Toelichting bij JOIN(2016)30 - Nieuwe EU-strategie ten aanzien van China

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier JOIN(2016)30 - Nieuwe EU-strategie ten aanzien van China.
bron JOIN(2016)30 NLEN
datum 22-06-2016
EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 22.6.2016


JOIN(2016) 30 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nieuwe EU-strategie ten aanzien van China


I.

1.

Inleiding



Samenvatting



Deze gezamenlijke mededeling bevat elementen voor een nieuwe EU-strategie ten aanzien van China, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de politieke beleidslijnen van de Commissie-Juncker door bij te dragen tot banen, groei en investeringen en de rol van de EU als mondiale speler te versterken. De strategie sluit nauw aan bij de 'Handel voor iedereen'-strategie van de Europese Commissie en houdt rekening met de standpunten van het Europees Parlement zoals die zijn uiteengezet in zijn rapport van december 2015 over de betrekkingen tussen de EU en China. De strategie moet het beleidskader vormen voor de betrokkenheid van de EU bij China voor de komende vijf jaar.

De EU en China behoren tot de drie grootste economieën en handelsblokken ter wereld 1 . Beide partijen hebben aanzienlijke veranderingen doorgemaakt sinds de vorige mededeling van de Commissie over China, die van tien jaar geleden dateert 2 . De omvang en de snelheid van de opkomst van China zijn ongekend. China is niet alleen intern veranderd sinds de machtswissel van 2013, maar doet zich ook steeds meer gelden op het wereldtoneel. Het land legt meer nadruk op mondialisering en eist een grotere rol en meer invloed op in het zich ontwikkelende systeem van mondiaal bestuur.

De strategische samenwerkingsagenda EU-China 2020 speelt een belangrijke rol als op het hoogste niveau vastgesteld gezamenlijk document, dat de grondslag vormt voor het brede strategische partnerschap tussen de EU en China. De EU heeft echter ook een eigen strategie nodig, waarin haar eigen belangen voorop worden gesteld in de nieuwe betrekkingen, waarin universele waarden centraal staan, waarin wordt erkend dat China een grotere rol in het internationale systeem moet spelen en die hiertoe bijdraagt, en die is gebaseerd op een positieve partnerschapsagenda in combinatie met constructieve omgang met verschillen.

In deze mededeling wordt voorgesteld dat de EU het volgende moet doen:

• gebruik maken van nieuwe mogelijkheden om de betrekkingen met China te versterken;

• China op praktisch vlak bijstaan in zijn hervormingsproces, met het oog op wederzijdse voordelen voor onze samenwerking op het gebied van economie, handel, investeringen, maatschappij, milieu en andere terreinen;

• bevorderen van wederkerigheid, een gelijk speelveld en eerlijke concurrentie op alle samenwerkingsterreinen;

• aansturen op spoedige afronding van de onderhandelingen over een brede investeringsovereenkomst en op een ambitieuze aanpak voor het scheppen van nieuwe marktkansen;

• betere connectiviteit tussen Europa en China bewerkstelligen op het gebied van infrastructuur, handel, digitale verbindingen en contacten tussen mensen, op basis van een open, op regels gebaseerd platform, met voordelen voor alle betrokken landen langs de voorgestelde routes;

• bevorderen van mondiale collectieve goederen, duurzame ontwikkeling en internationale veiligheid, overeenkomstig onze respectieve verplichtingen in het kader van de VN en de G20;

• bevorderen van de eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten binnen China en internationaal;

• maximale samenhang en doeltreffendheid van de betrekkingen met China bewerkstelligen.

3.

1.2 Context met betrekking tot China


China bevindt zich op een scharnierpunt. Het oude economische en sociale model is 'onhoudbaar' verklaard en er wordt gezocht naar een evenwichtiger ontwikkelingspatroon. Hiervoor moet de institutionele basis die vereist is voor een markteconomie, worden versterkt. Deze overgang is complex en zal niet altijd zonder slag of stoot verlopen. Economische hervormingen moeten bovendien worden doorgevoerd binnen een sfeer van tegengestelde politieke en economische belangen. Tegelijkertijd zijn stabiele economische groei en nieuwe werkgelegenheid van belang voor de legitimiteit van de binnenlandse politiek. China wordt geconfronteerd met snel toenemende vergrijzing en toenemende regionale en sociaal-economische verschillen, die leiden tot binnenlandse spanningen.

Veranderingen binnen China hebben gevolgen buiten China. Economisch en financieel, in handels- en investeringsstromen, strategisch en steeds meer militair en op veel andere vlakken zoekt China zijn weg en een stem. Besluiten die China neemt over zijn politieke, economische en sociale ontwikkeling, zijn daarom meer dan ooit van belang voor de EU.

De EU moet een weerwoord hebben op een aantal ontwikkelingen:

• China wordt steeds actiever in de wereld. Chinese bedrijven worden meer dan ooit aangemoedigd in het buitenland handel te drijven, te investeren en kapitaal te mobiliseren. China is steeds beter aangesloten op de mondiale kapitaalmarkt, wat voor iedereen gunstig is, op voorwaarde dat dit binnen het juiste kader geschiedt.

• China heeft steeds meer invloed op en belangen in het mondiale economische bestuur, en eist daardoor ook meer inspraak. China is ook actiever op het gebied van internationale betrekkingen (bijvoorbeeld inzake ontwikkelingssamenwerking, klimaatactie en hotspots voor internationale veiligheid). Ook in de eigen regio stelt China zich assertiever op.

• China wordt geconfronteerd met een structurele economische crisis, die zowel binnen als buiten China problemen en kansen zal bieden. China's overgang naar een duurzamer ontwikkelingspatroon is complex en zal mogelijk turbulente fasen kennen, binnen China en ook daarbuiten.

• Het meest recente Vijfjarenplan voorziet in versneld herstel van het evenwicht op economisch, sociaal en ecologisch vlak, evenals een verschuiving naar consumptiegestuurde groei, verdere hervorming van de rechtsstaat en verdere inspanningen op het vlak van corruptiebestrijding.

• De vergroting van de rol die de markt speelt op de terreinen die voor de EU het meest relevant zijn, is nog niet voldoende gevorderd. In recente wetgeving zijn nieuwe beperkingen voor buitenlandse bedrijven in China ingevoerd, wat in strijd is met het open stellen van de markt en de beginselen van gelijke behandeling en een gelijk speelveld. Ook belemmert dit China bij het vinden van de beste oplossingen om de economische activiteit aan te jagen.

• Tegelijkertijd ondermijnt de autoritaire reactie op binnenlandse dissidentie de inspanningen om van China een rechtsstaat te maken en de rechten van individuele burgers beter te verankeren.


4.

II. GRONDBEGINSELEN VOOR SAMENWERKING


Gezien het snelle tempo van de veranderingen in de EU en China de afgelopen tien jaar is het tijd om de beginselen die aan de betrekkingen ten grondslag liggen opnieuw te beoordelen en te herbevestigen.

De EU verwacht dat haar relatie met China wederzijdse voordelen oplevert op politiek en economisch vlak. De door China gepropageerde 'win-win-samenwerking' moet concreet gestalte worden gegeven. De EU verwacht ook dat China verantwoordelijkheden op zich neemt die overeenstemmen met het profijt dat het land trekt van de op regels gebaseerde internationale orde.

De EU moet met één sterke, duidelijke stem spreken in haar aanpak ten aanzien van China. Wanneer lidstaten bilaterale betrekkingen met China onderhouden - een op een of als een groep, zoals het 16+1-formaat - moeten zij samenwerken met de Commissie, de EDEO en andere lidstaten, om ervoor te zorgen dat de aspecten die relevant zijn voor de EU, in overeenstemming zijn met de wet- en regelgeving en beleidslijnen van de EU en dat het eindresultaat de EU als geheel ten goede komt.

Aan het externe optreden van de EU liggen de beginselen ten grondslag waarop de EU zelf ook is gegrondvest: democratie, rechtsstaat, mensenrechten en eerbiediging van de beginselen van het VN-handvest en het internationaal recht. Deze beginselen komen ook tot uitdrukking in de Chinese grondwet en in de internationale verdragen die China heeft ondertekend. De bescherming van de mensenrechten blijft een essentieel onderdeel van de betrokkenheid van de EU bij China. De EU gelooft dat mensen met waardigheid en respect moeten worden behandeld willen burgers zich kunnen ontplooien. Dit is goed voor de stabiliteit en veiligheid van de Chinese samenleving en de wereld in het algemeen.

China's harde aanpak van advocaten, arbeidsrechtenactivisten, uitgevers, journalisten en anderen die vreedzaam hun rechten willen uitoefenen, die ook buiten China nieuwe en zorgelijke vormen aanneemt, doet twijfels rijzen over China’s zelfverklaarde gehechtheid aan de rechtsstaat en aan zijn internationale verplichtingen. De recent goedgekeurde restrictieve wet- en regelgeving inzake de binnenlandse veiligheid is ook een punt van zorg. De EU vreest met name dat de nieuwe wet inzake de activiteiten van buitenlandse niet-gouvernementele organisaties de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in China zal belemmeren en negatieve gevolgen zal hebben voor de contacten tussen mensen in de EU en China.

De EU en de lidstaten zullen samen met China blijven werken aan de bevordering van de mensenrechten, de rechtsstaat, het maatschappelijk middenveld, politieke verantwoordingsplicht en de vrijheid van meningsuiting, vereniging en godsdienst. Daartoe zullen alle mogelijke diplomatieke instrumenten en mechanismen op bilateraal en internationaal niveau worden ingezet. De EU moet China ook blijven aansporen politieke gevangenen vrij te laten, te zorgen voor eerlijke processen en zijn internationale verplichtingen na te komen met betrekking tot de bescherming van de rechten van mensen die tot een minderheid behoren, niet in het minst in Tibet en Xinjiang.

De EU bevestigt haar 'één China'-beleid.

De EU zal sterke betrekkingen met Hongkong en Macau blijven onderhouden en onderschrijft de basiswet en het 'één land, twee systemen'-beginsel.

De EU bevestigt haar voornemen om haar betrekkingen met Taiwan te ontwikkelen en onderschrijft de gedeelde waarden die de basis vormen van het Taiwanese bestuursstelsel. De EU moet de constructieve ontwikkeling van de betrekkingen tussen China en Taiwan blijven ondersteunen om de vrede in de regio Azië/Stille Oceaan te bewaren. Daartoe zal de EU elk beschikbaar kanaal gebruiken om initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op dialoog, samenwerking en de opbouw van vertrouwen tussen China en Taiwan. De EU moet pleiten voor praktische oplossingen voor de deelname van Taiwan aan internationale kaders, zoveel mogelijk volgens het 'één China'-beleid en de beleidsdoelstellingen van de EU.

Het EU-beleid ten aanzien van China moet passen in een brede, volwaardige beleidsaanpak ten aanzien van de regio Azië/Stille Oceaan, waarbij ten volle gebruik wordt gemaakt van en rekening wordt gehouden met de nauwe betrekkingen tussen de EU en partners als Japan, Korea, de ASEAN-landen, Australië en andere. Gezien het fundamentele belang van trans-Atlantische betrekkingen moeten de samenwerking en de coördinatie tussen de EU en de VS in dit opzicht worden versterkt.

• Het fundamentele uitgangspunt van de relatie van de EU met China is wederzijds voordeel in politiek en economisch opzicht.

• De EU moet zich praktisch en pragmatisch opstellen in haar betrokkenheid bij China. Zij moet vasthouden aan haar principes en trouw blijven aan haar belangen en waarden. Haar betrokkenheid blijft gebaseerd op een positieve partnerschapsagenda in combinatie met constructieve omgang met verschillen.

• De samenwerking tussen EU-lidstaten en China moet voldoen aan de wet- en regelgeving en het beleid van de EU.

• De EU verwacht dat China verantwoordelijkheden op zich neemt die overeenstemmen met het profijt dat het land trekt van de op regels gebaseerde internationale orde.

• De bevordering van de mensenrechten blijft een essentieel onderdeel van de betrokkenheid van de EU bij China, waarbij het welzijn van burgers en de nakoming van internationale verplichtingen centraal staan. De EU zal China ter verantwoording roepen wat betreft de mensenrechtensituatie.

• De EU bevestigt haar 'één China'-beleid.

• De EU moet haar betrekkingen met Taiwan blijven ontwikkelen en de constructieve ontwikkeling van betrekkingen tussen China en Taiwan ondersteunen.

• De EU moet de voortzetting van het 'één land, twee systemen'-beginsel in Hongkong en Macau blijven ondersteunen.

• In het EU-beleid ten aanzien van China moet ten volle rekening worden gehouden met de nauwe betrekkingen tussen de EU en de VS en andere partners.


5.

III. DE AGENDA VOOR WELVAART EN HERVORMINGEN


Tijdens het plenaire partijcongres in 2013 kondigde president Xi Jinping aan dat het Chinese economische en sociale model tussen nu en 2020 ingrijpend zal worden hervormd. Deze doelstellingen op langere termijn zijn gestuit op beslommeringen op kortere termijn over de groei van het bbp, werkgelegenheid en stabiliteit, die het hervormingstempo hebben doen afnemen, waardoor de gezondheid van de economie op langere termijn mogelijk in gevaar komt. De Chinese prioriteiten brengen kansen voor de EU met zich mee, bijvoorbeeld meer mogelijkheden voor samenwerking en uitvoer op belangrijke gebieden als het milieu en de dienstensector. Bij de 'openstelling' gaat het er echter meer om Chinese bedrijven te helpen in het buitenland actief te worden dan de toegang tot de Chinese markt te verbeteren. Ook zijn er problemen met de toename van de rechtstreekse concurrentie in sommige sectoren of derde landen waar China zijn staatsbedrijven als marktleider wil positioneren. De EU wil dat China economisch opener en stabieler wordt, dat de markttoegang voor buitenlandse bedrijven aanzienlijk verbetert en dat er sprake is van een gelijk speelveld en eerlijke concurrentie voor bedrijven en investeringen, vergelijkbaar met de mate van openheid die geldt voor alle bedrijven die op de EU-markt opereren.

6.

III.1 De EU als partner in de hervormingen van China


Het welvaartsniveau in de EU houdt verband met de mate van duurzame groei in China. De EU heeft daarom aanzienlijk belang bij het welslagen van de economische en bestuurlijke hervormingen die China doorvoert. Als belangrijkste handelspartner, die ongeveer 15 % van de Chinese handel vertegenwoordigt, en als aantrekkelijke en veilige bestemming voor buitenlandse directe investeringen heeft China de EU even hard nodig als omgekeerd.

China maakt een moeizame structurele overgang door op weg naar een lager, maar houdbaarder groeipercentage. Deze aanpassing is essentieel voor het Chinese groeiperspectief op lange termijn, maar kan op korte termijn ook instabiliteit en risico's met zich meebrengen. China heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot onder meer de belastinghervorming, het verbreden van de sociale zekerheid en de hervorming van de financiële markten. Op andere terreinen, zoals de hervorming van staatsbedrijven of de openstelling van de dienstensector, was de vooruitgang minder groot.

Een van de topprioriteiten van de EU is de bevordering van hervorming en innovatie ter ondersteuning van de omschakeling van het Chinese groeimodel naar een duurzamere vorm op basis van meer binnenlandse consumptie, een grotere dienstensector en openstelling voor buitenlandse investeringen, producten en diensten. Dit moet geschieden op basis van wederzijdse voordelen en transparantie, waarbij de intellectuele eigendom moet worden gewaarborgd. De economisch sterke punten van de EU sluiten aan op de prioriteiten van het dertiende Vijfjarenplan van China, zoals innovatie, diensten, groene groei en evenwicht tussen de ontwikkeling van steden en het platteland. Het is ook in het belang van de EU om China te helpen met de overgang naar een duurzamer, inclusiever sociaal en economisch model door de bevordering van fundamentele arbeidsnormen en fatsoenlijk werk, hervorming van de sociale voorzieningen en gezamenlijke inzet voor verantwoorde mondiale toeleveringsketens.

Naarmate China probeert op te klimmen in de waardeketen om de valkuil van het middeninkomen te voorkomen, zullen Chinese bedrijven grotere concurrenten worden in hoogtechnologische sectoren. De Chinese regering streeft met haar industriebeleid naar bedrijven die nationaal uitblinken om vervolgens mondiaal te kunnen concurreren in sectoren als burgerluchtvaart, materiaaltechnologie, de digitale economie, banken, energie en infrastructuur. Het is in het belang van de EU om met China samen te werken aan de bevordering van open en eerlijke concurrentie op elkaars markt en China af te raden het concurrentievermogen van zijn bedrijven te ondergraven door subsidies of afscherming van de binnenlandse markt.

• De EU moet de economische, ecologische en sociale hervormingen in China actief blijven ondersteunen en en het land aanmoedigen over te schakelen op een opener, duurzamer en inclusiever groeimodel.

7.

III.2 Stimuleren van handel en investeringen


De EU streeft naar verdieping van en een nieuw evenwicht in de betrekkingen met China. De eerste prioriteit in dat verband is een brede investeringsovereenkomst. De sluiting van een dergelijke overeenkomst en doorvoering door China van hervormingen voor liberalisering van de economie waarmee een gelijk speelveld ontstaat voor bedrijven, zou nieuwe marktkansen opleveren en ruimte scheppen voor bredere ambities, zoals een vrijhandelsovereenkomst.

Een eventuele toekomstige vrijhandelsovereenkomst zou diep en breed moeten zijn en qua ambitie overeenkomen met de onderhandelingen met partners als Canada, Japan en de Verenigde Staten. Om investeerders uit de EU te helpen bij hun activiteiten in de steeds beter geïntegreerde regionale toeleveringsketen, zou de EU moeten streven naar een breder netwerk van investeringsovereenkomsten in de regio. Voortbouwend op de investeringsbepalingen in het kader van onderhandelingen met China zal de EU de mogelijkheid onderzoeken om investeringsonderhandelingen te beginnen met Hongkong en Taiwan.

Geografische aanduidingen zijn ook economisch en cultureel van belang, omdat zij waarde scheppen voor lokale gemeenschappen. Beide partijen zouden profijt hebben van een overeenkomst inzake geografische aanduidingen volgens de strengste internationale beschermingsnormen.

Meer samenwerking op het gebied van douane en handelsbevordering, bovenop de verbintenissen in het kader van de handelsfacilitatieovereenkomst van de WTO, zou gunstig zijn voor zowel de EU als China; deze samenwerking zou ook risicobeheer en de continuïteit van de toeleveringsketens moeten omvatten, alsmede handhaving van intellectuele-eigendomsrechten aan de grens.

De EU verheugt zich over productieve Chinese investeringen in Europa, mits zij voldoen aan de Europese wet- en regelgeving. Wij verwachten dat EU-investeringen in China even welkom zijn. De wederzijds voordelige samenwerking met betrekking tot alle aspecten van investeringen moet worden opgevoerd, ook door praktische manieren vast te stellen waarop China kan bijdragen aan het investeringsplan voor Europa. China zou de veiligheidstoetsing voor EU-investeringen in China uitsluitend moeten beperken tot vraagstukken die een legitieme bron van zorg voor de nationale veiligheid vormen. De EU verwacht daarnaast dat de directe buitenlandse investeringen van China in Europa worden gebaseerd op de beginselen van de vrije markt en zal alle mogelijke middelen inzetten ter voorkoming van potentiële verstoring van de markt en andere risico's in verband met investeringen door bedrijven die van de staat subsidies of voordelen op regelgevingsgebied ontvangen. Samen met de lidstaten moet worden onderzocht of een gemeenschappelijke minimumdefinitie kan worden vastgesteld van kritieke nationale infrastructuur in het kader van inkomende investeringen in de EU.

De hervorming van het Chinese financiële systeem is cruciaal voor de economische transformatie van het land. Naarmate de Chinese kapitaalmarkt opener wordt, zal de invloed van China op de wereldeconomie nog verder toenemen. Deze toenemende onderlinge afhankelijkheid bleek bijvoorbeeld uit het overloopeffect van de instabiliteit van de Chinese aandelenmarkt op de wereldmarkt en maakt van gecoördineerd, transparant economisch en monetair beleid een prioriteit. Risico's op de Chinese financiële markten kunnen van systemisch belang worden en daarom heeft de EU er groot belang bij om positieve en doeltreffende samenwerking met China op het gebied van financiële regelgeving te behouden en verder te ontwikkelen.

Als de Chinese economie beter geïntegreerd wil raken in de wereldeconomie, moet China deze onderlinge afhankelijkheid erkennen en binnenlands economisch beleid voeren dat de internationale markten en handelsbetrekkingen niet verstoort. De EU maakt zich grote zorgen over de industriële overcapaciteit van China in een aantal sectoren, met name de staalsector. Als dit probleem niet adequaat wordt verholpen, bestaat de kans dat er steeds meer handelsbeschermingsinstrumenten worden ingezet en dat deze praktijk vanuit de staalsector overslaat naar andere sectoren, zoals aluminium, keramiek en houtproducten.

Deze kwestie krijgt steeds meer politieke aandacht in China, maar de omvang van het probleem blijft aanzienlijk. De overcapaciteit van de Chinese staalindustrie bedraagt naar schatting ongeveer 350 miljoen ton, bijna het dubbele van de jaarlijkse EU-productie. China's voornemen om de productie van ruw staal tussen nu en 2020 met 100-150 miljoen ton te verlagen wordt toegejuicht, maar China moet ook constructief met zijn handelspartners overleggen op internationaal niveau (bijvoorbeeld via de Staalcommissie van de OESO) en een ambitieuzer, meetbaar en transparant herstructureringsplan voorleggen om de capaciteit te beperken. Subsidies en andere overheidsmaatregelen die bijdragen tot uitbreiding of verplaatsing van de staalcapaciteit of tot handhaving van structureel verlieslijdende activiteiten, moeten zo snel mogelijk worden beëindigd. China moet ook zijn WTO-verplichting nakomen om subsidies aan te melden, te beginnen met de subsidies aan de staalsector. Op middellange termijn moet China zijn planeconomie hervormen en het probleem op organische wijze laten oplossen door marktwerking.

Verschillende bepalingen in het toetredingsprotocol van China tot de WTO lopen bijna af. De Commissie analyseert in dit verband of en hoe de EU na december 2016 veranderingen moet aanbrengen in de behandeling van China in antidumpingonderzoeken en zal in de tweede helft van 2016 hierop terugkomen. De doeltreffendheid van de handelsbeschermingsinstrumenten van de EU moet worden vergroot, met name door snelle goedkeuring van het voorstel van de Commissie van april 2013 voor de modernisering van deze instrumenten. Het is essentieel dat de onderliggende oorzaken van de overcapaciteit breed worden aangepakt.

Hervorming van de wetgeving en versterking van de rechtsstaat in China zijn essentieel voor het welslagen van de hervormingen. Een transparant en onpartijdig rechtsstelsel is een essentieel onderdeel van het institutionele fundament voor een markteconomie en moet degelijke waarborgen bieden voor zowel Europese als Chinese bedrijven. De EU moet voortbouwen op de nieuwe dialoog over juridische zaken, die in juni 2016 van start is gegaan en zich richt op e-commerce en onlineconsumentenbescherming.

De EU moet dialogen met China voeren over normen, regelgeving en conformiteitsbeoordelingsprocedures in kernsectoren om kosten en belemmeringen bij de markttoegang terug te dringen en het primaat van internationale normen te bevorderen met betrekking tot onder andere gezondheid en veiligheid, farmaceutische producten, milieubescherming, de veiligheid van levensmiddelen en consumentenproducten, klimaatactie en gegevensbescherming. Via samenwerking op het gebied van onderzoek zou de toepassing van gemeenschappelijke normen in de toekomst kunnen worden bevorderd. Op sanitair en fytosanitair vlak wil de EU met China samenwerken aan de bevordering van de strengste voedselveiligheidsnormen. Dankzij de modernisering van het Chinese voedselveiligheidsmodel, die momenteel wordt doorgevoerd, zal dit systeem beter aansluiten bij dat van de EU, mits de modernisering op evenredige en transparante wijze geschiedt. Dit zal vervolgens weer leiden tot nieuwe mogelijkheden voor groei en werkgelegenheid in zowel de EU als China, voordelen voor de consumenten van beide partijen en betere markttoegang voor landbouwproducten. De EU moedigt China dan ook aan internationale wetenschappelijke normen over te nemen en op zijn beurt de EU als één entiteit te erkennen.

De EU streeft naar versterking van haar partnerschap met China, maar moet ook haar betrokkenheid bij landen in Azië en elders blijven verdiepen om de hoeveelheid economische kansen en groeibronnen te verveelvoudigen en te diversifiëren.

• De EU streeft naar wederkerigheid en een gelijk speelveld met betrekking tot alle aspecten van haar handels- en investeringsbetrekkingen met China. Daartoe zal zij nauwlettender toezien op de toegang van Europese bedrijven tot de Chinese markt en O&O-programma's.

• De EU streeft naar verdieping van en een nieuw evenwicht in de economische betrekkingen met China. De eerste prioriteit in dat verband is een brede investeringsovereenkomst.

• De EU geeft veel prioriteit aan de snelle sluiting van een overeenkomst met China inzake geografische aanduidingen voor de bescherming van namen van levensmiddelen, volgens de strengste internationale normen.

• De EU ontwikkelt een nieuwe generatie moderne, hoogwaardige handelsovereenkomsten en zou bredere ambities, zoals een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst, kunnen overwegen indien de omstandigheden (inclusief de uitvoering door China van de noodzakelijke economische hervormingen) daarvoor geschikt zijn.

• De EU verwacht van China aanzienlijke en controleerbare beperking van de industriële overcapaciteit, op basis van een duidelijk tijdschema en onafhankelijk toezicht.

• De EU verheugt zich over productieve Chinese investeringen in Europa, mits zij voldoen aan de Europese wet- en regelgeving. In ruil daarvoor verwacht de EU betere markttoegang voor buitenlandse bedrijven in China en een gelijk speelveld voor bedrijven en investeerders. China moet het aantal beschermde sectoren verlagen en het aantal veiligheidstoetsingen zo veel mogelijk beperken.

• De samenwerking met betrekking tot de rechtsstaat, de handhaving van mededingingswetgeving en normen, voorschriften en regelgeving in belangrijke sectoren moet worden opgevoerd.

8.

III.3 Onderzoek, innovatie en de digitale economie


China is hard op weg een op kennis gebaseerde en door technologie gedreven economie te worden. De EU heeft als wereldleider op dit gebied een groot belang bij samenwerking met China om EU-doelstellingen overeenkomstig de strategie voor de digitale interne markt te verwezenlijken. Samenwerking op dit vlak zou de groei moeten stimuleren door middel van open markten, gemeenschappelijke normen en gezamenlijk onderzoek op basis van wederkerigheid, bijvoorbeeld met betrekking tot 5G-mobiele communicatie en het internet van de dingen.

Ambitieuze initiatieven zoals 'Made-in-China 2025' en het daarmee samenhangende actieplan "Internet +" onderstrepen het belang dat China hecht aan de digitale economie en haar potentieel voor transformatie voor bijvoorbeeld de productiesector. Het beleid en de regelgeving van China zijn echter in toenemende mate protectionistisch. Europese informatie- en communicatietechnologiebedrijven ondervinden overal in de waardeketen problemen met de toegang tot de markt, waaronder eenzijdige technologische normen, complexe en discriminerende vergunnings- en certificeringsvereisten, buitensporige beperkingen in verband met wetgeving op het gebied van veiligheid, gebrek aan eerlijke toegang tot normalisatie-instanties en niet-openbare overheidsopdrachten. De EU moet meer inspanningen doen om de toegang tot de groeiende Chinese markt voor digitale producten en diensten te verbeteren en een gelijk speelveld te creëren. De EU moet ook pleiten voor strengere privacy- en gegevensbeschermingsrechten in China en erop staan dat de EU-gegevensbeschermingsregels worden nageleefd bij elke uitwisseling van persoonsgegevens met China.

De bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten zijn cruciaal voor het stimuleren van innovatie. De dialoog en samenwerking op dit vlak moeten worden geïntensiveerd en toenemende problemen, bijvoorbeeld namaak en piraterij op internet, moeten worden aangepakt. De EU erkent dat regeringen een legitiem belang hebben bij de veiligheid van de digitale markt, maar is ertegen dat toegang tot of beschikbaarstelling van de softwarebroncode standaard als voorwaarde wordt gesteld voor markttoegang. De EU moet streven naar politieke overeenstemming met China over de bestrijding van diefstal van intellectuele eigendom en bedrijfsgeheimen via de cyberruimte.

De EU zou ook kunnen profiteren van meer samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie met China door samen kennis en technologie te ontwikkelen, Chinees talent te benutten, de EU te presenteren als aantrekkelijke locatie voor onderzoek en innovatie, en oplossingen te zoeken voor gemeenschappelijke sociale en ecologische problemen. Het blijft essentieel om een gelijk speelveld voor onderzoek en innovatie te creëren, inclusief wederzijdse toegang tot programma's en middelen. Op die basis zou de samenwerking in het kader van de EU-programma's Horizon 2020 en Euratom verder moeten worden ontwikkeld en uitgebreid. Co-financieringsmechanismen en vlaggenschipinitiatieven in het kader van Horizon 2020, alsmede overeenkomsten tussen onderzoeksinstellingen over en weer, moeten bijdragen tot de ontwikkeling van langetermijnpartnerschappen op het gebied van wetenschap en technologie.

• Wederzijds voordelige samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie moet worden versterkt, waarbij moet worden gezorgd voor een gelijk speelveld.

• Samenwerking op het gebied van de digitale economie kan zowel voor de EU als voor China voordelig zijn en zou de groei moeten stimuleren door middel van gemeenschappelijke normen en gezamenlijk onderzoek op basis van wederkerigheid.

• De EU moet intensiever samenwerken met China wat betreft de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. De EU moet streven naar versterking van maatregelen ter bestrijding van diefstal van intellectuele eigendom en bedrijfsgeheimen via de cyberruimte.

9.

III.4 Connectiviteit en contacten tussen mensen


Betere infrastructuurverbindingen tussen de EU en China zouden de economische vooruitzichten van alle betrokkenen stimuleren. Het EU-China-connectiviteitsplatform moet leiden tot synergieën tussen EU-beleid en -projecten en het Chinese Zijderouteproject, alsmede tussen de Europese en Chinese bronnen van financiering op het gebied van vervoer en andere soorten infrastructuur.

China moet zijn belofte gestand doen en van het Zijderouteproject een open platform maken waarbij marktregels en internationale normen worden overgenomen om voordelen voor alle betrokkenen te genereren en derde landen te stimuleren tot verantwoordelijk optreden. Bij de samenwerking op dit gebied moeten de relevante beleidslijnen, en de toepasselijke regelgeving en normen, inclusief inzake overheidsopdrachten, ten volle worden geëerbiedigd en moet een gelijk speelveld worden gewaarborgd voor de economische operatoren van beide partijen. Dit moet ook gelden voor de landen die geen lid zijn van de EU, maar wel hebben toegezegd EU-normen toe te passen. Gestreefd moet worden naar de opbouw van duurzame, interoperabele grensoverschrijdende infrastructuurnetwerken in de landen en regio's op de route tussen de EU en China. Bij de gezamenlijke ontwikkeling van een prioritaire investeringsprojectenpijplijn moet nauw worden samengewerkt met de betrokken landen, ook om ervoor te zorgen dat de projecten verenigbaar zijn met hun begrotingsbeperkingen. Onze partners in Azië, waaronder Afghanistan, Pakistan en landen in Centraal-Azië, moeten ook de vruchten kunnen plukken van de samenwerking tussen de EU en China op het gebied van connectiviteit doordat zij beter worden geïntegreerd in de internationale handelsstromen.

Contacten tussen mensen moeten leiden tot meer kansen voor EU-sectoren als het hoger onderwijs, de creatieve en culturele sector en het toerisme, en tot de bevordering van de interculturele dialoog, de culturele diversiteit en de participatie van het maatschappelijk middenveld. In alle onderdelen van de betrekkingen tussen de EU en China moet ruimte worden gemaakt voor contacten tussen mensen. Optimaal gebruik van de bestaande kanalen voor wettige migratie naar de EU en China moet worden aangemoedigd. Nadat de eerste stappen ter vergemakkelijking van de mobiliteit en ter bestrijding van irreguliere migratie succesvol zijn gezet, moet de dialoog tussen de EU en China over migratie en mobiliteit verdergaan met onderhandelingen over overeenkomsten inzake visumversoepeling en samenwerking bij de bestrijding van irreguliere migratie.

• De EU moet het connectiviteitsplatform benutten als belangrijkste instrument voor de samenwerking met China om het Euraziatische continent via fysieke en digitale netwerken te verbinden voor een vlot verloop van de handel, investeringen en contacten tussen mensen.

• Als voorwaarde voor samenwerking met China aan het Zijderouteproject moet worden gesteld dat China zijn belofte gestand doet om er een open platform van te maken waarbij marktregels en internationale normen worden overgenomen om voordelen voor alle betrokkenen te genereren.

• Contacten tussen mensen moeten worden verbreed en er moeten nieuwe initiatieven worden ontworpen om meer pluralisme aan te brengen in deze contacten. In alle onderdelen van de betrekkingen tussen de EU en China moet ruimte worden gemaakt voor contacten tussen mensen en de dialoog over mobiliteit en migratie moet worden versterkt.


10.

IV. ZOEKEN NAAR GEMEENSCHAPPELIJKE BELANGEN IN HET BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID


China was in het verleden eerder passief, maar neemt nu een leidende rol op zich in mondiale aangelegenheden die in overeenstemming is met zijn economische gewicht. Naarmate de belangen breder werden, is China zich meer gaan richten op andere gebieden dan alleen de directe omgeving. Concentratie op de VS staat nog steeds op de voorgrond. Er is een hernieuwde belangstelling voor de EU als meer evenwichtige partner in een multipolaire wereld, hoewel de regionale veiligheid in de regio Azië/Stille Oceaan een punt van zorg is gezien China's toenemende assertiviteit. Achter het Zijderouteproject schuilen vooral economische en binnenlandse overwegingen, maar het zal ook grote geostrategische consequenties hebben. China heeft een goede reden om actiever deel te nemen aan vraagstukken op het gebied van mondiaal bestuur, veiligheid en defensie. De EU wacht de taak en de kans om China te bewegen tot deelname op positieve terreinen, zoals de vredessamenwerking in Afrika en de vervulling van taken die horen bij een grootmacht (bijvoorbeeld in het Midden-Oosten). Een diepere dialoog met China over samenwerking op het gebied van investeringen in landen van gemeenschappelijk belang zou passen bij de toenemende financiële betrokkenheid van China bij veel landen die ook EU-partners zijn.

11.

IV.1 Versterking van de samenwerking met China op het gebied van het buitenlands beleid


Door zijn groei heeft China belangen ontwikkeld tot ver buiten zijn directe omgeving. Zijn commerciële, financiële, diplomatieke en zelfs militaire aanwezigheid in de wereld is sterk toegenomen en steeds meer Chinese onderdanen wonen in het buitenland. Daarmee is China ook afhankelijker geworden van internationale vrede en veiligheid. China stelt zich nu ook actiever op in vredes- en nabuurschapsprocessen in landen als Zuid-Sudan en Afghanistan.

De EU moet streven naar een bredere gedeelde buitenlandse agenda en China aanmoedigen constructief en actief deel te nemen aan het waarborgen van de veiligheid als een van de mondiale collectieve goederen. China moet worden aangemoedigd structureel deel te nemen aan internationale conflictoplossingsprocessen, overeenkomstig zijn verantwoordelijkheden als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad. Voortbouwend op de constructieve Chinese betrokkenheid bij het nucleaire overleg met Iran zou de EU moeten streven naar actieve samenwerking met China met betrekking tot Afghanistan, Syrië, Libië, migratievraagstukken en de regeling van het conflict in het Midden-Oosten. Wat in Afrika vaak wordt gezien als concurrentie tussen de EU en China, moet worden omgezet in meer samenwerking bij het oplossen van crises (op lokaal niveau of in multilaterale fora zoals de VN-Veiligheidsraad), ter bevordering van de Afrikaanse capaciteit op het gebied van vrede en veiligheid en van een beter economisch klimaat, evenals van gemeenschappelijke natuurlijke rijkdommen, met name het milieu en de oceanen. De EU moet ook met China werken aan meer zorgvuldigheid ten aanzien van mineralen uit conflict- of risicogebieden.

Tot de prioriteiten op het gebied van het buitenlandse beleid behoort voor China de ontwikkeling van zijn betrekkingen met Europa en het trekt daarvoor aanzienlijke financiële en diplomatieke middelen uit. Het is in het belang van de EU om samen te werken met China, om ervoor te zorgen dat de Chinese betrokkenheid bij de zuidelijke en oostelijke buurlanden van de EU bijdraagt tot op regels gebaseerd bestuur en regionale veiligheid. De EU staat pal voor de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne, beginselen die China eveneens onderschrijft. De EU ziet China graag als partner voor investeringen in de levensvatbaarheid en welvaart van Oekraïne op lange termijn en in het waarborgen van een vreedzame regio, waar alle partijen baat bij hebben. In bredere zin biedt ook de EU-strategie inzake Centraal-Azië mogelijkheden om meer samen te werken met China op het gebied van veiligheid, connectiviteit, ontwikkelingshulp en duurzaam gebruik van water en energie.

De EU moet actief blijven bijdragen aan de regionale veiligheid in de regio Azië/Stille Oceaan via diplomatieke en economische middelen en moet tegelijkertijd haar partnerschappen in de regio verder ontwikkelen. De EU blijft bezorgd over de huidige situatie in de Oost- en Zuid-Chinese Zee en moet de nadruk blijven leggen op de vreedzame oplossing van geschillen. Zij moet zich verzetten tegen eenzijdig optreden dat tegen de status quo ingaat en tot meer spanningen leidt. De EU houdt vast aan haar standpunt dat China en alle andere partijen zich inzake hun aanspraken betreffende de Zuid-Chinese Zee moeten houden aan het internationale recht. Gezien de omvang van de internationale maritieme handel via deze regio is voortzetting van vrije scheep- en luchtvaart van het allergrootste belang. De EU moet China aanmoedigen constructief bij te dragen aan regionale stabiliteit door vertrouwenwekkende maatregelen en steun voor de op regels gebaseerde internationale orde, met name eerbiediging van het VN-Zeerechtverdrag en de daarin vastgestelde arbitrageprocedures en de snelle afronding van de onderhandelingen tussen China en de ASEAN over een gedragscode.

De EU moet streven naar een regelmatige en inhoudelijke dialoog met China over alle vraagstukken met betrekking tot uitvoercontroles, ontwapening en non-proliferatie, inclusief regionale kwesties zoals het beleid en optreden van Noord-Korea. De EU moet China in het bijzonder aanmoedigen toe te treden tot het Verdrag inzake een alomvattend verbod op kernproeven, het Wapenhandelsverdrag, de Haagse Internationale gedragscode tegen de proliferatie van ballistische raketten en de uitvoercontrolenormen inzake wapens en goederen voor tweeërlei gebruik die gelden in het kader van de desbetreffende internationale uitvoercontroleregelingen. Op de EU-uitvoer naar China is het wapenembargo van toepassing dat werd ingesteld bij de conclusies van de Europese Raad van 1989, alsmede de acht criteria die zijn vastgesteld in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad inzake de uitvoer van militaire goederen en technologie.

Gezien de toenemende acute wereldwijde terrorismedreiging moet de EU open staan voor samenwerking met China op het gebied van terrorismebestrijding op basis van onderling overeengekomen voorwaarden, waarin de rechtsstaat en de mensenrechten ondubbelzinnig zijn opgenomen. De nadruk moet liggen op internationale inspanningen om de onderliggende oorzaken aan te pakken, de bronnen van terrorismefinanciering af te knijpen (ook in het kader van de Financial Action Task Force) en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.

In haar internationale cyberspacebeleid streeft de EU naar openheid en vrijheid op internet en zij moedigt de ontwikkeling aan van normen voor het gedrag van staten. China's restrictieve benadering van internetgovernance houdt het risico in dat internet versnipperd raakt, wat ten koste zou gaan van mondiale actoren en negatieve gevolgen zou hebben voor de economie en de mensenrechten. De EU moet China blijven aansporen om meer bij te dragen aan de ontwikkeling van normen voor verantwoordelijk gedrag en de toepassing van internationale wetgeving binnen de cyberruimte, onder andere door bevordering van mondiale afspraken over de bescherming van kritieke cybervoorzieningen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de recent vastgestelde gezamenlijke mededeling over de bestrijding van hybride bedreigingen, met name wat betreft cyberveiligheid en de bescherming van kritieke infrastructuur.

• De EU erkent dat China een grotere rol is gaan spelen in de internationale betrekkingen en het internationale bestuur, maar dit betekent ook dat China zich beter moet houden aan internationale regels en normen.

• De EU moedigt China aan alle mogelijke diplomatieke en andere instrumenten te mobiliseren om veiligheid als een van de mondiale collectieve goederen te waarborgen, waaronder door betrokkenheid bij Afghanistan en Syrië.

• De EU heeft belang bij de veiligheid in Azië en zal haar positieve bijdrage daaraan blijven versterken. Tegelijkertijd moedigt de EU China aan actief bij te dragen aan vrede en veiligheid in de nabuurschap van de EU, overeenkomstig internationale wetgeving.

• De EU wenst behoud van de vrijheid van scheep- en luchtvaart in de Oost- en Zuid-Chinese Zee. Geschillen moeten op basis van de rechtsstaat op vreedzame wijze worden opgelost en eenzijdige provocaties moeten worden vermeden.

• In de dialoog met China moet worden gezocht naar meer gemeenschappelijk draagvlak inzake ontwapening, non-proliferatie, terrorismebestrijding en de cyberruimte.

12.

IV.2 Veiligheid en defensie


De afgelopen jaar heeft de EU steeds meer civiele en militaire missies ingezet in het buitenland, name in Afrika. Ook China levert in het kader van haar toenemende verantwoordelijkheden een steeds grotere bijdrage aan vredesoperaties en de bestrijding van piraterij en heeft zijn militaire bijstand aan de Afrikaanse Unie uitgebreid.

Met name Afrika biedt aanzienlijk potentieel voor samenwerking tussen de EU en China wanneer er sprake is van gedeelde belangen, bijvoorbeeld door de succesvolle samenwerking op zee ter bestrijding van piraterij uit te breiden naar vredesmissies en capaciteitsopbouw aan land. Dankzij coördinatie inzake de bestrijding van piraterij in het kader van het SHADE-mechanisme (Shared Awareness and Deconfliction) is de geest van samenwerking bevorderd. De taakverdeling bij het begeleiden van konvooien van het Wereldvoedselprogramma heeft aangetoond dat dergelijke samenwerking meerwaarde biedt.

Voortbouwend op de achtereenvolgende overlegronden over veiligheid en defensie moet de EU in contact treden met relevante Chinese actoren ter plaatse (bijvoorbeeld Chinese ambassades en vredestroepen in landen als Mali en Somalië) om praktische mogelijkheden voor samenwerking te onderzoeken, en steun verlenen voor de Chinese inspanningen om de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur te financieren. Andere terreinen waarop mogelijk sprake is van gedeelde belangen, zijn bijvoorbeeld samenwerking bij de politiële onderdelen van vredesmissies en de bescherming en evacuatie van Europese en Chinese onderdanen.

• De EU moet ervoor zorgen dat zij een duidelijk beeld heeft van het Chinese defensie- en veiligheidsbeleid, zodat zij op welingelichte basis met China in contact kan treden.

• Afrika biedt de beste mogelijkheden voor samenwerking tussen de EU en China op veiligheidsgebied, zowel op zee als aan land. De samenwerking ter bestrijding van piraterij in de Hoorn van Afrika moet worden voortgezet.

• De EU moet mogelijkheden zoeken voor praktische samenwerking en coördinatie met China met betrekking tot capaciteitsopbouw en ondersteuning van Afrikaanse inspanningen op het gebied van vredeshandhaving, waarbij de aanwezige diplomatieke en veiligheidsinstrumenten van beide partijen ten volle moeten worden benut.


13.

V. MONDIAAL BESTUUR EN SAMENWERKING IN MULTILATERAAL VERBAND


China wil inspraak in het mondiale bestuur, zowel op politiek als op economisch vlak, in een mate die in overeenstemming is met zijn belang. De EU moet hiervan profiteren en tegelijkertijd multilateralisme stimuleren en China aanmoedigen mondiale normen en instellingen te onderschrijven. In dit verband is het ook belangrijk dat geschillen worden opgelost met inachtneming van de internationale orde, het internationale recht en de mensenrechten, vooral gezien China's toenemende assertiviteit in het buitenland en repressie in het binnenland. Op veel terreinen is de tijd rijp voor meer dialoog en samenwerking, met name klimaatverandering, energie, oceanen en efficiënt hulpbronnengebruik, alsmede om China te helpen bij de aanpak van zijn immense milieuproblemen (waarvan de EU ook de gevolgen zal ondervinden). Er is ook veel te winnen bij samenwerking op het gebied van ontwikkeling, wereldwijde gezondheid, vredeshandhaving, humanitaire zaken en risicobeheer in verband met rampen. Dankzij China's toegenomen mondiale aanwezigheid en belangen heeft de EU de kans om onze ervaringen in te zetten in combinatie met de Chinese middelen.

14.

V.I Bevordering van effectief multilateralisme


De EU streeft naar effectief multilateralisme, waarin de Verenigde Naties het middelpunt vormen. Net als de EU profiteert China van de op regels gebaseerde internationale orde. In 2015 was het zeventig jaar geleden dat de Verenigde Naties werden opgericht. Bij die gelegenheid herbevestigde China, als een van de oprichtingslanden, de beginselen van het VN-handvest. China is een van de landen die het meeste bijdragen aan de VN-begroting en levert ook een steeds grotere bijdrage aan troepen voor VN-vredesmissies.

China heeft als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad en lid van de Mensenrechtenraad in het bijzonder tot taak om de drie pijlers van de VN te ondersteunen, namelijk mensenrechten, vrede en veiligheid, en ontwikkeling. De EU moet samen met China werken aan de consolidatie van het mondiale bestuur. Naarmate mondiale instellingen zich geleidelijk ontwikkelen, moet aan de stem van China het gewicht worden gegeven dat overeenkomt met de bijdrage die het land wil leveren. Daarbij moet worden gehamerd op de universaliteit van het internationale recht en de regels en beginselen die ten grondslag liggen aan de internationale orde. In dezelfde geest moet China worden gestimuleerd de hervorming van de VN te ondersteunen en het mondiale bestuurskader te verbeteren, wat de internationale gemeenschap in brede zin ten goede zou komen.

Via constructieve betrokkenheid moet de EU samen met China proberen zoveel mogelijk binnen de bestaande mondiale bestuursstructuren oplossingen te vinden, en bovenal ervoor zorgen dat nieuwe initiatieven voldoen aan mondiale normen en in overeenstemming zijn met de bestaande internationale instellingen. Multilaterale besluitvorming moet inclusief van aard zijn en alle relevante belanghebbenden omvatten.

Het groeiende belang van de G20 in de nasleep van de mondiale economische crisis toont aan dat doeltreffend moet worden samengewerkt met opkomende markteconomieën om oplossingen te vinden voor mondiale problemen. Voortbouwend op de resultaten van het Chinese voorzitterschap van de G20 en de nauwe samenwerking in het kader van de G20-vergaderingen tussen ministers van Financiën en presidenten van de centrale banken, moet de EU streven naar een gemeenschappelijk platform met China met betrekking tot onder andere groeistrategieën, investeringen in onderling gekoppelde infrastructuur, klimaatfinanciering en mondiale normen inzake corruptiebestrijding. China is ook intensiever gaan samenwerken met de Bretton-Woodsinstellingen. De EU moet op deze grotere inzet voortbouwen ter bevordering van sterkere, duurzamere en evenwichtigere mondiale groei, een sterk en adequaat gefinancierd IMF en een sterker mondiaal financieel vangnet.

De EU moet China stimuleren krachtiger en actiever deel te nemen aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en multilaterale en plurilaterale handels- en investeringsinitiatieven en verantwoordelijkheden op zich te nemen die overeenstemmen met het profijt dat het land trekt van een open handelsstelsel, en de ambitie van dergelijke initiatieven moet worden versterkt, bijvoorbeeld onderhandelingen over milieugoederen. De EU verwacht van China dat het een toetredingsaanbod voor een overeenkomst inzake overheidsopdrachten indient die in overeenstemming is met de omvang van de Chinese markt. De EU moedigt China ook aan zinvol en substantieel samen te werken met de internationale werkgroep exportkredieten. In G20-verband moet de EU China stimuleren om intensiever deel te nemen aan de hervorming van de internationale investeringsregels, met name aan de oprichting van een multilateraal investeringshof.

Andere terreinen waarop de EU naar een gemeenschappelijk draagvlak met China moet zoeken, zijn vredeshandhaving, conflictpreventie en vroege waarschuwing, vreedzame beslechting van geschillen, humanitaire zaken, risicobeheer in verband met rampen, economische en sociale rechten, en gezondheid. De EU moet China aanmoedigen meer bij te dragen aan de internationale inspanningen om de huidige vluchtelingen- en migratiecrisis aan te pakken.

• De EU en China hebben er allebei belang bij multilateralisme te ondersteunen. De EU moet samen met China werken aan de consolidatie van op regels gebaseerd mondiaal bestuur.

• De EU moet streven naar een gemeenschappelijk platform met China over de belangrijkste G20-prioriteiten.

• De EU moet China stimuleren krachtiger en actiever deel te nemen aan de WTO en multilaterale en plurilaterale handels- en investeringsinitiatieven en verantwoordelijkheden op zich te nemen die overeenstemmen met het profijt dat het land trekt van een open handelsstelsel, en de ambitie van dergelijke initiatieven moet worden versterkt. De EU verwacht van China dat het een toetredingsaanbod voor een overeenkomst inzake overheidsopdrachten indient die in overeenstemming is met de omvang van de Chinese markt.

• De EU moet nauwer met China samenwerken met betrekking tot rampenbeheer, humanitaire crises en migratie.


15.

V.2 Eerbiediging van het internationale recht en universele waarden


Een op regels gebaseerde internationale orde waarin het internationaal recht, inclusief het internationaal humanitair recht en het recht inzake mensenrechten, wordt geëerbiedigd, is een fundamentele voorwaarde voor internationale vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling. De EU moet met China werken aan bevordering van de universele rechten van de mens, met name naleving van internationale mensenrechtennormen in binnen- en buitenland. China zou moeten worden aangemoedigd tot uitvoering van de verplichtingen die zijn vastgelegd in mensenrechtenverdragen die al door China zijn geratificeerd en tot ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat het in 1998 heeft ondertekend. De EU moet China ook aanmoedigen andere VN- en IAO-instrumenten te ratificeren, zoals de twee verdragen inzake dwangarbeid en de twee verdragen inzake de vrijheid van vereniging en het recht op collectieve onderhandelingen.

China heeft de afgelopen decennia vooruitgang geboekt op het gebied van economische en sociale rechten, wat een startpunt kan zijn voor meer samenwerking tussen de EU en China inzake bijvoorbeeld rechten van vrouwen, arbeidsrechten, sociale normen, het bedrijfsleven en mensenrechten, en culturele rechten.

• De EU moet erop blijven hameren dat China voldoet aan zijn verplichtingen op grond van het internationaal recht en het recht inzake mensenrechten, zowel binnen China als daarbuiten, en moet op dit vlak samenwerken met China.

16.

V.3 Mondiale problemen en mondiale collectieve goederen


De afgelopen jaren levert China een steeds grotere bijdrage aan de vaststelling van ambitieuzere doelen voor duurzame ontwikkeling, waaronder klimaatverandering, gezondheid en onderwijs. Het is een donor van mondiale statuur geworden en werkt aan nieuwe, duurzamere concepten op het gebied van duurzame ontwikkeling. De EU moet nauw met China samenwerken op deze terreinen, die van gemeenschappelijk belang zijn.

De Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling is universeel van toepassing en alle landen moeten deze in eigen land uitvoeren, maar ook bijdragen tot de mondiale inspanningen. De EU en China hebben aldus een gedeeld belang bij het uitroeien van armoede en het bewerkstelligen van duurzame ontwikkeling door middel van doeltreffende instellingen, goed bestuur, de rechtsstaat en vreedzame samenlevingen. De EU moe China betrekken bij regelmatige dialogen over de uitvoering van de Agenda 2030 en de daarbij behorende duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen.

China speelt een steeds grotere rol in de internationale ontwikkelingssamenwerking en heeft een steeds grotere invloed op de ontwikkelingsprocessen in derde landen. Het is daarom van belang dat de EU en China kanalen hebben om hun aanpak inzake ontwikkelingssamenwerking te bespreken. Tijdens zijn voorzitterschap van de G20 gaf China de Agenda 2030 een prominente rol, wat een goede aanleiding is om onze gezamenlijke inzet voor samenwerking met ontwikkelingslanden te versterken. De EU moet bilaterale en multilaterale ontwikkelingssamenwerking ter ondersteuning van de Agenda 2030 bevorderen met het oog op donorpartnerschappen met China op het gebied van onder ander de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp en donorcoördinatie, en moet pleiten voor praktische samenwerking in multilaterale fora en op het terrein, bijvoorbeeld in Afrika en Azië. De EU moet China aanmoedigen zich te houden aan de beginselen die beide partijen hebben onderschreven tijdens het forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp in Busan, en deel te nemen aan het mondiale partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking. De relevante EU-instellingen en de EU-lidstaten moeten de ontwikkeling van de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur verder ondersteunen en in dialoog treden met de nieuwe ontwikkelingsbank. Daarnaast moet de EU met China in dialoog treden over goede praktijken voor kredietverstrekking aan ontwikkelingslanden, onder andere wat betreft houdbaarheid van de schuld, milieu- en arbeidsnormen, en het tegengaan van omkoping en corruptie.

De EU verwelkomt de leidende rol van China, dat verantwoordelijk is voor een kwart van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, in de onderhandelingen over en snelle ratificatie van het Verdrag van Parijs over klimaatverandering. Op basis van de uitkomst van de conferentie van Parijs en de gezamenlijke verklaring van de EU en China over klimaatverandering moet de EU zowel bilateraal als internationaal meer samenwerken met China. De EU moet met China werken aan de gedeelde verbintenis tot snellere overschakeling op een koolstofarme/koolstofneutrale economie. Er moet zoveel mogelijk gezamenlijk worden opgetreden om de uitvoering van het klimaatverdrag van Parijs te versnellen, inclusief de uitvoering van de voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen. De EU-klimaatdiplomatie met betrekking tot China moet zich richten op het protocol van Montreal (wereldwijde geleidelijke terugdringing van fluorkoolwaterstoffen), de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (mondiale marktgebaseerde maatregel om de emissies van de internationale luchtvaart terug te dringen) en de Internationale Maritieme Organisatie (terugdringing van maritieme emissies). De EU moet China blijven helpen bij de opzet van een emissiehandelsysteem met het oog op zijn voornemen om in 2017 een systeem voor het hele land in te stellen. Er moet worden gestreefd naar een versterkte dialoog over onder andere klimaatbeleidsvorming, emissiemodellen, koolstofarme steden, koolstofarme technologie, CO2-afvang en -opslag, aanpassing en klimaatbestendige investeringen. De innovatieve aanbevelingen van de G20-werkgroep inzake groene financiering moeten zo veel mogelijk worden toegepast.

De EU en China zijn allebei netto-importeurs van energie en hebben belang bij transparante, goed gereguleerde en open energiemarkten om de continuïteit van de energievoorziening beter te waarborgen. De EU moet daarom samen met China werken aan een modernere, inclusieve en doeltreffende mondiale energie-architectuur, en grotere betrokkenheid van het Internationaal Energieagentschap bij China blijven aanmoedigen met het oog op de bevordering van samenwerking met betrekking tot de continuïteit van de energievoorziening, gegevens en statistieken over energie, en energiebeleidsanalyses. De EU moet ook met China werken aan meer transparantie, normen en regelgeving in de energiesector, onder andere wat betreft energie-infrastructuurprojecten in derde landen, en steun verlenen voor binnenlandse energiehervormingen, onder andere met betrekking tot energiezuinigheid, duurzame energie en efficiënt hulpbronnengebruik. Er moet verder worden gezocht naar mogelijkheden voor gezamenlijke onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten met betrekking tot technologieën voor schone energie.

China staat voor grote milieuproblemen op het gebied van lucht-, bodem- en watervervuiling. Het is voor de EU zelf van belang, met name om de problemen te verminderen als gevolg van het massale verbruik van niet-duurzame hulpbronnen door China, om haar deskundigheid in te zetten om China te helpen passende beleidslijnen en regelgevende kaders te ontwikkelen om over te schakelen naar een groene, koolstofarme en circulaire economie. Hiervoor moeten groene wetenschappelijke en technologische oplossingen worden toegepast die voordelen opleveren voor het milieu en de economie van beide partijen. De EU moet goede praktijken uitwisselen met betrekking tot milieubestuur, het beheer van lucht, water en bodem, afvalverwerking en het afbouwen van gevaarlijke chemische stoffen, alsmede de uitvoering van internationale milieuverdragen en -normen. De samenwerking met betrekking tot watervraagstukken moet worden versterkt, vooral via het Waterplatform. De EU moet meer samenwerken met China bij de aanpak van mondiale problemen als ontbossing, illegale houtkap en de handel in wilde dieren en planten, die verband houdt met corruptie en georganiseerde misdaad en daardoor duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en goed bestuur ondermijnt.

De EU moet ook met China samenwerken aan beter beheer van de oceanen, vooral door illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te bestrijden en China aan te moedigen de VN-overeenkomst inzake visbestanden en de FAO-overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen te ratificeren.

De EU moet China ook aanmoedigen meer betrokkenheid aan de dag te leggen en een actievere rol te spelen bij de ontwikkeling van beleid om de verspreiding van antimicrobiële resistentie tegen te gaan en het streven naar een mondiale strategie om dit ernstige gevaar voor de gezondheid aan te pakken.

• De EU en China moeten een versterkte dialoog over ontwikkeling opzetten.

• De EU moet gebruik maken van China's toezegging om klimaatverandering aan te pakken door het partnerschap op dit vlak te versterken, zowel op bilateraal als op multilateraal niveau.

• Het milieu is voor China nu een belangrijke beleidsprioriteit, zoals is erkend in het meest recente Vijfjarenplan. De EU moet hierop voortbouwen om een positieve gemeenschappelijke agenda te ontwikkelen met betrekking tot onder andere de bestrijding van lucht-, water- en bodemvervuiling, de circulaire economie, duurzaam oceaanbeheer en bestrijding van gevaren voor habitats en biodiversiteit.

• De EU moet nauwer met China samenwerken aan het tegengaan van antimicrobiële resistentie.


17.

VI. MEER COÖRDINATIE IN ONZE AANPAK TEN AANZIEN VAN CHINA



In contacten met een zwaarwichtige strategische partner als China moet de EU als geheel opereren; de activiteiten van de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en andere EU-instellingen moeten worden afgestemd op die van de EU-lidstaten. De lidstaten moeten overeengekomen EU-standpunten bekrachtigen in hun bilaterale betrekkingen met China; de Commissie en de EDEO moeten ervoor zorgen dat lidstaten goed weten wanneer EU-belangen moeten worden gewaarborgd. De Commissie en de EDEO moeten nauw samenwerken met het Europees Parlement, dat een krachtige pleitbezorger is gebleken voor doeltreffend EU-beleid ten aanzien van China.

De EU moet een ambitieuze samenwerkingsagenda met China nastreven. De wederzijdse economische en commerciële belangen zijn groot, maar mogen de EU niet beletten vast te houden aan haar waarden in haar betrekkingen met China. China heeft ons evenzeer nodig als wij China en gebrek aan samenwerking heeft ook voor China negatieve gevolgen.

De EU moet daarom met één sterke, duidelijke stem spreken. Bij belangrijke beleidskeuzes en wat betreft het behoud van de op regels gebaseerde internationale orde moet de EU samenhang en coördinatie aan de dag leggen. De EU moet vertrouwen en samenwerking met China opbouwen op basis van gedeelde belangen. In de betrekkingen met China moet evenwel ook rekening worden gehouden met het feit dat China een éénpartijstelsel met een staatskapitalistisch model heeft.

De EU moet zoeken naar kruisverbanden tussen verschillende beleidsterreinen en sectoren om meer druk te kunnen uitoefenen bij het nastreven van haar doelen. Goede sectoroverschrijdende samenwerking is nodig om ervoor te zorgen dat het algemeen belang voorgaat op rechtstreekse sectorale belangen.

Topontmoetingen, de strategische dialoog op hoog niveau, de economische en handelsdialoog op hoog niveau en de intermenselijke dialoog op hoog niveau moeten ten volle worden ingezet als platformen voor de formulering van horizontale strategische richtsnoeren voor politieke, economische en handelsvraagstukken, meer pluralisme in contacten en meer synergie en wisselwerking tussen de vele facetten van de betrekkingen tussen de EU en China op hoog niveau.

De beschikbare EU-coördinatiemechanismen moeten actief worden gebruikt, zowel in Brussel als ter plaatse in Peking. Ter aanvulling op de versterking van het partnerschap tussen de EU en China moeten de diensten van de Commissie, de EDEO en de lidstaten ook duidelijkere planningsscenario's uitwerken om sneller en coherenter te kunnen optreden wanneer dat nodig is.

Het aantal en de verscheidenheid van de dialogen tussen de EU en China is een teken van de diversiteit en vitaliteit van hun betrekkingen, maar het risico bestaat dat de inspanningen versnipperd raken of verdampen. De EU en China zijn op jaarbasis betrokken bij bijna honderd dialogen en werkgroepen. Er moeten rigoureus prioriteiten worden gesteld en de middelen moeten in eerste instantie worden geconcentreerd op de topprioriteiten. De EU moet de resultaten van de dialogen regelmatig evalueren om ervoor te zorgen dat zij daadwerkelijk bijdragen tot de algemene doelstellingen van de EU en om ze te stroomlijnen waar nodig. Sommige prioriteiten, zoals het bewerkstelligen van een gelijk speelveld, moeten in alle aspecten worden geïntegreerd.

De eerste gezamenlijke evaluatie van de uitvoering van de samenwerkingsagenda EU-China 2020 vond in april 2016 plaats in Peking. Jaarlijkse evaluaties van de uitvoering zouden moeten worden voortgezet op het niveau van hoge ambtenaren, waarna verslag kan worden uitgebracht tijdens de EU-China-top.

Het partnerschapsinstrument, het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, Horizon 2020, "Erasmus +" en andere EU-financieringsbronnen moeten strategischer worden ingezet om de EU-belangen met betrekking tot China te bevorderen. De publieksdiplomatie moet worden opgevoerd, overeenkomstig de EU-prioriteiten. Culturele uitwisselingen en samenwerking moeten blijven worden gestimuleerd.

De EU moet haar analytische middelen bundelen om de beweegredenen achter het Chinese beleid beter te kunnen doorgronden en de mogelijkheden van de betrekkingen tussen de EU en China beter te kunnen benutten. De bestaande contacten met China moeten op alle niveaus (partij, regering, parlement en samenleving) worden verbeterd. Het volledige scala aan 21e-eeuwse media moet worden ingezet om de toekomstige generaties Chinese leiders op alle vlakken te bereiken.

• Als we maximaal effect willen sorteren, moeten wij gezamenlijk een brede aanpak hanteren.

• De lidstaten moeten overeengekomen EU-standpunten bekrachtigen in hun bilaterale betrekkingen met China; de Commissie en de EDEO moeten ervoor zorgen dat lidstaten goed weten wanneer EU-belangen moeten worden gewaarborgd.

• Tijdens jaarlijkse topontmoetingen en dialogen op hoog niveau moeten de doelstellingen en prioriteiten worden vastgesteld voor de uitvoering van de gemeenschappelijke strategische agenda. Op het niveau van hoge ambtenaren moeten jaarlijkse evaluaties van de samenwerkingsagenda EU-China 2020 plaatsvinden, waarover verslag moet worden uitgebracht tijdens de EU-China-top.

• De EU zal samen met China de doeltreffendheid beoordelen van de vele dialogen en waar nodig streven naar stroomlijning met de EU-prioriteiten.

• De beschikbare EU-coördinatiemechanismen moeten actief worden gebruikt om het eensgezinde optreden van de EU te onderstrepen.

• De EU moet haar analysecapaciteit met betrekking tot China blijven opvoeren en in contact treden met toekomstige generaties Chinese leiders op alle vlakken.

• De uitvoering van de EU-strategie inzake China moet regelmatig worden geëvalueerd in de passende Raadsformaties. De EU moet bereid zijn haar aanpak aan te passen naargelang van veranderingen in de onderliggende hypothesen.


18.

VII. VOLGENDE STAPPEN


De Raad wordt uitgenodigd de in deze mededeling voorgestelde elementen te bekrachtigen. Op de volgende terreinen zullen specifieke aanbevelingen voor follow-up worden gedaan:

• betere voorbereiding en follow-up van topontmoetingen en andere vergaderingen op hoog niveau tussen de EU en China, en meer samenhang met de contacten op hoog niveau tussen de lidstaten en China;

• voorstellen voor gemeenschappelijke beleidskaders op specifieke terreinen (bijvoorbeeld connectiviteit);

• integratie van belangrijke thema's en doelstellingen in alle dialogen tussen de EU en China en concentratie van middelen op een kleiner aantal prioriteiten met de grootste meerwaarde voor de EU.


(1)

Volgens de Wereldbank vertegenwoordigde de EU-28 in 2014 22,6 % van de totale economische productie van de wereld, uitgedrukt in het bbp tegen marktwisselkoersen, de VS 22,3 % en China 13,3% (samen 58,2%). In termen van koopkrachtpariteit vertegenwoordigde de EU 17,1 % van het mondiale bbp in 2014, de VS 15,9 % en China 16,6 % (IMF World Economic Outlook, april 2016). Volgens Eurostat vertegenwoordigde de EU-28 in 2014 15,5 % van de mondiale in- en uitvoer, de VS 16,6 % en China 13,5 % (samen 45,6 % van de wereldhandel).

(2)

Mededeling van de Europese Commissie van oktober 2006: 'EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden'.