Artikelen bij COM(2021)30 - Gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2021 Reserve voor aanpassing aan de brexit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 22.1.2021

COM(2021) 30 final

2021/22(BUD)

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 1
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2021

Reserve voor aanpassing aan de brexit


Gezien:

–het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

–Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (...) 1 , en met name artikel 44,

–de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2021, zoals vastgesteld op 18 december 2020 2 ,

dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2021 in.


WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en in de afzonderlijke afdeling III zijn beschikbaar via EUR-Lex ( https://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm ).

Inhoudsopgave

1. Inleiding    

2. Oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit    

3. Financiering    

4. Samenvatting per MFK-rubriek    


TOELICHTING

1. Inleiding

De goedkeuring van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit (hierna “de reserve” genoemd) op 25 december 2020 3 strekt tot instelling van een reserve binnen de speciale instrumenten die buiten de in het meerjarige financiële kader vastgestelde maxima van de EU-begroting vallen “om onvoorziene en nadelige gevolgen in de zwaarst getroffen lidstaten en sectoren te ondervangen” die te lijden hebben onder de negatieve gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Unie, waardoor de impact ervan op de economische, sociale en territoriale cohesie wordt beperkt.

Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 1 voor het jaar 2021 heeft tot doel in de jaarlijkse begroting van de Unie 4 244 832 000 EUR in lopende prijzen (4 000 000 000 EUR in prijzen van 2018) op te nemen, zowel in vastleggings- als in betalingskredieten, teneinde te voldoen aan de voorfinancieringsbehoeften die voortvloeien uit de uitvoering van de reserve voor aanpassing aan de brexit in 2021. De maximale middelen voor de uitvoering van de reserve bedragen 5 000 000 000 EUR in prijzen van 2018 (5 370 994 000 EUR in lopende prijzen).

2. Oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit 

Naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van 21 juli 2020 4 , de vaststelling van het meerjarig financieel kader op 17 december 2020 5 en de vaststelling van de EU-begroting voor 2021 op 18 december 2020 hebben het Europees Parlement en de Raad de Commissie verzocht een voorstel in te dienen voor het instrument dat nodig is om de reserve voor aanpassing aan de brexit operationeel te maken 6 , opdat vanaf het begin van het begrotingsjaar 2021 voldoende kredieten beschikbaar kunnen worden gesteld. Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit werd op 25 december 2020 aangenomen en thans wordt in dit OGB voorgesteld de budgettaire gevolgen van de reserve voor 2021 in de EU-begroting voor 2021 op te nemen.

Na de vaststelling van de verordening zal de steun in twee toewijzingsrondes worden uitbetaald. De eerste ronde – die onder dit OGB valt – zal in 2021 worden betaald in de vorm van voorfinanciering in de zin van artikel 115, lid 2, onder b), punt i), van het Financieel Reglement, waarbij een bedrag per lidstaat is vastgesteld op basis van een verdeelsleutel die rekening houdt met de relatieve mate van economische integratie met het VK, met inbegrip van de handel in goederen en diensten, en de negatieve gevolgen voor de visserijsector van de EU. De toewijzingscriteria voor door de Commissie aan de lidstaten te betalen voorfinanciering zijn opgenomen in bijlage I bij het voorstel voor de reserve. De tweede ronde zal in 2024 worden geactiveerd na de goedkeuring van de voorfinanciering en de berekening van de extra bedragen uit de reserve die aan de lidstaten verschuldigd zijn, voor zover zij daarvoor in aanmerking komen. De overeenkomstige kredieten zullen derhalve in het kader van de ontwerpbegroting 2024 aan de reserve worden toegevoegd.

Overeenkomstig het voorstel voor een verordening is het noodzakelijk de lidstaten flexibiliteit te bieden en met name de Commissie in staat te stellen het financieringsbesluit dat in voorfinanciering voorziet, vast te stellen zonder dat uit hoofde van artikel 110, lid 2, van het Financieel Reglement een beschrijving moet worden gegeven van de concrete te financieren acties.

Overeenkomstig overweging 11 en artikel 4, lid 3, van het voorstel voor een verordening verzoekt de Commissie om 4 244 832 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar te stellen om de voorfinancieringsbehoeften van de reserve te dekken. Dit bedrag zal als voorziening worden opgenomen in afwachting van de definitieve vaststelling van de verordening.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
30 04 03Brexitaanpassingsreserve (BAR)4 244 832 0004 244 832 000
Totaal    4 244 832 0004 244 832 000

Zodra de verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit definitief is vastgesteld, worden de kredieten onverwijld overgeschreven van het reserveartikel “30 04 03” naar begrotingsartikel “16 02 03”. De financiële bijdrage uit de reserve aan een lidstaat zal dan worden uitgevoerd in het kader van gedeeld beheer overeenkomstig artikel 63 van het Financieel Reglement.

3. Financiering

De reserve voor aanpassing aan de brexit is een van de thematische speciale instrumenten in het kader van de MFK-verordening 2021-2027 7 . De desbetreffende kredieten worden derhalve in de begroting opgenomen boven de uitgavenplafonds van het MFK 2021-2027.

4. Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR

Begroting 2021Ontwerp van gewijzigde begroting 1/2021Begroting 2021 (incl. OGB 1/2021)
VKBKVKBKVKBK
1.Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid20 816 559 76717 191 587 23220 816 559 76717 191 587 232
Plafond20 919 000 00020 919 000 000
Marge102 440 233102 440 233
2.Cohesie en waarden52 861 898 53466 153 765 90452 861 898 53466 153 765 904
Waarvan flexibiliteitsinstrument76 382 53476 382 534
Plafond52 786 000 00052 786 000 000
Marge484 000484 000
2a.Economische, sociale en territoriale cohesie48 190 516 00061 867 897 54548 190 516 00061 867 897 545
Plafond48 191 000 00048 191 000 000
Marge484 000484 000
2b.Veerkracht en waarden4 671 382 5344 285 868 3594 671 382 5344 285 868 359
Waarvan flexibiliteitsinstrument76 382 53476 382 534
Plafond4 595 000 0004 595 000 000
Marge
3.Natuurlijke hulpbronnen en milieu58 568 566 90856 804 203 45258 568 566 90856 804 203 452
Plafond58 624 000 00058 624 000 000
Marge55 433 09255 433 092
Waarvan: Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 367 954 00040 353 742 88340 367 954 00040 353 742 883
ELGF-submaximum40 925 000 00040 925 000 000
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge
Netto-overdracht tussen ELGF en Elfpo557 046 000557 046 000
Nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen het ELGF en het Elfpo)40 367 954 00040 367 954 000
ELGF-submarge
4.Migratie en grensbeheer2 278 829 7592 686 245 9782 278 829 7592 686 245 978
Plafond2 467 000 0002 467 000 000
Marge188 170 241188 170 241
5.Veiligheid en defensie1 709 261 441670 628 2431 709 261 441670 628 243
Plafond1 805 000 0001 805 000 000
Marge95 738 55995 738 559
6.Nabuurschap en internationaal beleid16 097 196 20410 810 999 35616 097 196 20410 810 999 356
Plafond16 247 000 00016 247 000 000
Marge149 803 796149 803 796
7.Europees openbaar bestuur10 448 313 00210 449 588 09110 448 313 00210 449 588 091
Plafond10 635 000 00010 635 000 000
Marge186 686 998186 686 998
waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen8 035 824 7208 037 099 8098 035 824 7208 037 099 809
Submaximum8 216 000 0008 216 000 000
Submarge180 175 280180 175 280
Kredieten voor rubrieken162 780 625 615164 767 018 256162 780 625 615164 767 018 256
Plafond163 483 000 000166 140 000 000163 483 000 000166 140 000 000
Waarvan flexibiliteitsinstrument76 382 534628 462 08676 382 534628 462 086
Marge778 756 9192 001 443 830778 756 9192 001 443 830
Thematische speciale instrumenten1 470 835 0001 293 450 0004 244 832 0004 244 832 0005 715 667 0005 538 282 000
Totaal kredieten164 251 460 615166 060 468 2564 244 832 0004 244 832 000168 496 292 615170 305 300 256


(1) PB L 193 van 30.7.2018.
(2) PB L XX van xx.3.2021.
(3) COM(2020) 854 final.
(4) EUCO 10/20.
(5) Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).
(6) Op 4 december 2020 door het bemiddelingscomité bereikt gezamenlijk akkoord over de inhoud van de begroting voor 2021, gebaseerd op de ontwerp-elementen van de gezamenlijke conclusies nr. 4, zoals ingediend door de Commissie op 4 december 2020.
(7) Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).