Toelichting bij COM(2015)692 - Economisch beleid van de eurozone

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2015)692 - Economisch beleid van de eurozone.
bron COM(2015)692 NLEN
datum 26-11-2015
EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 26.11.2015


COM(2015) 692 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het economisch beleid van de eurozone

{SWD(2015) 700 final}


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het economisch beleid van de eurozone

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 136, in samenhang met artikel 121, lid 2,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden 2 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Het economische herstel zet zich in de eurozone in een gematigd tempo door 3 . Het gaande houden en versterken van de groei in de eurozone vereist volgehouden beleidsinspanningen om een evenwichtige aanpassing in de particuliere en de publieke sector te ondersteunen, het aanpassingsvermogen te verbeteren en het concurrentievermogen en het groeipotentieel van de economie op middellange tot lange termijn te vergroten. Het tempo van de groei wordt vertraagd door de nasleep van de jongste financieel-economische crises, onder meer de aan de gang zijnde externe herbalancering, de hoge publieke en particuliere schuldenlast, de hoge werkloosheid alsook hardnekkige structurele starheden op de nationale arbeids- en productmarkten. De investeringen blijven zwak door die factoren maar ook door andere knelpunten, zoals een ongunstig ondernemingsklimaat, inefficiënties bij de overheid alsook obstakels voor de toegang tot financiering.

De tenuitvoerlegging van ambitieuze structurele hervormingen waardoor de productiviteit stijgt en het groeipotentieel wordt bevorderd, moet worden versterkt overeenkomstig de beleidsprioriteiten die in de jaarlijkse groeianalyse 2016 voor alle EU-lidstaten zijn vastgesteld 4 . Als structurele hervormingen gezamenlijk in de lidstaten worden uitgevoerd, kan de eurozone als geheel daarvan profiteren door positieve overloopeffecten, met name via de handels- en financiële kanalen. Er is weliswaar al enige vooruitgang geboekt met hervormingen om de arbeidsmarkten veerkrachtiger te maken, maar er blijven binnen de eurozone zeer grote verschillen bestaan, met name wat de langdurige werkloosheid en de jeugdwerkloosheid betreft. Die lidstaten die al vóór de crisis met een uitgebreide hervorming van hun arbeidsmarkt en sociale bescherming waren begonnen, hebben tijdens de economische neergang de werkgelegenheid beter kunnen ondersteunen en de billijkheid kunnen behouden. Dergelijke hervormingen omvatten flexibele en betrouwbare contractuele regelingen, allesomvattende strategieën voor een leven lang leren, doeltreffend actief arbeidsmarktbeleid en moderne socialebeschermingssystemen. Ook de verlaging van de loonwig op arbeid, vooral voor de mensen met een laag inkomen, en billijke belastingsstelsels kunnen voor betere resultaten zorgen.

Goed opgezette en snel uitgevoerde hervormingen kunnen helpen de bestaande onevenwichtigheden in de eurozone aan te pakken en te voorkomen dat er nieuwe onevenwichtigheden ontstaan. De thematische besprekingen door de Eurogroep, met meer nadruk op benchmarking, beste praktijken en groepsdruk, kunnen bijdragen tot bevordering van convergentie naar de beste prestaties. De Eurogroep zou daarom de thematische besprekingen over hervormingen op gebieden die voor de werking van de economische en monetaire unie van wezenlijk belang zijn, verder moeten versterken, en regelmatig de tenuitvoerlegging van hervormingen door de lidstaten van de eurozone alsook de vooruitgang die met de correctie van onevenwichtigheden in het kader van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden is geboekt, moeten beoordelen.

Het begrotingsbeleid is een aangelegenheid van vitaal gemeenschappelijk belang in de economische en monetaire unie. Verantwoordelijk nationaal begrotingsbeleid dat aan de gemeenschappelijke begrotingsregels voldoet, is van wezenlijk belang om voor de houdbaarheid van de schuld te zorgen, de begrotingsstabilisatoren te doen werken en de landenspecifieke schokken op te vangen. In het licht van de overloopeffecten tussen de lidstaten van de eurozone is het daarnaast van wezenlijk belang om op het niveau van de eurozone als geheel een passende begrotingskoers te bereiken en procyclisch begrotingsbeleid te voorkomen. Hiervoor moet het begrotingsbeleid binnen de eurozone sterker worden gecoördineerd met volledige naleving van het stabiliteits- en groeipact. In deze context lijkt de nagenoeg neutrale gezamenlijke begrotingskoers die in 2016 wordt verwacht, passend in het licht van de algemene macro-economische situatie en de neerwaartse risico's voor groei. Voor 2017 zou het begrotingsbeleid op basis van de prognose van een geleidelijk sluitende outputgap een evenwicht moeten vinden tussen de noodzaak procycliteit te voorkomen en de vermindering van de overheidsschuld om de budgettaire buffers te herstellen. Dit zou tot uiting moeten komen in de voorbereidingen van de bijgewerkte stabiliteitsprogramma's in het voorjaar van 2016, rekening houdend met de laatste economische en budgettaire ontwikkelingen. De samenstelling van de begrotingsstrategieën is nog niet groeivriendelijk genoeg. Zoals gereleveerd in de aanbevelingen aan de lidstaten van de eurozone in de zomer van 2015 5 , zouden de lidstaten thematische besprekingen moeten houden over verbeteringen in de kwaliteit en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

De bankenunie moet volledig ten uitvoer worden gelegd. Om te beginnen moet de richtlijn herstel en afwikkeling van banken uiterlijk op 30 november 2015 door alle 28 lidstaten volledig zijn omgezet. Ten tweede moeten er met betrekking tot bankenafwikkeling onverwijld passende regelingen voor overbruggingsfinanciering worden getroffen, zodat het gemeenschappelijke afwikkelingsfonds vanaf 1 januari 2016 alle potentiële financieringsbehoeften aankan. Daarnaast zou zo snel mogelijk tijdens de overgangsperiode een begrotingsneutraal vangnet voor het gemeenschappelijke afwikkelingsfonds moeten worden overeengekomen. Ten slotte heeft de Commissie in het kader van de verdere ontwikkeling van de bankenunie op 24 november 2015 de invoering van een Europese depositogarantieregeling voor de lidstaten van de eurozone voorgesteld 6 .

De situatie op de financiële markten blijft in de eurozone over het algemeen gunstig tegen de achtergrond van een accomoderende monetaire beleidskoers. De nog altijd zwakke fundamentele economische parameters en de hoge schuldhefboom in de particuliere sector blijven echter nog altijd wegen op de vraag naar krediet bij de banken en dus op de economische groei. De balansen van de banken blijven onder druk staan van het hoge niveau van de oninbare leningen, waardoor de kredietverstrekking wordt belemmerd. Dat de insolventieregelingen in de EU uiteenlopen en soms inadequaat zijn, zorgt er mee voor dat de schuld van de particuliere sector te traag wordt afgebouwd, wat een rem zet op investeringen.

Er zijn weliswaar recentelijk resultaten bereikt in de versterking van de structuur van de economische en monetaire unie, maar er moet worden voortgewerkt om die unie te voltooien. Het verslag van de vijf voorzitters van juni 2015 stippelt de weg uit om uiterlijk in 2025 de economische en monetaire unie te voltooien 7 . Op 21 oktober 2015 heeft de Europese Commissie een eerste reeks voorstellen aangenomen die aan het verslag follow-up geven 8 . De lidstaten van de eurozone zouden collectieve verantwoordelijkheid moeten nemen en tijdig moeten voortmaken met de tenuitvoerlegging van de initiatieven op korte en middellange termijn om de economische en monetaire unie te voltooien. Om de convergentie in de eurozone verder te faciliteren, omvatten de voorstellen maatregelen om de eurozonedimensie van het Europees semester te versterken, onder meer door vroegere publicatie van de aanbevelingen voor de eurozone, teneinde de gemeenschappelijke uitdagingen vroeg in het proces te bepalen en informatie aan te reiken voor de formulering van de landenspecifieke aanbevelingen voor de lidstaten van de eurozone die later in het Europees semester moeten worden aangenomen,

BEVEELT AAN dat de lidstaten van de eurozone in de periode 2016-2017, individueel en collectief, binnen de Eurogroep de volgende actie ondernemen:

1. Beleid nastreven dat het herstel ondersteunt, convergentie bevordert, de correctie van macro-economische onevenwichtigheden faciliteert en het aanpassingsvermogen verbetert. Daartoe zouden de lidstaten, vooral die met grote particuliere en buitenlandse schuldstanden, hervormingen moeten doorvoeren om de productiviteit te verhogen, de schepping van banen te bevorderen, het concurrentievermogen te versterken en het ondernemingsklimaat te verbeteren. De lidstaten met grote overschotten op de lopende rekening zouden prioritair maatregelen ten uitvoer moeten leggen die helpen de spaaroverschotten naar de binnenlandse economie te kanaliseren en daardoor de binnenlandse investering te bevorderen.

2. Hervormingen doorvoeren waarin het volgende wordt gecombineerd: i) flexibele en voldoende zekerheid biedende arbeidscontracten die arbeidsmarktovergang bevorderen en een tweeledige arbeidsmarkt voorkomen, ii) integrale strategieën voor een leven lang leren, iii) doeltreffend beleid om werklozen opnieuw op de arbeidsmarkt te doen komen, en iv) moderne socialebeschermingsstelsels die de behoeftigen ondersteunen en in stimulansen voorzien om op de arbeidsmarkt te integreren en v) open en concurrerende product- en dienstenmarkten. De loonwig op arbeid op een begrotingsneutrale wijze verminderen, vooral voor mensen met een laag inkomen, om de schepping van banen te bevorderen.

3. In 2016 de geplande nagenoeg neutrale begrotingskoers aanhouden. Met het oog op 2017 de overheidsschuld verminderen om de budgettaire buffers te herstellen terwijl procycliteit wordt voorkomen, met volledige naleving van het stabiliteits- en groeipact. De budgettaire inspanning per lidstaat differentiëren, rekening houdend met hun respectieve situatie ten aanzien van de vereisten uit hoofde van het stabiliteits- en groeipact en hun noodzaak van stabilisering, alsook met overloopeffecten tussen de landen van de eurozone. Daartoe tijdig de begrotingskoers van de eurozone bespreken met het oog op de voorbereiding en indiening van de stabiliteitsprogramma's en de ontwerpbegrotingsplannen.

4. De geleidelijke vermindering van de oninbare leningen van de banken faciliteren en de insolventieprocedures voor ondernemingen en huishoudens verbeteren. In lidstaten met grote particuliere schuldstanden een ordelijke schuldafbouw bevorderen, onder meer door de afwikkeling van oninbare particuliere schuld te faciliteren.

Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(3) Economische najaarsprognose 2015 van de Commissie.
(4) Jaarlijkse groeianalyse 2016.
(5) PB L 272 van 18.8.2015, blz. 98.
(6) COM(2015) 586 final van 24.11.2015.
(7) De voltooiing van de Europese economische en monetaire unie, verslag van Jean-Claude Juncker in nauwe samenwerking met Donald Tusk, Jeroen Dijsselbloem, Mario Draghi en Martin Schulz.
(8) ec.europa.eu/priorities/economic-monetary-union