Toelichting bij COM(2016)789 - Wijziging van vijf richtlijnen en een verordening wat betreft procedureregels inzake rapportage op milieugebied

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Algemene achtergrond



Veel rechtshandelingen van de Unie bevatten bij de vaststelling ervan geen vervaldatum. Deze handelingen blijven formeel gezien van kracht, hoewel zij geen rechtsgevolgen meer hebben.

Door handelingen die niet langer van toepassing of relevant zijn te elimineren, worden een gebruiksvriendelijkere presentatie en een efficiënter en tijdbesparend gebruik mogelijk van de hulpmiddelen die toegang tot het recht van de Unie bieden, namelijk Celex, EUR-Lex en het Repertorium op de geldende wetgeving (in de zoekresultaten zouden bijvoorbeeld geen achterhaalde handelingen meer worden getoond naast nog geldende handelingen). De verbetering van de transparantie van het recht van de Unie is een essentieel onderdeel van de agenda voor betere regelgeving waar de Europese instellingen ook in het kader van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven 1 aan werken. In de Refit-mededeling van 2014 2 is aangekondigd dat de Commissie de intrekking van bepaalde wetgeving zou voorbereiden, onder andere in verband met de gestandaardiseerde milieurapportage. In de Mededeling inzake betere regelgeving van 2015 3 wordt bovendien opgeroepen tot een brede evaluatie van de rapportagevoorschriften op verschillende beleidsterreinen, waaronder milieu. In het licht van het voorgaande wordt nu werk gemaakt van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied ("Richtlijn 91/692/EEG"). Dit past ook binnen een ruimere geschiktheidscontrole inzake milieumonitoring en -rapportage. Die geschiktheidscontrole is nu bezig, zoals vastgesteld in het werkprogramma van de Commissie voor 2016 4 . Richtlijn 91/692/EEG en de daarmee verband houdende Beschikking 95/337/EG inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water zijn in bijlage V bij dat werkprogramma opgenomen in de lijst van voorgenomen intrekkingen. 

Het intrekkingspakket bestaat uit vier voorgestelde initiatieven in verband met de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG en Beschikking 95/337/EG:

1. een mededeling waarbij wordt verklaard dat elf uitvoeringshandelingen van de Commissie tot vaststelling van vragenlijsten voor milieurapportage, waaronder Beschikking 95/337/EG, achterhaald zijn;

2. twee voorstellen voor besluiten van de Commissie tot intrekking (via comitéprocedures) van de twee uitvoeringsbesluiten, namelijk Besluit 2011/92/EU van de Commissie van 10 februari 2011 5 en Besluit 2010/681/EU van de Commissie van 9 november 2010 6 , die geen rechtsgevolgen meer hebben maar om procedurele redenen via een latere comitéprocedure door de Commissie zullen worden ingetrokken;

3. een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad waarbij bepalingen van de zes rechtshandelingen die naar Richtlijn 91/692/EEG verwijzen, zullen worden ingetrokken en gewijzigd.

Ter voorbereiding van deze initiatieven heeft de Commissie een analyse uitgevoerd en heeft zij de gevolgen van het behouden alsook het intrekken van de verschillende verplichtingen onderzocht. Het resultaat van dit werk wordt hieronder samengevat en wordt in een afzonderlijk gepubliceerde ondersteunende studie 7 nader toegelicht. Aangezien het de bedoeling is achterhaalde bepalingen en rechtshandelingen in te trekken, wordt een formele effectbeoordeling niet nodig geacht. Het is belangrijk te benadrukken dat deze intrekkingen naar verwachting geen wezenlijke economische voordelen tot gevolg zullen hebben. De voornaamste voordelen zullen hoofdzakelijk verband houden met de duidelijkere rapportagevoorschriften die het resultaat van deze opschoonactie zullen zijn.

Tekortkomingen van Richtlijn 91/692/EEG

Richtlijn 91/692/EEG beoogde de stroomlijning van de rapportageverplichtingen van alle milieuwetgeving van de Unie die op het moment van de vaststelling van de richtlijn gold. In de praktijk zijn echter niet alle milieurapportagevoorschriften door Richtlijn 91/692/EEG geharmoniseerd. De Richtlijnen 91/271/EEG 8 en 91/676/EEG 9 zijn bijvoorbeeld van het toepassingsgebied uitgesloten. Bovendien was de uitvoering van de richtlijn van het begin af aan moeilijk en ondoeltreffend. Een van de voornaamste problemen is dat de richtlijn is vastgesteld vóór algemeen gebruik werd gemaakt van informatietechnologie. Bovendien zijn veel van de individuele instrumenten waarvoor bij Richtlijn 91/692/EEG rapportageverplichtingen waren vastgesteld vervolgens vervangen door instrumenten die geen rekening hielden met de rapportagebepalingen van de richtlijn. Bij Richtlijn 2000/60/EG 10 zijn bijvoorbeeld zeven wetteksten inzake water ingetrokken, waardoor Beschikking 95/337/EG inzake de watervragenlijsten, die op grond van Richtlijn 91/692/EEG was vastgesteld, overbodig werd. Bij instrumenten zoals Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2010/75/EU 11 (en haar voorloper, Richtlijn 96/61/EG 12 ) zijn onafhankelijke rapportageverplichtingen ingevoerd.

Met de succesvolle ontwikkeling van Reportnet door het Europees Milieuagentschap en sectorale initiatieven ter stroomlijning van de rapportage (bv. het Waterinformatiesysteem voor Europa) werden de behoefte aan en de doeltreffendheid van een horizontaal instrument inzake rapportage steeds meer ter discussie gesteld. Met de vaststelling van de Inspire-richtlijn (Richtlijn 2007/2/EG) en de daarmee samenhangende ontwikkeling van het gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem (SEIS) 13 , ten slotte, is een modernere en doeltreffendere horizontale benadering van het informatiebeheer en de rapportage in verband met het milieubeleid van de Unie ingevoerd.

De Commissie heeft destijds geconcludeerd dat "de modernisering van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de manier waarop de voor de milieuwetgeving vereiste informatie ter beschikking wordt gesteld, een belangrijke stap [is] bij de tenuitvoerlegging van het SEIS en met name om de verwachte voordelen van de vereenvoudiging op gang te brengen. Dit doel zou kunnen worden bereikt met de herziening van de gestandaardiseerderapportagerichtlijn (91/692/EEG), die moet worden geactualiseerd en in lijn gebracht met de SEIS-beginselen. Hiertoe wil de Commissie in 2008 een wetgevingsvoorstel doen en achterhaalde bepalingen in de bestaande richtlijn intrekken." 14  De Commissie heeft uiteindelijk besloten geen nieuw rechtsinstrument inzake rapportage voor te stellen, maar deze agenda na te streven met een niet-juridische aanpak (zie EU Shared Environmental Information System —Implementation Outlook 15 ) in combinatie met een gecoördineerd optreden op de verschillende milieubeleidsterreinen (zoals water, lucht en natuur).

Samenvatting van het huidige toepassingsgebied en de huidige relevantie van Richtlijn 91/692/EEG

In Richtlijn 91/692/EEG wordt naar 28 handelingen inzake milieu verwezen. Ook andere handelingen maken gebruik van Richtlijn 91/692/EEG. Wegens intrekkingen van die handelingen (zie het overzicht in tabel 2) zijn momenteel nog 1 verordening en 9 richtlijnen (zie het overzicht in tabel 1) (Richtlijn 91/692/EEG blijft van toepassing op 2 richtlijnen, namelijk Richtlijn 86/278/EEG en Richtlijn 87/217/EEG) en 23 beschikkingen en besluiten (zie het overzicht in tabel 3) van kracht die nog naar Richtlijn 91/692/EEG verwijzen.

Het grootste deel van de oorspronkelijke verplichtingen van Richtlijn 91/692/EEG is achterhaald en heeft geen rechtsgevolgen meer. Het voorstel voor een intrekking is dan ook gedaan omwille van de juridische zekerheid, een verbeterde transparantie, een lagere administratieve last en een wetgeving van de Unie die, overeenkomstig de agenda voor betere regelgeving, geschikt is voor het beoogde doel.

Voorgestelde maatregelen tot intrekking van Richtlijn 91/692/EEG en daarmee verband houdende handelingen

De eerste maatregel is een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot schrapping van voorschriften voor gestandaardiseerde rapportage. Er wordt ook voorgesteld verwijzingen naar de oude comitéregels te vervangen door verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren, zoals bepaald in artikel 13 van die verordening betreffende overgangsbepalingen.

De tweede maatregel is de vaststelling van een mededeling waarin wordt verklaard dat de op grond van Richtlijn 91/692/EEG vastgestelde beschikkingen en uitvoeringsbesluiten die nog van kracht zijn, achterhaald zijn. In de mededeling worden de beschikkingen en besluiten vermeld die achterhaald zijn en waarvan de rechtsgrondslag is ingetrokken.

De derde maatregel beoogt de intrekking van twee uitvoeringsbesluiten die nog een geldige rechtsgrondslag maar geen rechtsgevolgen meer hebben 16 .

In de voorbereidende analyse zijn verschillende mogelijkheden overwogen om een doeltreffende intrekking te verzekeren waarbij de rechtsgevolgen indien nodig worden behouden. De conclusies van deze analyse zijn opgenomen in de ondersteunende studie 17 die aanbeveelt dat Richtlijn 91/692/EEG volledig wordt ingetrokken en achterhaalde bepalingen worden geschrapt en dat wordt verwezen naar nieuwe voorschriften betreffende uitvoeringshandelingen. De optie bestaande uit de drie bovengenoemde maatregelen bleek de meest doeltreffende te zijn wat betreft de vermindering van de administratieve last en de verbetering van de juridische duidelijkheid.

Reeds bestaande richtlijnen waarnaar Richtlijn 91/692/EEG verwijst

Zoals reeds vermeld blijven van de 28 instrumenten (zie het overzicht in tabel 2) die oorspronkelijk in Richtlijn 91/692/EEG worden genoemd enkel nog de Richtlijnen 86/278/EEG en 87/217/EEG (zie het overzicht in tabel 1) over.

Er wordt voorgesteld de rapportagebepalingen van Richtlijn 86/278/EEG te behouden en die richtlijn met de bij het VWEU vastgestelde nieuwe voorschriften betreffende uitvoeringshandelingen in overeenstemming te brengen.

De rapportagevoorschriften van Richtlijn 87/217/EEG worden niet gebruikt, voornamelijk omdat asbest niet langer wordt gebruikt in de lidstaten wegens de geleidelijke stopzetting in de Unie, door middel van de REACH-verordening (1907/2006/EG), van de productie en het gebruik van ruw asbest en van producten die asbest bevatten.


Tabel 1: Overzicht van de richtlijnen en verordeningen waarop het voorgestelde besluit tot intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van toepassing is (alle andere handelingen die relevant zijn voor Richtlijn 91/692/EEG zijn achterhaald of niet langer relevant)

Nog van kracht zijnde rechtshandelingen die verwijzen naar of waarnaar wordt verwezen in Richtlijn 91/692/EEGBepalingen van de rechtshandelingen waarop de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG invloed heeftArtikel van het voorgestelde besluit dat de rechtshandeling behandelt
1) Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw
artikelen 13, 14, 15, 15 bis en 17artikel 3
2) Richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest
artikel 13artikel 4
3) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap
artikel 21artikel 1
4) Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide verwijst naar Richtlijn 91/692/EEG
artikelen 27, 29, 30artikel 2
5) Verordening 1257/2013/EU inzake scheepsrecycling
artikel 21artikel 5
6) Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations
artikel 9artikel 6
7) Artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen 18
valt onder het afvalpakketvalt onder het afvalpakket
8) Artikel 9 van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken 19
valt onder het afvalpakketvalt onder het afvalpakket
9) Artikel 15 van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen 20
valt onder het afvalpakketvalt onder het afvalpakket
10) Artikel 17 van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval 21  
valt onder het afvalpakketvalt onder het afvalpakket


Tabel 2: Overzicht van de ingetrokken richtlijnen en verordeningen die voorheen onder Richtlijn 91/692/EEG vielen

Ingetrokken rechtshandelingen die voorheen onder Richtlijn 91/692/EEG vielenDatum van intrekking
Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater 22 , gewijzigd bij artikel 3 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG 23 .31 december 2014
Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd 24 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd 25 .23 maart 2006
Richtlijn 78/176/EEG van de Raad van 20 februari 1978 betreffende de afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie 26 zoals gewijzigd bij Richtlijn 83/29/EEG 27 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies 28 .7 januari 2014
Richtlijn 78/659/EEG van de Raad van 18 juli 1978 betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft ten einde geschikt te zijn voor het leven van vissen 29 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen 30 , die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid 31 .21 december 2013
Richtlijn 79/869/EEG van de Raad van 9 oktober 1979 inzake de meetmethodes en de frequentie van de bemonstering en de analyse van het oppervlaktewater dat is bestemd voor productie van drinkwater in de lidstaten 32 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/855/EEG 33 , werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.21 december 2007
Richtlijn 79/923/EEG van de Raad van 30 oktober 1979 inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater 34 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken en gecodificeerd bij Richtlijn 2006/113/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater 35 , die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.21 december 2013
Richtlijn 80/68/EEG van de Raad van 17 december 1979 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging veroorzaakt door de lozing van bepaalde gevaarlijke stoffen 36 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.21 december 2013
Richtlijn 82/176/EEG van de Raad van 22 maart 1982 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van de sector elektrolyse van alkalichloriden 37 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid 38 .22 december 2012
Richtlijn 83/513/EEG van de Raad van 26 september 1983 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van cadmium 39 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.22 december 2012
Richtlijn 84/156/EEG van de Raad van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van andere sectoren dan de elektrolyse van alkalichloriden 40 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.22 december 2012
Richtlijn 84/491/EEG van de Raad van 9 oktober 1984 betreffende de grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor de lozing van hexachloorcyclohexaan 41 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.22 december 2012
Richtlijn 86/280/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst I van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen 42 , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/415/EEG 43 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.22 december 2012
Richtlijn 75/440/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende de vereiste kwaliteit van het oppervlaktewater dat is bestemd voor productie van drinkwater in de lidstaten 44 , gewijzigd bij artikel 2, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.21 december 2007
Richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water 45 , gewijzigd bij artikel 2, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water 46 .25 december 2003
Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxyde 47 , zoals gewijzigd bij Richtlijn 85/580/EEG 48 , gewijzigd bij artikel 4, lid 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht, die geen verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG bevatte en die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa.11 juni 2010
Richtlijn 75/716/EEG van de Raad van 24 november 1975 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen 49 , gewijzigd bij artikel 4, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 93/12/EEG van de Raad 50 .30 september 1994
Richtlijn 84/360/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de bestrijding van door industriële inrichtingen veroorzaakte luchtverontreiniging 51 , gewijzigd bij artikel 4, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging 52 , die werd ingetrokken bij Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies 53 .7 januari 2014
Richtlijn 80/779/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxyde en zwevende deeltjes 54 , gewijzigd bij artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG 55 , die op 11 juni 2010 op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG.11 juni 2010
Richtlijn 82/884/EEG van de Raad van 3 december 1982 betreffende een grenswaarde van de luchtkwaliteit voor lood 56 , gewijzigd bij artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG, die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG.11 juni 2010
Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxyde 57 , zoals gewijzigd bij Richtlijn 85/580/EEG 58 , gewijzigd bij artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG, die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG.11 juni 2010
Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie 59 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen 60 .12 december 2010
Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen 61 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen, die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/98/EG 62 .11 december 2010
Richtlijn 76/403/EEG van de Raad van 6 april 1976 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen 63 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 96/59/EG van de Raad van 16 september 1996 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (PCB's/PCT's) 64 .16 september 1996
Richtlijn 78/319/EEG van de Raad van 20 maart 1978 betreffende toxische en gevaarlijke afvalstoffen 65 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen 66 .27 juni 1995
Richtlijn 84/631/EEG van de Raad van 6 december 1984 betreffende toezicht en controle in de Gemeenschap op de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen 67 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap 68 , die op haar beurt werd ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen 69 .11 juli 2007
Richtlijn 85/339/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende verpakkingen voor vloeibare levensmiddelen 70 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval 71 .29 juni 1996


Tabel 3: Overzicht van de uitvoeringshandelingen die van kracht blijven, moeten worden ingetrokken of achterhaald moeten worden verklaard

Rechtshandelingen die op grond van Richtlijn 91/692/EEG zijn vastgesteldBlijft van krachtAchterhaald te verklarenIn te trekken
1) Uitvoeringsbesluit 2014/166/EU van de Commissie van 21 maart 2014 tot wijziging van Beschikking 2005/381/EG wat betreft de vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1726) 72
2) Beschikking 2005/381/EG van de Commissie van 4 mei 2005 tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1359) 73  
3) Beschikking 2006/803/EG van de Commissie van 23 november 2006 houdende wijziging van Beschikking 2005/381/EG tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5546) 74
4) Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 18 april 2012 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen 75
5) Beschikking 2004/249/EG van de Commissie van 11 maart 2004 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) 76  
6) Beschikking 2007/151/EG van de Commissie van 6 maart 2007 tot wijziging van de Beschikkingen 94/741/EG en 97/622/EG wat betreft de vragenlijsten voor het verslag over de uitvoering van Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en over de uitvoering van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen 77
7) Beschikking 2000/738/EG van de Commissie van 17 november 2000 inzake een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen 78  
8) Beschikking 2001/753/EG van de Commissie van 17 oktober 2001 inzake een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken 79
9) Beschikking 97/622/EG van de Commissie van 27 mei 1997 inzake de vragenlijsten voor de verslagen van de lidstaten betreffende de toepassing van bepaalde richtlijnen in de sector afvalstoffen 80  
10) Beschikking 94/741/EG van de Commissie van 24 oktober 1994 inzake de vragenlijsten voor de verslagen van de lidstaten betreffende de toepassing van bepaalde richtlijnen in de sector afvalstoffen 81
11) Uitvoeringsbesluit 2011/632/EU van de Commissie van 21 september 2011 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verbranding van afval 82  
12) Besluit 2011/92/EU van de Commissie van 10 februari 2011 tot vaststelling van de vragenlijst die gebruikt moet worden voor het eerste verslag over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide 83  
13) Besluit 2010/681/EU van de Commissie van 9 november 2010 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 1999/13/EG van de Raad inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties in de periode 2011-2013 84
14) Beschikking 2007/531/EG van de Commissie van 26 juli 2007 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 1999/13/EG van de Raad inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties in de periode 2008-2010  85
15) Beschikking 2003/241/EG van de Commissie van 26 maart 2003 tot wijziging van Beschikking 1999/391/EG van de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de vragenlijst met betrekking tot Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC) 86
16) Beschikking 2002/605/EG van de Commissie van 17 juli 2002 inzake de vragenlijst over Richtlijn 96/82/EG van de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken 87
17) Beschikking 1999/391/EG van de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de vragenlijst met betrekking tot Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC)  88
18) Beschikking 1999/314/EG van de Commissie van 9 april 1999 inzake de vragenlijst over Richtlijn 96/82/EG van de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken 89
19) Beschikking 98/184/EG van de Commissie van 25 februari 1998 inzake een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 94/67/EG van de Raad betreffende de verbranding van gevaarlijke afvalstoffen 90
20) Beschikking 96/511/EG van de Commissie van 29 juli 1996 inzake de vragenlijsten bedoeld in de Richtlijnen 80/779/EEG, 82/884/EEG, 84/360/EEG en 85/203/EEG van de Raad 91
21) Beschikking 96/302/EG van de Commissie van 17 april 1996 tot vaststelling van de vorm waarin de ingevolge artikel 8, lid 3, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen vereiste informatie moet worden verstrekt 92
22) Beschikking 92/446/EEG van de Commissie van 27 juli 1992 inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water werd gewijzigd bij Beschikking 95/337/EG van de Commissie van 25 juli 1995 tot wijziging van Beschikking 92/446/EEG inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water 93 .
23) Beschikking 95/337/EG van de Commissie van 25 juli 1995 tot wijziging van Beschikking 92/446/EEG inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water 94


Effectbeoordeling



Ter voorbereiding van de mededeling betreffende een gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem (SEIS) 95 zijn reeds een beoordeling van de economische, milieu- en sociale gevolgen en een uitgebreidere raadpleging uitgevoerd. Sindsdien is de onderliggende analyse bijgewerkt en is een geactualiseerd achtergronddocument 96 opgesteld. Dit verschafte voldoende bewijs voor het intrekkingsvoorstel, zodat een bijkomende effectbeoordeling niet nodig is.

De instrumenten die zijn gekozen om de doelstellingen te behalen, namelijk de twee besluiten en de mededeling, zouden de rapportagepraktijk niet wijzigen. Dit komt omdat het voorgestelde intrekkingspakket door de schrapping van reeds achterhaalde bepalingen tot meer juridische duidelijkheid zal leiden en door de lissabonisering 97 van de procedures een aantal rapportageverplichtingen zal stroomlijnen. Naar verwachting zal de vereenvoudiging van het acquis van de Unie leiden tot een grotere efficiëntie; de voordelen zullen dus niet van economische maar van technische en juridische aard zijn. Er konden echter geen kwantitatieve cijfers voor kosten en/of baten worden verkregen die rechtstreeks met de intrekking in verband kunnen worden gebracht, voornamelijk omdat een groot deel van de oorspronkelijke verplichtingen krachtens de richtlijn in de praktijk reeds achterhaald zijn.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregelen



In het intrekkingsvoorstel op het gebied van milieurapportage worden achterhaalde wettelijke maatregelen aangeduid of worden, in voorkomend geval, bestaande bepalingen door passende verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 182/2011 vervangen.

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor de vaststelling van het intrekkingsbesluit is artikel 192 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel

De maatregelen waarop dit voorstel van toepassing is, zijn achterhaald, omdat de inhoud ervan in latere handelingen is opgenomen of omdat zij wegens hun tijdelijke aard niet meer relevant zijn. De intrekking van die maatregelen is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel. De wetgever moet de daartoe noodzakelijke maatregelen vaststellen.

Belangrijkste wettelijke bepalingen van het voorgestelde besluit

Artikel 1

Bij artikel 1 wordt artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad gewijzigd door toevoeging van een verwijzing naar Verordening (EU) nr. 182/2011.

Artikel 2

Bij artikel 2 wordt artikel 27, lid 1, van Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide gewijzigd door toevoeging van een verwijzing naar Verordening (EU) nr. 182/2011 en wordt artikel 29 van die richtlijn, dat in het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing voorziet, aan artikel 290 van het VWEU aangepast.

Artikel 3

Bij artikel 3 worden de artikelen 13, 15 en 17 van Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw gewijzigd door toevoeging van verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 182/2011 en wordt een nieuw artikel 15 bis ingevoegd.

Artikel 4

Bij artikel 4 wordt artikel 13 van Richtlijn 87/217/EEG van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest gewijzigd door schrapping van het eerste lid ervan.

Artikel 5

Bij artikel 5 wordt artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1257/2013 inzake scheepsrecycling gewijzigd.

Artikel 6

Bij artikel 6 wordt Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations gewijzigd door wijziging van artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 4, en door schrapping van artikel 9, eerste zin, inzake toezicht en rapportage.

Artikel 7 en artikel 8

Bij de artikelen 7 en 8 wordt de richtlijn ingetrokken en worden de datum van inwerkingtreding en de datum van toepassing van de rechtshandeling tot intrekking van de richtlijn bepaald. De inwerkingtreding zal worden afgestemd op het voorstel betreffende de circulaire economie 98 dat van toepassing is op Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken, Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen en Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval, en op het Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen 99 .

Keuze van het instrument



Voorgesteld instrument: besluit van het Europees Parlement en de Raad.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.