Artikelen bij COM(2022)667 - Rechtsbescherming van modellen (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2022)667 - Rechtsbescherming van modellen (herschikking).
document COM(2022)667 NLEN
datum 28 november 2022

HOOFDSTUK - 1


 ALGEMENE BEPALINGEN 

Artikel 12 - Toepassingsgebied

1. Deze richtlijn is van toepassing op:

a) bij de centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten ingeschreven modellen;

b) bij het Benelux-bBureau voor  de Intellectuele Eigendom   tekeningen of modellen ingeschreven modellen;

c) op grond van in een lidstaat geldende internationale regelingen ingeschreven modellen;

d) aanvragen om inschrijving van modellen als bedoeld onder in de punten a), b) en c).

2. In deze richtlijn wordt onder inschrijving van een model tevens verstaan de publicatie van het model dat ingediend is bij de dienst voor de industriële eigendom van een lidstaat waar die publicatie een modelrecht doet ontstaan.

Artikel 21 - Definities

In   Voor de toepassing van  deze richtlijn wordt verstaan onder:


 nieuw

1) “dienst”: de centrale dienst voor de industriële eigendom die door een of meer lidstaten belast is met de inschrijving van modellen;

2) “register”: het door een dienst bijgehouden modellenregister;


 98/71/EG (aangepast)

 nieuw

3a) “model”: de verschijningsvorm van een voortbrengsel of een deel ervan, die wordt afgeleid uit de kenmerken, van met name de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur, en/of de materialen van het voortbrengsel zelf en/of de versiering ervan  , met inbegrip van de beweging, de transitie of elk ander type animatie van die kenmerken  ;

4b) “voortbrengsel”: elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp  dat geen computerprogramma is  ,  ongeacht of het in een fysiek object is vormgegeven of in digitale vorm wordt verwezenlijkt  met inbegrip van:

a) onderdelen die zijn bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd, verpakkingen,  stellen van artikelen,  uitvoering,  ruimtelijke ordening van voorwerpen die bedoeld zijn om met name een binnenomgeving te vormen,     en onderdelen die zijn bestemd om tot een samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd  ;

b) grafische  werken of  symbolen  , logo’s, oppervlaktepatronen,   en typografische lettertypen  en grafische gebruikersinterfaces  , doch niet computerprogramma’s;

5c) “samengesteld voortbrengsel”: een voortbrengsel dat bestaat uit meerdere onderdelen die vervangen kunnen worden, zodat het voortbrengsel uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet kan worden.

HOOFDSTUK - 2


 MATERIEEL MODELLENRECHT 

Artikel 3 - Beschermingsvoorwaarden

1. De lidstaten beschermen modellen  uitsluitend  door middel van inschrijving  van de modellen  en verlenen aan de houders ervan exclusieve rechten overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn.

2. Een model wordt door een modelrecht beschermd voorzover   als  het nieuw is en een eigen karakter heeft.

3. Een model dat is toegepast op of verwerkt in een voortbrengsel dat een onderdeel van een samengesteld voortbrengsel vormt, wordt slechts geacht nieuw te zijn en een eigen karakter te hebben:

a) voor zover het onderdeel, wanneer het in het samengestelde voortbrengsel is verwerkt, bij normaal gebruik van dit laatste zichtbaar blijft; en

b) voor zover deze zichtbare kenmerken van het onderdeel als zodanig aan de voorwaarden inzake nieuwheid en eigen karakter voldoen.

4. “Normaal gebruik” in de zin van lid 3, onder punt a), houdt het gebruik door de eindgebruiker in, met uitzondering van handelingen in verband met onderhoud of reparatie.

Artikel 4 - Nieuwheid

Een model wordt als nieuw beschouwd, indien vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vóór de datum van voorrang geen identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld. Modellen worden geacht identiek te zijn, indien de kenmerken ervan slechts in onbelangrijke details verschillen.

Artikel 5 - Eigen karakter

1. Een model wordt geacht een eigen karakter te hebben, indien de algemene indruk die het bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vóór de datum van voorrang voor het publiek beschikbaar zijn gesteld.

2. Bij de beoordeling van het eigen karakter wordt rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.

Artikel 6 - Openbaarmaking

1. Voor de toepassing van de artikelen 4 en 5 wordt een model geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld, indien dit gepubliceerd is na inschrijving of op andere wijze, of tentoongesteld, in de handel gebracht of anderszins openbaar gemaakt is, tenzij deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vóór de datum van voorrang ter kennis konden zijn gekomen van ingewijden in de betrokken sector die in de  Unie   Gemeenschap werkzaam zijn. Het model wordt echter niet geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld, louter omdat het onder uitdrukkelijke of stilzwijgende voorwaarde van geheimhouding aan een derde bekendgemaakt is.

2. Openbaarmaking wordt voor de toepassing van de artikelen 4 en 5 niet in aanmerking genomen, wanneer  het openbaar gemaakte model, dat identiek is of in de algemene indruk ervan niet verschilt van het   een model waarvoor op grond van een inschrijving in een lidstaat aanspraak op bescherming wordt gemaakt, voor het publiek beschikbaar is gesteld:

(a)door de ontwerper, zijn rechtverkrijgende of een derde op basis van door de ontwerper of diens rechtverkrijgende verstrekte informatie of genomen maatregelen; en

(b)gedurende het tijdvak van twaalf maanden voorafgaande aan de datum van indiening van de aanvraag of, indien aanspraak wordt gemaakt op voorrang, aan de datum van voorrang.

3. Lid 2 is eveneens van toepassing wanneer het model ten gevolge van misbruik jegens de ontwerper of diens rechtverkrijgende voor het publiek beschikbaar is gesteld.

Artikel 7 - Modellen die bepaald zijn door hun technische functie en modellen van verbindingen

1. Een modelrecht geldt niet voor de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie worden bepaald.

2. Een modelrecht geldt niet voor de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die noodzakelijkerwijs in precies dezelfde vorm en afmetingen gereproduceerd moeten worden om het voortbrengsel waarin het model verwerkt is of waarop het toegepast is, mechanisch met een ander voortbrengsel te kunnen verbinden of om het in, rond of tegen een ander voortbrengsel te kunnen plaatsen, zodat elk van beide voortbrengselen zijn functie kan vervullen.

3. In afwijking van lid 2 kan een model dat tot doel heeft binnen een modulair systeem de meervoudige samenvoeging of verbinding van onderling verwisselbare voortbrengselen mogelijk te maken, onder de in de artikelen 4 en 5 gestelde voorwaarden door een modelrecht worden beschermd.

Artikel 8 - Met de openbare orde of de goede zeden strijdige modellen

Een model dat met de openbare orde of de goede zeden strijdig is, is niet vatbaar voor bescherming door een modelrecht.

Artikel 9 - Draagwijdte van de bescherming

1. De bescherming krachtens het modelrecht omvat elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt.

2. Bij het beoordelen van de draagwijdte van de bescherming wordt rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.

Artikel 10 -  Aanvang en duur van de bescherming   Beschermingsduur

Na inschrijving wordt   1. Bescherming door een modelrecht van  een model dat aan de in artikel 3, lid 2, gestelde voorwaarden voldoet,  gaat in bij inschrijving bij de dienst. 

 2. De inschrijving van een model is geldig  gedurende een of meer tijdvakken   tijdvak  van vijf jaar  berekend   met ingang van   vanaf  de datum van indiening van de aanvraag  tot inschrijving   door een modelrecht beschermd. De houder van het recht kan de beschermingsduur telkens met een of meer tijdvakken van vijf jaar laten verlengen, tot een totale termijn van 25 jaar vanaf de datum van indiening van de aanvraag  tot inschrijving  .


 nieuw

Artikel 11 - Recht op het ingeschreven model

1. Het recht op het ingeschreven model komt toe aan de ontwerper of zijn rechtverkrijgende.

2. Wanneer twee of meer personen het model gezamenlijk hebben ontwikkeld, komt hun het recht op het ingeschreven model gezamenlijk toe.

3. Wanneer een model echter door een werknemer in de uitoefening van zijn functie of volgens de instructies van zijn werkgever wordt ontwikkeld, komt het recht op het ingeschreven model aan de werkgever toe, tenzij bij overeenkomst anders is bepaald of dit in de nationale wetgeving anders is vastgelegd.

Artikel 12 - Vermoeden ten gunste van de ingeschreven houder van het model

De persoon op wiens naam het modelrecht is ingeschreven, of voorafgaande aan de inschrijving de persoon op wiens naam de aanvraag is ingediend, wordt in alle procedures bij de dienst op het grondgebied waarvan aanspraak op bescherming wordt gemaakt, en in alle andere procedures geacht bevoegd te zijn om op te treden.


 98/71/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 1311 - Nietigheid of weigering van inschrijving   Gronden voor niet-inschrijving 

1. In de volgende gevallen wordt de inschrijving van een model geweigerd of het recht op een ingeschreven model nietig verklaard:

a)het model is geen model in de zin van artikel 2, punt 3)3, onder a); of

b)het  model  beantwoordt niet aan de voorwaarden van de artikel en 3 tot en met 8.; of

Artikel 14 -  Nietigheidsgronden 

 1.    Indien het model is ingeschreven, wordt het modelrecht in de volgende gevallen nietig verklaard: 

 a)    het model is geen model in de zin van artikel 2, punt 3); 

 b)    het model beantwoordt niet aan de voorwaarden van de artikelen 3 tot en met 8; 

(c)  op grond van een besluit van een bevoegde rechter of instantie   de aanvrager of kan de houder van het modelrecht kan er volgens het recht van de betrokken lidstaat geen aanspraak op maken; of

(d)het model is strijdig met een ouder model dat na de datum van indiening van de aanvraag of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, na de datum van voorrang voor het publiek beschikbaar is gesteld, en dat vanaf een aan deze datum voorafgaand  aan de datum van indiening van de aanvraag of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, de datum van voorrang van het model,   tijdstip wordt beschermd:

i) als ingeschreven Gemeenschaps   EU-  model dan wel door een aanvraag om inschrijving als  EU-  model  op voorwaarde dat het wordt ingeschreven; 

ii) of door een  ingeschreven  modelrecht van de betrokken lidstaat dan wel door een aanvraag om een zodanig recht.   op voorwaarde dat het wordt ingeschreven; 


 nieuw

iii) door een modelrecht dat is ingeschreven op grond van in de betrokken lidstaat geldende internationale regelingen, of door een aanvraag voor een dergelijk recht op voorwaarde dat het wordt ingeschreven;


 98/71/EG (aangepast)

2. Elke lidstaat kan bepalen dat in de volgende gevallen de inschrijving van een model zal worden geweigerd of dat het recht op een ingeschreven model nietig zal worden verklaard:

ea)in een later model wordt van een onderscheidend teken gebruikgemaakt en het Gemeenschaps   Unie-  recht of het recht van de betrokken lidstaat dat op dat teken van toepassing is, staat de houder van het recht op het teken toe dat gebruik te verbieden; of

fb)in het model wordt zonder toestemming gebruikgemaakt van een werk dat in de betrokken lidstaat auteursrechtelijk beschermd is; of

gc)het model vormt een oneigenlijk gebruik van een van de in artikel 6 ter van het Verdrag van Parijs ter bescherming van de industriële eigendom genoemde zaken, of van kentekenen, emblemen en wapens die niet onder genoemd artikel 6 ter vallen en die in de betrokken lidstaat van bijzonder algemeen belang zijn.


 nieuw

2. De in lid 1, punten a) en b), bedoelde nietigheidsgronden kunnen worden ingeroepen door:

a) een natuurlijke of rechtspersoon;

b) een groep of instantie die is opgericht om de belangen van fabrikanten, producenten, dienstverleners, handelaren of consumenten te behartigen, indien die groep of instantie overeenkomstig het ter zake geldende recht bevoegd is in eigen naam in rechte op te treden.


 98/71/EG (aangepast)

3. De in lid 1, onderpunt c), vermelde  nietingheids  grond kan alleen worden ingeroepen door degene die volgens het recht van de betrokken lidstaat aanspraak kan maken op het modelrecht.

4. De in lid 1, onderpunten d), en lid 2, onder ae) en bf), vermelde  nietigheids  gronden kunnen alleen door  de volgende personen worden ingeroepen: 

a) de aanvrager of de houder van het strijdige recht worden ingeroepen.;


 nieuw

b) de personen die krachtens de wetgeving van de Unie of het recht van de betrokken lidstaat de desbetreffende rechten kunnen uitoefenen;

c) een licentiehouder die door de houder van een merk of een houder van een modelrecht is gemachtigd.


 98/71/EG (aangepast)

5. De in lid 1, punt g) 2, onder c), vermelde  nietigheids  grond kan alleen door de belanghebbende  die door het oneigenlijk gebruik wordt getroffen,  worden ingeroepen.

6. De leden 4 en 5 gelden onverminderd de vrijheid van de lidstaat om te bepalen dat de in lid 1, onder d), en lid 2, onder c), vermelde gronden ook ambtshalve door de bevoegde instantie van die lidstaat kunnen worden ingeroepen.

7. Wanneer overeenkomstig lid 1, onder b), of lid 2, de inschrijving van een model is geweigerd of een modelrecht nietig is verklaard, kan het model worden ingeschreven of het modelrecht worden gehandhaafd in gewijzigde vorm, indien het in die vorm aan de beschermingsvoorwaarden voldoet en het model zijn identiteit behoudt. Inschrijving of handhaving in gewijzigde vorm kan erin bestaan dat de inschrijving vergezeld gaat van een verklaring van de houder dat hij gedeeltelijk afziet van aanspraken op het modelrecht, of van een vermelding in het modellenregister van een rechterlijke beslissing waarbij het modelrecht gedeeltelijk nietig is verklaard.

8. Elke lidstaat kan in afwijking van de leden 1 tot en met 7 bepalen dat de weigerings- of nietigheidsgronden die in die lidstaat gelden vóór de datum waarop de bepalingen ter uitvoering van deze richtlijn in werking treden, van toepassing zijn op vóór die datum ingediende aanvragen om inschrijving en op de inschrijvingen die daaruit voortvloeien.


 nieuw

6. Een modelrecht mag niet nietig worden verklaard indien de aanvrager of een houder van een recht als bedoeld in lid 1, punten d) tot en met g), uitdrukkelijk instemt met de inschrijving van het model vóór de indiening van de vordering tot nietigverklaring of de reconventionele vordering.


 98/71/EG

79. Een modelrecht kan ook na verval of afstand nietig worden verklaard.


 nieuw

Artikel 15 - Voorwerp van de bescherming

Er wordt bescherming verleend betreffende die uiterlijke kenmerken van een ingeschreven model die zichtbaar in de inschrijvingsaanvraag zijn weergegeven.


 98/71/EG (aangepast)

Artikel 1612 - Inhoud van het modelrecht

1. De inschrijving van een model verleent aan de houder ervan het exclusieve recht om het te gebruiken en om derden aan wie hij   de houder  daartoe geen toestemming heeft gegeven, te beletten het te gebruiken.

2. Onder dit gebruik wordt   Uit hoofde van lid 1 kan  met name verstaan   het volgende worden verboden: 

a) het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken van een voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast;,

 b) een in punt a) bedoeld voortbrengsel invoeren of uitvoeren; 

c)alsmede het voor  de in de punten a) en b) genoemde   deze doeleinden in voorraad hebben van dat   een  voortbrengsel.;


 nieuw

d) het creëren, downloaden, kopiëren en delen of verspreiden onder anderen van een medium of software waarin het model is vastgelegd, teneinde een voortbrengsel als bedoeld in punt a) te kunnen maken.


 98/71/EG

2. In zoverre krachtens de wetgeving van een lidstaat handelingen als bedoeld in lid 1 niet voorkomen konden worden vóór de datum waarop de bepalingen ter uitvoering van deze richtlijn in werking zijn getreden, kan op het modelrecht geen beroep worden gedaan om te beletten dat die handelingen worden voortgezet door degene die er vóór die datum mee begonnen was.


 nieuw

3. In afwijking van artikel 9, lid 1, heeft de houder van een ingeschreven modelrecht het recht derden te beletten voortbrengselen uit derde landen die in de lidstaat waar het model is ingeschreven, niet in het vrije verkeer zijn gebracht, in die lidstaat in het handelsverkeer te brengen, wanneer het model op dezelfde wijze in die voortbrengselen is verwerkt of daarop is toegepast, of wanneer het model niet wezenlijk van dergelijke voortbrengselen kan worden onderscheiden, en er geen vergunning is verleend.

Het in de eerste alinea bedoelde recht vervalt indien de aangever of de houder van de voortbrengselen tijdens de procedure om te bepalen of inbreuk is gemaakt op het ingeschreven modelrecht, die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 608/2013 is ingesteld, het bewijs levert dat de houder van het ingeschreven modelrecht niet gerechtigd is om het in de handel brengen van de voortbrengselen in het land van de eindbestemming te verbieden.

Artikel 17 - Vermoeden van geldigheid

1. In een inbreukprocedure wordt ten gunste van de houder van het ingeschreven modelrecht vermoed dat aan de in de artikelen 3 tot en met 8 bedoelde voorwaarden voor de rechtsgeldigheid van een ingeschreven model is voldaan. 

2. Het in lid 1 bedoelde vermoeden van geldigheid kan worden weerlegd door alle in het rechtsgebied van de betrokken lidstaat beschikbare procedurele middelen, met inbegrip van reconventionele vorderingen.


 98/71/EG (aangepast)

Artikel 1813 - Beperkingen op het modelrecht

1. De rechten op een ingeschreven model mogen niet geldend worden gemaakt voor handelingen:

a)  handelingen die  in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden  worden verricht  ;

b)  handelingen die  voor experimentele doeleinden  worden verricht  ;

c) handelingen bestaande in reproductie ter illustratie of voor onderricht;, mits deze handelingen verenigbaar zijn met de eerlijke handelsgebruiken, zij niet zonder noodzaak afbreuk doen aan de normale exploitatie van het model en de bron wordt vermeld.


 nieuw

d) handelingen die ter identificatie van of verwijzing naar een voortbrengsel als dat van de houder van het modelrecht worden verricht;

e) handelingen die met het oog op commentaar, kritiek of parodie worden verricht;


 98/71/EG

2. De rechten op een ingeschreven model mogen evenmin geldend worden gemaakt voor:

fa) de uitrusting van in een ander land geregistreerde vaartuigen en luchtvaartuigen die zich tijdelijk op het grondgebied van de betrokken lidstaat bevinden;

gb) de invoer in de betrokken lidstaat van vervangingsonderdelen en toebehoren voor de reparatie van dergelijke vervoermiddelen;

hc) reparaties aan dergelijke vervoermiddelen.


 nieuw

2. De punten c), d) en e) van lid 1 zijn alleen van toepassing indien de handelingen met eerlijke handelspraktijken verenigbaar zijn en de normale exploitatie van het model niet onnodig schaden en, in het geval van punt c), indien de bron van het voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het model wordt toegepast, wordt vermeld.

Artikel 19 - Reparatieclausule

1. Er wordt geen bescherming verleend aan een ingeschreven model dat een onderdeel van een samengesteld voortbrengsel vormt waarvan de vorm bepalend is voor het model van het onderdeel, en dat in de zin van artikel 16, lid 1, uitsluitend wordt gebruikt voor de reparatie van dat samengestelde voortbrengsel om het zijn oorspronkelijke vorm terug te geven.

2. Lid 1 kan niet worden ingeroepen door de fabrikant of de verkoper van een onderdeel van een samengesteld voortbrengsel die de consument niet naar behoren heeft geïnformeerd, door middel van een duidelijke en zichtbare vermelding op het voortbrengsel of in een andere passende vorm, over de oorsprong van het voortbrengsel dat voor de reparatie van het samengestelde voortbrengsel wordt gebruikt, zodat hij met kennis van zaken een keuze kan maken tussen concurrerende voortbrengselen die voor de reparatie kunnen worden gebruikt.

3. Indien op het tijdstip van vaststelling van deze richtlijn het nationale recht van een lidstaat modellen in de zin van lid 1 beschermt, blijft de lidstaat, in afwijking van lid 1, tot en met... [OP, gelieve de datum in te voegen = tien jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] voorzien in die bescherming voor modellen waarvoor inschrijving is aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn.


 98/71/EG (aangepast)

Artikel 14 - Overgangsbepaling

Zolang deze richtlijn niet overeenkomstig artikel 18 op voorstel van de Commissie is gewijzigd, handhaven de lidstaten hun bestaande wettelijke bepalingen inzake het gebruik van het model van een onderdeel voor het repareren van een samengesteld voortbrengsel met de bedoeling het zijn oorspronkelijke vorm terug te geven, en wijzigen zij die bepalingen alleen als daarmee een liberalisering van de markt voor dergelijke onderdelen wordt beoogd.

Artikel 2015 - Uitputting van rechten

De rechten op een ingeschreven model gelden niet voor handelingen die betrekking hebben op een voortbrengsel waarin een door het modelrecht beschermd model is verwerkt of waarop het is toegepast, indien het voortbrengsel door de houder van het modelrecht, of met diens toestemming, in de  Unie   Gemeenschap in de handel is gebracht.


 nieuw

Artikel 21 - Recht van voorgebruik met betrekking tot een ingeschreven modelrecht

1. Iedere derde die kan aantonen dat hij vóór de datum van de indiening van de aanvraag, of indien aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vóór de datum van voorrang, te goeder trouw een aanvang heeft gemaakt met, of serieuze en daadwerkelijke voorbereidingen heeft getroffen tot het gebruik in de lidstaat van een model dat onder de aan het ingeschreven modelrecht verleende bescherming valt en geen namaak is van een ingeschreven model, heeft een recht van voorgebruik.

2. Op grond van het recht van voorgebruik kan de derde het model exploiteren voor de doeleinden waarvoor hij, vóór de datum van indiening of de datum van voorrang van een ingeschreven modelrecht, een aanvang had gemaakt met of serieuze en daadwerkelijke voorbereidingen had getroffen tot het gebruik van dat model.


 98/71/EG (aangepast)

 nieuw

Artikel 2216 - Verhouding tot andere vormen van bescherming

De bepalingen van deze richtlijn laten onverlet de bepalingen van  het recht van de Unie   Gemeenschapsrecht en het recht van de betrokken lidstaat inzake niet-ingeschreven modellen, merken of andere onderscheidende tekens, octrooien en gebruiksmodellen, lettertypen, wettelijke aansprakelijkheid en oneerlijke mededinging.

Artikel 2317 - Verhouding tot het auteursrecht

Een model dat overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn in of ten aanzien van een lidstaat is ingeschreven, kan tevens beschermd worden door het auteursrecht van die lidstaat vanaf de datum waarop het model is gecreëerd of in vorm is vastgelegd  op voorwaarde dat aan de eisen van de wetgeving van de Unie betreffende auteursrechten wordt voldaan  . Elke lidstaat bepaalt de omvang en de voorwaarden van die bescherming, met inbegrip van het vereiste gehalte aan oorspronkelijkheid.


 nieuw

Artikel 24 - Registratiesymbool

De houder van een ingeschreven modelrecht kan het publiek ervan in kennis stellen dat het model is ingeschreven door op het voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het wordt toegepast, de letter D in een cirkel weer te geven. Een dergelijke vermelding betreffende het model kan vergezeld gaan van het inschrijvingsnummer van het model of van de hyperlink naar de inschrijving van het model in het register.

HOOFDSTUK 3 - PROCEDURES

Artikel 25 - Vereisten voor de aanvraag

3. Een aanvraag tot inschrijving van een model moet ten minste alle volgende elementen bevatten:

(b)een verzoek om inschrijving;

(c)gegevens op grond waarvan de aanvrager kan worden geïdentificeerd;

(d)een afbeelding van het model die geschikt is voor reproductie, waarop alle details van het voorwerp waarvoor bescherming wordt gevraagd, duidelijk kunnen worden onderscheiden en waarvan bekendmaking mogelijk is;

(e)vermelding van de voortbrengselen waarin het model zal worden verwerkt of waarop het zal worden toegepast.

4. Bij de aanvraag voor inschrijving van een model moet een door de betrokken lidstaat te bepalen taks worden betaald.

5. De in lid 1, punt d), bedoelde vermelding van de voortbrengselen laat de draagwijdte van de bescherming van het model onverlet. Dit geldt ook voor een beschrijving waarin de afbeelding van het model wordt toegelicht, indien een lidstaat in een dergelijke beschrijving voorziet.

Artikel 26 - Afbeelding van het model

1. De in artikel 25, lid 1, punt c), bedoelde afbeelding van het model moet duidelijk, nauwkeurig en consistent zijn en van zodanige kwaliteit zijn dat alle details van het materiaal waarvoor bescherming wordt gevraagd, duidelijk kunnen worden onderscheiden en kunnen worden bekendgemaakt.

2. De afbeelding bestaat uit elke vorm van visuele reproductie van het model in zwart-wit of in kleur. De reproductie kan statisch, dynamisch of geanimeerd zijn en wordt met elk passend middel verwezenlijkt, waarbij algemeen beschikbare technologie, met inbegrip van tekeningen, foto’s, video’s of computerbeeldvorming/modellering, wordt gebruikt.

3. In de reproductie worden alle aspecten van het model waarvoor bescherming wordt gevraagd, in een of meer weergaven weergegeven. Daarnaast kunnen andere typen weergaven worden verstrekt om de specifieke kenmerken van het model nader te specificeren, en met name:

(f)vergrote weergaven die een deel van het product afzonderlijk op grotere schaal weergeven;

(g)doorsneeweergaven waarbij een opengewerkt deel van het voortbrengsel wordt getoond;

(h)openwerkte weergaven waarbij gedemonteerde delen van een voortbrengsel afzonderlijk in één weergave worden weergegeven; of

(i)deelweergaven waarbij delen van een voortbrengsel afzonderlijk in verschillende weergaven worden weergegeven.

4. Indien de afbeelding verschillende reproducties van het model bevat of meer dan één afbeelding bevat, zijn deze onderling consistent en wordt het voorwerp van de inschrijving bepaald door alle visuele kenmerken van die afbeeldingen of reproducties samen.

5. Het model wordt alleen weergegeven, met uitsluiting van alle andere elementen. Er mogen geen verklarende tekst, formuleringen of symbolen worden weergegeven.

6. Materiaal waarvoor geen bescherming wordt gevraagd, wordt door middel van visuele disclaimers aangegeven, bij voorkeur in de vorm van stippellijnen of onderbroken lijnen. Indien dit om technische redenen of gezien het soort model niet mogelijk is, mogen andere visuele disclaimers worden gebruikt, zoals schaduwwerking, grenslijnen of onscherp maken. Dergelijke visuele disclaimers moeten consequent worden gebruikt.

7. Wanneer de afbeelding vergezeld gaat van een beschrijving van het model, mogen noch die beschrijving, noch enige daarin opgenomen verbale disclaimers tot gevolg hebben dat de draagwijdte van de bescherming van het model zoals in de afbeelding weergegeven wordt beperkt of uitgebreid.

8. De centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten en het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom werken met elkaar en met het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie samen om gemeenschappelijke normen vast te stellen voor de vereisten en wijze van afbeelding van het model, met name wat betreft de typen en het aantal te gebruiken afbeeldingen, de typen aanvaardbare visuele disclaimers en de technische specificaties van de middelen die voor de reproductie, de opslag en de indiening van modellen, zoals de formaten en omvang van de desbetreffende elektronische bestanden.

Artikel 27 - Meervoudige aanvragen

Voor verscheidene modellen kan één meervoudige aanvraag om modellen te registreren worden ingediend. De voorwaarde dat alle voortbrengselen waarin de modellen zullen worden verwerkt of waarop zij zullen worden toegepast, tot dezelfde klasse van de internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid behoren, is niet van toepassing.

Artikel 28 - Datum van indiening

1. De datum van indiening van een aanvraag tot inschrijving van een model is die waarop de aanvrager de documenten met de in artikel 25, lid 1, punten a), b) en c), bedoelde gegevens bij de dienst indient.

2. De lidstaten kunnen daarnaast bepalen dat de betaling van de in artikel 25, lid 2, bedoelde taks voorwaarde is voor de toekenning van de datum van indiening.

Artikel 29 - Reikwijdte van het inhoudelijk onderzoek

De diensten beperken hun onderzoek of een aanvraag voor inschrijving van een model in aanmerking komt, tot het al dan niet aanwezig zijn van de in artikel 13 bedoelde materiële gronden voor niet-inschrijving.

Artikel 30 - Opschorting van bekendmaking

1. De indiener van een aanvraag om inschrijving van een model kan bij het indienen van de aanvraag verzoeken de bekendmaking van het ingeschreven model voor dertig maanden vanaf de datum van indiening van de aanvraag of, indien aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vanaf de datum van voorrang op te schorten.

2. Bij inschrijving is het model, noch de afbeelding van het model, noch enig dossier met betrekking tot de aanvraag voor het publiek toegankelijk, behalve als het nationale recht in bepalingen voorziet die de rechtmatige belangen van derden beschermen.

3. Er wordt melding gemaakt van de opschorting van de bekendmaking van het ingeschreven model.

4. Bij het verstrijken van de opschortingstermijn, of op een eerdere datum op verzoek van de houder van het recht, maakt de dienst alle inschrijvingen in zijn register en het dossier met betrekking tot de aanvraag openbaar en maakt deze het ingeschreven model bekend.

Artikel 31 - Procedure tot nietigverklaring

1. Onverminderd het recht van de partijen om bij de rechter beroep in te stellen, voorzien de lidstaten bij hun diensten in een efficiënte en snelle administratieve procedure voor nietigverklaring van een ingeschreven modelrecht.

2. De administratieve procedure tot nietigverklaring bepaalt dat de inschrijving van het model nietig wordt verklaard op basis van ten minste de volgende gronden:

a) het model had niet mogen worden ingeschreven omdat het niet aan de definitie van artikel 2, punt 3, of aan de vereisten van de artikelen 3 tot en met 8 voldoet;

b) het model had niet mogen worden ingeschreven omdat er een ouder model in de zin van artikel 14, lid 1, punt d), bestaat.

3. De administratieve procedure bepaalt dat een vordering tot nietigverklaring ten minste kan worden ingediend door:

a) in het geval van lid 2, punt a), de in artikel 14, lid 2, bedoelde personen, groepen of lichamen;

b) in het geval van lid 2, punt b), de in artikel 14, lid 3, bedoelde persoon.

Artikel 32 - Vernieuwing

1. Op verzoek van de houder van het modelrecht of van eenieder die daartoe bij wet of bij overeenkomst gemachtigd is, wordt de inschrijving van een model vernieuwd op voorwaarde dat de vernieuwingstaksen betaald zijn. De lidstaten kunnen bepalen dat de ontvangst van de betaling van de vernieuwingstaksen als verzoek geldt.

2. De dienst brengt de houder van het ingeschreven modelrecht minstens zes maanden voordien op de hoogte van het verstrijken van de inschrijving. De dienst is niet aansprakelijk indien deze verzuimt deze informatie te verstrekken en dit verzuim heeft geen gevolgen voor het verstrijken van de inschrijving.

3. Ten minste zes maanden vóór het verstrijken van de inschrijving wordt het verzoek tot vernieuwing ingediend en worden tevens de vernieuwingstaksen betaald. Bij gebreke daarvan kan het verzoek binnen een termijn van nog eens zes maanden na het verstrijken van de inschrijving of de latere vernieuwing daarvan worden ingediend. De vernieuwingstaksen en de aanvullende taks worden binnen deze extra termijn betaald.

4. In het geval van een meervoudige inschrijving, wanneer de betaalde vernieuwingstaksen ontoereikend zijn om alle modellen waarvoor vernieuwing wordt aangevraagd, te dekken, wordt de inschrijving vernieuwd indien duidelijk is voor welke modellen het betaalde bedrag bedoeld is.

5. De vernieuwing gaat in vanaf de dag na de datum waarop de geldigheid van de inschrijving verstrijkt. De vernieuwing wordt in het register aangetekend.

Artikel 33 - Communicatie met de dienst

De partijen in de procedure of, indien van toepassing, hun vertegenwoordigers, geven een officieel adres op voor alle officiële communicatie met de dienst. De lidstaten kunnen eisen dat dit adres zich in de Europese Economische Ruimte bevindt.

HOOFDSTUK 4 - ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 34 - Samenwerking op het gebied van inschrijving, administratie en nietigheid van modellen

Het staat de diensten vrij om onderling en met het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie op doeltreffende wijze samen te werken om convergentie van praktijken en instrumenten met betrekking tot het onderzoek, de inschrijving en de nietigverklaring van modellen te bevorderen.

Artikel 35 - Samenwerking op andere gebieden

Het staat de diensten vrij om onderling en met het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie op doeltreffende wijze samen te werken op alle andere gebieden dan die bedoeld in artikel 34 waarop zij activiteiten ontwikkelen die van belang zijn voor de bescherming van modellen in de Unie.


 98/71/EG (aangepast)

 nieuw

HOOFDSTUK - 5


 SLOTBEPALINGEN 

Artikel 18 - Herziening

Drie jaar na de in artikel 19 gestelde datum van implementatie dient de Commissie een verslag in over de gevolgen van de bepalingen van deze richtlijn voor het communautaire bedrijfsleven, met name de meest betrokken industriesectoren, in het bijzonder de fabrikanten van samengestelde voortbrengselen en onderdelen, voor de consumenten, voor de mededinging en voor de werking van de interne markt. Uiterlijk een jaar later stelt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad de wijzigingen in deze richtlijn voor die nodig zijn ter voltooiing van de interne markt met betrekking tot onderdelen van samengestelde voortbrengselen, alsmede andere wijzigingen die zij in het licht van haar overleg met de meest betrokken partijen nodig acht.

Artikel 3619 - Uitvoering   Omzetting 

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op  ...[PB, gelieve de datum in te voegen: 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] aan de artikelen 2, 3, 6, 10 tot en met 19, 21 en 23 tot en met 33 te voldoen   28 oktober 2001 aan deze richtlijn te voldoen.  Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee. 

Wanneer de lidstaten  die maatregelen  deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen   daarin of bij de officiële bekendmaking ervan  naar de onderhavige   deze  richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen die bepalingen.  In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.  De regels voor dezedie verwijzing  en de formulering van die vermelding  worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de  tekst van de belangrijkste  bepalingen van nationaal  intern  recht mee die zij vaststellen op het gebied waarop   op het onder  deze richtlijn van toepassing is   vallende gebied vaststellen  .

Artikel 37 -  Intrekking 

 Richtlijn 98/71/EG wordt met ingang van [PB, gelieve de datum in te voegen: de dag volgend op de datum in de eerste alinea van artikel 36, lid 1] ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I genoemde termijn voor omzetting in intern recht van de aldaar genoemde richtlijn. 

 Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II. 

Artikel 3820 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op   na  die van haar   de  bekendmaking  ervan  in het Publicatieblad van de Europese  Unie   Gemeenschappen.

 De artikelen 4, 5, 7, 8, 9, 20 en 22 zijn van toepassing met ingang van ... [PB, gelieve de datum in te voegen: de dag volgend op de datum in de eerste alinea van artikel , lid 1]. 

Artikel 3921 - Geadresseerden

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.