissie van start met de voorbereiding van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Het Directoraat-generaal Concurrentie ondersteunt de taskforce van de Commissie voor de voorbereiding en het verloop van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 50 VEU (TF50) met betrekking tot de instrumenten in haar portefeuille (fusies, antitrust en staatssteun) in het kader van de onderhandelingen met betrekking tot het terugtrekkingsakkoord en het akkoord voor de toekomstige betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk. Zoals uiteengezet door de Europese Raad moet elk toekomstig handelsakkoord een gelijk speelveld garanderen, met name op het gebied van mededinging en staatssteun.


(1)

  http://ec.europa.eu/competition/index_nl.html  

(2)

Zie Mededeling van de Commissie van 9 juli 2014 aan het Europees Parlement en de Raad, Tien jaar handhaving van de mededingingsregels op grond van Verordening nr. 1/2003: Resultaten en toekomstperspectieven, COM(2014) 453 final, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52014DC0453 .

(3)

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van bevoegdheden aan de mededingingsautoriteiten van de lidstaten voor een doeltreffendere handhaving en ter waarborging van de goede werking van de interne markt, COM(2017) 142 final, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/antitrust/proposed_directive_nl.pdf .

(4)

Zie http://ec.europa.eu/competition/cartels/whistleblower/index.html .

(5)

Zie '2017 Scoreboard confirms benefits of modernisation leading to quicker implementation on the ground of public support by Member States', IP/18/263 van 16 januari 2018, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-18-263_en.htm .

(6)

Verordening (EU) 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten – beschikbaar onder:

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1497952641554&uri=CELEX:52007SC1668

(7)

PB C 262 van 19.7.2016, blz. 1

(8)

Zie voor meer informatie de Transparency Award Module, beschikbaar onder:

https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public/search/chooseLanguage .  

(9)

Zie voor meer informatie https://ec.europa.eu/commission/priorities/digital-single-market_nl .

(10)

Zaak AT.39740 Google Search (Shopping), zie IP/17/1784 van 27 juni 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1784_nl.htm .

(11)

Zaak AT.40099 Google Android, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40099 .

(12)

Zaak AT.40411 Google Search (AdSense), beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40411 .

(13)

Zaak AT.40153 E-books MFN-clausules en verwante thema's, besluit van de Commissie van 4 mei 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40153

(14)

Zie IP/17/1223 van 4 mei 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1223_en.htm .

(15)

 Zaak AT.40208 Toelatingsregels van de Internationale Schaatsunie, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40208 .

(16)

Zie voor meer informatie http://ec.europa.eu/competition/antitrust/sector_inquiries_e_commerce.html .

(17)

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Eindverslag over sectoronderzoek naar e-commerce, COM(2017) 229 final, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/antitrust/sector_inquiry_final_report_nl.pdf .

(18)

Zie IP/17/201 van 2 februari 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-201_nl.htm .

(19)

Zaak AT.40428 Guess, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40428

(20)

Zaak AT.40432 Licensed merchandise – Sanrio, AT.40433 Licensed merchandise - Universal Studios, AT.40436 Licensed merchandise – Nike, zie IP/17/1646 van 14 juni 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1646_en.htm .

(21)

Zie https://ec.europa.eu/digital-single-market/ .

(22)

Zie Verordening (EU) 2018/302 van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2018 inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op grond van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, PB L 60I van 2.3.2018, blz. 1.

(23)

Zaak M.8354 Fox / Sky, besluit van de Commissie van 7 april 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_8354 .

(24)

Zaak M.8465 Vivendi / Telecom Italia, besluit van de Commissie van 30 mei 2017, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_8465

(25)

Staatssteunzaken SA.46572 – Duitsland – Beierse steunmaatregel voor videospelletjes, besluit van de Commissie van 4 september 2017 beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=3.

(26)

SA.45735 – Denemarken - Stelsel voor de ontwikkeling, productie en promotie van culturele en educatieve digitale spelletjes, besluit van de Commissie van 12 mei 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=3.

(27)

Zaak M.7217 Facebook / Whatsapp, besluit van de Commissie van 3 oktober 2014, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7217 .

(28)

Zaak M.8228 Facebook / Whatsapp (Art. 14.1 proc.), zie IP/ 17/1369 van 18 mei 2017, beschikbaar onder:  http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1369_en.htm .

(29)

Communicatie van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt - Naar een Europese gigabitmaatschappij - COM(2016) 587 en werkdocument van de diensten van de Commissie - SWD(2016) 300, beschikbaar onder: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/communication-connectivity-competitive-digital-single-market-towards-european-gigabit-society .

(30)

Mededeling van de Commissie, EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken, PB 2013 C 25 van 26.1.2013, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2013:025:0001:0026:nl:PDF .

(31)

 Zie voor meer informatie https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/broadband-competence-offices .

(32)

Zie voor meer informatie https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/european-commission-joins-forces-help-bringing-more-broadband-rural-areas .

(33)

C-413/14 P Intel vs. Commissie, arrest van het Europees Hof van Justitie van 6 september 2017, ECLI:EU:C:2017:632. 

(34)

Zaak AT.40394 Aspen, zie IP/17/1323 van 15 mei 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1323_en.htm .

(35)

Zaak AT.39686 Cephalon, zie IP/17/2063 van 17 juli 2017, beschikbaar onder http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-2063_en.htm .

(36)

Zaak M.84401 J&J/Actelion. Zie voor meer informatie
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_8401.

(37)

Zaak M.7932 Dow / DuPont, besluit van de Commissie van 27 maart 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7932 .

(38)

Zaak M.7962 ChemChina / Syngenta, besluit van de Commissie van 5 april 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7962 .

(39)

Zaak M.8084 Bayer / Monsanto, zie IP/17/2762 van 22 augustus 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-2762_en.htm . Het definitieve besluit werd op 21 maart 2018 genomen, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-18-2282_en.htm.

(40)

Zaak M.7878 HeidelbergerCement / Schwenk / Cemex Hungary / Cemex Croatia, besluit van de Commissie van 5 april 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7878.

(41)

Op 16 november 2016 publiceerde de Commissie het definitieve verslag van haar sectoraal onderzoek over capaciteitsmechanismen, zie IP/2016/4021 van 16 november 2016 http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-4021_nl.htm .  

(42)

Zaak SA.40454 Aanbesteding voor aanvullende capaciteit voor Bretagne, voor meer informatie zie IP/17/1325 van 15 mei 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1325_en.htm .

(43)

Zaak SA.44464 Irish Capacity Mechanism: reliability option scheme, besluit van de Commissie van 24 november 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_44464 , en SA.44465 Northern Irish Capacity Mechanism: reliability option scheme, besluit van de Commissie van 24 november 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_44465 . Voor meer informatie zie IP/17/4944 van 24 november 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-4944_en.htm .

(44)

Zie IP/18/682 van 7 februari 2018, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-18-682_nl.htm .

(45)

Zie IP/14/400 van 9 april 2014, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-14-400_en.htm .

(46)

Voor meer informatie zie https://ec.europa.eu/commission/priorities/energy-union-and-climate_nl .

(47)

Zaak AT.39816 Upstream gasleveringen in Centraal- en Oost-Europa, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39816 .

(48)

Zie IP/17/555 van 13 maart 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-555_nl.htm .

(49)

Zaak AT.39849 BEH-gas, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39849 .

(50)

Mededeling van de Commissie, Richtsnoeren betreffende staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020, PB C 200 van 28.6.2014, blz. 1, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52014XC0628(01) .

(51)

SA.44076 RES support scheme – METÁR, besluit van de Commissie van 11 juli 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_44076 .

(52)

Zaken SA.46552, SA.47753, SA.48066 en SA.48238, zie IP/17/3581 van 29 september 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-3581_en.htm .

(53)

Zaak SA.40348 Support for electricity generation from renewable energy sources, cogeneration and waste, besluit van de Commissie van 10 november 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_40348

(54)

Zaak SA.44727 Herstructureringssteun aan Areva, besluit van de Commissie van 10 januari 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_44727 en M.7764 EDF / Areva reactor business, besluit van de Commissie van 29 mei 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7764

(55)

Zaak SA.38454 Mogelijke steun aan de kerncentrale van Paks, besluit van de Commissie van 6 maart 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38454

(56)

Bron: Eurostat. Zie http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Archive:Household_consumption_expenditure_-_national_accounts  

(57)

Zaak M.8633 Lufthansa/bepaalde activa van Air Berlin. Meer informatie beschikbaar onder http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_8633 .

(58)

Zaak M.8672 easyJet/bepaalde activa van Air Berlin. Meer informatie beschikbaar onder http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_8672 .

(59)

Nadat het comité van schuldeisers van NIKI tot een besluit was gekomen, werden de activa van NIKI in januari 2018 verkocht aan zijn oprichter, de heer Niki Lauda, en omgedoopt tot Laudamotion.

(60)

Zaak M.8633 Lufthansa/bepaalde activa van Air Berlin, besluit van de Commissie van 21 december 2017 krachtens artikel 6, lid 1, onder b) in combinatie met artikel 6, lid 2, van Verordening nr. 139/2004 van de Raad en artikel 57 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-5402_en.htm .

(61)

Zaak AT.39813 Baltic rail, besluit van de Commissie van 2 oktober 2017, beschikbaar onder:   http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39813

(62)

Zaak SA.32543 Measures in favour of OSE group en SA.32544 Restructuring of the Greek Railway Group - TRAINOSE S.A., zie IP/17/1661 van 16 juni 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1661_en.htm .

(63)

Zaak SA.31250 Measure implemented by Bulgaria in favour of BDZ Holding EAD SA, BDZ Passenger EOOD and BDZ Cargo EOOD, besluit van de Commissie van 16 juni 2017, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_31250

(64)

Zie IP/17/3502 van 27 september 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-3502_en.htm .

(65)

Zaak AT.39824 Vrachtwagens, besluit van de Commissie van 19 juli 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39824 .

(66)

Zaak 40018 Recyling autoaccu's, besluit van de Commissie van 8 februari 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40018 .

(67)

Zaken: AT.4000 Warmtesystemen, besluit van de Commissie van 8 maart 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39960 ; AT.40013 Verlichtingssystemen, besluit van de Commissie van 21 juni 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40013 ; AT.39881 Systemen voor de veiligheid van inzittenden, besluit van de Commissie van 22 november 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_39881 .

(68)

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PB L 187 van 26.6.2014, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv:OJ.L_.2014.187.01.0001.01.NLD .

(69)

Zie voor meer informatie http://ec.europa.eu/competition/state_aid/modernisation/index_en.html .

(70)

Verordening (EU) 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PB L 156 van 20.6.2017, beschikbaar onder: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1497952641554&uri=CELEX:32017R1084

(71)

Zaak SA.38944 Vermeende steun aan Amazon, besluit van de Commissie van 4 oktober 2017, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_38944 .

(72)

     Staatssteunzaak SA.44896 – Verenigd Koninkrijk – Mogelijke staatssteunregeling betreffende een CFC-vrijstelling inzake groepsfinanciering in het VK, besluit van de Commissie van 26 oktober 2017, dat laatste is beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3&case_title=cfc en het persbericht onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-4201_en.htm.

(73)

Staatssteunzaak SA.46470 – Nederland – Mogelijke staatssteun ten behoeve van Inter IKEA, besluit van de Commissie van 18 december 2017 (weldra beschikbaar). Voor meer informatie, zie IP/17/5343 van 18 december 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-5343_nl.htm.

(74)

Werkdocument van DG Concurrentie betreffende staatssteun en fiscale rulings, intern werkdocument - Achtergrond voor het Forum op hoog niveau inzake staatssteun van 3 juni 2016, beschikbaar onder: http://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/working_paper_tax_rulings.pdf .

(75)

Circulaire van de Directeur Bijdragen, L.I.R. nr. 56/1 – 56bis/1 van 27 december 2016, beschikbaar onder: http://www.impotsdirects.public.lu/content/dam/acd/fr/legislation/legi16/circulairelir561-56bis1-27122016.pdf .

(76)

Zaak M.7995 Deutsche Börse / London Stock Exchange Group, besluit van de Commissie van 29 maart 2017, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=2_M_7995

(77)

Zaak SA.45664 Orderly liquidation of Banca Popolare di Vicenza and Veneto Banca - Liquidation aid, besluit van de Commissie van 25 juni 2017, beschikbaar onder:   http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_45664

(78)

Zaak SA.47677 New aid and amended restructuring plan of Banca Monte dei Paschi di Siena, besluit van de Commissie van 4 juli 2017, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_47677

(79)

Zaak SA.49275 Sale of Novo Banco with additional aid in the in the context of the 2014 Resolution of Banco Espírito Santo, S.A., besluit van de Commissie van 11 oktober 2017, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_49275

(80)

Zaak SA.39250 Monitoring of Banco Espirito Santo, besluit van de Commissie van 3 augustus 2014, beschikbaar onder:  http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=3_SA_39250

(81)

Zie IP/17/1520 van 2 juni 2017, beschikbaar onder: http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-1520_en.htm .

(82)

Zie, voor meer informatie, hoofdstuk 2 van dit verslag.