Toelichting bij COM(2012)685 - Werking van de comités in 2011

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2012)685 - Werking van de comités in 2011.
bron COM(2012)685 NLEN
datum 23-11-2012
52012DC0685

VERSLAG VAN DE COMMISSIE OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2011 /* COM/2012/0685 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE


OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2011

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[1] (de 'comitologieverordening'), presenteert de Commissie het jaarverslag over de werking van de comités in 2011.

Dit verslag bevat een overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2011 en een samenvatting van de activiteiten van de comités, alsook een begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie met gedetailleerde statistieken over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités.

2.

1. Overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2011


De comitologieverordening is op 16 februari 2011 aangenomen door het Europees Parlement en de Raad en op 1 maart 2011 in werking getreden. Bij deze verordening werd het comitologiebesluit van 1999[2] ingetrokken en de in dat besluit vastgestelde procedures vervangen door slechts twee procedures (de raadplegingsprocedure en de onderzoeksprocedure).

3.

1.1. Nieuwe comitologieprocedures


Uit hoofde van artikel 2 van de comitilogieverordening is de onderzoeksprocedure met name van toepassing op i) maatregelen van algemene strekking en ii) maatregelen die potentieel aanzienlijke implicaties hebben (bv. op het gebied van belastingheffing of het landbouwbeleid van de EU), terwijl de raadplegingsprocedure doorgaans voor alle andere uitvoeringsmaatregelen wordt gebruikt.

4.

1.1.1 Onderzoeksprocedure (artikel 5 van de comitologieverordening)


Wanneer de basishandeling naar de onderzoeksprocedure verwijst, brengt het comité met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn advies uit over een ontwerpuitvoeringshandeling:

· Wanneer er een gekwalificeerde meerderheid voor de ontwerpuitvoeringshandeling is (positief advies), neemt de Commissie deze aan.

· Wanneer er een gekwalificeerde meerderheid tegen de ontwerpuitvoeringshandeling is (negatief advies), kan de Commissie deze niet aannemen[3]. In dit soort gevallen kan de Commissie:

1) de ontwerpuitvoeringshandeling helemaal intrekken, indien deze niet noodzakelijk wordt geacht;

2) indien deze wel noodzakelijk wordt geacht, de ontwerpuitvoeringshandeling wijzigen en de herziene versie binnen twee maanden nadat het negatieve advies is uitgebracht aan het (zelfde) comité voorleggen, of

3) indien de uitvoeringshandeling noodzakelijk wordt geacht, hetzelfde ontwerp binnen een maand nadat het negatieve advies is uitgebracht bij het comité van beroep (zie hieronder) indienen.

· Wanneer er geen gekwalificeerde meerderheid voor of tegen de ontwerpuitvoeringshandeling is ("geen advies"), kan de Commissie besluiten deze aan te nemen, in te trekken of te wijzigen en naar het (zelfde) comité terug te gaan. Er zijn evenwel gevallen waarin de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet kan goedkeuren[4], te weten:

1) wanneer die handeling betrekking heeft op de volgende gevoelige gebieden: belastingheffing, financiële diensten, bescherming van de gezondheid of veiligheid van mensen, dieren of planten of definitieve multilaterale vrijwaringsmaatregelen, of

5.

2) wanneer de basishandeling bepaalt dat de ontwerpuitvoeringshandeling niet kan worden vastgesteld indien geen advies is uitgebracht, of


3) wanneer een gewone meerderheid van de leden van het comité zich ertegen verzet.

In deze drie gevallen heeft de Commissie dezelfde keuzemogelijkheden als bij een negatief advies.

6.

1.1.2 Raadplegingsprocedure (artikel 4 van de comitologieverordening)


In het kader van de raadplegingsprocedure brengt het comité zijn advies over een ontwerpuitvoeringshandeling uit, indien nodig bij gewone meerderheid van stemmen van de leden. Het advies van het comité in het kader van deze procedure is juridisch niet bindend maar de Commissie moet ten sterkste rekening houden met de conclusies die voortvloeien uit de discussie binnen het comité en uit het uitgebrachte advies, alvorens zich over de ontwerpuitvoeringshandeling uit te spreken.

1.1.3 Onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen ("urgentieprocedure")

In de comitologieverordening is bepaald dat een basishandeling de Commissie de mogelijkheid kan bieden om redenen van urgentie onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast te stellen. Deze 'urgentieprocedure' is geen afzonderlijke comitologieprocedure maar veeleer een 'variant' van de onderzoeks- of raadplegingsprocedure.

In het kader van de urgentieprocedure kan de Commissie, zonder eerst een comité te raadplegen, een uitvoeringshandeling vaststellen die onmiddellijk van toepassing is en die van kracht blijft gedurende een periode die doorgaans niet meer dan zes maanden beloopt. Pas na de vaststelling (uiterlijk 14 dagen nadat deze is vastgesteld) dient de Commissie de vastgestelde handeling bij het betreffende comité in ter fine van advies overeenkomstig de relevante comitologieprocedure (raadplegings- of onderzoeksprocedure). Wanneer de onderzoeksprocedure van toepassing is, trekt de Commissie de uitvoeringshandeling in kwestie onmiddellijk in indien het comité een negatief advies uitbrengt.

7.

1.2 Verwijzingen naar vroegere comitologieprocedures


Om voor een soepele overgang tussen de in het comitologiebesluit vastgelegde regeling en de nieuwe comitologieregeling te zorgen voorziet de comitologieverordening in de automatische aanpassing van de oude aan de nieuwe procedures (artikel 13). Derhalve moeten alle verwijzingen naar de in het comitologiebesluit vervatte procedures (raadplegings-, beheers-, regelgevings- en vrijwaringsprocedures) worden begrepen als verwijzingen naar de overeenkomstige procedures van de verordening (met ingang van 1 maart 2011 is de oude de nieuwe raadplegingsprocedure geworden, zijn de oude beheersprocedure en regelgevingsprocedure de onderzoeksprocedure geworden en is de oude vrijwaringsprocedure de urgentieprocedure geworden).

De enige uitzondering is de regelgevingsprocedure met toetsing, aangezien deze voorlopig van toepassing blijft (overeenkomstig artikel 5 bis van het comitologiebesluit) in de basishandelingen die ernaar verwijzen, zolang die handelingen niet formeel zijn gewijzigd en aan het Verdrag van Lissabon aangepast.

Sedert 1 maart 2011 functioneren de comitologiecomités dan ook volgens de in de comitologieverordening vervatte procedures: raadplegingsprocedure (artikel 4 van de comitologieverordening) en onderzoeksprocedure (artikel 5 van de comitologieverordening), alsook volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 5 bis van het 'oude' comitologiebesluit.

8.

1.3 Rol van het comité van beroep


In het kader van de onderzoeksprocedure voorziet het controlemechanisme dat door de comitologieverordening in het leven is geroepen in de mogelijkheid van verwijzing naar een comité van beroep. Het comité van beroep is ook een comitologiecomité, met andere woorden: het bestaat uit de vertegenwoordigers van de lidstaten, wordt voorgezeten door de Commissie en past dezelfde regels voor de stemming toe (gekwalificeerde meerderheid). Niettemin is het, in tegenstelling tot de overige comitologiecomités, geen permanent orgaan maar een procedure-instrument dat de lidstaten de mogelijkheid biedt een kwestie op een hoger niveau opnieuw te bespreken. Een stemming in het comité van beroep kan tot de volgende situaties leiden:

9.

1) indien het advies positief is, neemt de Commissie de uitvoeringshandeling aan;


2) indien het comité geen advies uitbrengt, kan de Commissie de uitvoeringshandeling aannemen[5];

3) indien het advies negatief is, kan de Commissie de handeling niet aannemen;

10.

1.4 Rol van het Parlement en de Raad


Beide wetgevers moeten naar behoren en voortdurend op de hoogte worden gehouden van de werkzaamheden van de comités door middel van het comitologieregister, dat aan de nieuwe procedures is aangepast. In artikel 10 van de comitologieverordening wordt bepaald welke documenten tegelijkertijd met de verzending ervan naar de leden van de comités naar het Europees Parlement en de Raad moeten worden gezonden.

Het Parlement en de Raad hebben tevens toetsingsrecht voor ontwerpuitvoeringshandelingen die zijn gebaseerd op handelingen die volgens de medebeslissingsprocedure worden vastgesteld. Dit betekent dat zij in iedere fase van de procedure de Commissie erop kunnen wijzen dat het ontwerp verder gaat dan de in de basishandeling vastgelegde bevoegdheden. In zo'n geval moet de Commissie het ontwerp opnieuw onderzoeken en het Parlement en de Raad meedelen of zij voornemens is het te handhaven, te wijzigen of in te trekken (artikel 11 van de comitologieverordening).

11.

1.5 Nieuw standaardreglement van orde voor comités


De comitologieverordening voorziet in de vaststelling door de Commissie van een standaardreglement van orde (artikel 9). De Commissie heeft op 8 juli 2011 het nieuwe standaardreglement van orde voor comitologiecomités vastgesteld[6]. Op basis daarvan moet elk comité op voorstel van zijn voorzitter bij gewone meerderheid van stemmen van de leden zijn reglement van orde vaststellen. Bestaande comités passen, voor zover nodig, hun reglement van orde aan het nieuwe standaardreglement aan.

12.

2. Overzicht van activiteiten


13.

2.1 Aantal comités en vergaderingen


Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de comitologiecomités, enerzijds, en andere entiteiten, met name de 'groepen deskundigen', anderzijds. De laatstgenoemde bieden de Commissie hun deskundigheid bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid[7], terwijl de comitologiecomités de Commissie bijstaan bij de uitoefening van de bevoegdheden die haar door wettelijke basishandelingen zijn toegekend. In dit verslag worden alleen de comitologiecomités behandeld. Het aantal comitologiecomités is berekend per beleidsterrein (zie tabel I) (toestand op 31 december 2011). Ter vergelijking worden ook de gegevens van het vorige jaar (toestand op 31 december 2010) vermeld.

TABEL I — Totaal aantal comités (2011)

Beleidsterrein| 2011

Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI)| 14

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)| 1

Begroting (BUDG)| 2

Klimaat (CLIMA)| 4

Communicatie (COMM)| 1

Ontwikkeling en samenwerking – EuropeAid (DEVCO)| 6

Economische en financiële zaken (ECFIN)| 1

Onderwijs en cultuur (EAC)| 7

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie (EMPL)| 4

Energie (ENER)| 15

Uitbreiding (ELARG)| 4

Ondernemingen en industrie (ENTR)| 31

Milieu (ENV)| 30

Dienst Instrumenten buitenlands beleid (FPI)| 4

Gezondheid en consumenten (SANCO)| 24

Binnenlandse Zaken (HOME)| 11

Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming (ECHO)| 2

Informatica (DIGIT)| 1

Informatiemaatschappij en media (INFSO)| 7

Interne markt (MARKT)| 13

Justitie (JUST)| 13

Maritieme zaken en visserij (MARE)| 5

Mobiliteit en Vervoer (MOVE)| 29

Regionaal beleid (REGIO)| 1

Onderzoek (RTD)| 6

Secretariaat-generaal (SG)| 2*

Statistieken (ESTAT)| 8

Belastingen en douane-unie (TAXUD)| 11

Handel (TRADE)| 11

TOTAAL:| 268

* Met inbegrip van het comité van beroep (in het comitologieregister wordt het comité van beroep aangemerkt als comité onder de verantwoordelijkheid van SG; in de praktijk wordt het door alle betrokken diensten beheerd).

In 2011 konden de comitologiecomités worden uitgesplitst volgens het soort procedure (raadplegingsprocedure, onderzoeksprocedure, regelgevingsprocedure met toetsing — zie tabel II). Aangezien een aantal comités verschillende procedures hebben toegepast, zijn zij apart vermeld naast de comités die slechts één procedure hebben toegepast.

14.

TABEL II - Aantal comités per procedure (2011)


|| Soort procedure|

Raadplegings-procedure| Onderzoeks-procedure| Regelgevingsprocedure met toezicht| Verscheidene procedures| TOTAAL:

AGRI||| 14

BUDG||| 2

CLIMA|||| 4

COMM|||| 1

DEVCO||| 6

DIGIT|||| 1

EAC|| 7

ECFIN|||| 1

ECHO||| 2

ELARG||| 4

EMPL|| 4

ENER| 14

ENTR| 31

ENV|| 30

ESTAT||| 8

FPI|||| 4

HOME|| 11

INFSO||| 7

JUST| 13

MARE|||| 5

MARKT|| 13

MOVE| 29

OLAF|||| 1

REGIO|||| 1

RTD||| 6

SANCO| 24

SG|||| 2*

TAXUD|| 11

TRADE|| 11

TOTAAL:| 268

* Met inbegrip van het comité van beroep.

Uit deze gegevens blijkt dat ongeveer 37% van de comités (99 van de 268) uitsluitend krachtens de onderzoeksprocedure heeft gewerkt, terwijl slechts ongeveer 8% van de comités (23 van de 268) uitsluitend de raadplegingsprocedure heeft toegepast. De meeste comités (121 van de 268 ofwel 45%) hebben evenwel volgens uiteenlopende procedures gewerkt. Uit de uitsplitsing naar beleidsterrein blijkt dat de toepassing van de verschillende soorten procedures varieert per beleidsterrein.

Het aantal comités is niet de enige indicator om te beoordelen of er veel comitologieactiviteit is. Uit het aantal vergaderingen en het aantal schriftelijke procedures[8] in 2011 blijkt eveneens hoe bedrijvig de verschillende comités op de verschillende terreinen zijn geweest (zie tabel III).

TABEL III — Aantal vergaderingen en schriftelijke procedures (2011)

|| Aantal comités| Vergaderingen| Schriftelijke procedures

| 2011

AGRI| 3

BUDG| 0

CLIMA| 0

COMM| 4

DEVCO| 55

DIGIT| 0

EAC| 52

ECFIN| 0

ECHO| 12

ELARG| 12

EMPL| 9

ENER| 2

ENTR| 32

ENV| 16

ESTAT| 6

FPI| 3

HOME| 27

INFSO| 20

JUST| 15

MARE| 11

MARKT| 12

MOVE| 12

OLAF| 1

REGIO| 5

RTD| 201

SANCO| 314

SG| -| 6*| -| 1

TAXUD| 7

TRADE| 6

TOTAAL:| 838

* Met inbegrip van 5 vergaderingen van het comité van beroep.

15.

2.2 Aantal adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen


Net als in vorige verslagen wordt in dit verslag het totale aantal formele adviezen van de comités vermeld alsook de later door de Commissie aangenomen uitvoeringshandelingen/-maatregelen[9]. Deze gegevens geven de concrete 'output' van de comités weer (zie tabel IV). Het totale aantal in 2011 door de comités uitgebrachte adviezen bedroeg 1 868 (tegen 1 904 in 2010) en het aantal door de Commissie vastgestelde uitvoeringshandelingen/-maatregelen bedroeg 1 788 (tegen 1 812 in 2010).

TABEL IV – Aantal goedgekeurde adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen (2011)

|| Adviezen| Vastgestelde handelingen| Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen

AGRI| 1

BUDG| 0

CLIMA| 10

COMM| 0

DEVCO| 0

DIGIT| 0

EAC| 0

ECFIN| 0

ECHO| 0

ELARG| 0

EMPL| 0

ENER| 5

ENTR| 25

ENV| 35

ESTAT| 12

FPI| 0

HOME| 1

INFSO| 1

JUST| 0

MARE| 0

MARKT| 3

MOVE| 24

OLAF| 0

REGIO| 0

RTD| 0

SANCO| 46

SG| 9*| 0

TAXUD| 0

TRADE| 0

TOTAAL:| 1 1 163

* Met inbegrip van 8 door het comité van beroep uitgebrachte adviezen.

16.

2.3 Vergaderingen van het comité van beroep


Op 29 maart 2011 kwam het comité van beroep voor het eerst bijeen om zijn reglement van orde vast te stellen[10], overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de comitologieverordening. Het comité heeft vervolgens in de loop van 2011 vier keer vergaderd en behandelde in totaal acht ontwerpuitvoeringshandelingen (op het gebied van gezondheid en consumenten (SANCO)), die door de Commissie werden vastgelegd. In twee gevallen bracht het comité een positief advies uit, in vijf gevallen bracht het geen advies uit en in één geval bracht het comité een negatief advies uit. In de vijf gevallen waarin het comité geen advies uitbracht, besloot de Commissie de uitvoeringshandelingen vast te stellen.

17.

2.4 Gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT)


Zoals in punt 1.2 al werd vermeld, heeft de hervorming van de comitologie van 2011 geen gevolgen gehad voor de regelgevingsprocedure met toetsing. Deze procedure kan in de nieuwe wetgeving niet meer worden gebruikt, maar komt nog steeds voor in verscheidene bestaande basishandelingen en wordt dan ook overeenkomstig die handelingen verder toegepast zolang die niet formeel zijn gewijzigd.

Het aantal uitvoeringsmaatregelen die in 2011 overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing zijn vastgesteld beloopt 163 (zie Tabel IV).

In 2011 is in twee gevallen van het vetorecht gebruik gemaakt:

– In mei 2011 tekende de Raad bezwaar aan tegen de goedkeuring van een ontwerp-richtlijn van de Commissie tot wijziging van Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek. De ontwerp-maatregel werd derhalve niet goedgekeurd. Op 20 december 2011 nam de Commissie een herziene maatregel aan (PB L 341 van 22.12.2011, blz. 50).

– In oktober 2011 maakte de Raad bezwaar tegen de goedkeuring van een ontwerp-richtlijn van de Commissie tot wijziging van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van defensiegerelateerde producten. De ontwerp-maatregel werd derhalve niet goedgekeurd. Op 22 maart 2012 nam de Commissie een herziene maatregel aan (PB L 85 van 24.3.2012, blz.

3).

Ter vergelijking: in 2010 hebben het Europees Parlement in één geval en de Raad in twee gevallen gebruik gemaakt van hun vetorecht op ontwerp-maatregelen.

TABEL V — Aantal uitvoeringsmaatregelen, goedgekeurd overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toezicht (RPT) (2011)

|| Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen| Verzet van het EP tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT| Verzet van de Raad tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT

AGRI| 0

BUDG| 0

CLIMA| 0

COMM| 0

DEVCO| 0

DIGIT| 0

EAC| 0

ECFIN| 0

ECHO| 0

ELARG| 0

EMPL| 0

ENER| 0

ENTR| 1

ENV| 0

ESTAT| 0

FPI| 0

HOME| 0

INFSO| 0

JUST| 0

MARE| 0

MARKT| 0

MOVE| 0

OLAF| 0

REGIO| 0

RTD| 0

SANCO| 1

SG| 0

TAXUD| 0

TRADE| 0

TOTAAL:| 2

18.

3. Gedetailleerde informatie over de activiteiten van de comités


Het bij dit verslag gevoegde werkdocument geeft gedetailleerde informatie over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités in 2011, uitgesplitst naar de verschillende diensten van de Commissie.

[1] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

[2] Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23), zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad (PB C 255 van 21.10.2006, blz.

4).

[3] Behalve in zeer uitzonderlijke gevallen, zoals is bedoeld in artikel 7 van de comitologieverordening.

[4] Zie echter voetnoot 3.

[5] Met uitzondering van de definitieve multilaterale vrijwaringsmaatregelen (artikel 6, lid 4, van de comitologieverordening).

[6] PB C 206 van 12.7.2011, blz. 11.

[7] Zie voor nadere bijzonderheden: ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm

[8] De stemming in een comité kan tijdens een gewone vergadering plaatsvinden of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, via een schriftelijke procedure, overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de comitologieverordening.

[9] Bedenk wel dat er verschil kan bestaan tussen het aantal adviezen en het aantal uitvoeringshandelingen/-maatregelen in een bepaald jaar. De redenen hiervoor worden in de inleiding bij het werkdocument van de diensten van de Commissie uiteengezet.

[10] PB C 183 van 24.6.2011, blz. 13.