Toelichting bij COM(2015)603 - Maatregelen om geleidelijk een gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone in het Internationaal Monetair Fonds tot stand te brengen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De eurozone is een grote open economie met internationale beleidsverantwoordelijkheden. Door het economische en financiële gewicht van de eurozone en door het bestaan van één monetair en wisselkoersbeleid zijn beleidsbesluiten van en economische ontwikkelingen in de eurozone van steeds groter belang geworden voor de wereldeconomie.

De politieke relevantie van de eurozone is in de laatste jaren aanzienlijk versterkt. Met het Europees semester en de vaststelling van de zogeheten sixpack- en twopackwetgeving 1 en het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie 2 is het op EU-niveau uitgeoefende toezicht op het door lidstaten gevoerde beleid op essentiële terreinen die macro-economisch en budgettair van belang zijn, geïntegreerd, geïntensiveerd en verbreed. Het Europees stabiliteitsmechanisme is opgezet als permanent crisisbestrijdingsmechanisme voor de landen van de eurozone. De Unie heeft ook een bankenunie ingevoerd met een gecentraliseerd toezicht op en een gecentraliseerde afwikkeling van banken in de eurozone. Deze unie staat open voor alle overige lidstaten.

Tegelijk heeft de externe vertegenwoordiging van de Unie geen gelijke tred gehouden met deze ontwikkelingen. De vooruitgang die bij de verdere interne integratie van de eurozone is geboekt, moet extern worden geprojecteerd, met name door ook vooruitgang te boeken in de richting van een gezamenlijke externe vertegenwoordiging in het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De EU (eurozone) is op tal van gebieden die onder de IMF-statuten vallen, exclusief bevoegd dan wel samen met haar lidstaten bevoegd.

Het IMF is met zijn kredietverleningsinstrumenten en toezicht een essentiële speler in de mondiale economische en financiële governance. Het heeft samen met de Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) een centrale rol gespeeld bij de opstelling en implementatie van de programma's om de lidstaten te redden die door de financiële en staatsschuldcrisis waren getroffen. Gezien de versterking van het governancekader voor de coördinatie van het economisch beleid en gezien de krachtige convergentie van de regelgeving voor en het toezicht op de financiële sector in het kader van de bankenunie zal het IMF voorts het toezicht en crisisbeheer in de eurozone in de toekomst breder moeten beoordelen dan vanuit zuiver nationaal perspectief.

Met een effectieve vertegenwoordiging van de eurozone zou het mogelijk worden om één eurozoneboodschap bij het IMF over te brengen over bijvoorbeeld programma's en evaluaties, economisch en budgettair beleid, macro-economisch toezicht, wisselkoersbeleid en financiële stabiliteit. Een coherentere vertegenwoordiging zou ook goed zijn voor derde landen, met name door de krachtigere en consistentere bijdrage die de eurozone zou leveren aan de mondiale economische en financiële stabiliteit.

In oktober 2014 heeft de Commissie in haar werkprogramma 2015 3 aangekondigd dat zij in het kader van de verdieping van de economische en monetaire unie haar vizier wil richten op de externe vertegenwoordiging van de eurozone.

Zoals aangegeven in het verslag van de vijf voorzitters van juni 2015 "De voltooiing van Europa's Economische en Monetaire Unie" 4 maakt een versterking van de internationale stem integraal deel uit van de lopende inspanningen om de economische governance van de eurozone te verbeteren. In het verslag wordt met name gewezen op tekortkomingen in de vertegenwoordiging van de eurozone in het IMF, waar de eurozone ondanks de belangrijke vooruitgang die op het gebied van de verdere coördinatie van Europese standpunten is geboekt, nog niet met één stem spreekt.

De blauwdruk van de Commissie voor een hechte economische en monetaire unie 5 bevatte al een aantal prioritaire acties om de externe economische vertegenwoordiging van de eurozone te versterken en te consolideren. Voorgesteld werd om de nadruk te leggen op het IMF vanwege de sleutelrol die het in de internationale economische governance vervult. De externe vertegenwoordiging werd daarbij vermeld als prioritaire actie voor de korte termijn. Het Europees Parlement heeft eveneens opgeroepen tot een gezamenlijke externe vertegenwoordiging van de eurozone 6 .

In 2006 is in de Raad Ecofin overeengekomen dat voor de langere termijn zou worden gestreefd naar één zetel voor de eurozone in het IMF. In dit verband hebben de lidstaten overwogen dat op diverse manieren zou kunnen worden toegewerkt naar een mogelijke eigen zetel voor de eurozone in de toekomst, bijvoorbeeld via een aanpak op basis van tijdelijke stappen.

Tegen deze achtergrond voorziet dit voorstel in een verschuiving naar een gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone in het IMF met de voorzitter van de Eurogroep als vertegenwoordiger van de eurozone. Er wordt een geleidelijke aanpak voor de verwezenlijking van dit doel voorgesteld waarbij tussenstappen worden gezet met betrekking tot de vertegenwoordiging in het Internationaal Monetair en Financieel Comité (IMFC) en in de Raad van Bewindvoerders van het IMF. In deze overgangsfase zouden onder meer waarnemersrechten moeten worden verleend aan de eurozone, die dan door een vertegenwoordiger van een eurozonelidstaat die al lid is van de Raad van Bewindvoerders vertegenwoordigd zou worden, zulks in samenwerking met de Commissie en de ECB (die momenteel een waarnemersstatus heeft in de Raad van Bewindvoerders van het IMF). Voorts moet het coördinatieproces voor de vaststelling van gemeenschappelijke standpunten zodanig worden versterkt dat systematisch gemeenschappelijke verklaringen worden uitgebracht over alle beleids-, landen- en toezichtsissues van het IMF die van belang zijn voor de eurozone. Tot slot moeten deze stappen ook gericht zijn op een intensivering van de samenwerking van de eurozone met niet-eurozonelidstaten als het gaat om IMF-aangelegenheden. Opgemerkt zij dat de externe vertegenwoordiging van de eurozone ook zal afhangen van de toekomstige status van de eurozone in het IMF die de IMF-lidstaten willen verlenen.

Rechtsgrondslag



Artikel 138, lid 2, VWEU voorziet in de vaststelling van passende maatregelen met het oog op een gezamenlijke vertegenwoordiging in de internationale financiële instellingen en conferenties. De doelstelling van deze bepaling was de totstandbrenging van een hechtere en gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone, aangezien de effectiviteit van de huidige informele regelingen voor het vertegenwoordigen van de eurozone ontoereikend werd geacht. Als eerste stap kan deze bepaling worden gebruikt voor alleen de vertegenwoordiging van de eurozone in het IMF. Ook moeten bepalingen in het voorstel worden opgenomen die de eurozone in staat stellen de vaststelling van haar standpunten in het IMF beter te coördineren omdat zij nodig en van aanvullend belang zijn voor het doel van gezamenlijke vertegenwoordiging. Daarnaast wordt verwezen naar artikel 138, lid 1, VWEU, op basis waarvan de Raad gemeenschappelijke standpunten in internationale financiële instellingen en conferenties kan vaststellen over kwesties die voor de economische en monetaire unie van bijzonder belang zijn.

Overeenkomst artikel 138, lid 3, VWEU hebben voor de vaststelling van dit voorstel alleen de leden van de Raad die eurozonelidstaten vertegenwoordigen, stemrecht. De Raad handelt na raadpleging van de ECB.

Tegelijk besluit de Commissie tot intrekking van het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende de vertegenwoordiging en de bepaling van het standpunt van de Gemeenschap in internationale fora in het kader van de economische en monetaire unie (COM(1998) 637 def.); dit voorstel is niet aangenomen en is sinds de lancering van de euro en de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon achterhaald 7 .