Toelichting bij COM(2006)320-2 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 16 mei 2006 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een beschikking van de Raad overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag, waarin wordt bepaald dat Slovenië voldoet aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de eenheidsmunt en dat de derogatie van Slovenië met ingang van 1 januari 2007 wordt ingetrokken.

In geval van een positief besluit zal de Raad vervolgens de overige maatregelen moeten nemen die voor de invoering van de euro in Slovenië noodzakelijk zijn.

Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad over de invoering van de euro[1] regelt de oorspronkelijke invoering van de euro in de eerste groep lidstaten van het eurogebied en in Griekenland. Ter voorbereiding van toekomstige uitbreidingen van het eurogebied werd deze verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2169/2005. Opdat Slovenië onder Verordening (EG) nr. 974/98 valt, dient in deze verordening evenwel een verwijzing naar de betrokken lidstaat te worden ingevoegd. In het kader van dit initiatief wordt derhalve voorgesteld om deze verordening te wijzigen.

In het overgangsplan van Slovenië wordt gepreciseerd dat het zogeheten 'big bang'-scenario zal worden toegepast, hetgeen betekent dat het invoeren van de euro als munteenheid van Slovenië en het in omloop brengen van eurobankbiljetten en -munten in deze lidstaat zullen samenvallen.

2. JURIDISCHE ASPECTEN

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor het onderhavige voorstel is artikel 123, lid 5, van het EG-Verdrag, dat machtiging verleent voor het nemen van de overige maatregelen die nodig zijn voor de invoering van de euro in de lidstaat waarvan de derogatie overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag is ingetrokken.

De Raad handelt met eenparigheid van stemmen van de lidstaten zonder derogatie en de betrokken lidstaat op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de ECB.

Subsidiariteit en evenredigheid



Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Dit initiatief gaat niet verder dan nodig is om het doel ervan te verwezenlijken en voldoet derhalve aan het evenredigheidsbeginsel.

Keuze van het rechtsinstrument



Als rechtsinstrument is een verordening gekozen omdat dit het enige geschikte rechtsinstrument is om Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad over de invoering van de euro te wijzigen.

1.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

2.

Artikelsgewijze toelichting



4.1. Artikel 1

Overeenkomstig artikel 1, onder a), en artikel 1 bis van Verordening (EG) nr. 974/98 worden in de tabel in de bijlage bij deze verordening de deelnemende lidstaten vermeld, alsook voor elk van deze deelnemende lidstaten de datum waarop de euro wordt ingevoerd, de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, en de eventuele geleidelijkeaanpassingsperiode. Volgens artikel 1, onder i), van Verordening (EG) nr. 974/98 kan een geleidelijkeaanpassingsperiode alleen gelden in lidstaten waar de datum waarop de euro wordt ingevoerd en de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, samenvallen. Dit was niet het geval voor de huidige twaalf deelnemende lidstaten, maar in het overgangsplan van Slovenië vallen de datum waarop de euro wordt ingevoerd en de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, wel samen. Slovenië heeft evenwel van een geleidelijkeaanpassingsperiode afgezien.

Dit artikel voegt Slovenië en de volgende gegevens voor deze lidstaat in protocollaire volgorde toe aan de tabel in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 974/98.

Lidstaten Datum waarop de euro wordt ingevoerd Datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld Lidstaat met een geleidelijke-aanpassingsperiode van de nationale munteenheid

Slovenië 1 januari 1 januari Nee

4.2. Artikel 2

Dit artikel stelt de datum van inwerkingtreding van de verordening vast op 1 januari 2007 en draagt er aldus zorg voor dat de verordening van toepassing zal zijn op de datum waarop de overige besluiten van de Raad in verband met de aanneming van de euro door Slovenië in werking treden, namelijk de datum waarop de derogatie wordt ingetrokken en de datum waarop de omrekeningskoers van de Sloveense tolar van kracht wordt.