Artikelen bij COM(2020)712 - Geautomatiseerd systeem voor communicatie in grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures (e-Codex)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



HOOFDSTUK 1
Algemene bepalingen

Artikel 1 - Voorwerp

Deze verordening betreft een gedecentraliseerd IT-systeem voor grensoverschrijdende communicatie om de elektronische uitwisseling van documenten, verzoeken, juridische formulieren, bewijsmateriaal of andere informatie, op veilige en betrouwbare wijze, in grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures te vergemakkelijken (e‑Justice Communication via Online Data EXchange – e‑Codex).

Er worden regels vastgesteld met betrekking tot:

(a)de definitie en samenstelling van het e‑Codex-systeem;

(b)het operationele beheer van het e‑Codex-systeem door het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige informatietechnologiesystemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, (eu‑LISA);

(c)de verantwoordelijkheid van de Commissie, de lidstaten en de entiteiten die geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten beheren.

Artikel 2 - Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de elektronische doorgifte van informatie in het kader van grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures door middel van het e‑Codex-systeem, overeenkomstig de in bijlage I vermelde rechtshandelingen op het gebied van justitiële samenwerking.

Artikel 3 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(a)“e‑Codex-toegangspunt”: de op een hardware-infrastructuur geïnstalleerde software die op betrouwbare wijze informatie kan verzenden naar en ontvangen van andere e‑Codex-toegangspunten;

(b)“geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt”: e‑Codex-toegangspunt dat is aangemeld bij eu‑LISA overeenkomstig artikel 5, lid 4, en artikel 7, lid 1, en dat een digitale procesnorm als bedoeld in artikel 4, lid 3, gebruikt;

(c)“entiteit die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheert”: een instelling, lichaam of agentschap van de Unie, een overheidsinstantie van een lidstaat of een rechtspersoon die bevoegd is om een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt te beheren;

(d)“geconnecteerd systeem”: IT-systeem dat is gekoppeld aan een e‑Codex-toegangspunt om te communiceren met andere e‑Codex-toegangspunten;

(e)“centraal testplatform”: een e‑Codex-toegangspunt dat uitsluitend voor testen worden gebruikt, met een reeks functies die kunnen worden gebruikt door entiteiten die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheren, om te controleren of hun toegangspunt goed werkt en of de digitale procesnormen correct worden toegepast in de geconnecteerde systemen;

(f)“bedrijfsprocesmodel”: een grafische en tekstuele weergave van een conceptueel model van verscheidene verwante, gestructureerde activiteiten of taken, samen met de relevante datamodellen, en de volgorde waarin de activiteiten of taken moeten worden uitgevoerd om zinvolle interactie tussen twee of meer partijen te bewerkstelligen;

(g)“operationeel beheer”: alle taken die nodig zijn om het e‑Codex-systeem te laten werken overeenkomstig deze verordening.

HOOFDSTUK 2
Samenstelling, functies en taken met betrekking tot e‑Codex

Artikel 4 - Samenstelling van het e‑Codex-systeem

1. Het e‑Codex-systeem bestaat uit een e‑Codex-toegangspunt en digitale procesnormen.

2. Het e‑Codex-toegangspunt bestaat uit:

(a)een gateway bestaande uit software op basis van een gemeenschappelijke reeks protocollen waarmee informatie via een telecommunicatienetwerk veilig kan worden uitgewisseld met andere gateways die dezelfde gemeenschappelijke reeks protocollen gebruiken;

(b)een connector waarmee geconnecteerde systemen kunnen worden gekoppeld aan de onder a) bedoelde gateway, bestaande uit software op basis van een gemeenschappelijke reeks open protocollen, die het volgende mogelijk maakt:

(i)structureren, registreren en koppelen van berichten;

(ii)controleren van de integriteit en authenticiteit van berichten;

(iii)creëren van tijdgebonden bewijzen van ontvangst van de uitgewisselde berichten.

3. Een digitale procesnorm bestaat uit de bedrijfsprocesmodellen en sjablonen waarin wordt bepaald welk elektronisch formaat wordt gebruikt voor de documenten in het kader van de procedures van de in bijlage I vermelde rechtshandelingen.

Artikel 5 - Taken van de Commissie

1. Vóór 31 december 2022 stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen het volgende vast:

(a)de minimale technische specificaties en normen, onder andere inzake beveiliging, die ten grondslag liggen aan de in artikel 4 bedoelde onderdelen van het e‑Codex-systeem;

(b)de vereisten inzake het dienstverleningsniveau voor de door eu‑LISA overeenkomstig artikel 6 uit te voeren activiteiten, alsmede andere noodzakelijke technische specificaties voor die activiteiten;

(c)de specifieke regelingen voor het in artikel 9 bedoelde proces van overdracht/overname.

2. De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met gedetailleerde technische specificaties betreffende de in artikel 4, lid 3, bedoelde digitale procesnormen.

3. De in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4. De Commissie houdt een lijst bij van de door de instellingen, organen en agentschappen van de Unie beheerde geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten en van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures en de formulieren die elk toegangspunt mag beheren. Zij stelt eu‑LISA onverwijld in kennis van de wijzigingen, hetgeen de in artikel 14 bedoelde jaarlijkse kennisgeving onverlet laat.

5. De Commissie wijst maximaal vijf e‑Codex-contactpersonen aan. Alleen deze contactpersonen mogen de in artikel 6, lid 2, punt f), bedoelde technische ondersteuning van eu‑LISA ontvangen voor het door instellingen, organen en agentschappen van de Unie beheerde e‑Codex-systeem.

Artikel 6 - Taken van eu-LISA

1. eu‑LISA is verantwoordelijk voor het operationele beheer van de in artikel 4, lid 2, punt b), en in artikel 4, lid 3, genoemde onderdelen van het e‑Codex-systeem en van de in bijlage II vermelde ondersteunende software.

2. Het operationele beheer van het e‑Codex-systeem omvat:

(a)ontwikkeling, onderhoud, het verhelpen van bugs en verspreiding ten behoeve van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten van de in lid 1 bedoelde softwareproducten;

(b)ontwikkeling, onderhoud, verspreiding en updates van alle documentatie over de in lid 1 bedoelde onderdelen van het e‑Codex-systeem en de ondersteunende software, ten behoeve van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten;

(c)ontwikkeling, onderhoud, verspreiding en updates ten behoeve van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten van een configuratiebestand met een uitputtende lijst van e‑Codex-toegangspunten, met inbegrip van de procedures en formulieren die elk van deze toegangspunten mag beheren;

(d)technische wijzigingen in e‑Codex en toevoeging van nieuwe functies, die worden gepubliceerd als nieuwe versies van e‑Codex, in verband met nieuwe eisen die worden vastgesteld in de in artikel 5, lid 2, bedoelde uitvoeringshandelingen of door de e‑Codex-adviesgroep;

(e)ondersteuning en coördinatie van testactiviteiten, met inbegrip van connectiviteit, waarbij de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten worden betrokken;

(f)technische ondersteuning van de e‑Codex-contactpersonen met betrekking tot het e‑Codex-systeem;

(g)onderhoud en verspreiding ten behoeve van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten van de in artikel 4, lid 3, bedoelde bedrijfsprocesmodellen en sjablonen voor het elektronische formaat van de documenten en van de onderliggende vooraf gedefinieerde verzameling van datamodellen;

(h)publicatie op de website van eu‑LISA van een lijst van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten die zijn aangemeld bij eu-LISA, en van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures die elk toegangspunt mag beheren;

(i)voldoen aan verzoeken om technisch advies en ondersteuning van diensten van de Commissie in het kader van de voorbereiding van de in artikel 5, lid 2, bedoelde uitvoeringshandelingen;

(j)voorbereiding en verspreiding ten behoeve van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten van nieuwe bedrijfsprocesmodellen en sjablonen voor het elektronische formaat van de documenten, als bedoeld in artikel 4, lid 3, onder andere door workshops met de e‑Codex-contactpersonen te organiseren en te faciliteren.

3. eu‑LISA is daarnaast verantwoordelijk voor:

(a)de levering, de werking en het onderhoud op de technische locaties van eu‑LISA van de hardware en software van de IT-infrastructuur die nodig zijn voor de uitvoering van zijn taken;

(b)de levering, de werking en het onderhoud van een centraal testplatform;

(c)de informatie aan het grote publiek over e‑Codex via grootschalige informatiekanalen zoals websites of socialemediaplatforms;

(d)de voorbereiding, actualisering en onlineverspreiding van niet-technische informatie over het e‑Codex-systeem en de door eu‑LISA uitgevoerde activiteiten.

4. eu‑LISA stelt tijdens kantooruren op oproepbasis middelen beschikbaar zodat er één centraal contactpunt is waar geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten beveiligingskwesties kunnen melden. eu‑LISA analyseert vervolgens de beveiligingskwestie en informeert indien nodig de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten waarvoor die kwestie relevant is.

Artikel 7 - Taken van de lidstaten

1. De lidstaten houden een lijst bij van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten op hun grondgebied en van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures en de formulieren die elk toegangspunt mag beheren. Zij stellen eu‑LISA onverwijld in kennis van wijzigingen, hetgeen de in artikel 14 bedoelde jaarlijkse kennisgeving onverlet laat.

2. Elke lidstaat wijst maximaal vijf e‑Codex-contactpersonen aan. Alleen deze contactpersonen mogen de in artikel 6, lid 2, punt f), bedoelde technische ondersteuning ontvangen.

Artikel 8 - Taken van entiteiten die geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten beheren

1. De entiteit die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheert, is verantwoordelijk voor de veilige opzet en werking daarvan. Deze taken omvatten de aanpassingen die nodig zijn om de in artikel 4, lid 2, punt b), genoemde connector compatibel te maken met alle geconnecteerde systemen en eventuele andere technische aanpassingen van de geconnecteerde systemen.

2. De entiteit die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheert, voorziet in haar geconnecteerde systeem/systemen in een mechanisme waarmee gegevens over het gebruik van grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de rechtshandelingen in bijlage I kunnen worden opgevraagd.

3. De entiteit die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheert, is aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van het gebruik van een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt en eventuele geconnecteerde systemen.

Artikel 9 - Overdracht en overname

1. De entiteit die het e‑Codex-systeem beheert, dient uiterlijk op 31 december 2022 bij eu‑LISA een gemeenschappelijk overdrachtsdocument in met gedetailleerde regelingen voor de overdracht van het e‑Codex-systeem, met inbegrip van de criteria voor een succesvol overdrachtsproces en de voltooiing daarvan, en de bijbehorende documentatie, zoals bepaald in de uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5, lid 1, punt c), met inbegrip van bepalingen inzake intellectuele-eigendomsrechten of gebruiksrechten met betrekking tot het e‑Codex-systeem en de in bijlage II vermelde ondersteunende software die eu‑LISA gebruikt om haar taken overeenkomstig artikel 6 uit te voeren.

2. Gedurende ten hoogste zes maanden na de indiening van het in lid 1 bedoelde overdrachtsdocument vindt een overdrachts-/overnameproces plaats tussen de entiteit die het e‑Codex-systeem beheert en eu‑LISA. Gedurende die periode blijft de entiteit die het e‑Codex-systeem beheert, volledig verantwoordelijk voor het e‑Codex-systeem en zorgt zij ervoor dat alleen correctieve onderhoudswerkzaamheden in het systeem worden verricht, en geen andere soorten wijzigingen in het systeem worden aangebracht. Er wordt dan met name geen nieuwe versie van het e‑Codex-systeem gelanceerd.

3. De Commissie ziet toe op het overdrachts-/overnameproces om ervoor te zorgen dat de gedetailleerde regelingen op de juiste wijze worden uitgevoerd door de entiteit die het e‑Codex-systeem beheert, en door eu‑LISA, op basis van de in lid 1 bedoelde criteria.

4. Op het moment dat de Commissie heeft verklaard dat het in lid 2 bedoelde overdrachts-/overnameproces met succes is voltooid, hetgeen niet eerder dan 1 juli 2023 mag zijn, neemt eu‑LISA de verantwoordelijkheid voor het e‑Codex-systeem over.

Artikel 10 - Beveiliging

1. Na de succesvolle overname van het e‑Codex-systeem is eu‑LISA verantwoordelijk voor het handhaven van een hoog veiligheidsniveau bij de uitvoering van zijn taken, met inbegrip van de beveiliging van de in artikel 6, lid 3, bedoelde hardware en software van de IT-infrastructuur. eu‑LISA zorgt er met name voor dat een veiligheidsplan voor e‑Codex wordt opgesteld en bijgehouden en dat het e‑Codex-systeem wordt beheerd volgens dit plan, waarbij rekening wordt gehouden met de rubricering van de informatie die in e‑Codex wordt verwerkt, en met de informatiebeveiligingsvoorschriften van eu‑LISA. Een dergelijk plan voorziet in regelmatige veiligheidsinspecties en ‑audits, met inbegrip van beoordelingen van de softwarebeveiliging van het e‑Codex-systeem, waaraan wordt deelgenomen door de entiteiten die een e‑Codex-toegangspunt beheren.

2. Bij de uitvoering van zijn taken past eu‑LISA de beginselen toe van ingebouwde beveiliging (security by design) en gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen (data protection by design and by default). Gerubriceerde informatie wordt niet verzonden via e‑Codex, tenzij eu‑LISA het systeem accrediteert en de bevoegde nationale veiligheidsautoriteiten van de lidstaten de toegangspunten accrediteren.

3. De entiteit die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheert, is als enige verantwoordelijk voor de beveiliging van dat toegangspunt, met inbegrip van de beveiliging van de via dat toegangspunt doorgegeven gegevens.

Zij stelt eu‑LISA en de lidstaat waar het toegangspunt is gevestigd, of in geval van een toegangspunt dat wordt beheerd door een instelling, lichaam of agentschap van de Unie, de Commissie, onverwijld in kennis van beveiligingskwesties.

eu‑LISA ontwikkelt beveiligingsvoorschriften en ‑richtsnoeren voor e‑Codex-toegangspunten. De entiteit die een geautoriseerd e‑Codex-toegangspunt beheert, verstrekt aan eu‑LISA verklaringen waaruit blijkt dat zij voldoet aan de beveiligingsvoorschriften voor e‑Codex-toegangspunten. Die verklaringen worden jaarlijks geactualiseerd, of op enig moment dat een wijziging nodig is.

Artikel 11 - Adviesgroep e‑Codex

1. Met ingang van 1 januari 2023 verstrekt de bij artikel 27, lid d quater, van Verordening (EU) 2018/1726 opgerichte adviesgroep e‑Codex eu‑LISA de noodzakelijke deskundigheid met betrekking tot het e‑Codex-systeem, met name in het kader van de voorbereiding van haar jaarlijkse werkprogramma en haar jaarlijkse activiteitenverslag. De adviesgroep volgt ook de voortgang van de uitvoering in de lidstaten. De adviesgroep wordt in kennis gesteld van alle beveiligingskwesties.

2. Gedurende het overdrachts-/overnameproces komt de adviesgroep e‑Codex regelmatig bijeen, ten minste om de twee maanden, totdat het overnameproces met succes is afgerond.

3. Na elke vergadering brengt de adviesgroep e‑Codex verslag uit aan de programmabestuursraad. De groep levert de technische deskundigheid ter ondersteuning van de taken van de programmabestuursraad en volgt de voorbereidingen van de lidstaten.

4. De adviesgroep e‑Codex betrekt bij haar werkzaamheden de beroepsorganisaties en andere belanghebbenden die op het moment van de overdracht deelnamen aan het beheer van het e‑Codex-systeem.

Artikel 12 - Programmabestuursraad

1. Uiterlijk op 1 januari 2023 richt de raad van bestuur van eu‑LISA een programmabestuursraad voor e‑Codex op, die uit tien leden zal bestaan.

2. De programmabestuursraad bestaat uit acht leden die door de raad van bestuur worden aangewezen, de voorzitter van de in artikel 11 bedoelde adviesgroep en één door de Commissie aangewezen lid. De raad van bestuur zorgt ervoor dat de leden die hij in de programmabestuursraad benoemt, over de nodige ervaring en deskundigheid beschikken met betrekking tot het e‑Codex-systeem.

3. eu‑LISA neemt deel aan de werkzaamheden van de programmabestuursraad. De vertegenwoordigers van eu‑LISA wonen daartoe de vergaderingen van de programmabestuursraad bij om verslag uit te brengen over de werkzaamheden in verband met het e‑Codex-systeem en over andere daarmee verband houdende werkzaamheden en activiteiten.

4. De programmabestuursraad komt ten minste eenmaal per kwartaal bijeen, en vaker indien nodig. De raad ziet erop toe dat het e‑Codex-systeem adequaat wordt beheerd, met name tijdens het overdrachts-/overnameproces en met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomstig artikel 5, lid 2, vastgestelde handelingen. De programmabestuursraad brengt over de voortgang van het project regelmatig, indien mogelijk tweemaandelijks, schriftelijk verslag uit aan de raad van bestuur van eu‑LISA. De programmabestuursraad heeft geen beslissingsbevoegdheid, noch een mandaat om de leden van de raad van bestuur te vertegenwoordigen.

5. De programmabestuursraad stelt zijn reglement van orde op, met daarin met name regels inzake:

(a)de verkiezing van de voorzitter;

(b)de plaats van vergadering;

(c)de voorbereiding van vergaderingen;

(d)de toelating van deskundigen tot de vergaderingen, waaronder beroepsorganisaties en andere belanghebbenden die op het moment van de overdracht deelnemen aan het beheer van het e‑Codex-systeem;

(e)communicatieplannen die ervoor zorgen dat de niet-deelnemende leden van de raad van bestuur volledig op de hoogte worden gehouden.

6. Het voorzitterschap van de programmabestuursraad wordt bekleed door een lidstaat die volledig gebonden is door de in bijlage I vermelde rechtshandelingen en e‑Codex binnen hun toepassingsgebied gebruikt, en die ook volledig gebonden is door de rechtshandelingen betreffende de ontwikkeling, de werking en het gebruik van alle door eu‑LISA beheerde grootschalige IT-systemen.

7. Alle door de leden van de programmabestuursraad gemaakte reis- en verblijfkosten worden betaald door eu‑LISA. Artikel 10 van het reglement van orde van eu‑LISA is van overeenkomstige toepassing.

8. Het secretariaat van de programmabestuursraad wordt verzorgd door eu‑LISA.

Artikel 13 - Opleiding

eu‑LISA verricht taken in verband met het verstrekken van opleidingen in het technische gebruik van het e‑Codex-systeem, overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1726, met inbegrip van het verstrekken van online opleidingsmateriaal.

Artikel 14 - Kennisgevingen

1. Uiterlijk op 31 januari van elk jaar na de succesvolle overname van het e‑Codex-systeem door eu‑LISA delen de lidstaten aan eu‑LISA de volgende informatie mee:

(a)de lijst van geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten op hun grondgebied en van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures en de formulieren die elk toegangspunt mag beheren, zoals bedoeld in artikel 7, lid 1;

(b)een lijst van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures waarvoor zij het e‑Codex-systeem gebruiken en de mate waarin het e‑Codex-systeem voor elk van deze procedures kan worden gebruikt;

(c)het aantal berichten dat is verzonden en ontvangen door geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten op hun grondgebied, gegroepeerd per toegangspunt en per grensoverschrijdende civiel- of strafrechtelijke procedure;

(d)het aantal en de aard van incidenten die zijn ondervonden door entiteiten die geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten op het grondgebied van de lidstaat beheren, en die gevolgen hebben voor de veiligheid van het e‑Codex-systeem.

2. Uiterlijk op 31 januari van elk jaar na de succesvolle overname van het e‑Codex-systeem door eu‑LISA deelt de Commissie aan eu‑LISA de volgende informatie mee:

(a)de lijst van geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten die worden beheerd door instellingen, organen en agentschappen van de Unie en van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures en de formulieren die elk toegangspunt mag beheren, zoals bedoeld in artikel 5, lid 4;

(b)een lijst van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures waarvoor zij het e‑Codex-systeem gebruiken en de mate waarin het e‑Codex-systeem voor elk van deze procedures kan worden gebruikt;

(c)het aantal berichten dat is verzonden en ontvangen door geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten die worden beheerd door instellingen, organen en agentschappen van de Unie, gegroepeerd per toegangspunt en per grensoverschrijdende civiel- of strafrechtelijke procedure;

(d)het aantal en de aard van incidenten die zijn ondervonden door entiteiten die geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten beheren die worden beheerd door instellingen, organen en agentschappen van de Unie, en die gevolgen hebben voor de veiligheid van het e‑Codex-systeem.

Artikel 15 - Regels inzake toezicht en verslaglegging

1. Twee jaar nadat eu‑LISA de verantwoordelijkheid voor het e‑Codex-systeem heeft overgenomen, dient eu‑LISA voor de eerste keer, en daarna om de twee jaar, bij de Commissie een verslag in over de technische werking en het gebruik van het e‑Codex-systeem, met inbegrip van de beveiliging van het systeem.

2. eu‑LISA consolideert de overeenkomstig artikel 14 van de Commissie en de lidstaten ontvangen gegevens en verstrekt de volgende indicatoren als onderdeel van het in lid 1 bedoelde verslag:

(a)de lijst van en het aantal grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures waarvoor het e‑Codex-systeem tijdens de verslagperiode is gebruikt;

(b)het aantal geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten, per lidstaat en per civiel- en strafrechtelijke procedure;

(c)de stappen van de grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures waarvoor het e‑Codex-systeem kan worden gebruikt, per lidstaat;

(d)het aantal berichten dat voor elke civiel- en strafrechtelijke procedure via het systeem is verzonden tussen elk van de geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten;

(e)het aantal en de aard van incidenten die gevolgen hebben voor de veiligheid van het e‑Codex-systeem en informatie over de naleving van het veiligheidsplan voor e‑Codex.

3. Drie jaar nadat eu‑LISA de verantwoordelijkheid voor het e‑Codex-systeem heeft overgenomen publiceert de Commissie voor de eerste keer, en daarna om de vier jaar, een algemene evaluatie van het e‑Codex-systeem. Die algemene evaluatie omvat een beoordeling van de toepassing van deze verordening en een toetsing van de bereikte resultaten aan de doelstellingen, en kan voorstellen voor eventuele toekomstige maatregelen bevatten. Ten tijde van de eerste evaluatie herbekijkt de Commissie ook de rol van de programmabestuursraad en de voortzetting ervan. De Commissie legt het evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 16 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/1726

Verordening (EU) 2018/1726 wordt als volgt gewijzigd:

(1) in artikel 1 wordt het volgende lid 4 bis ingevoegd:

‑“4 bis. Het Agentschap is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het operationele beheer, met inbegrip van technische ontwikkelingen, van het geautomatiseerde systeem voor grensoverschrijdende communicatie in civiel- en strafrechtelijke procedures (het eCodex-systeem)”;

(2) het volgende artikel 8 ter wordt ingevoegd:

“Artikel 8 ter

‑Taken in verband met het eCodex-systeem

Het Agentschap verricht met betrekking tot het e‑Codex-systeem:

(a)de taken die krachtens Verordening (EU) 20XX/XXX van het Europees Parlement en de Raad aan het Agentschap zijn opgedragen*;

(b)taken in verband met opleiding in het technische gebruik van het e‑Codex-systeem, met inbegrip van het verstrekken van online opleidingsmateriaal.

__________

* betreffende een geautomatiseerd systeem voor communicatie in grensoverschrijdende civiel- en strafrechtelijke procedures (e‑Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L ...).”;

(3) in artikel 14 wordt lid 1 vervangen door:

“1.Het Agentschap volgt de ontwikkelingen op onderzoeksgebied die van belang zijn voor het operationele beheer van SIS II, VIS, Eurodac, EES, Etias, DubliNet, Ecris-TCN, e‑Codex en andere grootschalige IT-systemen als bedoeld in artikel 1, lid 5.”;

(4) in artikel 19 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

(a)punt ff) wordt vervangen door:

“ff)verslagen vast te stellen over de technische werking van:

(i)SIS II overeenkomstig artikel 60, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad* en artikel 74, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad**;

(ii)VIS overeenkomstig artikel 50, lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008 en artikel 17, lid 3, van Besluit 2008/633/JBZ;

(iii)EES overeenkomstig artikel 72, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226;

(iv)Etias overeenkomstig artikel 92, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1240;

(v)Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie krachtens artikel 36, lid 8, van Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad***;

(vi)de interoperabiliteitscomponenten overeenkomstig artikel 78, lid 3, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 3, van Verordening (EU) 2019/818;

(vii)het e‑Codex-systeem overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 20XX/XXX [deze verordening]

__________

* Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

**    Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

***    Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).”;

(b)punt mm) wordt vervangen door:

“mm) toe te zien op jaarlijkse publicatie van:

(i)de lijst van bevoegde autoriteiten die gemachtigd zijn tot directe bevraging van de in SIS II opgenomen gegevens, overeenkomstig artikel 41, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1861 en artikel 56, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1862, alsmede de lijst van autoriteiten van de nationale systemen van SIS (N.SIS) en Sirene-bureaus overeenkomstig respectievelijk artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1861 en artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1862;

(ii)de lijst van bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 65, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226;

(iii)de lijst van bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 87, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240;

(iv)de lijst van centrale autoriteiten overeenkomstig artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) 2019/816;

(v)de lijst van autoriteiten overeenkomstig artikel 71, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 67, lid 1, van Verordening (EU) 2019/818;

(vi)de lijst van geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten overeenkomstig artikel 6, lid 2, punt h), van Verordening (EU) 20XX/XXX [betreffende het e‑Codex-systeem – deze verordening];”;

(5) In artikel 27, lid 1, wordt het volgende punt d quater ingevoegd:

“d quater)de adviesgroep e‑Codex;”.

HOOFDSTUK 3
Slotbepalingen

Artikel 17 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 18 - Kosten

1. De kosten voor de in artikel 6 bedoelde taken komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.

2. De kosten voor de in de artikel 7 en 8 bedoelde taken komen ten laste van respectievelijk de lidstaten en de entiteiten die geautoriseerde e‑Codex-toegangspunten beheren.

Artikel 19 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig de Verdragen.