Toelichting bij COM(2016)229 - Sluiting van een protocol bij de associatieovereenkomst met Egypte in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd), is op 25 juni 2001 ondertekend. De overeenkomst is op 1 juni 2004 in werking getreden.

Overeenkomstig de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië stemt Kroatië ermee in toe te treden tot de gesloten of ondertekende internationale overeenkomsten van de Europese Unie en haar lidstaten door middel van een protocol bij die overeenkomsten.

Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor de sluiting van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.

Wat betreft de oorsprongsregels, zijn de EU en de Arabische Republiek Egypte bij Besluit nr. 1/2015 van de Associatieraad EU-Egypte van 21 september 2015 1 overeengekomen dat het nieuwe Protocol nr. 4 bij de overeenkomst dient te verwijzen naar Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels, dat de oorsprongsregels bevat en met ingang van 1 februari 2016 voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Egypte en andere overeenkomstsluitende partijen. Derhalve heeft artikel 3 (oorsprongsregels) van het bij dit besluit gehechte protocol alleen betrekking op de periode tussen de toetreding van de Republiek Kroatië tot de EU en de inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2015.

Bij besluit van 14 september 2012 2 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met de betrokken derde landen onderhandelingen te openen met het oog op de sluiting van de desbetreffende protocollen. De onderhandelingen met de Arabische Republiek Egypte zijn met succes afgerond op 29 oktober 2015.

De Commissie is van mening dat de resultaten van de onderhandelingen bevredigend zijn en verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand besluit betreffende de sluiting van het protocol nadat het Europees Parlement hiervoor zijn instemming heeft verleend.