Toelichting bij COM(2015)98 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Volgens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienen de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de werkgelegenheid te beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang en hun maatregelen op deze gebieden in het kader van de Raad te coördineren. In twee afzonderlijke artikelen van het Verdrag is bepaald dat de Raad globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121) en richtsnoeren inzake werkgelegenheid (artikel 148) moet opstellen. Hierbij wordt erop gewezen dat de richtsnoeren inzake werkgelegenheid verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Gelet op deze rechtsgrondslag worden de richtsnoeren inzake werkgelegenheid en de richtsnoeren voor het economisch beleid gepresenteerd als twee afzonderlijke – maar intrinsiek met elkaar verbonden – rechtsinstrumenten:

· een aanbeveling van de Raad betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie – Deel I van de geïntegreerde richtsnoeren;

· een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten – Deel II van de geïntegreerde richtsnoeren.

De richtsnoeren werden in 2010 voor het eerst gezamenlijk aangenomen ("geïntegreerd pakket"), als basis voor de Europa 2020-strategie. In 2010 werd tevens besloten dat de geïntegreerde richtsnoeren tot 2014 grotendeels stabiel moeten blijven. Terwijl de globale richtsnoeren voor het economisch beleid langere tijd geldig blijven, moeten de richtsnoeren inzake werkgelegenheid jaarlijks worden vastgesteld.

In de richtsnoeren is, behalve het kader voor de reikwijdte en richting van de beleidscoördinatie in de lidstaten, ook de basis vastgelegd voor de landenspecifieke aanbevelingen op de respectieve beleidsgebieden.

De huidige reeks 'geïntegreerde richtsnoeren' moet de basis vormen voor de Europa 2020-strategie in het kader van de nieuwe aanpak voor het economische beleid die is gebaseerd op investeringen, structurele hervormingen en begrotingsverantwoordelijkheid, zoals vastgelegd in de jaarlijkse groeianalyse 2015 van de Commissie. Tegelijkertijd moeten de geïntegreerde richtsnoeren de verwezenlijking van slimme, duurzame en inclusieve groei en de doelstellingen van het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid ondersteunen.

De 'geïntegreerde richtsnoeren' zijn:

Richtsnoer 1:   Bevorderen van investeringen

Richtsnoer 2:   Stimuleren van groei door de implementatie van structurele hervormingen

Richtsnoer 3:   Wegnemen van de belangrijkste belemmeringen voor groei en werkgelegenheid op EU-niveau

Richtsnoer 4:   Verbeteren van de duurzaamheid en groeivriendelijkheid van overheidsfinanciën

Richtsnoer 5:   Stimuleren van de vraag naar arbeid

Richtsnoer 6:   Stimuleren van het arbeidsaanbod en het kwalificatieniveau

Richtsnoer 7:   Verbeteren van de werking van de arbeidsmarkten

Richtsnoer 8:   Waarborgen van billijkheid, bestrijden van armoede en bevorderen van gelijke kansen