Artikelen bij COM(2021)89 - Deelname van de Unie aan het door verscheidene lidstaten gemeenschappelijk opgezette Europees partnerschap inzake metrologie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Deelname in het Europees partnerschap inzake metrologie

1. De Unie neemt deel aan het Europees partnerschap inzake metrologie (“het partnerschap inzake metrologie”), een geïnstitutionaliseerd partnerschap zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, punt c), van Verordening (EU) [...] [Horizon Europa], dat gezamenlijk wordt opgezet door Oostenrijk, België, [Bosnië en Herzegovina], Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Litouwen, [Noorwegen], Spanje, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, [Servië], Slovenië, Slowakije, Zweden, [Zwitserland en Turkije] (de “deelnemende staten”), overeenkomstig de in dit besluit vastgelegde voorwaarden.

2. Elke andere dan in lid 1 vermelde lidstaat en elk ander land dat is geassocieerd met Horizon Europa, kan aan het partnerschap inzake metrologie deelnemen, mits die lidstaat of dat land voldoet aan de voorwaarde van artikel 4, lid 1, punt c). De lidstaat of het land wordt beschouwd als een deelnemend land voor de doeleinden van dit besluit.

3. Derde landen die niet met Horizon Europa geassocieerd zijn, mogen deelnemen aan het partnerschap inzake metrologie mits zij met de Unie een internationale overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking sluiten waarin de voorwaarden voor hun deelname aan het partnerschap inzake metrologie zijn vastgelegd en mits zij de goedkeuring krijgen van het in artikel 13, lid 3, punt f), bedoelde comité van het partnerschap inzake metrologie. Indien aan die voorwaarden worden voldaan, wordt de lidstaat of het land beschouwd als een deelnemend land voor de doeleinden van dit besluit.

Artikel 2 - Doelstellingen van het partnerschap inzake metrologie

1. Het partnerschap inzake metrologie draagt bij tot de uitvoering van Verordening (EU)... [XXX] [Horizon Europa], en met name van artikel 3.

2. Onverminderd lid 1 heeft het partnerschap inzake metrologie de volgende algemene doelstellingen, die de partners door hun betrokkenheid en inzet moeten verwezenlijken door een programma met onderzoeks- en innovatieactiviteiten op te zetten en uit te voeren:

(a)een duurzaam en overkoepelend Europees metrologisch systeem ontwikkelen;

(b)garanderen dat innovatieve bedrijven de allernieuwste metrologiecapaciteiten rechtstreeks in hun ecosysteem doorvoeren;

(c)de invloed van metrologie op maatschappelijke uitdagingen met betrekking tot de uitvoering van beleid, normen en voorschriften vergroten, zodat die geschikt zijn voor het beoogde gebruik.

3. Bij de uitvoering van de in lid 2 genoemde algemene doelstellingen streeft het partnerschap inzake metrologie de volgende specifieke doelstellingen na:

(a)in 2030 binnen het kader van de nieuwe Europese metrologienetwerken nieuwe onderzoekscapaciteiten te hebben ontwikkeld die zich qua kalibratie- en meetcapaciteiten minimaal kunnen meten met toonaangevende metrologische instituten buiten de deelnemende landen;

(b)in 2030 de verkoop van nieuwe innovatieve producten en diensten ondersteunen door het gebruik en de invoering van de nieuwe metrologiecapaciteiten in belangrijke opkomende technologieën;

(c)in 2030 volledig en doeltreffend bijdragen aan het opstellen en uitvoeren van gerichte normen en voorschriften die overheidsbeleid inzake maatschappelijke uitdagingen schragen.

Artikel 3 - De financiële bijdrage van de Unie aan het partnerschap inzake metrologie

1. De financiële bijdrage van de Unie aan het partnerschap inzake metrologie, met inbegrip van de kredieten van de Europese Vrijhandelsassociatie en de kredieten van derde landen, mag niet hoger zijn dan de bijdragen van de deelnemende staten aan het partnerschap inzake metrologie. De financiële bijdrage van de Unie bedraagt maximaal 300 miljoen EUR, dat correspondeert met de aanvullende bijdragen van de deelnemende staten als bedoeld in artikel 1, lid 1.

2. Voor de berekening van de financiële bijdrage van de Unie worden alle bijdragen van de deelnemende staten voor administratieve kosten die meer dan 5 % van de totale gecombineerde bijdragen aan het partnerschap inzake metrologie uitmaken, niet in aanmerking genomen.

3. De financiële bijdrage van de Unie wordt betaald uit de kredieten van de algemene begroting van de Unie die zijn toegewezen aan het de relevante delen van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa, vastgesteld bij Besluit [XXX] van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 15 .

4. De financiële bijdrage van de Unie wordt door EURAMET e.V. (“Euramet”) gebruikt voor de financiering van de in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde activiteiten.

5. De financiële bijdrage van de Unie wordt niet gebruikt voor de administratieve kosten van het partnerschap inzake metrologie.

Artikel 4 - Voorwaarden voor de financiële bijdrage van de Unie

1. De financiële bijdrage van de Unie wordt verleend nadat de volgende zaken zijn geregeld:

(a)de deelnemende staten tonen aan dat het partnerschap inzake metrologie overeenkomstig dit besluit tot stand is gekomen;

(b)de deelnemende staten of de door de deelnemende staten aangewezen nationale meetinstituten (NMI’s) wijzen Euramet aan als de structuur die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het partnerschap inzake metrologie en voor het ontvangen, toewijzen en monitoren van de financiële bijdrage van de Unie;

(c)elke deelnemende staat zegt toe om bij te dragen in de financiering van het partnerschap inzake metrologie en om een reservebudget vast te leggen van 50 % van het toegezegde bedrag;

(d)Euramet toont aan dat het in staat is het partnerschap inzake metrologie uit te voeren, met name de financiële bijdrage van de Unie te ontvangen, toe te wijzen en er toezicht op te houden in het kader van indirect beheer van de begroting van de Unie, overeenkomstig de artikelen 62 en 154 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046;

(e)er is een bestuursmodel voor het partnerschap inzake metrologie vastgesteld overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 16 van dit besluit.

2. Tijdens de uitvoering van het partnerschap inzake metrologie is de financiële bijdrage van de Unie tevens afhankelijk van:

(a)de uitvoering door Euramet van de activiteiten van het partnerschap inzake metrologie als bedoeld in artikel 6, in overeenstemming met de doelstellingen van artikel 2;

(b)de instandhouding van een passend en doelmatig bestuursmodel, overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 16;

(c)het voldoen, door Euramet, aan de verslagleggingsvereisten van artikel 155 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046;

(d)de nakoming van de in lid 1, punt c), van dit artikel bedoelde toezeggingen.

Artikel 5 - Bijdragen van de deelnemende staten aan het partnerschap inzake metrologie

1. De in artikel 1, lid 1, bedoelde deelnemende staten leveren gedurende de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2031 financiële of niet-financiële bijdragen, of zorgen ervoor dat hun nationale financieringsorganen dan financiële of niet-financiële bijdragen leveren van ten minste 363 miljoen EUR. Een deel van de bijdragen van de deelnemende staten wordt in de vorm van financiële bijdragen verstrekt.

2. De bijdragen van de deelnemende landen bestaan uit het volgende:

(a)financiële en niet-financiële bijdragen aan de uitvoering van de in artikel 6, lid 1, bedoelde activiteiten, en

(b)financiële en niet-financiële bijdragen tot dekking van alle administratieve kosten van het partnerschap inzake metrologie.

3. De in lid 2, punt a), bedoelde financiële of niet-financiële bijdragen dekken de kosten die de deelnemende staten maken bij de uitvoering van de in artikel 6, lid 1, punt b), bedoelde activiteiten, na aftrek van de directe of indirecte financiële bijdrage van de Unie aan die kosten.

4. De in lid 2, punt b), bedoelde financiële of niet-financiële bijdragen dekken de kosten die de deelnemende staten maken in verband met de administratieve kosten van Euramet voor de uitvoering van het partnerschap.

5. Met het oog op de waardering van de in lid 2, punten a) en b), bedoelde niet-financiële bijdragen worden de kosten vastgesteld volgens de gebruikelijke boekhoudkundige methoden van de deelnemende landen of de betrokken nationale financieringsorganen, de toepasselijke boekhoudkundige normen van het deelnemende land waar de desbetreffende nationale financieringsorganen zijn gevestigd, en de toepasselijke internationale standaarden voor jaarrekeningen en internationale standaarden voor financiële verslaglegging. De kosten worden gecertificeerd door een onafhankelijke controleur die door de deelnemende landen of door de betrokken nationale financieringsorganen wordt aangewezen. Indien de certificering aanleiding geeft tot onduidelijkheid, kan de waarderingsmethode door Euramet worden geverifieerd. Mocht er daarna nog onduidelijkheid zijn, dan kan de Euramet een financiële controle met betrekking tot de waarderingsmethode uitvoeren.

6. De in lid 2 bedoelde bijdragen, die worden beschouwd als bijdragen van de deelnemende staten, worden na de goedkeuring van het jaarlijkse werkprogramma geleverd. Indien het jaarlijkse werkprogramma tijdens het in artikel 6, lid 3, bedoelde referentiejaar wordt vastgesteld, kunnen de in lid 2, punt b), bedoelde bijdragen die gelden als in het jaarlijkse werkprogramma opgenomen bijdragen van de deelnemende landen, bijdragen omvatten die vanaf 1 januari van dat jaar zijn geleverd. Bij wijze van uitzondering kunnen de in lid 2, punt b), bedoelde bijdragen die na de datum van inwerkingtreding van het besluit betreffende het partnerschap inzake metrologie zijn verstrekt, als bijdragen van deelnemende staten worden beschouwd, mits zij in het eerste jaarlijkse werkprogramma van het partnerschap inzake metrologie zijn opgenomen.

Artikel 6 - Activiteiten van Euramet

1. Het partnerschap inzake metrologie dient ter ondersteuning van een breed scala aan onderzoeks- en innovatieactiviteiten door middel van:

(a)acties onder contract in de zin van artikel 2, punt 25, van Verordening (EU) [XXX] [verordening Horizon Europa] die overeenkomstig artikel 7 van dit besluit, en voornamelijk in de vorm van subsidies na door Euramet gelanceerde transnationale openbare vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen, door Euramet worden gefinancierd, met inbegrip van:

–i) wetenschappelijk-technische acties ter ondersteuning van fundamentele wetenschappelijke metrologie waarmee de grondslag wordt gelegd voor alle daarop volgende stappen, waaronder onderzoek naar en ontwikkeling van toegepaste metrologie en aan de metrologie verwante diensten;

–ii) metrologisch onderzoek teneinde oplossingen aan te dragen voor maatschappelijke uitdagingen, met name in verband met energie, gezondheid en het klimaat, en projecten te ontwikkelen in het kader van specifieke Europese metrologienetwerken om deze uitdagingen aan te pakken;

–iii) onderzoek met het oog op de ontwikkeling van nieuwe meetinstrumenten gericht op een industriële benutting van nieuwe meettechnologieën ter bevordering van innovatie in de industrie;

–iv) prenormatief en conormatief metrologisch onderzoek en onderzoek en ontwikkeling ter ondersteuning van beleidsuitvoering, regelgeving en voor het sneller op de markt brengen van innovatieve producten en diensten;

(b)activiteiten die door de deelnemende staten zonder de in artikel 3 bedoelde financiële bijdrage van de Unie worden gefinancierd en die bestaan uit activiteiten voor opbouw van metrologische capaciteit op verschillende technologische niveaus die tot doel hebben in de deelnemende staten een evenwichtig en geïntegreerd metrologisch systeem tot stand te brengen dat hen in staat stelt hun wetenschappelijke en technische capaciteiten op het gebied van metrologie te ontwikkelen, met inbegrip van activiteiten die niet zijn geselecteerd uit de in punt a) bedoelde oproepen tot het indienen van voorstellen en die in de jaarlijkse werkprogramma’s zijn beschreven, waaronder:

–i) activiteiten in het kader van de nationale programma’s van de deelnemende staten, zoals transnationale projecten die bijdragen tot de in een Europees metrologienetwerk zijn en de technische comités van Euramet vastgestelde prioriteiten;

–ii) acties voor de verspreiding en exploitatie van de resultaten van metrologisch onderzoek;

–iii) acties die specifiek gericht zijn op meetinstituten die geen of beperkte wetenschappelijke capaciteiten hebben, door deze te ondersteunen bij de benutting van andere programma’s van de Unie, nationale of regionale programma’s voor opleiding en mobiliteit, grensoverschrijdende samenwerking of investering in de metrologische infrastructuur;

–iv) de organisatie van externe verspreidings- en kennisoverdrachtsactiviteiten om het partnerschap inzake metrologie te bevorderen en het effect ervan te maximaliseren.

2. Alvorens de onderwerpen per uitnodiging tot het indienen van voorstellen, zoals bedoeld in lid 1, punt a), vast te stellen, verzoekt Euramet de geïnteresseerde personen of organisaties uit de wereld van het metrologisch onderzoek, alsook de gebruikers, om mogelijke onderzoeksthema’s aan te dragen.

Artikel 7 - Jaarlijks werkprogramma

1. Het partnerschap inzake metrologie wordt uitgevoerd op basis van de jaarlijkse werkprogramma’s, die activiteiten omvatten die moeten plaatsvinden gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december van een bepaald jaar (“referentiejaar”).

2. Euramet stelt, na goedkeuring door de Commissie, de jaarlijkse werkprogramma’s vast vóór 31 maart van het referentiejaar. Bij de vaststelling van de jaarlijkse werkprogramma’s handelen Euramet en de Commissie zonder onnodige vertraging. Euramet maakt het jaarlijkse werkprogramma openbaar.

3. De in artikel 6, lid 1, punten a) en b), bedoelde activiteiten mogen alleen in het referentiejaar en pas na de vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma van dat jaar worden opgestart.

4. Activiteiten mogen uitsluitend worden gefinancierd door Euramet indien zij zijn opgenomen in het jaarlijkse werkprogramma. In het jaarlijkse werkprogramma wordt een onderscheid gemaakt tussen de in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde activiteiten, de in artikel 6, lid 1, punt b), bedoelde activiteiten en de administratieve kosten van Euramet. Het jaarlijkse werkprogramma omvat de daarmee verband houdende uitgavenramingen en de begroting die wordt toegewezen aan activiteiten die met de in artikel 3 bedoelde financiële bijdrage van de Unie worden gefinancierd en aan activiteiten die zonder financiële bijdrage van de Unie door de deelnemende staten worden gefinancierd. Het jaarlijkse werkprogramma bevat tevens de geraamde waarde van de niet-financiële bijdragen van de deelnemende landen als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt b).

5. In gewijzigde jaarlijkse werkprogramma’s voor een referentiejaar en jaarlijkse werkprogramma’s voor daaropvolgende referentiejaren wordt rekening gehouden met de resultaten van eerdere oproepen tot het indienen van voorstellen. Hierbij moet ernaar worden gestreefd correcties aan te brengen indien onvoldoende wetenschappelijke thema’s worden bestreken, met name die welke aanvankelijk aan bod kwamen in activiteiten als bedoeld in artikel 6, lid 1, punt b), die niet voldoende konden worden gefinancierd.

6. De oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van de desbetreffende jaarlijkse werkprogramma’s worden uiterlijk op 31 december 2027 gelanceerd. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen zij tot en met 31 december 2028 worden opgestart.

7. Euramet monitort de uitvoering van alle activiteiten van het jaarlijkse werkprogramma en brengt daarover jaarlijks verslag uit aan de Commissie.

8. Elke mededeling of publicatie met betrekking tot de activiteiten van het partnerschap inzake metrologie of die in samenwerking met het partnerschap inzake metrologie wordt uitgevoerd, ongeacht of deze door Euramet, een deelnemende staat of zijn nationale financieringsorganen, of deelnemers aan een activiteit, wordt geïnitieerd, wordt aangemerkt of mede-aangemerkt als medegefinancierd door het partnerschap inzake metrologie in het kader van Horizon Europa.

Artikel 8 - Regels voor deelname en verspreiding

1. Euramet wordt beschouwd als een financieringsorgaan in de zin van artikel 2, punt 13, van Verordening [(EU) [XXX] [verordening Horizon Europa] en verleent financiële steun aan acties onder contract als bedoeld in artikel 6, lid 1, punt a), van dit besluit overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) [XXX].

2. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de verordening Horizon Europa kan het jaarlijkse werkprogramma in naar behoren gemotiveerde gevallen voorzien in een beperking van de rol van coördinator bij acties onder contract tot NMI’s en SI’s van de deelnemende staten om ervoor te zorgen dat de doelstellingen evenals de bijdragedoelstellingen van de deelnemende staten worden gehaald.

3. Euramet zorgt voor passende interactie met NMI’s en SI’s bij de in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde acties onder contract, overeenkomstig de aanwijzing door de bevoegde nationale autoriteit. Euramet stimuleert en ondersteunt ook de deelname van andere entiteiten aan alle oproepen.

Artikel 9 - Overeenkomsten tussen de Unie en Euramet

Mits een gelijkwaardig niveau van bescherming van de financiële belangen van de Unie wordt gewaarborgd, wordt Euramet belast met de besteding van de bijdrage van de Unie overeenkomstig artikel 62, lid 3, en artikel 154 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Artikel 10 - Beëindiging, vermindering of opschorting van de financiële bijdrage van de Unie

1. Indien het partnerschap inzake metrologie niet aan de voorwaarden voor de toekenning van de financiële bijdrage van de Unie voldoet, kan de Commissie de in artikel 3 bedoelde financiële bijdrage van de Unie beëindigen, evenredig verlagen of schorsen.

2. Indien de deelnemende staten niet bijdragen aan de financiering van het partnerschap inzake metrologie, slechts gedeeltelijk bijdragen of de in artikel 5 bedoelde termijnen voor de bijdragen niet in acht nemen, kan de Commissie de in artikel 3 bedoelde financiële bijdrage van de Unie beëindigen, evenredig verlagen of schorsen. Het besluit van de Commissie vormt geen beletsel voor de terugbetaling van reeds door de deelnemende staten gemaakte subsidiabele kosten voordat het besluit om de financiële bijdrage van de Unie te beëindigen, evenredig te verlagen of te schorsen aan het metrologiepartnerschap is meegedeeld.

Artikel 11 - Audits achteraf

1. Audits achteraf van uitgaven voor acties onder contract zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, punt a), worden in overeenstemming met artikel 48 van Verordening (EU) … [Horizon Europa] (EU) [XXX] [] verricht door Euramet.

2. De Commissie kan besluiten de in lid 1 bedoelde controles zelf uit te voeren. De Commissie doet dat in overeenstemming met de toepasselijke regels, en met name artikel 48, lid 3, van Verordening (EU) [XXX] [Horizon Europa] en artikel 127 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Artikel 12 - Bescherming van de financiële belangen van de Unie

1. De Commissie neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering van uit hoofde van dit besluit gefinancierde acties de financiële belangen van de Unie worden beschermd door de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, door de terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

2. Bij de uitvoering van het partnerschap inzake metrologie treffen de deelnemende landen de wettelijke, bestuursrechtelijke en andere maatregelen die nodig zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, en meer in het bijzonder om in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1046 van de Commissie volledige terugvordering van alle aan de Unie verschuldigde bedragen mogelijk te maken.

3. Euramet verleent het personeel van de Commissie en andere door de Commissie gemachtigde personen, alsmede de Rekenkamer, toegang tot zijn terreinen en gebouwen en tot alle voor het verrichten van de audits vereiste informatie, met inbegrip van informatie in elektronische vorm.

4. Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan, overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 16 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 17 , onderzoeken instellen, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is geweest van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten in verband met een overeenkomst of besluit of een uit hoofde van dit besluit gefinancierd contract, waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad.

5. Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad 18 onderzoeken verrichten teneinde strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, zoals bepaald in artikel 4 van die verordening, aan het licht te brengen.

6. Onverminderd de leden 3, 4, en 5 bevatten de overeenkomsten, besluiten en contracten die voortvloeien uit de toepassing van dit besluit, bepalingen die de Commissie, Euramet, de Rekenkamer, het EOM en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid geven dergelijke controles en inspecties ter plaatse binnen hun respectieve bevoegdheden te verrichten.

Artikel 13 - Bestuursorganen van het partnerschap inzake metrologie

1. De organen die het partnerschap inzake metrologie besturen, omvatten ten minste:

(a)het comité van het partnerschap inzake metrologie;

(b)de stuurgroep;

(c)het secretariaat van Euramet.

Artikel 14 - Het comité van het partnerschap inzake metrologie

1. Het comité van het partnerschap inzake metrologie beheert het partnerschap inzake metrologie om ervoor te zorgen dat het partnerschap inzake metrologie zijn doelstellingen bereikt.

2. Het comité van het partnerschap inzake metrologie bestaat uit vertegenwoordigers van Euramet-leden uit de deelnemende staten. Het gewicht der stemmen wordt op basis van de bijdragen van de verschillende landen aan de hand van de vierkantswortel van de bijdrage berekend.

3. Het comité van het partnerschap inzake metrologie heeft met name tot taak:

(a)beslissingen te nemen over de strategische agenda voor onderzoek en ontwikkeling;

(b)beslissingen te nemen over de planning van oproepen tot het indienen van voorstellen en de procedure voor de toetsing van evaluaties;

(c)het jaarlijkse werkprogramma vast te stellen na goedkeuring door de Commissie en na raadpleging van de in artikel 15 bedoelde stuurgroep;

(d)beslissingen te nemen over de selectie van de te financieren projecten op basis van de ranglijsten naar aanleiding van de beoordelingen van de in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde oproep tot het indienen van voorstellen;

(e)toezicht te houden op de voortgang van de gefinancierde projecten;

(f)zijn goedkeuring te hechten aan de deelname aan het partnerschap inzake metrologie van derde landen die niet met Horizon Europa geassocieerd zijn, mits dat derde land met de Unie een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 1, lid 3, heeft gesloten.

4. De Commissie heeft de status van waarnemer bij de vergaderingen van het comité van het partnerschap inzake metrologie. Voor de goedkeuring van het jaarlijkse werkprogramma door het comité van het partnerschap inzake metrologie is echter voorafgaande toestemming van de Commissie vereist. Het comité van het partnerschap inzake metrologie nodigt de Commissie uit voor zijn vergaderingen en zendt de Commissie alle relevante documenten toe. De Commissie kan deelnemen aan de besprekingen van het comité van het partnerschap inzake metrologie.

5. Het comité van het partnerschap inzake metrologie kiest een voorzitter en een vicevoorzitter volgens het in lid 2 beschreven gewicht der stemmen. De voorzitter van het comité van het partnerschap inzake metrologie vertegenwoordigt Euramet wat betreft zaken die verband houden met het partnerschap inzake metrologie.

Artikel 15 - De stuurgroep

1. De Commissie richt een stuurgroep op. De stuurgroep is een adviesorgaan van het partnerschap inzake metrologie en verstrekt advies over de nieuwe prioriteiten voor metrologisch onderzoek op Europees niveau aan het partnerschap inzake metrologie. Dit houdt met name in dat zij:

(a)opkomende technologieën en markten in kaart brengt waar metrologisch onderzoek in de toekomst relevant kan worden;

(b)onderzoeksgebieden in kaart brengt die bijdragen tot de goede werking van de eengemaakte markt, met inbegrip van relevante regelgeving en normen;

(c)het partnerschap inzake metrologie adviseert over prioriteiten voor toekomstige werkprogramma’s.

2. De stuurgroep bestaat uit 12 leden:

(a)4 door Euramet aangewezen vertegenwoordigers van Europese regelgevers en normstellers;

(b)5 vertegenwoordigers van verschillende Europese partnerschappen die zijn opgezet overeenkomstig Verordening [(EU) [XXX] [Horizon Europa] met private partners als vertegenwoordigers van de industrie. De Commissie wijst de vertegenwoordigers op een open en transparante wijze aan;

(c)de voorzitter van Euramet;

(d)1 door de Commissie aangewezen vertegenwoordiger en 1 vertegenwoordiger van een nationaal ministerie die geen personeelslid is van een nationaal metrologisch instituut dat in Euramet vertegenwoordigd is. De vertegenwoordiger van het ministerie moet door het comité van het partnerschap inzake metrologie worden benoemd.

3. Ten minste 50 % van de in lid 2, punten a) en b), bedoelde leden wordt uiterlijk na de in artikel 18, lid 1, bedoelde tussentijdse evaluatie gerouleerd.

4. De stuurgroep wordt gezamenlijk voorgezeten door de in lid 2, punt d), bedoelde vertegenwoordigers.

Artikel 16 - Het secretariaat van Euramet

1. Het secretariaat van Euramet, belast met de algemene administratieve ondersteuning van Euramet, beheert de bankrekeningen voor het partnerschap inzake metrologie.

2. Er wordt een eenheid beheerondersteuning opgezet als onderdeel van het secretariaat van Euramet en zij wordt belast met de uitvoering en het dagelijks beheer van het partnerschap inzake metrologie.

Artikel 17 - Verstrekking van informatie

1. Op verzoek van de Commissie verstrekt Euramet de Commissie alle informatie die nodig is om de in artikel 18 bedoelde evaluatieverslagen voor te bereiden.

2. De deelnemende staten verstrekken de Commissie, via Euramet, alle door het Europees Parlement, de Raad of de Rekenkamer verlangde informatie met betrekking tot het financieel beheer van het partnerschap inzake metrologie.

3. De Commissie neemt de in het tweede lid bedoelde informatie op in de in artikel 18 bedoelde evaluaties.

Artikel 18 - Evaluatie

1. De Commissie verricht een tussentijdse en een eindevaluatie van het partnerschap inzake metrologie in het kader van de evaluaties van Horizon Europa, zoals gespecificeerd in artikel 47 van Verordening (EU)... [Horizon Europa].

2. Bij de evaluaties wordt nagegaan hoe het partnerschap inzake metrologie zijn opdracht vervult en doelstellingen verwezenlijkt, worden al zijn activiteiten behandeld en wordt beoordeeld wat zijn Europese meerwaarde, doeltreffendheid, efficiëntie, met inbegrip van openheid en transparantie, de relevantie van de activiteiten en de samenhang en/of complementariteit ervan met relevant regionaal, nationaal en Uniebeleid is, met inbegrip van synergieën met andere onderdelen van Horizon Europa (zoals missies, clusters of thematische/specifieke programma’s). De evaluaties houden rekening met de standpunten van de belanghebbenden, zowel op Europees als op nationaal niveau, en omvatten in voorkomend geval ook een beoordeling van de wetenschappelijke, maatschappelijke, economische en technologische langetermijneffecten van de voorgaande initiatieven. Zij omvatten, in voorkomend geval, een beoordeling van de meest doeltreffende beleidsinterventiemethode voor toekomstige acties, alsook van de relevantie en samenhang van eventuele hernieuwing van het partnerschap inzake metrologie, gezien de algemene beleidsprioriteiten en het onderzoeks- en innovatielandschap, met inbegrip van de positionering ten opzichte van andere initiatieven die door het kaderprogramma Horizon Europa worden ondersteund.

Artikel 19 - Toegang tot resultaten en informatie over voorstellen 

1. Euramet verleent de Commissie toegang tot alle informatie met betrekking tot de acties onder contract die zij financiert. Deze informatie omvat de resultaten die zijn behaald door de begunstigden die deelnemen aan acties onder contract van het partnerschap inzake metrologie of alle andere informatie die nodig wordt geacht voor de ontwikkeling, de uitvoering, het toezicht en de evaluatie van het beleid of de programma’s van de Unie. Deze toegangsrechten hebben enkel betrekking op een niet-commercieel en niet-competitief gebruik en voldoen aan de geldende vertrouwelijkheidsregels.

2. Met het oog op de ontwikkeling, de uitvoering, het toezicht en de evaluatie van het beleid of de programma’s van de Unie verstrekt Euramet informatie in ingediende voorstellen aan de Commissie.

Artikel 20 - Vertrouwelijkheid

Onverminderd artikel 17 garandeert Euramet de bescherming van vertrouwelijke informatie waarvoor geldt dat openbaarmaking ervan buiten de instellingen en andere organen of instanties van de Unie de belangen van haar leden of van deelnemers aan de activiteiten van het partnerschap inzake metrologie zou kunnen schaden. Dergelijke vertrouwelijke informatie omvat, maar is niet beperkt tot persoonlijke, commerciële, gevoelige, niet-gerubriceerde en gerubriceerde informatie.

Artikel 21 - Belangenconflicten

1. Euramet, haar organen en personeel, en de organen van het partnerschap inzake metrologie, vermijden enig belangenconflict bij de uitvoering van hun activiteiten.

2. Euramet stelt regels vast voor het voorkomen, vermijden en beheersen van belangenconflicten met betrekking tot het personeel van Euramet, de leden en andere personen die zitten hebben in het comité van het partnerschap inzake metrologie of in de andere organen of groepen van Euramet en het partnerschap inzake metrologie, overeenkomstig artikel 154, lid 4, punt d), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Artikel 22 - Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 23 - Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.