Toelichting bij COM(2016)821 - Handhaving van de Dienstenrichtlijn en vaststelling van een kennisgevingsprocedure voor vergunningstelsels en vereisten met betrekking tot diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Een diepere en billijkere interne markt is een van de tien prioriteiten van de Europese Commissie. Het is essentieel dat wordt voortgebouwd op de sterkten ervan en dat het volledige potentieel ervan benut wordt voor het bevorderen van groei en werkgelegenheid in de Europese Unie. De Commissie heeft in oktober 2015 een strategie voor de eengemaakte markt aangenomen met een aantal maatregelen om de eengemaakte markt te upgraden en mensen en ondernemingen meer kansen te bieden, met onder meer een wetgevingsvoorstel om de handhaving van de dienstenrichtlijn te verbeteren door de bestaande kennisgevingsprocedure met betrekking tot diensten te hervormen 1 . De Europese Raad wil ambitie zien bij de uitvoering van de strategie voor de eengemaakte markt 2 en voor de verschillende strategieën voor de eengemaakte markt die tegen 2018 moeten worden afgerond en uitgevoerd, want 'betere tenuitvoerlegging en handhaving van de bestaande wetgeving zullen er nog meer toe bijdragen dat de vruchten van de Europese eengemaakte markt kunnen worden geplukt' 3 .

Ten gevolge van de dienstenrichtlijn 4 moeten bepaalde nationale regels die de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten inperken, niet-discriminatoir zijn met betrekking tot nationaliteit of verblijfplaats, evenredig zijn en gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang. Om ervoor te zorgen dat nieuwe door de lidstaten opgelegde maatregelen daadwerkelijk aan deze voorwaarden voldoen en bijgevolg het concurrentievermogen en de integratie van de eengemaakte markt voor diensten bevorderen, wordt in de dienstenrichtlijn bepaald dat lidstaten de Commissie in kennis moeten stellen van nieuwe of gewijzigde vergunningstelsels of bepaalde nieuwe of gewijzigde vereisten die onder de richtlijn vallen.

Uit beoordelingen van de Commissie blijkt echter dat de huidige kennisgevingsprocedure krachtens de dienstenrichtlijn haar doelstelling niet altijd verwezenlijkt, ondanks pogingen die de afgelopen jaren zijn ondernomen om de uitvoering ervan te verbeteren, inclusief richtsnoeren in het handboek betreffende de tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn, uitwisseling van ervaring en beste praktijken tussen nationale overheden en de publicatie van gegevens betreffende het gebruik van de bestaande kennisgevingsprocedure door de lidstaten. 40 % van de structurele dialogen die de Commissie in 2015 met lidstaten moest voeren om te zorgen voor de naleving van de dienstenrichtlijn, had bijgevolg betrekking op recent ingevoerde nationale maatregelen. De bestaande kennisgevingsprocedure blijkt dus niet adequaat bij te dragen aan de correcte en volledige tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn 5 .

De Commissie stelt daarom een op zichzelf staand wetgevingsinstrument voor dat de huidige kennisgevingsprocedure krachtens de dienstenrichtlijn moderniseert, om de naleving van de bestaande bepalingen van die richtlijn te verbeteren, door een doeltreffendere en efficiëntere procedure tot stand te brengen die voorkomt dat lidstaten vergunningstelsels of bepaalde vereisten vaststellen die niet overeenstemmen met de dienstenrichtlijn. De bepalingen van deze richtlijn brengen in de bestaande richtlijn geen wijzigingen aan buiten de vereiste herziening van de specifieke bepalingen inzake kennisgevingsprocedures.

Om precies te zijn, zijn de doelstellingen van dit wetgevingsinstrument: het vergroten van de efficiëntie van de kennisgevingsprocedure, het verbeteren van de kwaliteit en de inhoud van de ingediende kennisgevingen, het uitbreiden van het toepassingsgebied tot aanvullende vereisten waarvan uit de toepassing van de dienstenrichtlijn is gebleken dat deze een belangrijke barrière kunnen vormen voor de interne dienstenmarkt en het vergroten van de daadwerkelijke naleving van de kennisgevingsverplichting.

Een doeltreffendere, efficiëntere en meer samenhangende kennisgevingsprocedure zal de lidstaten ondersteunen en zal voorkomen dat met betrekking tot de diensten die vallen onder de dienstenrichtlijn discriminerende, ongerechtvaardigde en onevenredige vergunningstelsels of vereisten worden ingevoerd. Dergelijke vergunningstelsels of vereisten resulteren in een economie die minder open en geïntegreerd is, met hogere prijzen en minder keuze voor consumenten. Zij kunnen tevens een belemmering vormen voor ondernemerschap en investeringen, aangezien zij het aantal bedrijven dat wordt opgericht en de Europese markt op gaat, waarschijnlijk doen verminderen. Van de voorgestelde wetgeving wordt dus verwacht dat die zal bijdragen aan meer concurrerende en beter geïntegreerde dienstenmarkten in Europa ten gunste van zowel consumenten als ondernemers.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Deze richtlijn is een aanvulling op de bestaande kennisgevingsprocedure toepasselijk op goederen en diensten van de informatiemaatschappij, die is opgesteld uit hoofde van de transparantierichtlijn voor de eengemaakte markt 6 . De relatie tussen de twee richtlijnen is gereglementeerd op grond van beide rechtsinstrumenten.

Deze richtlijn is eveneens een aanvulling op bestaande verslagleggingsverplichtingen uit hoofde van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties 7 . De richtlijn omvat een artikel waarin de relatie tussen de twee rechtsinstrumenten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen duidelijk wordt omschreven.

Deze richtlijn zal worden uitgevoerd met gebruikmaking van het bestaande Informatiesysteem interne markt, ingesteld door de IMI-verordening 8 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Deze richtlijn vormt een aanvulling op een aantal andere beleidsinitiatieven betreffende de in de strategie voor een eengemaakte markt aangekondigde diensten en in het bijzonder met de richtlijn betreffende een proportionaliteitstest. Die laatste bepaalt voor de lidstaten criteria voor de voorbereiding van proportionaliteitsbeoordelingen van wetgevingsontwerpen van nationaal recht die onder de richtlijn betreffende beroepskwalificaties vallen. Sommige maatregelen die onder de richtlijn betreffende beroepskwalificaties vallen, vallen ook onder de dienstenrichtlijn en de bijbehorende kennisgevingsplicht. In dergelijke gevallen moeten de gegevens die in het kader van de huidige kennisgevingsprocedure over de proportionaliteitsbeoordelingen moeten worden verstrekt, voldoen aan de voorschriften van de richtlijn betreffende een proportionaliteitstest. Er wordt gezorgd voor samenhang tussen deze instrumenten.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gestoeld op artikel 53, lid 1, en de artikelen 62 en 114 VWEU.

Op grond van artikel 53, lid 1, en de artikelen 62 en 114 VWEU heeft de EU de bevoegdheid om te handelen in verband met de eengemaakte dienstenmarkt. EU-regels die zijn vastgesteld uit hoofde van artikel 53, lid 1, en artikel 62 VWEU dienen de coördinatie van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten te beogen, inzake het opstarten en uitoefenen van bedrijfsactiviteiten door zelfstandigen, teneinde deze activiteiten te bevorderen. Op grond van artikel 114 VWEU heeft de EU onder bepaalde voorwaarden de bevoegdheid om EU-wetgeving vast te stellen voor de oprichting en de werking van de eengemaakte markt.

De door de huidige richtlijn ingestelde kennisgevingsprocedure beoogt de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten, twee van de grondbeginselen van de Unie, te beschermen. Deze procedure beoogt in het bijzonder ervoor te zorgen dat bepaalde nationale inperkingen van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten niet in strijd zijn met de dienstenrichtlijn, om daarmee een bijdrage te leveren aan een betere handhaving hiervan.

Met de door de deze richtlijn ingestelde kennisgevingsprocedure kunnen nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen worden beoordeeld en wordt voorzien in een doeltreffende preventieve maatregel indien de desbetreffende bepalingen van de dienstenrichtlijn niet nageleefd worden. De dienstenrichtlijn voorziet in het bijzonder in de voorwaarden omtrent het discriminatieverbod en de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, waaraan vergunningstelsels en bepaalde vereisten met betrekking tot diensten in de lidstaten moeten voldoen. In de richtlijn worden eveneens specifieke regels geformuleerd in verband met vergunningstelsels (bijvoorbeeld wat betreft procedurele waarborgen) en met bepaalde vereisten (bijvoorbeeld verzekeringseisen).

Met behulp van de kennisgevingsprocedure zullen belemmeringen voor de eengemaakte markt voortvloeiend uit de heterogene ontwikkeling van nationale wetgeving worden voorkomen en wordt bijgedragen aan de onderlinge aanpassing van nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de diensten die onder de dienstenrichtlijn vallen. Dit zal de werking van de eengemaakte dienstenmarkt van de EU ten goede komen en nieuwe banen en groei bevorderen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De overkoepelende doelstelling van dit wetgevingsvoorstel is te zorgen voor een vlotte werking van de eengemaakte dienstenmarkt van de EU die zich niet beperkt tot het grondgebied van een lidstaat, maar het gehele grondgebied van de EU beslaat. Gezien het transnationale karakter van de eengemaakte markt van de EU kan een efficiënte en coherente toetsing van ontwerpen voor nationale maatregelen aan de bepalingen van de dienstenrichtlijn, met inbegrip van het beheer van een voor dat doel geschikt IT-instrument, alleen op EU-niveau worden bewerkstelligd. Deze richtlijn voorziet in een kennisgevingsprocedure ter vervanging van de reeds bestaande kennisgevingsprocedure ingesteld uit hoofde van de dienstenrichtlijn.

Evenredigheid

De uit hoofde van deze richtlijn ingevoerde maatregelen zijn evenredig aan de doelstelling van een doeltreffender kennisgevingsprocedure voor een verbeterde handhaving van de dienstenrichtlijn. In vergelijking met de bestaande procedure bepaalt deze richtlijn een duidelijker omschreven kennisgevingsverplichting die nauwkeuriger is afgestemd op het toepassingsgebied van de dienstenrichtlijn; voorziet zij in een goed afgebakende en efficiënte raadplegingsprocedure voor aangekondigde ontwerpmaatregelen; maakt zij kennisgevingen voor belanghebbenden inzichtelijk; specificeert zij de bestaande mogelijkheid van de Commissie om besluiten omtrent ter kennisgeving aangemelde maatregelen vast te stellen en maakt zij deze meer samenhangend, en verduidelijkt zij de juridische consequenties voor het niet nakomen van de kennisgevingsplicht.

Deze maatregelen reiken niet verder dan noodzakelijk om de geconstateerde problemen op te lossen en de vastgestelde doelstellingen te bereiken. Zij leggen dienstverrichters geen enkele verplichting op. Zij brengen evenmin onevenredige kosten met zich mee voor de lidstaten: overheidsdiensten van de lidstaten zijn reeds verplicht om de dienstenrichtlijn na te leven en krachtens deze richtlijn de Commissie in kennis te stellen van bepaalde maatregelen. De verwachte lichte stijging van de administratieve kosten voor de lidstaten zouden in de praktijk gedeeltelijk gecompenseerd kunnen worden door de mogelijke afname van de kosten die anders zouden voortvloeien uit inbreukprocedures die door dit initiatief in aantal af zouden moeten nemen, aangezien het bepaalde belemmeringen in de dienstensector die onverenigbaar zijn met de dienstenrichtlijn, beoogt te vermijden.

Keuze van het instrument

Een samenhangende en transparante kennisgevingsprocedure die de controle op de verenigbaarheid van vergunningstelsels of vereisten met de dienstenrichtlijn mogelijk maakt voordat deze door de lidstaten worden vastgesteld, vereist een juridisch bindend instrument.

Het voorstel is gestoeld op artikel 53, lid 1, en de artikelen 62 en 114 VWEU. Aan de hand van dit voorstel dient de Commissie de vaststelling van een richtlijn in.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Ter voorbereiding van deze richtlijn heeft de Commissie de bestaande kennisgevingsprocedure die is vastgelegd in de dienstenrichtlijn, geëvalueerd. Hierbij kwam een aantal tekortkomingen van de bestaande procedure aan het licht, in het bijzonder de volgende: de mogelijkheden voor lidstaten, de Commissie en belanghebbenden om op proactieve wijze te interveniëren voordat een nationale verordening wordt vastgesteld, zijn beperkt; de middelen om ter kennisgeving aangemelde vereisten die onder deze procedure vallen aan te pakken, zijn onsamenhangend; er is een gebrek aan adequate evenredigheidsbeoordelingen en de juridische gevolgen van het niet nakomen van de kennisgevingsverplichting zijn onduidelijk. Daar komt nog bij dat niet alle lidstaten de kennisgevingsverplichting naleven. Dit is nadelig voor dienstverrichters en dienstontvangers en kan eveneens het werk van nationale bestuurlijke en gerechtelijke autoriteiten belasten en compliceren.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft ter voorbereiding van deze richtlijn een openbare raadpleging gehouden onder betrokken belanghebbenden van januari tot en met april 2016. Zij heeft eveneens diepgaande gesprekken gevoerd met institutionele belanghebbenden (lidstaten en andere EU-instellingen) op wie de kennisgevingsprocedure en de beoogde hervorming daarvan rechtstreeks van invloed zijn. De resultaten van deze raadpleging zijn bekendgemaakt en worden meegenomen bij de effectbeoordeling.

Een grote meerderheid van belanghebbenden die op de raadpleging hebben gereageerd, was voorstander van een wetgevingsvoorstel voor het moderniseren van de bestaande kennisgevingsprocedure uit hoofde van de dienstenrichtlijn (70 % van de overheden; 60 % van de ondernemingen). De belanghebbenden gaven daarvoor verschillende redenen op: om meer duidelijkheid te verkrijgen over welke maatregelen ter kennisgeving dienen te worden aangemeld en wanneer; om de mogelijkheid te verkrijgen een nationale maatregel te laten onderzoeken, voordat deze officieel wordt vastgesteld; om duidelijke regels in te voeren die ervoor zorgen dat alle lidstaten de kennisgevingsverplichting nakomen en om de kennisgevingen inzichtelijk te maken voor het publiek.

Er bestond bij de belanghebbenden die op de raadpleging hebben gereageerd brede steun voor een wetgevingsvoorstel dat de stappen van de kennisgevingsprocedure verduidelijkt en stroomlijnt (80 % van de overheden en 80 % van de ondernemingen), de kennisgevingen transparant maakt (60 % van de overheden en 80 % van de ondernemingen), de maatregelen bekendmaakt in de ontwerpfase (50 % van de overheden; 70 % van de ondernemingen), informatie verstrekt over proportionaliteitstests (60 % van de overheden; 50 % van de ondernemingen), het toepassingsgebied van de kennisgevingplicht uitbreidt tot andere essentiële voorschriften die onder de dienstenrichtlijn vallen (60 % van de overheden; 75 % van de ondernemingen), en de naleving van de kennisgevingsplicht door de lidstaten verbetert (80 % van de overheden en 80 % van de ondernemingen).

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De resultaten van een wederzijds evaluatieproces met lidstaten in 2010-2011 9 , in 2011-2012 10 uitgevoerde prestatiecontroles en een in 2012-2013 11 uitgevoerde collegiale toetsing, zijn allemaal meegenomen in de voorbereiding van dit voorstel voor een richtlijn.

De Rekenkamer heeft de bestaande kennisgevingsverplichting onderzocht als onderdeel van haar beoordeling van de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging van de dienstenrichtlijn 12 . Zij heeft een aantal tekortkomingen geconstateerd met inbegrip van een gebrek aan duidelijkheid van de bestaande procedure, de afwezigheid van een verplichting een maatregel aan te kondigen tijdens de ontwerpfase en een gebrek aan transparantie van de kennisgevingen.

Effectbeoordeling

Ter voorbereiding van dit initiatief is een effectbeoordeling uitgevoerd. Behalve de status quo (basisscenario) zijn in het verslag van de effectbeoordeling vier beleidsopties in overweging genomen. Niet-wetgevende richtsnoeren (optie 2) zouden nuttig kunnen zijn om de huidige procedure en de daaruit voortvloeiende verplichtingen te verduidelijken, maar kunnen niets veranderen aan de opzet van de bestaande procedure om die doeltreffender en efficiënter te maken.

Een wetgevingsvoorstel zou verschillende opties kunnen behelzen. Het kan gericht zijn op de verbetering van de doeltreffendheid, de inhoud en de kwaliteit van de kennisgevingsprocedure door de verplichting in te voeren om alle wetgevingsontwerpen ter kennisgeving aan te melden, door de stappen en de taken in de procedure te verduidelijken en door de kwaliteit van de als onderdeel van een kennisgeving ingediende gegevens te verbeteren (optie 3). Om de kennisgevingsplicht doeltreffender en relevanter te maken, zou het toepassingsgebied ervan kunnen worden uitgebreid tot belangrijke regelgevingsvoorschriften die wel onder de dienstenrichtlijn vallen, maar niet onder de bestaande kennisgevingsplicht (optie 4). Daarnaast kan het ook instrumenten omvatten om de naleving van de kennisgevingsplicht door de lidstaten te verbeteren – in dat verband bestaan er twee subopties (opties 5a en 5b).

De optie om diensten op te nemen in de transparantierichtlijn voor de eengemaakte markt werd afgewezen gezien het feit dat de reglementering van goederen en van diensten in het EU-recht fundamenteel verschilt. De optie om de verplichting uit hoofde van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties samen te voegen met de kennisgevingsplicht van de dienstenrichtlijn is niet in overweging genomen, aangezien de beide richtlijnen verschillen van toepassingsgebied en onderwerp.


De voorkeursoptie is een combinatie van optie 3, 4 en 5a. Hiermee kunnen de geconstateerde tekortkomingen het beste worden aangepakt en wordt er voorzien in een doeltreffende en efficiënte kennisgevingsprocedure die slechts een minimale stijging van de administratieve kosten voor de nationale overheden en de Commissie met zich meebrengt.

Op 24 juni 2016 heeft de Raad voor regelgevingstoetsing een positief oordeel uitgebracht over de effectbeoordeling die de Commissie heeft uitgevoerd met betrekking tot dit initiatief. Er is ten volle rekening gehouden met de aanbevelingen van die Raad om de tekortkomingen van de huidige kennisgevingsprocedure nader toe te lichten, de rechtvaardiging voor het voorgestelde toepassingsgebied van de herziene procedure te verbeteren, de onderlinge samenhang tussen de afbakening van problemen en opties beter uit te leggen, de voorkeursoptie inhoudelijk nader uit te werken en aan te geven hoe deze de vastgestelde problemen zou verhelpen. 13

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De voorgestelde richtlijn zal bijdragen aan een gezonde regelgeving en vereenvoudiging door de uniforme handhaving van bestaande EU-wetgeving betreffende de eengemaakte markt te verbeteren en door te helpen bij het voorkomen van de invoering van bepaalde discriminerende, ongerechtvaardigde of onevenredige belemmeringen op het gebied van diensten. Zij vervangt de bestaande kennisgevingsprocedure ingesteld uit hoofde van de dienstenrichtlijn door een procedure die duidelijker, doeltreffender, efficiënter en meer samenhangend is. De voorgestelde richtlijn draagt bij aan een stabieler regelgevingsklimaat, aangezien zij de controle op de verenigbaarheid van vergunningstelsels en bepaalde vereisten met de dienstenrichtlijn al in de ontwerpfase en voordat ze worden vastgesteld, mogelijk maakt en daarmee het risico dat bepaalde nationale maatregelen niet in overeenstemming zijn met de dienstenrichtlijn en dus nadere aanpassing van de wetgeving vergen, tot een minimum beperkt.

Grondrechten

Dit voorstel is een ondersteuning van de rechten die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten en in het bijzonder in artikel 16 betreffende de vrijheid van ondernemerschap.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De richtlijn voorziet in een driejaarlijks verslag van de Commissie omtrent de resultaten van de toepassing van de richtlijn.

Toelichtende stukken

Dit voorstel vereist geen toelichtende stukken omtrent de omzetting in nationale wetgeving, aangezien er slechts sprake is van beperkte wijzigingen aan een reeds bestaande kennisgevingsprocedure ingesteld uit hoofde van de dienstenrichtlijn. De Commissie kan echter, indien noodzakelijk, richtsnoeren verstrekken omtrent de toepassing van de herziene kennisgevingsprocedure.

Artikelsgewijze toelichting

In artikel 1 worden het onderwerp en het toepassingsgebied van de voorgestelde richtlijn omschreven. Het doel van de richtlijn is ervoor te zorgen dat wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van lidstaten, ter invoering van vergunningstelsels of bepaalde vereisten die binnen het toepassingsgebied van de dienstenrichtlijn vallen, aan de dienstenrichtlijn voldoen. De dienstensectoren waarop deze richtlijn betrekking heeft, zijn dus de sectoren die vallen onder de dienstenrichtlijn.

In artikel 2 worden de toepasselijke definities vastgesteld, in overeenstemming met zowel de definities op grond van het Verdrag zoals geïnterpreteerd door het HvJ-EU, als de dienstenrichtlijn.

Artikel 3 bouwt voort op de in de dienstenrichtlijn geformuleerde kennisgevingsverplichting. Er wordt voorzien in een specifieke en onvoorwaardelijke verplichting voor de lidstaten. Er wordt eveneens omschreven welke maatregelen ter kennisgeving dienen te worden aangemeld en wanneer, welke begeleidende informatie moet worden verstrekt als onderdeel van elke kennisgeving en de gevolgen van het niet nakomen van bepaalde verplichtingen op grond van deze richtlijn. Om de kennisgevingsprocedure efficiënter en doeltreffend te maken en in het belang van alle betrokken partijen, worden de toepasselijke termijnen zowel in artikel 3 als in artikel 5 geformuleerd. Om rechtsonzekerheid te vermijden en ervoor te zorgen dat de uitvoering van de procedure vlot verloopt, starten deze termijnen wanneer de kennisgeving voor volledig is verklaard.

In artikel 4 wordt omschreven op welke vereisten en vergunningstelsels binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/123/EG de kennisgevingsverplichting van toepassing is. Er wordt bepaald dat lidstaten melding moeten maken van vergunningstelsels, bepaalde vestigingseisen, bepaalde vereisten betreffende het vrij verrichten van diensten, vereisten inzake de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en multidisciplinaire bedrijfsactiviteiten.

In artikel 5 wordt een raadplegingstermijn van drie maanden ingesteld, volgend op de kennisgeving van een ontwerpmaatregel. De Commissie en andere lidstaten krijgen maximaal twee maanden de tijd om opmerkingen te maken over een ter kennisgeving aangemelde maatregel, gevolgd door een termijn van maximaal een maand waarbinnen de kennisgevende lidstaat kan antwoorden op deze opmerkingen. De behoefte aan snelheid en efficiëntie moet worden verzoend met de behoefte van de betrokken partijen om de gelegenheid te krijgen diepgaande en constructieve opmerkingen te maken en voor de kennisgevende lidstaat om op de geuite bezwaren in te gaan. Alle partijen moeten de procedure uitvoeren in een geest van loyale samenwerking en met respect voor de legitieme behoeften van de andere partijen, in het belang van een vlotte en doeltreffende werking van de kennisgevingsprocedure.

Krachtens artikel 6 kan de Commissie een waarschuwing geven aan de kennisgevende lidstaat indien zij na beoordeling van de ter kennisgeving aangemelde maatregel twijfels heeft over de verenigbaarheid daarvan met de dienstenrichtlijn. Het geven van een waarschuwing heeft tot gevolg dat de betreffende lidstaat de ter kennisgeving aangemelde maatregel in kwestie niet mag vaststellen gedurende een periode van drie maanden.

Nadat een waarschuwing is gegeven kan de Commissie volgens artikel 7, en in lijn met de bestaande bepaling van de dienstenrichtlijn, een juridisch bindend besluit vaststellen waarin de ter kennis aangemelde maatregel onverenigbaar met de dienstenrichtlijn wordt bevonden en waarin de kennisgevende lidstaat wordt verzocht deze maatregel niet vast te stellen.

Artikel 8 voorziet ten aanzien van derde partijen in de transparantie van de ter kennisgeving aangemelde ontwerpmaatregelen, begeleidende informatie en de definitief vastgestelde maatregelen. Gezien de kennis die zij bezitten omtrent de betrokken markten en het effect van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op deze markten, is het van belang dat derde partijen geïnformeerd kunnen worden over ter kennisgeving aangemelde ontwerpmaatregelen.

Artikel 9 voorziet in het aanwijzen van een instantie in alle lidstaten die op nationaal niveau verantwoordelijk is voor de werking van de in deze richtlijn vastgelegde kennisgevingsprocedure.

In artikel 10 wordt de relatie tussen deze richtlijn en Richtlijn (EU) 2015/1535 en Richtlijn 2005/36/EG verduidelijkt.

In artikel 11 wordt een periodieke evaluatie van de toepassing van de richtlijn ingesteld.

Artikel 12 voorziet in de wijziging van Richtlijn 2006/123/EG.

Artikel 13 voorziet in een wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1024/2012.

In artikel 14 wordt de termijn voor het omzetten van de richtlijn door lidstaten gespecificeerd.

In artikel 15 komen de inwerkingtreding en toepassing aan de orde.

In artikel 16 worden de adressaten van de richtlijn gespecificeerd.