Toelichting bij COM(2006)822 - Gemeenschappelijke landbouwmarktordening en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Context

Motivering en doel van het voorstel:


Een eenvoudiger rechtskader voor het GLB – één horizontale gemeenschappelijke marktordening in plaats van 21

Dit voorstel voor een verordening heeft als hoofddoel de 21 bestaande verordeningen houdende sectorspecifieke marktordeningen (GMO's) te herzien en ze met elkaar te combineren tot één enkele omvattende regelgeving, met de bedoeling het rechtskader te stroomlijnen en te vereenvoudigen zonder aan de onderliggende beleidslijnen te raken.

Het is dan ook de bedoeling om met dit voorstel één enkel geheel van geharmoniseerde regels vast te stellen op de klassieke gebieden van het marktbeleid zoals interventie, particuliere opslag, tariefcontingenten voor invoer, uitvoerrestituties, vrijwaringsmaatregelen, staatssteun- en mededingingsregels, mededeling van gegevens en rapportage. De bestaande sectorspecifieke regels voor deze kwesties zijn herschikt naar instrument of beleidsthema, en zo mogelijk in horizontale bepalingen gegoten. De voorgestelde verordening zou, als synthese van de huidige GMO-bepalingen van de Raad, moeten gelden voor alle landbouwproducten die momenteel onder een GMO vallen.

Algemene context



Dit voorstel is een essentieel onderdeel van de plannen van de Commissie om het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) te stroomlijnen en te vereenvoudigen. De Commissie heeft de belangrijkste punten van haar aanpak toegelicht in haar mededeling van 2005 met als titel “Vereenvoudiging en betere regelgeving bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid” (hierna “de mededeling” genoemd)[1]. In dit document heeft de Commissie het volgende onderstreept: “Vermindering van de bureaucratie in de landbouwsector dankzij regels die doorzichtiger en gemakkelijker te begrijpen zijn en minder rompslomp opleveren, zal tot lagere kosten voor het bedrijfsleven leiden en ervoor zorgen dat de Europese burgers waar krijgen voor hun geld”.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Een essentieel onderdeel van het huidige rechtskader voor het GLB zijn de 21 GMO’s die sinds de invoering van het GLB zijn vastgesteld (zie bijlage 1 bij dit document ). Voor elk van deze GMO's geldt een afzonderlijke basisverordening van de Raad, die vaak nog met verdere regels van de Raad is aangevuld.

De meeste basisverordeningen zijn opgezet volgens dezelfde structuur en hebben talrijke bepalingen gemeen. Dit is met name het geval voor de regels inzake handel met derde landen en de algemene bepalingen, maar in zekere mate ook voor de regels inzake de interne markt. Voorts bevatten de basisverordeningen vaak uiteenlopende oplossingen voor identieke of vergelijkbare problemen. Op dit laatste punt wordt er in de mededeling op gewezen dat bij de hervorming van 2003 “de GLB-regelgeving vereenvoudigd [is] door de totstandbrenging van een horizontaal juridisch kader voor alle rechtstreekse betalingen en de samenvoeging van een serie steunregelingen in een bedrijfstoeslagregeling”. In de mededeling heeft de Commissie haar voornemen te kennen gegeven de horizontale aanpak uit te breiden tot de 21 GMO’s en te onderzoeken in hoeverre harmonisatie mogelijk is en sectorale benaderingen door horizontale kunnen worden vervangen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Dit voorstel op landbouwgebied vormt een integrerend deel van de algemene aanpak die de Commissie volgt met het oog op betere regelgeving en vereenvoudiging, zoals uiteengezet in haar mededeling van 25 oktober 2005 met als titel “Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap - Een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving”[2] en onderschreven in het Interinstitutioneel akkoord — “Beter wetgeven” van 16 december 2003[3].

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



In haar mededeling van 19 oktober 2005 heeft de Commissie aangekondigd dat zij van plan was een voorstel te formuleren voor een omvattende GMO-verordening. Na besprekingen heeft de Raad in december 2005 zijn goedkeuring gehecht aan conclusies waarin de kwestie niet specifiek aan bod kwam. Tijdens de werkzaamheden ter voorbereiding van het voorstel kregen zowel de lidstaten als de belanghebbenden de gelegenheid hun zienswijze over het project naar voren te brengen. Het overleg met de lidstaten vond op 27 juni 2006 plaats tijdens een vergadering van de deskundigengroep “Vereenvoudiging” van de Commissie, en de belanghebbenden werden op 30 juni 2006 geraadpleegd tijdens een ad-hocvergadering van de Landbouwadviescommissie. In beide gevallen werd uitgegaan van een informatienota die de algemene lijnen van het beoogde voorstel samenvatte.

De vertegenwoordigers van de lidstaten waren er in het algemeen over eens dat de aanpak tot een vereenvoudiging van het rechtskader van het GLB kan leiden. Zij hielden evenwel het standpunt van hun regeringen in beraad totdat een gedetailleerd wetgevingsvoorstel zou worden voorgelegd.

De vertegenwoordigers van de belanghebbenden voelden er ook weinig voor om uitvoerig commentaar op de aanpak te leveren. Een aantal van hen toonde zich bereid een voorstel voor een omvattende GMO-verordening in overweging te nemen op voorwaarde dat het hierbij om een louter technische exercitie zou gaan waarbij niet aan de bestaande beleidslijnen zou worden geraakt. Voorts werd enige bezorgdheid geuit over de oprichting van één enkel comité van beheer voor alle marktsectoren.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep op externe deskundigheid te worden gedaan.

Effectbeoordeling



Niet van toepassing. Voor het voorstel hoeft geen effectbeoordeling te worden gemaakt, aangezien het niet is opgenomen in het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie.

3. Juridische aspecten en hoofdkenmerken van de horizontale GMO

Rechtsgrondslag



De artikelen 36 en 37 van het Verdrag.

- Inhoud van het voorstel

Vereenvoudiging van het rechtskader zonder het beleid te wijzigen

Een regelgevingsproject van dergelijke omvang, dat bestaat in het combineren van een groot aantal afzonderlijke rechtsbesluiten tot één omvattende verordening, gaat duidelijk verder dan het louter consolideren van bestaande rechtsteksten. Een groot deel van de bepalingen moet onvermijdelijk worden herschikt en geherformuleerd. Toch mag dit niet worden gezien als een poging tot wijziging van de beleidsbesluiten die de Raad over de jaren heen in GLB-kwesties heeft genomen en die in de huidige GMO's terug te vinden zijn. Hoewel er geen universele en algemeen aanvaarde typologie van de vereenvoudigingsinitiatieven bestaat, gaat het bij de voorgestelde verordening in wezen om een “technische vereenvoudiging”; dit houdt m.a.w. in dat, zoals gezegd in de mededeling, “het juridische kader, de administratieve procedures en de beheersmechanismen worden herzien om een en ander te stroomlijnen en kosteneffectiever te maken en de bestaande beleidsdoelstellingen doeltreffender te kunnen verwezenlijken, zonder dat het onderliggende beleid wordt gewijzigd”. Er wordt dan ook niet voorgesteld bestaande instrumenten in te trekken of te wijzigen, tenzij die achterhaald zijn, overbodig geworden zijn of gezien hun aard beter niet op het niveau van de Raad worden behandeld. Dit houdt ook in dat in het kader van dit voorstel het huidige toepassingsgebied van de GMO's niet mag worden uitgebreid en dat er evenmin nieuwe instrumenten of maatregelen mogen worden ingesteld.

Met inachtneming van deze criteria wijken de voorgestelde regelingen op een beperkt aantal punten af van die in de huidige verordeningen. Dit is met name zo voor een aantal bepalingen die de Raad momenteel de bevoegdheid geven om rechtsbesluiten goed te keuren zonder het Parlement te raadplegen (de zogenaamde besluiten van de “tweede generatie”). Overeenkomstig het institutionele evenwicht dat in het derde streepje van artikel 202 van het Verdrag is vastgesteld, wordt voorgesteld dergelijke besluiten volgens de procedure van artikel 37 van het Verdrag goed te keuren (d.i. na raadpleging van het Parlement) of de betrokken bevoegdheden aan de Commissie te verlenen.

Aangezien de betrokken verordeningen van de tweede generatie momenteel niet hoeven te worden gewijzigd of ingetrokken, worden ze in het voorstel in wezen ongemoeid gelaten terwijl de Commissie uitdrukkelijk de bevoegdheid krijgt om dergelijke besluiten zodra dit nodig wordt, te wijzigen of in te trekken in het kader van de procedure van het comité van beheer. Voorts wordt erop gewezen dat voor bepaalde kwesties die door hun zeer technische aard niet in een basisverordening van de Raad thuishoren, wordt voorgesteld de desbetreffende bevoegdheden aan de Commissie over te dragen.

Reikwijdte van het voorstel

De reikwijdte van de voorgestelde verordening laat de stapsgewijze aanpak zien die reeds in de mededeling was aangekondigd. Zo wordt voorgesteld dat de nieuwe basisverordening vanaf het begin zal gelden voor alle landbouwproducten die nu onder een GMO vallen. Voorts dient de nieuwe basisverordening volledigheidshalve en met het oog op de samenhang ook bepaalde andere landbouwproducten te omvatten, zoals zijderupsen, ethylalcohol uit landbouwproducten en producten van de bijenteelt, die nu niet onder een volwaardige GMO vallen, maar onder een reeks specifieke landbouwvoorschriften die nooit het volledige statuut van een GMO hebben gekregen. Katoen wordt evenwel niet in dit voorstel opgenomen gezien het bijzondere statuut ervan als product dat niet onder bijlage I bij het Verdrag[4] valt.

Wat betreft de sectoren waarvoor het beleid momenteel wordt herzien of binnenkort zal worden herzien (verse en verwerkte groenten en fruit, wijn), is het dienstig alleen die bepalingen in het voorstel op te nemen die niet onder die herzieningen vallen. Hierbij gaat het met name om horizontale of gemeenschappelijke bepalingen zoals de staatssteun- en mededingingsregels en de bepalingen met betrekking tot de comitéprocedures en de mededelingen van de lidstaten aan de Commissie. Bijgevolg zal voor elke herziening een afzonderlijk voorstel worden geformuleerd. Zodra het herzieningsproces beëindigd is, zullen de rechtsbesluiten die in dat kader worden aangenomen, in een tweede fase in de nieuwe basisverordening moeten worden geïntegreerd. De Commissie zal daartoe tijdig passende voorstellen aan de Raad voorleggen. Totdat die voorstellen worden goedgekeurd, zullen de bestaande verordeningen die deze regels bevatten, naast de nieuwe basisverordening van toepassing blijven.

Opgenomen rechtsbesluiten

Ons voorstel houdt in dat in de nieuwe basisverordening, naast de besluiten van de Raad waarnaar in punt 1 wordt verwezen, ook andere voorschriften van de Raad worden opgenomen die nu niet formeel deel uitmaken van GMO-verordeningen, hoewel zij van toepassing zijn op landbouwproducten die onder de huidige GMO's en andere besluiten van de Raad vallen. Deze voorschriften omvatten bijv. de regels inzake melkquota, specifieke bepalingen betreffende particuliere opslag en openbare interventie[5] en de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1184/2006[6] betreffende mededingings- en staatssteunregels voor de vervaardiging van en de handel in landbouwproducten. In bijlage 2 bij dit document is een volledige lijst met die rechtsbesluiten opgenomen.

Structuur

De nieuwe GMO moet in grote lijnen de structuur volgen die in de meeste huidige basisverordeningen wordt toegepast. Omdat de mededingingsregels zo belangrijk zijn, lijkt het evenwel dienstig die in een afzonderlijk deel onder te brengen. Het dispositief van de voorgestelde verordening is dan ook als volgt ingedeeld:

- inleidende bepalingen (bijv. toepassingsgebied, definities, verkoopseizoenen),

- bepalingen inzake de interne markt (bijv. openbare interventie, particuliere opslag, bijzondere interventiemaatregelen, quota, steunregelingen),

- bepalingen voor de handel met derde landen (bijv. invoer- en uitvoercertificaten, invoerrechten, tariefcontingenten, bijzondere vrijwaring, uitvoerrestituties, vrijwaringsclausule, actieve en passieve veredeling),

- mededingingsregels (antitrust, staatssteun),

- algemene bepalingen (bijv. clausule inzake marktverstoring, gegevensverstrekking, comité van beheer),

- overgangs- en slotbepalingen (bijv. wijzigingen, intrekkingen, overgangsbepalingen, inwerkingtreding).

Daarnaast bevat de voorgestelde verordening een aantal bijlagen, die in grote lijnen een afspiegeling zijn van de bijlagen bij de huidige GMO-verordeningen.

Besluitvorming van de Commissie

Volgens het voorstel moet de Commissie, zoals ook in de bestaande GMO's is bepaald, in het overgrote deel van de gevallen haar besluitvormingsbevoegdheden uitoefenen volgens de zogenaamde procedure van het comité van beheer. Om te voorkomen dat telkens opnieuw moet worden verwezen naar de desbetreffende comitologiebepaling is deze vereiste in het voorstel op horizontaal niveau vastgesteld.

Inwerkingtreding en toepassing

Er wordt voorgesteld dat de nieuwe verordening in werking treedt op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad.

Bij de vaststelling van de datums waarop de bepalingen van de voorgestelde verordening van toepassing moeten worden, moet evenwel voor een vlotte overgang naar het nieuwe rechtskader worden gezorgd. Dit houdt in, enerzijds, dat de nieuwe bepalingen niet van toepassing mogen worden in de loop van de verkoopseizoenen en, anderzijds, dat de Commissie de nodige tijd moet krijgen om de vereiste uitvoeringsbesluiten voor te bereiden en vast te stellen. In de veronderstelling dat de Raad dit voorstel voor een verordening in het najaar 2007 goedkeurt, moeten de bepalingen ervan van toepassing worden:

- vanaf het begin van de betrokken verkoopseizoenen in 2008 voor de sectoren waarvoor verkoopseizoenen zijn vastgesteld,

- vanaf 1 januari 2008 voor de sectoren waarvoor geen verkoopseizoenen zijn vastgesteld.

Overeenkomstig de huidige regelingen mogen de bepalingen inzake suiker- en melkquota niet langer gelden dan het einde van het verkoopseizoen/melkquotumjaar 2014/2015.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel beoogt het juridische kader van de GMO's te vereenvoudigen zonder het onderliggende beleid te wijzigen.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): een verordening.

Andere instrumenten zouden niet geschikt zijn aangezien het voorstel tot doel heeft een horizontale GMO vast te stellen die rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten.

2.

Gevolgen voor de begroting



Aangezien het voorstel geen veranderingen in de bestaande GLB-maatregelen met zich brengt, heeft het geen gevolgen voor de begroting.

Vereenvoudiging



Van het voorstel wordt verwacht dat het tot een grote vereenvoudiging van de bestaande regelgeving zal leiden. Het zal:

- het aantal rechtsbesluiten en bepalingen inzake het GLB drastisch beperken,

- de GLB-instrumenten en -maatregelen harmoniseren en stroomlijnen,

- de transparantie van het GLB-rechtskader vergroten en deze regelgeving toegankelijker maken voor landbouwers, marktdeelnemers en nationale bestuursdiensten,

- de administratieve kosten beperken.

Uiteindelijk zal het GLB grotendeels worden vastgesteld in slechts vier verordeningen van de Raad:

- de verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening,

- Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad inzake rechtstreekse betalingen,

- Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake plattelandsontwikkeling en

- Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad inzake de financiering van het GLB.

Het voorstel vormt dan ook een belangrijke bijdrage tot het proces van de vereenvoudiging van de regelgeving.

Deze bijdrage tot de vereenvoudiging van het GLB mag evenwel niet op geïsoleerde wijze worden beoordeeld, maar moet worden gezien in de algemene context van de inspanningen die de Commissie zich op dit vlak getroost. Uit de mededeling blijkt duidelijk dat de activiteiten van de Commissie op het vlak van betere regelgeving en vereenvoudiging bij het GLB een brede waaier van technische en beleidsgerelateerde maatregelen en initiatieven omvatten, waarvan dit voorstel slechts één belangrijk onderdeel is.

Intrekking van bestaande wetgeving



De goedkeuring van dit voorstel zal leiden tot de intrekking van 35 verordeningen van de Raad.

BIJLAGE 1

IN DE VOORGESTELDE HORIZONTALE GMO OPGENOMEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENINGEN

Verordening Toepassingsgebied

1. (EEG) nr. 234/ Levende planten en producten van de bloementeelt

2. (EEG) nr. 827/ “Overige producten” (GMO voor tal van producten die niet onder andere GMO's vallen)

3. (EEG) nr. 2759/ Varkensvlees

4. (EEG) nr. 2771/ Eieren

5. (EEG) nr. 2777/ Vlees van pluimvee

6. (EEG) nr. 2075/ Ruwe tabak

7. (EG) nr. 1254/ Rundvlees

8. (EG) nr. 1255/ Melk en zuivelproducten

9. (EG) nr. 1673/ Vlas en hennep

10. (EG) nr. 2529/ Schapen- en geitenvlees

11. (EG) nr. 1784/ Granen

12. (EG) nr. 1785/ Rijst

13. (EG) nr. 1786/ Gedroogde voedergewassen

14. (EG) nr. 865/ Olijfolie

15. (EG) nr. 1947/ Zaaizaad

16. (EG) nr. 1952/ Hop

17. (EG) nr. 318/ Suiker

18. (EEG) nr. 404/ Bananen

19. (EG) nr. 2200/ Verse groenten en fruit

20. (EG) nr. 2201/ Verwerkte groenten en fruit

21. (EG) nr. 1493/ Wijn

BIJLAGE 2

IN DE VOORGESTELDE HORIZONTALE GMO OPGENOMEN ANDERE RECHTSBESLUITEN DAN DE BASISVERORDENINGEN HOUDENDE EEN GMO

Producten die niet onder een GMO vallen

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 845/ Zijderupsen

(EEG) nr. 707/ Producentenverenigingen van zijderupsentelers

(EG) nr. 670/ Ethylalcohol uit landbouwproducten

(EG) nr. 797/ Producten van de bijenteelt

Horizontale bepalingen

Verordening Toepassingsgebied

(EG) nr. 1184/ Verordening van de Raad inzake de toepassing van bepaalde regels betreffende de mededinging op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten (= voormalige Verordening nr. 26)

(EEG) nr. 1055/ Verordening van de Raad betreffende de opslag en het verkeer van door interventiebureaus aangekochte producten

(EEG) nr. 2931/ Verordening van de Raad inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van landbouwproducten die in aanmerking komen voor een speciale behandeling bij invoer in een derde land

(EEG) nr. 386/ Verordening van de Raad inzake de controle bij de uitvoer van landbouwproducten die in aanmerking komen voor restituties of andere bedragen

Suikersector

Besluit Toepassingsgebied

74/583/EEG Besluit van de Raad van 20 november 1974 betreffende het toezicht op de suikerbewegingen

Sector groenten en fruit

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 2517/ Verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde maatregelen ter sanering van de fruitproductie in de Gemeenschap

Sector varkensvlees

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 2763/ Verordening van de Raad houdende vaststelling van de algemene regels voor de steunverlening aan de particuliere opslag in de sector varkensvlees

Zuivelsector

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 1898/ Verordening van de Raad betreffende de bescherming van de benaming van melk en zuivelproducten bij het in de handel brengen

(EEG) nr. 2204/ Verordening van de Raad tot vaststelling van aanvullende algemene voorschriften van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten ten aanzien van kaas (systemen van voorafgaande machtiging en administratieve controle)

(EG) nr. 2991/ Verordening van de Raad tot vaststelling van normen voor smeerbare vetproducten

(EG) nr. 2597/ Verordening van de Raad houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk

(EG) nr. 2250/ Verordening van de Raad inzake het tariefcontingent voor boter uit Nieuw-Zeeland

(EG) nr. 1788/ Verordening van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten

Sector eieren

Verordening Toepassingsgebied

(EG) nr. 1028/ Verordening van de Raad betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (= voormalige Verordening (EG) nr. 1907/90)

Pluimveesector

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 1906/ Verordening van de Raad tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee

Sector bloementeelt

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 4088/ Verordening van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël en Jordanië

Tabakssector

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 2077/ Verordening van de Raad inzake brancheorganisaties en overeenkomsten in de sector tabak

Indelingsschema voor geslachte dieren

Verordening Toepassingsgebied

(EEG) nr. 1358/ Verordening van de Raad tot vaststelling van de oriëntatieprijs en de interventieprijs voor volwassen runderen voor het verkoopseizoen 1980/1981 en betreffende de invoering van een communautair indelingsschema voor geslachte volwassen runderen

(EG) nr. 1183/ Verordening van de Raad tot vaststelling van het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen (= voormalige Verordening (EG) nr. 1208/81)

(EEG) nr. 3220/ Verordening van de Raad tot vaststelling van het communautaire indelingsschema voor geslachte varkens

(EEG) nr. 1186/ Verordening van de Raad tot uitbreiding van de werkingssfeer van het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen

(EEG) nr. 2137/ Verordening van de Raad betreffende het communautaire indelingsschema voor geslachte schapen en de communautaire standaardkwaliteit van geslachte schapen, vers of gekoeld, en houdende verlenging van Verordening (EEG) nr. 338/