Artikelen bij COM(2022)53 - Wijziging van Richtlijn 2003/25/EC mbt de toevoeging van verbeterde stabiliteitsvereisten en de afstemming daarvan op de vereisten van de Internationale Maritieme Organisatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2003/25/EG

Richtlijn 2003/25/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de punten b) en c) worden vervangen door:

“b) “bestaand ro-ro-passagiersschip”: een ro-ro-passagiersschip waarvan de kiel is gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond vóór [PB, datum toevoegen: één jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn]; een soortgelijk stadium van de bouw is het stadium waarin:

i) de bouw van een bepaald schip begint; en

ii) bij het assembleren van het schip reeds 50 ton of 1 % van de geschatte massa van alle bouwmateriaal is gebruikt, waarbij de kleinste van beide massa's in aanmerking wordt genomen;

c) “nieuw ro-ro-passagiersschip”: een ro-ro-passagiersschip dat geen bestaand schip is;”;

(b) punt e) wordt vervangen door:

“e) “SOLAS-Verdrag”: het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 en de van kracht zijnde wijzigingen daarvan;”;

(c) de volgende punten e bis), e ter) en e quater) worden toegevoegd:

“e bis) “SOLAS 90”: het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974, zoals gewijzigd bij de volgende IMO-instrumenten:

- Res.MSC.1(45);

- Res.MSC.6(48);

- Res.MSC.11(55);

- Res.MSC.13(57);

- Res.MSC.19(58);

- Res.MSC.26(60);

- Res.MSC.24(60);

- Res.MSC.27(61);

- Res.MSC.31(63);

- SOLAS/CONF.2/21;

- Res.MSC.42(64);

- Res.MSC.46(65);

- Res.MSC.57(67);

- Res.MSC.65(68);

- SOLAS/CONF.4/25;

- Res.MSC.69(69);

- Res.MSC.99(73);

- Res.MSC.117(74);

e ter) “SOLAS 2009”: het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974, zoals gewijzigd bij Resolutie MSC.216(82);

e quater) “SOLAS 2020”: het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974, zoals gewijzigd bij Resolutie MSC.421(98);”;

(d) punt f) wordt vervangen door:

“f) “geregelde dienst“: een reeks overtochten van ro-ro-passagiersschepen ten behoeve van het verkeer tussen dezelfde twee of meer havens, of een reeks reizen van en naar dezelfde haven zonder tussenliggende aanloophavens die plaatsvinden:

i) volgens een gepubliceerde dienstregeling; of

ii) met een zodanige regelmaat of frequentie dat zij een herkenbare systematische reeks vormen;”;

(e) punt i) wordt vervangen door:

“i) “havenstaat”: een lidstaat waarvan de havens het vertrek- of aankomstpunt zijn of worden aangedaan door een geregelde dienst met ro-ro-passagiersschepen”;

(f) punt k) wordt vervangen door:

“k) “specifieke stabiliteitsvereisten”: de stabiliteitsvereisten als bedoeld in artikel 6;”;

(g) het volgende punt n) wordt toegevoegd:

“n) “exploitant”: de rechtspersoon of natuurlijke persoon die de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het schip draagt”;

(2) In artikel 3 wordt lid 2 vervangen door:

“2. Elke lidstaat ziet er, in zijn hoedanigheid van havenstaat, op toe dat ro-ro-passagiersschepen die de vlag voeren van een staat die geen lidstaat is, volledig aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen voordat zij worden ingezet op zeereizen in het kader van geregelde diensten van en naar havens in die lidstaat overeenkomstig Richtlijn (EU) 2017/2110 van het Europees Parlement en de Raad20.”;

(3) Artikel 4 wordt vervangen door:

Artikel 4

Significante golfhoogten

De significante golfhoogten (hS) worden gebruikt voor het bepalen van de hoogte van het water op het autodek bij toepassing van de specifieke stabiliteitsvereisten in deel A van bijlage I. De waarden van de significante golfhoogten zijn die met een overschrijdingskans van niet meer dan 10 % op jaarbasis.”;

(4) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Door havenstaten wordt een lijst opgesteld en bijgehouden van de zeegebieden die worden bevaren door ro-ro-passagiersschepen die een geregelde dienst naar of van hun havens onderhouden, alsmede de bijbehorende waarden van significante golfhoogten in die gebieden.”;

(b) lid 3 wordt vervangen door:

“3. De lijst wordt opgenomen in een databank die op de website van de bevoegde maritieme instantie algemeen toegankelijk is. De plaats waar die informatie te vinden is, alsmede eventuele aanpassingen van de lijst en de redenen voor deze aanpassingen, worden aan de Commissie meegedeeld.”;

(5) Artikel 6 wordt vervangen door:

Artikel 6

Specifieke stabiliteitsvereisten

1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 2009/45/EG moeten nieuwe ro-ro-passagiersschepen die gecertificeerd zijn voor het vervoer van meer dan 1350 opvarenden voldoen aan de specifieke stabiliteitsvereisten van SOLAS 2020, hoofdstuk II-1, deel B.

2. Naar keuze van de exploitant moeten nieuwe ro-ro-passagiersschepen die maximaal 1350 opvarenden mogen vervoeren, voldoen aan:

(a) de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I, deel A, bij deze richtlijn, of;

(b) de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I, deel B, bij deze richtlijn.

Voor elk van deze schepen stelt de administratie van de vlaggenstaat de Commissie binnen twee maanden na de datum van afgifte van het in artikel 8 bedoelde certificaat in kennis van de keuze voor optie a) of b) als vermeld in de eerste alinea en deelt zij daarbij de in bijlage III bedoelde gegevens mee.

3. Bij toepassing van de vereisten in deel A van bijlage I passen de lidstaten de richtsnoeren in bijlage II van deze richtlijn toe, voor zover dit praktisch uitvoerbaar en verenigbaar is met het ontwerp van het betreffende schip.

4. Naar keuze van de exploitant moeten bestaande ro-ro-passagiersschepen die gecertificeerd zijn voor het vervoer van meer dan 1350 opvarenden, die sinds [PB: datum toevoegen: één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] geregelde diensten onderhouden van of naar een haven van een lidstaat en die nooit gecertificeerd zijn overeenkomstig deze richtlijn, voldoen aan:

(a) de specifieke stabiliteitsvereisten van SOLAS 2020, hoofdstuk II-1, deel B; of

(b) aan de specifieke vereisten van bijlage I, deel A, bij deze richtlijn, bovenop de in SOLAS 2009, hoofdstuk II-1, deel B, vastgestelde eisen.

De toegepaste norm wordt vermeld in het krachtens artikel 8 vereiste scheepscertificaat.

5. Naar keuze van de exploitant moeten bestaande ro-ro-passagiersschepen die gecertificeerd zijn voor het vervoer van maximaal 1350 opvarenden, die sinds [PB: datum toevoegen: één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] geregelde diensten onderhouden van of naar een haven van een lidstaat en die nooit gecertificeerd zijn overeenkomstig deze richtlijn, voldoen aan:

(a) de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I, deel A, bij deze richtlijn,

(b) de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I, deel B, bij deze richtlijn, of

(c) de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I, deel A, bij deze richtlijn, bovenop de in SOLAS 2009, hoofdstuk II-1, deel B, vastgestelde eisen.

De toegepaste norm wordt vermeld in het scheepscertificaat als bedoeld in artikel 8.

6. Bestaande ro-ro-passagiersschepen die op [PB: datum toevoegen: één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] een geregelde dienst onderhielden van of naar een haven in een lidstaat, moeten voldoen aan de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I in de versie die van kracht was vóór [PB: titel van deze wijzigingsrichtlijn toevoegen] in werking is getreden.”;

(6) Artikel 7 wordt geschrapt.

(7) Artikel 8 wordt vervangen door:

Artikel 8

Certificaten

1. Alle nieuwe en bestaande ro-ro-passagiersschepen die de vlag van een lidstaat voeren, hebben een certificaat aan boord waaruit blijkt dat zij voldoen aan de specifieke stabiliteitsvereisten als bedoeld in artikel 6.

De certificaten worden afgegeven door de administratie van de vlaggenstaat en kunnen worden gecombineerd met andere gerelateerde certificaten. Voor ro-ro-passagiersschepen die voldoen aan de specifieke stabiliteitsvereisten van bijlage I, deel A, moet in het certificaat worden vermeld tot welke significante golfhoogte het schip aan de specifieke stabiliteitsvereisten voldoet.

Het certificaat blijft geldig zolang het ro-ro-passagiersschip wordt gebruikt in een gebied met dezelfde of een lagere waarde van significante golfhoogte.

2. Iedere lidstaat die in zijn hoedanigheid van havenstaat optreedt, erkent certificaten die overeenkomstig deze richtlijn door een andere lidstaat zijn afgegeven.

3. Iedere lidstaat die in zijn hoedanigheid van havenstaat optreedt, aanvaardt door een derde land afgegeven certificaten waaruit blijkt dat een ro-ro-passagiersschip voldoet aan de in deze richtlijn vastgestelde specifieke stabiliteitsvereisten. ”;

(8) Artikel 9 wordt vervangen door:

Artikel 9

Seizoens- en korteperiodediensten

1. Indien een rederij die het gehele jaar door een geregelde dienst onderhoudt, voor een kortere periode extra ro-ro-passagiersschepen voor die dienst wenst in te zetten, stelt zij ten minste een maand voordat de genoemde schepen voor die dienst worden ingezet, de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten hiervan in kennis.

2. Als door onvoorziene omstandigheden snel een vervangend ro-ro-passagiersschip moet worden ingezet om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen, zijn artikel 4, lid 4, van Richtlijn (EU) 2017/2110 en punt 1.3 van bijlage XVII bij Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad21 van toepassing in plaats van de kennisgevingsverplichting van lid 1.

3. Indien een rederij op seizoensbasis een geregelde dienst wenst te onderhouden voor een kortere periode van maximaal zes maanden per jaar, stelt zij de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten daar ten minste drie maanden voor de aanvang van die dienst van in kennis.

4. Voor ro-ro-passagiersschepen die voldoen aan de specifieke eisen van bijlage I, deel A, en als diensten als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel worden onderhouden onder omstandigheden waarin de waarde van de significante golfhoogte lager is dan die welke voor hetzelfde zeegebied voor het hele jaar is vastgesteld, mag de bevoegde instantie de voor deze kortere periode geldende waarde van de significante golfhoogte gebruiken voor het bepalen van de hoogte van het water op het dek bij het toepassen van de specifieke stabiliteitsvereisten zoals vastgesteld in bijlage I, deel A. De voor die kortere periode geldende waarde van de significante golfhoogte wordt overeengekomen tussen de lidstaten of, waar toepasselijk en mogelijk, tussen lidstaten en derde landen aan de beide eindpunten van de route.

5. Na goedkeuring door de bevoegde instantie van de havenstaat of -staten voor diensten in de zin van de leden 1 en 2, moet het ro-ro-passagiersschip dat dergelijke diensten onderhoudt, een certificaat van naleving van het bepaalde in deze richtlijn, zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, aan boord hebben.”;


(9) Het volgende artikel 13 bis wordt ingevoegd:

Artikel 13 bis

Evaluatie

De Commissie evalueert de uitvoering van deze richtlijn en deelt de resultaten van die evaluatie uiterlijk op [PB: gelieve de datum toe te voegen, tien jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] mee aan het Europees Parlement en de Raad. Informatie op basis van de in artikel 6, lid 2, bedoelde kennisgevingen wordt in geanonimiseerde vorm beschikbaar gesteld. ”;

(10) De bijlagen I en II bij Richtlijn 2003/25/EG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.

(11) De tekst in bijlage II bij deze richtlijn wordt toegevoegd als bijlage III bij Richtlijn 2003/25/EG.

Artikel 2

Omzetting

1. De lidstaten dienen uiterlijk op [PB: gelieve de datum toe te voegen: een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsrichtlijn] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.