Artikelen bij COM(2020)642 - Wijzigen verordening over toepassing van het Verdrag van Aarhus over toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1367/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2, lid 1, onder g), wordt vervangen door:

“g) “administratieve handeling”: elke niet-wetgevingshandeling van een instelling of orgaan van de Unie die juridisch bindende en externe werking heeft en bepalingen bevat die vanwege hun gevolgen strijdig kunnen zijn met het milieurecht in de zin van artikel 2, lid 1, onder f), met uitzondering van de bepalingen van deze handeling waarvoor in het Unierecht uitdrukkelijk uitvoeringsmaatregelen op Unie- of nationaal niveau zijn voorgeschreven;”.

2. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a) de leden 1 en 2 worden vervangen door:

“1.    Elke niet-gouvernementele organisatie die voldoet aan de criteria van artikel 11 is gerechtigd een verzoek tot interne herziening in te dienen bij de instelling of het orgaan van de Unie die of dat een administratieve handeling heeft gesteld of, in het geval van een vermeende administratieve nalatigheid, zo’n handeling had moeten stellen, op grond van het feit dat een dergelijk handelen of nalaten strijdig is met het milieurecht.

Indien een administratieve handeling een uitvoeringsmaatregel op het niveau van de Unie is die op grond van een andere niet-wetgevingshandeling vereist is, kan de niet-gouvernementele organisatie wanneer zij om de toetsing of herziening van die uitvoeringsmaatregel verzoekt, ook verzoeken om de toetsing of herziening van de bepaling van de niet-wetgevingshandeling op grond waarvan die uitvoeringsmaatregel vereist is.

Een dergelijk verzoek moet schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van ten hoogste acht weken nadat de administratieve handeling werd gesteld, bekendgemaakt of er kennis van is gegeven, afhankelijk van wat het meest recentelijk is gebeurd, of, in het geval van vermeende nalatigheid, binnen acht weken te rekenen vanaf de dag waarop de administratieve handeling had moeten zijn gesteld. In het verzoek moeten de redenen voor toetsing of herziening worden gespecificeerd.

2. De instelling of het orgaan van de Unie zoals bedoeld in lid 1 neemt het verzoek in overweging, tenzij het duidelijk ongegrond is. De instelling of het orgaan van de Unie geeft zo snel mogelijk, en niet later dan 16 weken na ontvangst van het verzoek, schriftelijk de redenen van haar of zijn antwoord aan.”;

b) in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:

“De instelling of het orgaan van de Unie handelt in elk geval binnen 22 weken na de ontvangst van het verzoek.”.

3. In de gehele tekst van de verordening worden de verwijzingen naar bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG‑Verdrag) vervangen door verwijzingen naar de overeenkomstige bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en worden de nodige grammaticale wijzigingen aangebracht.

4. In de gehele tekst van de verordening, met inbegrip van de titel, wordt het woord “Gemeenschap” vervangen door het woord “Unie” en worden de nodige grammaticale wijzigingen aangebracht.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.