Toelichting bij COM(2017)30 - Versterking van de rechten van de burgers in een Unie van democratische verandering - Verslag over het EU-burgerschap 2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Inhoudsopgave

1.

Brussel, 31.1.2017


COM(2017) 30 final/2

CORRIGENDUM
Cancels and replaces the Report COM(2017) 30 final
of 24 January 2017 for incorrect paragraph sequence of numbering.
Concerns all versions.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Versterking van de rechten van de burgers in een Unie van democratische verandering

Verslag over het EU-burgerschap 2017


2.

Inhoudsopgave


Inleiding



3.

2. De aan het EU-burgerschap verbonden rechten en de gemeenschappelijke waarden van de EU bevorderen


4.

2.1.Het voor burgers gemakkelijker maken om te weten wat hun EU-rechten zijn


5.

2.2.De gemeenschappelijke waarden van Europa versterken


6.

3. De deelname van burgers aan het democratische leven van de EU stimuleren en versterken


7.

3.1.De betrokkenheid van de burgers bij het democratisch proces van de EU versterken


3.2.Meer transparantie – naar een democratischere Unie

8.

3.3.Toegang tot politieke informatie over de grenzen heen


9.

3.4.De deelname van mobiele EU-burgers aan het politieke leven vergroten


10.

4. Het dagelijks leven van EU-burgers vereenvoudigen


11.

4.1.Administratieve rompslomp verminderen en burgers informeren


12.

4.1.1. Mobiele EU-burgers informeren en begeleiden


13.

4.1.2. Minder administratieve rompslomp voor openbare documenten van burgers


14.

4.1.3. Minder administratieve rompslomp in het familierecht


15.

4.2.Reizen, wonen en werken eenvoudiger maken voor burgers in de hele EU


16.

4.2.1. Meer kansen voor studenten, stagiairs, docenten en andere werknemers


17.

4.2.2. Wonen en reizen in de EU verder vereenvoudigen


18.

5. Veiligheid versterken en gelijkheid bevorderen


19.

5.1.Veiligheidsbedreigingen aanpakken en burgers beschermen


20.

5.1.1. Veiligheidsbedreigingen aanpakken in een ruimte van justitie en grondrechten op basis van wederzijds vertrouwen


21.

5.1.2. EU-burgers in het buitenland beschermen


22.

5.2.Alle burgers beschermen en gelijkheid en non-discriminatie bevorderen


23.

5.2.1. Slachtoffers en getuigen beschermen en ondersteunen


24.

5.2.2. Gelijkheid en non-discriminatie bevorderen


25.

6. Conclusie



1. Inleiding

Het EU-burgerschap, dat wordt gedeeld door alle Europeanen en dat het nationale burgerschap niet vervangt maar aanvult, belichaamt gedeelde rechten en waarden alsmede de rijke diversiteit van een Unie van verschillende nationaliteiten en talen.

In het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de grondrechten zijn de aan het EU-burgerschap verbonden rechten, kansen en waarborgen geconsolideerd. Deze omvatten het recht om vrij te kunnen reizen, werken en studeren in een ander EU-land, deel te nemen aan het Europese politieke leven en te worden beschermd tegen discriminatie op grond van nationaliteit.

Om inzicht te krijgen in de stand van zaken van het EU-burgerschap in de Unie en om de invloed ervan op het dagelijks leven van de Europese burgers en de noodzaak van verdere actie te beoordelen, heeft de Commissie in 2015 een specifieke raadpleging 1 en twee enquêtes over het EU-burgerschap 2 , waaronder één over het kiesrecht 3 , uitgevoerd. Er werden ook evenementen met belangrijke belanghebbenden georganiseerd, met name met het Europees Parlement en met het Comité van de Regio’s 4 . Er werd ook directe feedback ontvangen van EU-burgers en belanghebbenden 5 .

Sinds het EU-burgerschap vijfentwintig jaar geleden voor het eerst werd verankerd in het Verdrag van Maastricht, is er belangrijke vooruitgang geboekt om de doeltreffendheid van de rechten van de EU-burger in de praktijk te waarborgen. Op dit moment voelt twee derde van de Europeanen zich burger van de EU en dat is zelfs meer het geval bij de jongere generaties 6 .

Er zijn echter blijvende inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers weten wat hun rechten zijn en volledig kunnen deelnemen aan het Europese democratisch proces. Dit is voor de Commissie, die heeft opgeroepen tot een Unie van democratische verandering 7 , een politieke prioriteit. Het is ook een gezamenlijke inspanning waarin de lidstaten, de nationale parlementen en de instellingen van de Europese Unie samen streven naar het versterken van het vertrouwen van de Europese burgers in ons gemeenschappelijk project, voor een sterker en beter Europa 8 .

In 2013 kondigde de Commissie op zes belangrijke gebieden twaalf nieuwe initiatieven aan voor het wegnemen van resterende belemmeringen voor burgers om gebruik te maken van hun EU-rechten 9 . Zij heeft sindsdien aan al deze acties gevolg gegeven 10 .

Met dit derde verslag over het EU-burgerschap maakt de Commissie, overeenkomstig haar politieke prioriteiten voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering, de balans op van de geboekte vooruitgang. In het rapport worden de belangrijkste initiatieven beschreven die sinds 2014 zijn genomen ter bevordering en versterking van het Europese burgerschap en het rapport bevat concrete voorstellen ter verwezenlijking van de belangrijkste prioriteiten voor de bevordering, bescherming en versterking van de aan het het EU-burgerschap verbonden rechten.

2. De aan het EU-burgerschap verbonden rechten en de gemeenschappelijke waarden van de EU bevorderen

Om gebruik te kunnen maken van hun rechten, moeten burgers zich van hun rechten bewust zijn. Terwijl sommige rechten bekend zijn en doeltreffend worden geïmplementeerd, blijven er toch lacunes en misverstanden bestaan. De doeltreffendheid van de aan het EU-burgerschap verbonden rechten hangt af van dit bewustzijn bij burgers, regeringen van lidstaten en lokale en regionale overheden.

2.1.Het voor burgers gemakkelijker maken om te weten wat hun EU-rechten zijn

Europeanen zijn zich meer dan ooit bewust van hun status als burger van de Unie 11 en de meerderheid gaat ervan uit dat zij weten wat hun rechten als EU-burgers zijn 12 . Zij vinden zich ook beter geïnformeerd over deze rechten, maar niet noodzakelijk over alle rechten 13 : zo is het recht op consulaire bescherming bijvoorbeeld weinig bekend 14 . Het percentage van Europeanen die meer willen weten over hun rechten blijft toenemen 15 . Bovendien weten EU-burgers niet altijd dat gebruikmaken van de rechten die voortvloeien uit het EU-burgerschap ook een aantal verantwoordelijkheden met zich brengt 16 . Ze kunnen bijvoorbeeld het belang van hun identiteits- en reisdocumenten over het hoofd zien, alsook het feit dat zij verlies en diefstal ervan onmiddellijk dienen te melden om het risico van fraude te beperken.

De verdere verbetering van het begrip van EU-rechten, waaronder het recht van vrij verkeer en de daaraan verbonden voorwaarden, is belangrijk voor de daadwerkelijke dagelijkse uitvoering ervan.

De Commissie blijft zich inspannen om burgers te informeren over hun EU-rechten en over wat ze kunnen doen als deze niet worden nageleefd 17 . Zij zal tevens bijstand blijven verlenen aan het toenemende aantal EU-burgers die op zoek zijn naar informatie over hun rechten, met name via het portaal Uw Europa 18 , dat momenteel meer dan 1,4 miljoen keer per maand wordt geraadpleegd 19 . Het e-justitieportaal 20 , een elektronisch éénloketsysteem op het gebied van justitie, vormt een aanvulling van dit instrument door burgers die toegang moeten hebben tot het rechtssysteem – en rechters, advocaten en andere beroepsbeoefenaars op justitieel gebied – informatie te verstrekken over rechtsstelsels en de toegang tot de rechter te verbeteren. De Commissie verbetert ook de Europa-website om mensen te helpen informatie snel en gemakkelijk te vinden 21 . Inspanningen ter verbetering van de toegankelijkheid van de Europa-website zullen leiden tot een gemakkelijkere toegang tot deze informatie voor personen met een handicap.

In veel gevallen zijn de lidstaten het best geplaatst om burgers te helpen bij de uitoefening van hun EU-rechten. Voor nationale autoriteiten of organen 22 , waaronder rechters, regionale en lokale autoriteiten, is een belangrijke rol weggelegd bij de voorlichting aan burgers en de verbetering van hun kennis over hun EU-rechten, en bij het waarborgen dat deze rechten worden nageleefd. Lidstaten werken eveneens samen via het SOLVIT-netwerk, dat met de steun van de Commissie problemen oplost die individuen ondervinden bij het uitoefenen van hun EU-rechten 23 . Het komende actieplan voor SOLVIT beoogt de verbetering van de capaciteit, de zichtbaarheid en het gezag van dit netwerk als een instrument voor probleemoplossing voor ondernemingen en burgers, en als instrument voor feedback. De Commissie lanceert ook een e-leerinstrument om loketambtenaren die een belangrijke rol spelen bij de handhaving van het recht van vrij verkeer van EU-burgers, met name lokale en regionale overheden, te helpen bij het begrijpen en correct toepassen van de regels inzake vrij verkeer.

Lidstaten hebben bovendien een verdere specifieke verantwoordelijkheid en dienen te beseffen dat zij bij het toekennen of het intrekken van nationaliteit ook het EU-burgerschap toekennen of intrekken en derhalve het beginsel van loyale samenwerking en de door het Hof van Justitie gestelde limieten dienen na te leven.

2.2.De gemeenschappelijke waarden van Europa versterken

Onze waarden, zoals vrijheid, democratie en de rechtsstaat, vormen een integraal onderdeel van onze Europese manier van leven 24 . Het burgerschap van de Unie betekent ook dat de burger gelijke behandeling geniet en deelt in een systeem van gemeenschappelijke waarden die door de Unie worden gewaarborgd, zoals het respect voor de menselijke waardigheid, gelijkheid en mensenrechten, en inclusie, tolerantie en respect voor diversiteit 25 .

EU-burgers verwachten dat er meer wordt gedaan om de gemeenschappelijke waarden van de EU te promoten 26 . Zij vinden dat dit vooral moet gebeuren door middel van onderwijs, jongerenmobiliteit en culturele activiteiten. Dit was ook de gedachte achter de goedkeuring van de Verklaring van Parijs in maart 2015 27 .

Het bevorderen van de bewustwording van het EU-burgerschap en de waarden die ermee verbonden zijn onder jonge Europeanen die de kiesgerechtigde leeftijd bereiken en die de nationaliteit van een lidstaat verwerven, en in de samenleving als geheel, vereist een gezamenlijke inspanning van alle betrokkenen op alle niveaus – de lidstaten, met inbegrip van de lokale en regionale autoriteiten 28 , EU-instellingen en het maatschappelijk middenveld.

In haar mededeling van 14 juni 2016 over ondersteuning bij de bestrijding van radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt, heeft de Commissie concrete acties aangekondigd. De Commissie zal met name een netwerk oprichten dat het leggen van directe contacten met positieve rolmodellen in het onderwijs en in jeugd- en sportverenigingen vergemakkelijkt, teneinde jongeren te stimuleren en te inspireren om actief en betrokken leden van de Europese samenleving te worden. Voorts zal zij jeugdwerkers, jeugdorganisaties en netwerken beter in staat stellen als katalysator van inclusie te fungeren door jongeren te helpen zich maatschappelijk in te zetten, vrijwilligerswerk te doen en positieve sociale verandering tot stand te brengen, en in nauwe samenwerking met de lidstaten een toolkit 29 ontwikkelen ter ondersteuning van jeugdwerkers en jeugdorganisaties. Dit zal leiden tot toename van het gebruik van e-Twinning 30 , een onlineplatform ter bevordering van samenwerking en uitwisseling tussen leerkrachten en scholen overal in Europa, en uitbreiding daarvan tot landen in de nabuurschap van de EU.

Europese waarden worden ondersteund via het Erasmus+-programma, dat ondertussen al vijf miljoen personen in staat heeft gesteld om te studeren, een opleiding te volgen, vrijwilligerswerk te doen of beroepservaring op te doen in een ander land, wat bijdraagt tot de bevordering van actief burgerschap en solidariteit. Sinds 2015 heeft Erasmus+ bijzondere aandacht voor projecten ter bevordering van sociale inclusie en ter voorkoming van radicalisering. Meer dan 400 miljoen EUR is in 2016 beschikbaar gesteld via het programma voor transnationale partnerschappen voor de ontwikkeling van innoverende beleidsmaatregelen en praktijken op basisniveau, waarin prioriteit wordt gegeven aan sociale inclusie, bevordering van gemeenschappelijke waarden en intercultureel begrip. Er werd een bedrag van 13 miljoen EUR uitgetrokken dat ook zal bijdragen tot de schaalvergroting van dergelijke acties.

Vrijwilligerswerk is een andere manier om EU-waarden in praktijk te brengen. Vrijwilligerswerk ontwikkelt solidariteit, wederzijds begrip en tolerantie en draagt daardoor bij tot versterking van sociale cohesie en actief burgerschap. Het Europees vrijwilligerswerk zal worden versterkt en er wordt actie ondernomen ter bevordering van de toekenning van studiepunten voor vrijwilligerswerk en de ontwikkeling van lesprogramma’s die academische inhoud combineren met maatschappelijk engagement via Erasmus+. Het Europees Solidariteitskorps, dat op de Europese kernwaarden van betrokkenheid en solidariteit berust, zal gedurende de eerste fase en binnen haar afdeling vrijwilligerswerk 31 voortbouwen op bestaande EU-programma’s op het gebied van jongeren, en bestaande netwerken van actoren op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en het maatschappelijk middenveld in Europa mobiliseren om jongeren te helpen waar dit het meest nodig is. Het zal dienen als aanknopingspunt voor jongeren die werken aan een gemeenschappelijk solidariteitsproject, wat bijdraagt tot de ontwikkeling van een sterker Europees perspectief. Jongeren in de EU zullen kunnen deelnemen aan een breed scala van solidariteitsacties door het ondersteunen van een niet-gouvernementele organisatie (ngo), een lokale overheid of een particuliere onderneming die betrokken is bij de bestrijding van ernstige problemen in de EU, zoals de heropbouw van gemeenschappen na natuurrampen, de bestrijding van sociale problemen zoals sociale uitsluiting, armoede, gezondheidsproblemen en demografische problemen of de opvang en integratie van vluchtelingen 32 .

Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” 33 voorziet in middelen voor maatregelen ter bevordering van het bewustzijn en de kennis van de rechten die voortvloeien uit het EU-burgerschap en de daaraan ten grondslag liggende waarden. In 2016 werd een bedrag van 2,5 miljoen EUR uitgetrokken voor de bevordering van succesvolle integratie en deelname van mobiele EU-burgers in hun gastland 34 . Dit programma biedt ook middelen voor basisprojecten ter bevordering van verdraagzaamheid en ter voorkoming en bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, en het biedt ondersteuning aan initiatieven die zorgen voor een betere verstandhouding tussen gemeenschappen, onder meer via interreligieuze en interculturele activiteiten. Het programma „Europa voor de burger” biedt een uniek forum om burgers te betrekken bij de EU 35 . Het zal verder worden ontwikkeld om het effect ervan te maximaliseren via het strategisch financieren van op burgers gerichte activiteiten voor het ondersteunen van de bevordering van het Europees burgerschap en de waarden van de Unie 36 . Het programma biedt mogelijkheden voor debat, reflectie en netwerkvorming om zo maatschappelijk engagement te bevorderen. Elk jaar brengt het programma in allerlei projecten van lokaal tot Europees niveau meer dan 1 miljoen EU-burgers samen, wat het gevoel EU-burger te zijn, bevordert.

26.

Prioriteiten voor 2017-2019: De aan het EU-burgerschap verbonden rechten en de gemeenschappelijke waarden van de EU bevorderen


De Commissie zal:

1. In 2017 en 2018 in de hele EU een informatie- en bewustmakingscampagne over de aan het EU-burgerschap verbonden rechten voeren, onder meer over consulaire bescherming en kiesrecht in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2019 37 .

2. Actie ondernemen om het Europees vrijwilligerswerk te versterken en de voordelen en de integratie van vrijwilligerswerk in het onderwijs te promoten. Tegen 2020 de eerste 100 000 jonge Europeanen uitnodigen om vrijwilligerswerk te doen bij het Europees Solidariteitskorps, wat hun de gelegenheid zal bieden nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en zinvolle ervaringen op te doen, in de hele EU een belangrijke bijdrage te leveren aan de samenleving en aan het begin van hun carrière onschatbare ervaring op te doen en waardevolle vaardigheden te verwerven 38 .

3. De essentie van het EU-burgerschap en de daaraan verbonden waarden vrijwaren; in 2017/2018 een verslag opstellen over nationale regelingen voor EU-burgerschap voor investeerders, waarin de rol van de Commissie op dat vlak en de geldende nationale wetgeving en praktijk worden beschreven, en waarin richtsnoeren voor de lidstaten worden gegeven.

3. De deelname van burgers aan het democratische leven van de EU stimuleren en versterken

Een EU-burger zijn, betekent ook politieke rechten genieten. Elke volwassen EU-burger heeft stemrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Mobiele EU-burgers hebben stemrecht in hun land van verblijf of in hun land van herkomst. Dit recht wordt niet ten volle uitgeoefend 39 .

De werking van de EU is gegrond op de representatieve democratie. Dat vereist transparantie en een toegankelijke, verantwoordelijke politieke cultuur die wordt ondersteund door een doeltreffend kiesstelsel en een geïnformeerde en betrokken kiezer.

3.1.De betrokkenheid van de burgers bij het democratisch proces van de EU versterken

De versterking van de betrokkenheid van de burgers bij het democratisch proces van de EU vereist een gezamenlijke inspanning van de lidstaten, met inbegrip van hun lokale en regionale autoriteiten, de EU-instellingen en het maatschappelijk middenveld.

In haar verslag over de Europese verkiezingen van 2014 40 heeft de Commissie, met het oog op de verkiezingen van 2019, gesignaleerd dat onderzoek nodig is naar de oorzaken van de aanhoudend lage opkomst bij de Europese verkiezingen in sommige lidstaten, en dat er manieren moeten worden gevonden om dit aan te pakken. Burgers zullen eerder betrokken zijn als ze weten op welke beleidsmaatregelen, programma’s en politieke partijen zij stemmen. Maar deelname gaat verder dan alleen maar een stem uitbrengen; het betekent ook een actieve rol spelen in het politieke debat en in het bestaan van politieke partijen, en zich kandidaat stellen voor verkiezing. Het betekent dat in dialoog kan worden getreden met EU-instellingen en dat deze ter verantwoording kunnen worden geroepen.

De dialoog met de burger en de deelname van burgers aan de campagne-evenementen van Europese partijen en online-discussies in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014 tonen aan dat er behoefte is aan meer interactie met EU-, nationale en lokale politici 41 . De meeste Europeanen zijn ook van oordeel dat de opkomst bij de Europese verkiezingen hoger zou zijn als kiezers beter geïnformeerd waren over de invloed van de EU op hun dagelijkse leven en over de Europese parlementsverkiezingen 42 . De Commissie zal de dialoog met de burger intensiveren en verdere actie ondernemen om haar beleid aan de burgers uit te leggen, zoals werd benadrukt door Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker in zijn State of the Union van 2016.

Het aanmoedigen van burgers om te gaan stemmen bij de Europese verkiezingen is een gedeelde verantwoordelijkheid. De lidstaten dienen de deelname aan het democratische leven te bevorderen door burgers beter te informeren over hun stemrecht bij plaatselijke en Europese verkiezingen 43 en door de hindernissen die hun deelname in de weg staan, weg te nemen 44 . Bovendien zouden EU-burgers, met name zij die stemmen in een ander land dan hun land van nationaliteit, het toejuichen als het voor hen gemakkelijker zou worden gemaakt om bij deze verkiezingen te stemmen als niet-onderdaan (bv. afzonderlijke brieven, onlineregistratie op de kiezerslijst, elektronisch kiezen) 45 . Alle burgers van de EU zullen baat hebben bij dergelijke praktijken.

In de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2019 organiseert de Commissie in 2018 een bijeenkomst op hoog niveau over democratische deelname, met een bijzondere nadruk op het stimuleren van goede praktijken om de deelname van jongeren en kwetsbare ondervertegenwoordigde groepen te vergroten.

3.2.Meer transparantie – naar een democratischere Unie

Voortbouwend op het Verdrag van Lissabon heeft de Commissie stappen ondernomen om de transparantie en het democratische gehalte van de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014 te vergroten, onder meer door het bevorderen van het topkandidatensysteem (het systeem met „Spitzenkandidaten”) 46 .

De verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014 verschilden fundamenteel van voorgaande verkiezingen omdat er een direct verband was tussen de resultaten van de verkiezingen en de keuze van de voorzitter van de Europese Commissie.

In november 2015 heeft het Europees Parlement een wetgevingsinitiatief ingediend over de verkiezingen voor het Europees Parlement 47 met oog op de verdere versterking van de democratische en de transnationale dimensie van de Europese verkiezingen en de democratische legitimiteit van de besluitvorming in de EU, zoals de invoering van het beginsel van de topkandidaten in de EU-kieswet en de verbetering van de zichtbaarheid van de Europese politieke partijen 48 . De hervorming van de kieswet biedt de Unie de gelegenheid om democratischer worden.

De democratische aansprakelijkheid van de Commissie zal ook worden vergroot door het afschaffen van de regel dat commissarissen dienen af te treden alvorens zich kandidaat te stellen voor de Europese verkiezingen. Op 23 november 2016 heeft de Commissie aan het Europees Parlement voorgesteld om het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie van 2010 dienovereenkomstig te actualiseren 49 . Een open dialoog met alle belanghebbenden en bewustmakingscampagnes in de aanloop naar de Europese verkiezingen zullen voortbouwen op de nieuwe verkiezingselementen die in 2014 werden ingevoerd.

Tenslotte, en ook als reactie op een verzoek van het Europees Parlement om het gebruik van elektronisch kiezen te onderzoeken 50 , zal de Commissie onderzoeken hoe hulpmiddelen van de digitale samenleving een bijdrage kunnen leveren tot het democratische debat, het verkiezingsproces kunnen verbeteren en democratische deelname kunnen vergroten, zoals voor mobiele EU-burgers, jongeren en ondervertegenwoordigde groepen 51 .

3.3.Toegang tot politieke informatie over de grenzen heen

Respondenten van de openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015 vonden dat het ontbreken van grensoverschrijdende toegang tot politiek nieuws, met name voor mediaplatformen in andere EU-landen, en het ontbreken van grensoverschrijdende verslaggeving over politieke kwesties een probleem vormden. Dit maakt het voor EU-burgers die in het buitenland wonen moeilijk om nieuws uit hun land van herkomst te volgen, en voor anderen wordt het moeilijk om een bredere kijk te hebben op het nieuws en politieke debatten.

Vrije media en toegang tot een verscheidenheid van stemmen in de maatschappij en in de media zijn onmisbare elementen voor een gezonde democratie. Met haar tweede jaarlijks colloquium over grondrechten waarin aandacht werd besteed aan pluralisme en democratie heeft de Commissie de belangrijkste betrokkenen bijeengebracht om te bespreken hoe het politieke debat over cruciale kwesties voor democratische samenlevingen kan worden bevorderd via een pluralistische mediaomgeving. De resultaten zullen de toekomstige acties van de Commissie op dit gebied bepalen 52 .

Het internet is momenteel voor de meeste burgers de belangrijkste bron van politieke informatie, met name voor de jongere generaties 53 . Europeanen maken ook steeds meer gebruik van online-inhoudsdiensten bij verhuizing naar het buitenland. Ter verwezenlijking van haar strategie voor een digitale eengemaakte markt 54 heeft de Commissie een voorgesteld die burgers in staat stelt in de EU te reizen met de digitale inhoud die zij in hun eigen lidstaat hebben gekocht of waarop zij zich daar hebben geabonneerd 55 .

3.4.De deelname van mobiele EU-burgers aan het politieke leven vergroten

EU-burgers hebben het recht om zich kandidaat te stellen voor lokale verkiezingen in een andere lidstaat waar zij wonen onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van dat land, maar in sommige EU-landen kunnen bepaalde ambten in gemeentelijke uitvoerende organen uitsluitend worden vervuld door eigen onderdanen. De opvattingen van burgers over de vraag of dit wenselijk is, zijn redelijk evenredig verdeeld en de Commissie zal deze kwestie nauwlettend in de gaten houden in haar volgende verslag over lokale verkiezingen 56 .

Burgers verkrijgen geen stemrecht bij nationale of presidentsverkiezingen wanneer zij naar een ander EU-land verhuizen 57 . Bovendien kunnen burgers van sommige EU-landen momenteel hun stemrecht bij de nationale verkiezingen in hun land van herkomst verliezen (ontneming), omdat ze al een zekere periode in een ander EU-land wonen 58 . Burgers mogen niet worden benadeeld wanneer zij hun recht van vrij verkeer uitoefenen. In 2014 heeft de Commissie 59 de betrokken lidstaten verzocht om hun onderdanen die gebruikmaken van het recht van vrij verkeer in staat te stellen hun stemrecht bij nationale verkiezingen te behouden als zij een blijvende belangstelling vertonen voor het politieke leven van hun land. De Commissie blijft toezien op de ontwikkelingen in de betrokken lidstaten en overweegt passende maatregelen om hen aan te moedigen op zoek te gaan naar evenwichtige oplossingen. Zij zal tevens de mogelijkheden onderzoeken voor niet-nationale EU-burgers die gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer om te stemmen bij de nationale verkiezingen in het land waar zij wonen.

27.

Prioriteiten voor 2017-2019: De deelname van burgers aan het democratische leven van de EU stimuleren en versterken


De Commissie zal:

1. De dialoog met de burger versterken en openbare debatten aanmoedigen, zodat het publiek de impact van de EU op het dagelijks leven van de burger beter begrijpt, en de uitwisseling van ideeën met burgers aanmoedigen.

2. In 2017 verslag uitbrengen over de uitvoering van de EU-wetgeving inzake plaatselijke verkiezingen, zodat EU-burgers op plaatselijk niveau daadwerkelijk hun kiesrecht kunnen uitoefenen.

3. In 2018 beste praktijken promoten die burgers helpen om te stemmen en zich kandidaat te stellen bij EU-verkiezingen, onder meer voor het behoud van het kiesrecht bij verhuizing naar het buitenland en voor grensoverschrijdende toegang tot politiek nieuws, om de opkomst voor en de brede democratische deelname aan de Europese verkiezingen van 2019 te stimuleren 60 .

4. Het dagelijks leven van EU-burgers vereenvoudigen

Sinds het vrije verkeer zestig jaar geleden voor het eerst in de Verdragen werd vastgelegd, is het in Europa veel gemakkelijker geworden om in het buitenland te wonen, te werken, te studeren en te reizen 61 . Meer dan 15 miljoen Europeanen wonen in een ander EU-land 62 . Vrij verkeer geeft EU-burgers kansen om te reizen, te studeren, zaken te doen, te werken en te wonen in andere EU-landen. Uit enquêtes blijkt dat EU-burgers, vooral jongeren, vrij verkeer als de meest positieve verwezenlijking van de EU beschouwen 63 . Zij zien het als een voordeel voor henzelf en voor de economie van hun land 64 .

Toch kunnen Europeanen nog steeds moeilijkheden ondervinden bij verhuizing of wanneer zij in een ander EU-land verblijven 65 . Sommige problemen zijn juridisch van aard, andere procedureel, andere technologisch, maar er is vaak relatief weinig verandering nodig om een wezenlijk verschil te maken.

4.1.Administratieve rompslomp verminderen en burgers informeren

Respondenten van de openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015 hebben gemeld dat de moeilijkheden die zij hebben ondervonden voornamelijk betrekking hadden op langdurige of onduidelijke administratieve procedures, een gebrek aan toereikende informatie en moeilijke toegang tot particuliere diensten. Zij hebben ook moeilijkheden gemeld bij de communicatie tussen overheidsinstanties en met het gezondheidszorgsysteem 66 . Er moet meer worden gedaan om de uitoefening van het recht van vrij verkeer van EU-burgers te vereenvoudigen.

28.

4.1.1.Mobiele EU-burgers informeren en begeleiden


Voordat zij besluiten naar een ander EU-land te verhuizen (of terug te keren naar hun land na elders in de EU te hebben gewoond), maken de meeste Europeanen gebruik van het internet om de informatie en hulp te vinden die zij nodig hebben om bijvoorbeeld te werken, te studeren, te reizen, te wonen of met pensioen te gaan in een andere lidstaat 67 . In de praktijk is de online-informatie vaak moeilijk te vinden, onvolledig, moeilijk te begrijpen, onnauwkeurig, verouderd of niet beschikbaar, en de informatie komt niet altijd overeen met de behoeften van gebruikers. De meeste Europeanen hebben gemeld dat zij het gemakkelijker zouden vinden om zich te vestigen in een ander EU-land en er te wonen als autoriteiten via gecentraliseerde portaalsites informatie en advies verstrekten die was toegespitst op individuele behoeften en als administratieve formaliteiten online konden worden afgehandeld. De nieuwe Eures-verordening (EU) 2016/589 maakt het voor werkzoekenden en werkgevers al gemakkelijker om over de grenzen heen met elkaar in contact te treden 68 . Betere samenwerking tussen nationale instanties zou ook leiden tot vereenvoudigde formaliteiten 69 .

In de strategie voor een digitale eengemaakte markt heeft de Commissie toegezegd om een gebruikersvriendelijk informatiesysteem voor burgers en bedrijven op te zetten door het uitbreiden en integreren van Europese en nationale portalen 70 . De strategie voor de eengemaakte markt ondersteunt eveneens „één digitale toegangspoort” die erop is gericht om online te voorzien in „alles wat ondernemers en burgers nodig hebben” om grensoverschrijdend zaken te doen en/of te reizen naar, te kopen, te werken, te studeren of te wonen in een ander land in de eengemaakte EU-markt. De toegangspoort wordt gebaseerd op bestaande portalen, contactpunten 71 en ondersteunende en probleemoplossende netwerken, en het is de bedoeling deze uit te breiden, te verbeteren en beter te koppelen, zodat burgers en bedrijven online toegang krijgen tot hoogwaardige, uitgebreide informatie, doeltreffende ondersteunende en probleemoplossende diensten en efficiënte procedures.

Een verbonden digitale eengemaakte markt omvat het verder ontwikkelen en opzetten van naadloze, gebruiksvriendelijke en gebruikersgerichte e-overheidsdiensten voor burgers die waar dan ook in de EU willen studeren, werken, wonen en met pensioen gaan of een bedrijf willen opzetten en leiden. De Commissie onderzoekt ook de mogelijkheid om het „eenmaligheidsbeginsel” uit te voeren, zodat burgers en bedrijven dezelfde informatie slechts éénmaal aan overheidsdiensten 72 hoeven te verstrekken. Dit zou de administratieve lasten voor burgers verder verminderen 73 .

29.

4.1.2.Minder administratieve rompslomp voor openbare documenten van burgers


Om in een ander EU-land te trouwen of een baan te vinden, moeten burgers vaak dure en tijdrovende formaliteiten vervullen. Om dit probleem aan te pakken, heeft de EU in juli 2016 een verordening aangenomen 74 die een einde maakt aan deze administratieve rompslomp en die het voor burgers gemakkelijker maakt om naar een ander EU-land te verhuizen. Als EU-landen alle benodigde maatregelen hebben genomen 75 , zullen burgers in een lidstaat openbare documenten (zoals geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten) kunnen overleggen die zijn afgegeven in een andere lidstaat, zonder dat ze daarvoor een stempel („apostille”) nodig hebben om te bewijzen dat hun documenten authentiek zijn. Dankzij het gebruik van meertalige modelformulieren, die de Commissie samen met de lidstaten in 2017 zal hebben uitgewerkt, hoeven burgers bovendien niet altijd vertalingen van hun openbare documenten te verstrekken.

30.

4.1.3.Minder administratieve rompslomp in het familierecht


Naarmate het aantal internationale families in de EU toeneemt 76 , groeit ook de kans op grensoverschrijdende geschillen over familiezaken. Moeilijkheden die worden veroorzaakt door echtscheiding, scheiding van tafel en bed of overlijden kunnen nog worden verergerd door de vaak complexe familierechtelijke kwesties met betrekking tot eigendom en ouderlijke verantwoordelijkheid. Het oplossen van deze problemen over de grenzen heen kan nog complexer zijn en maakt het leven van EU-burgers bijzonder moeilijk. Er zijn belangrijke stappen gezet om de administratieve rompslomp te verminderen en juridische onzekerheid weg te nemen voor internationale families die moeilijke tijden doormaken, en er zijn nieuwe voorstellen goedgekeurd inzake de bescherming van kinderen in grensoverschrijdende familiegeschillen.

Regels inzake internationale erfopvolging 77 helpen internationale families bij het bepalen welke rechterlijke instantie bevoegd zal zijn en welk recht van toepassing zal zijn op hun erfopvolging, bijvoorbeeld wanneer de overledene in een EU-land woonde dat niet zijn of haar land van herkomst was, of erfgenamen of eigendommen had in verschillende EU-landen. Burgers hebben voordeel bij de „Europese erfrechtverklaring” waarmee personen hun hoedanigheid van erfgenaam, legataris, executeur-testamentair en beheerder van de nalatenschap kunnen bewijzen en hun rechten en bevoegdheden binnen de EU kunnen uitoefenen. Om resterende leemten op te vullen voor internationale paren die te maken krijgen met onduidelijke juridische situaties in geval van echtscheiding of overlijden van een partner, werden in juni 2016 enkele verordeningen aangenomen 78 die internationale paren – gehuwd of in geregistreerd partnerschap – helpen bij het beheren van hun eigendom en het verdelen ervan in geval van echtscheiding of overlijden van een partner 79 .

Met het oog op een beter functioneren van de bestaande voorschriften inzake ouderlijke verantwoordelijkheid zoals deze inzake voogdij, bezoekrecht en ontvoering van kinderen door een ouder, heeft de Commissie in juni 2016 nieuwe vereenvoudigde voorschriften voorgesteld waar veel families en kinderen rechtstreeks baat bij hebben 80 . Zodra deze nieuwe voorschriften zijn uitgevaardigd, zullen procedures worden bespoedigd en moeilijkheden en onzekerheden worden beperkt, rekening houdend met de belangen van het kind. Als onderdeel hiervan zal de Commissie ook de toetreding van derde landen tot het Verdrag van ’s-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen blijven ondersteunen teneinde het kind te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van een ouderlijke ontvoering.

4.2.Reizen, wonen en werken eenvoudiger maken voor burgers in de hele EU

De meeste Europeanen die verhuizen naar een ander EU-land doen dat om er te studeren of te werken 81 . Steeds meer jongeren in Europa staan open voor het verbeteren van hun vaardigheden en competenties door studie, opleiding of vrijwilligerswerk in een ander EU-land, hetzij tijdens hun studies, hetzij aan het begin van hun professionele carrière. De meeste Europeanen zijn van oordeel dat grensoverschrijdende opleiding en grensoverschrijdend onderwijs en vrijwilligerswerk hun potentieel en loopbaanvooruitzichten kunnen verbeteren 82 .

31.

4.2.1.Meer kansen voor studenten, stagiairs, docenten en andere werknemers


Het werk dat in 2016 samen met de lidstaten is verricht voor het uitrollen van de nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa, zal de ontwikkeling van vaardigheden en de afstemming van de vaardigheden op de behoeften verbeteren en een betere erkenning van kwalificaties ondersteunen: dit zal bijdragen tot het wegnemen van belemmeringen voor werknemers, studenten en stagiairs in de EU. Uit openbare raadplegingen is gebleken dat Europeanen van oordeel zijn dat een platform voor grensoverschrijdende plaatsingen of aanbiedingen voor leerlingplaatsen en stages jongeren die op zoek zijn naar kansen die verder gaan dan (of voorafgaan aan) werkgelegenheid verder zullen helpen. De grensoverschrijdende mobiliteit van docenten is in het voordeel van zowel leerlingen als leraren, die goede praktijken met hun collega’s kunnen uitwisselen. Een andere manier waarop leerlingen de voordelen kunnen benutten, is door hen de kans te geven seminars bij te wonen met personeel van bedrijven uit andere landen 83 .

De „School Education Gateway” is een onlineplatform dat gericht is op het grensoverschrijdend koppelen van docenten en andere beroepsbeoefenaars op het gebied van onderwijs en hen de kans te geven te leren over, en kennis uit te wisselen over verschillende beleidslijnen en praktijken, en zich te ontwikkelen als een professionele gemeenschap. De „Teacher Academy” levert voordelen op voor opleiders door het aanbieden van op maat gesneden onlinecursussen die een essentiële context bieden voor de ontwikkeling van pedagogische benaderingen in heel Europa. Het portaal „Open Education Europa” is een aanvulling hierop door de inhoud en discussies te richten op de mogelijkheden van digitale technieken en materialen ter verbetering van onderwijzen en leren. Het doel is om een ruimte te bieden om te discussiëren, te leren, te delen, vragen te stellen en inspiratie op te doen.

Beroepskwalificaties is een ander gebied waar gemoderniseerde regels zullen leiden tot meer kansen voor EU-burgers 84 . Ten minste 21 % van de beroepsbevolking in de EU (50 miljoen personen) beoefent een gereglementeerd beroep 85 . In 2014 werd van meer dan 20 000 personen met een beroepskwalificatie van een EU-lidstaat de beroepskwalificaties in een ander EU-land erkend. Bovendien hebben beroepsbeoefenaars van vijf beroepen 86 sinds januari 2016 hun beroepen in andere EU-landen kunnen beoefenen dankzij de eerste EU-brede elektronische procedure voor de erkenning van beroepskwalificaties (Europese beroepskaart). De kaart vereenvoudigt de erkenningsprocedures voor beroepskwalificatie in andere EU-landen.

32.

4.2.2.Wonen en reizen in de EU verder vereenvoudigen


Wanneer burgers die hebben gewerkt in diverse EU-landen met pensioen gaan en hun pensioenaanspraak willen kennen, of wanneer werknemers salaris en voordelen ontvangen in andere EU-landen, dan kan de betrokkenheid van verschillende overheidsinstanties in hetzelfde land en over de grenzen heen noodzakelijk zijn, wat coördinatie vereist om na te gaan welke regels van toepassing zijn voor de betrokkene. Om de coördinatie te vergemakkelijken en fraude te voorkomen, heeft de Commissie reeds samen met de lidstaten werk verricht om volledige elektronische uitwisseling tussen socialezekerheidsinstanties over de grenzen heen mogelijk te maken 87 .

Bankrekeningen zijn onmisbaar voor alle burgers en stellen hen in staat hun salarissen, pensioenen en vergoedingen te ontvangen en rekeningen te betalen. Maar sommige burgers hebben te kampen met moeilijkheden, bijvoorbeeld studenten of werknemers met kortlopende dienstverbanden die een bankrekening in een ander EU-land willen openen. Sinds 18 september 2016 hebben alle EU-burgers het recht om een basisbankrekening 88 te openen, zelfs als zij niet wonen in het EU-land waar de bank is gevestigd en ongeacht hun financiële situatie 89 . Ondanks de grote vooruitgang die in de afgelopen jaren werd geboekt, zijn verdere inspanningen nodig alvorens financiële diensten zoals verzekeringen, hypotheken en leningen, die ook een belangrijke rol spelen in het dagelijkse leven van de burgers, zonder moeilijkheden over de EU-grenzen heen kunnen worden gekocht en verkocht 90 . Er zal een actieplan voor financiële retaildiensten worden voorgesteld dat burgers in staat stelt te profiteren van betere producten en meer keuze, ongeacht hun leeftijd, vaardigheden en land van verblijf.

EU-wetgeving helpt burgers een medische behandeling te ondergaan in een ander EU-land en te worden vergoed. Voor patiënten betekent de EU-wetgeving een grotere keus aan gezondheidszorg, meer informatie en eenvoudigere erkenning van medische recepten over de grenzen heen. De kennis van de burgers over hun rechten om te kiezen voor gezondheidszorg in een ander EU-land blijft gering 91 . Minder dan twee op de tien burgers vinden dat zij geïnformeerd zijn over hun rechten op dit gebied 92 ; de Commissie werkt daarom nauw samen met de lidstaten en hun nationale contactpunten om de kennis van burgers over grensoverschrijdende gezondheidszorg te vergroten.

In 2014 staken de Europeanen 214 miljoen keer de grens over naar een ander EU-land. Veel EU-burgers reizen voor hun werk of forenzen tussen EU-landen. EU-brede multimodale reisinformatie zou EU-burgers helpen bij het plannen van dergelijke trips en reizen. Op dit moment is een multimodale reis doorheen Europa moeilijk en tijdrovend, vooral in vergelijking met het gebruik van de auto. Voor het plannen van een reis van deur tot deur zijn meerdere reisinformatiediensten nodig en reizigers zijn niet altijd in staat om verstoringen doeltreffend op te vangen wanneer deze zich voordoen. Multimodale reisinformatie biedt reizigers idealiter een breed scala van reismogelijkheden en stelt hen bijvoorbeeld in staat te kiezen voor de snelste en goedkoopste route, de meest milieuvriendelijke of de meest toegankelijke voor personen met beperkte mobiliteit, terwijl in geval van vertraging een vergoeding wordt ontvangen.

Burgers in de EU worden beschermd door een hele reeks passagiersrechten, ongeacht of zij reizen met het vliegtuig, de trein, de boot, de autobus of touringcar, maar voor personen met beperkte mobiliteit en/of handicaps is reizen vaak moeilijker. De meeste Europeanen zij van oordeel dat de EU moet bijdragen tot of ondersteuning moet bieden voor de toegankelijkheid van vervoersinfrastructuur, zoals luchthavens, treinstations of busterminals, en dat informatie over toegankelijkheid moet worden verstrekt, bijvoorbeeld op de websites van de ondernemingen. Een door de Commissie uitgevoerde evaluatie 93 van de bestaande EU-wetgeving betreffende de rechten van reizigers in het treinverkeer vestigde de aandacht op specifieke verbeterpunten en de blijvende bezorgdheid over zowel de wettelijke bepalingen als de toepassing ervan. De Commissie overweegt derhalve opties om hier verbeteringen in aan te brengen.

33.

Prioriteiten voor 2017-2019: Reizen, wonen en werken eenvoudiger maken voor burgers in de hele EU


De Commissie zal:

1. Een voorstel indienen voor één digitale toegangspoort, zodat burgers gemakkelijk online toegang krijgen tot informatie, bijstand en probleemoplossende diensten en de mogelijkheid hebben om online grensoverschrijdende administratieve procedures te vervullen, door de desbetreffende Europese en nationale inhoud en diensten te koppelen op een naadloze, gebruiksvriendelijke en gebruikersgerichte manier. De nationale administratieve rompslomp verminderen doordat burgers hun gegevens maar één keer hoeven in te vullen.

2. Het multimodale reizen in de EU verder vereenvoudigen en stimuleren om de mobiliteit van EU-burgers efficiënter en gebruiksvriendelijker te maken, door specificaties voor EU-brede multimodale reisinformatiediensten en een verbeterde interoperabiliteit en compatibiliteit van systemen en diensten.

5. Veiligheid versterken en gelijkheid bevorderen

5.1.Veiligheidsbedreigingen aanpakken en burgers beschermen

Europa wordt geconfronteerd met complexe, vaak grensoverschrijdende veiligheidsbedreigingen en de overgrote meerderheid van de Europeanen is van oordeel dat er meer gemeenschappelijke EU-maatregelen nodig zijn om dit aan te pakken 94 . Het vrije verkeer binnen de EU, dat dat door EU-burgers wordt gekoesterd, vereist ook maatregelen om de buitengrenzen te beveiligen en misdaad te bestrijden en voorkomen. Bovendien heeft het Schengengebied het overschrijden van de binnengrenzen mogelijk gemaakt zonder dat personencontrole wordt uitgeoefend, waardoor interactie tussen EU-burgers gemakkelijker is en vaker voorkomt. Het vermogen om de veiligheid in dit open Europa te verzekeren, is de afgelopen jaren echter zwaar op de proef gesteld.

34.

5.1.1.Veiligheidsbedreigingen aanpakken in een ruimte van justitie en grondrechten op basis van wederzijds vertrouwen


De uitvoering van de Europese Veiligheidsagenda 95 , de totstandbrenging van een doeltreffende en echte Veiligheidsunie 96 en de verbeterde bescherming van de buitengrenzen van de EU kunnen een adequaat, realistisch en concreet antwoord bieden op de zorgen van de burgers inzake veiligheid, met volledige eerbiediging van de Europese waarden, grondrechten en vrijheden.

De Europese Commissie heeft initiatieven genomen en zal nieuwe initiatieven voorstellen ter ondersteuning van de verbetering, modernisering en interoperabiliteit van het Europese veiligheidskader (Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS) 97 , Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) 98 , illegale handel in vuurwapens, updates voor het Schengeninformatiesysteem (SIS), persoonsgegevens van passagiers (PNR)). De veiligheid van de burgers vormt de eigenlijke kern van deze initiatieven, door de vergroting van het vertrouwen tussen de relevante actoren in de Unie, de versterking van de operationele grensoverschrijdende samenwerking tussen nationale rechtshandhavingsinstanties, en het mogelijk maken van een betere en slimmere uitwisseling en benutting van informatie en inlichtingen op alle niveaus, teneinde de dreiging van terrorisme aan te pakken.

In december 2016 heeft de Commissie een actieplan voor documentbeveiliging 99 vastgesteld waarin specifieke acties worden omschreven ter verbetering van de beveiliging van reisdocumenten. Een van de acties heeft betrekking op fraude en vervalsing van nationale identiteitskaarten die worden afgegeven door lidstaten en verblijfsdocumenten voor EU-burgers die in een andere lidstaat verblijven en voor hun gezinsleden. EU-burgers en hun familieleden die wonen of reizen in de EU kunnen inderdaad te kampen krijgen met problemen met betrekking tot het gebruik van deze documenten 100 . Er is momenteel een grote verscheidenheid aan dergelijke kaarten en documenten en de veiligheidsniveaus ervan variëren sterk, hetgeen leidt tot praktische problemen voor burgers. Met identiteitskaarten en verblijfsdocumenten die veiliger en makkelijk herkenbaar zijn, is het voor burgers gemakkelijker om de aan hun EU-burgerschap verbonden rechten uit te oefenen. Overheidsinstanties, met inbegrip van grensautoriteiten en ondernemingen (zoals winkels, banken, nutsbedrijven, enz.) zouden deze documenten gemakkelijker aanvaarden. Tegelijkertijd zou het risico van fraude en vervalsing worden beperkt. In dit perspectief is de Commissie momenteel bezig met de beoordeling van verschillende beleidsopties, met inbegrip van een eventuele harmonisatie van beveiligingskenmerken, teneinde een oplossing te vinden voor de praktische problemen van burgers en aldus het vrije verkeer te vergemakkelijken 101 .

35.

5.1.2.EU-burgers in het buitenland beschermen


Crises en individuele noodgevallen in het buitenland kunnen leiden tot risico’s en moeilijkheden voor burgers die zich buiten het onmiddellijke bereik van hun eigen autoriteiten bevinden. Het EU-recht op consulaire bescherming 102 is een waardevolle bijkomende garantie voor EU-burgers die hulp nodig hebben in een land buiten de EU waar hun land van herkomst niet is vertegenwoordigd. Ingevolge een voorstel van de Commissie in 2011 werd op 20 april 2015 een richtlijn aangenomen 103 om te verduidelijken wanneer en op welke manier EU-burgers hulp kunnen krijgen en hoe EU-landen op gecoördineerde wijze moeten samenwerken, zowel onderling als met de Unie, om een doeltreffende bescherming te garanderen voor niet-vertegenwoordigde EU-burgers. Lidstaten hebben tot mei 2018 de tijd om deze regels in te voeren. De Commissie steunt de inspanningen van de lidstaten om te zorgen voor een correcte en tijdige omzetting van de richtlijn. Tegelijkertijd blijft zij onderhandelen over het opnemen van toestemmingsclausules in bilaterale overeenkomsten met een aantal derde landen om ervoor te zorgen dat deze ermee instemmen dat vertegenwoordigde EU-landen bijstand verlenen aan niet-vertegenwoordigde onderdanen van andere EU-landen.

Consulaire bescherming omvat bijstand in geval van een arrestatie of detentie of in geval van een ernstig ongeval of ziekte. Maar EU-burgers hebben het vaakst hulp nodig wanneer hun paspoort verloren, gestolen of vernietigd, dan wel tijdelijk niet beschikbaar is wanneer zij zich buiten de EU bevinden. Zij moeten dan over een nood-reisdocument beschikken om terug naar huis te kunnen reizen 104 . De geldende EU-regels waarin een gemeenschappelijk formaat voor dergelijk noodreisdocument is vastgelegd, dateren van 1996 105 en moeten worden geactualiseerd 106 . Sommige lidstaten maken uit veiligheidsoverwegingen geen gebruik van het gemeenschappelijk formaat. De Commissie zal nagaan hoe de regels voor noodreisdocumenten voor niet-vertegenwoordigde EU-burgers moeten worden gemoderniseerd, onder meer op het gebied van de veiligheidskenmerken van het gemeenschappelijk EU-formaat ETD, om te waarborgen dat burgers daadwerkelijk hun recht op consulaire bescherming kunnen uitoefenen.

EU-burgers en hun familieleden uit een derde land kunnen bij reizen binnen de EU ook in situaties terechtkomen waarin zij niet vertegenwoordigd zijn en bijstand nodig hebben van de overheid van een ander EU-land. Deze omstandigheden zijn momenteel niet gedekt door de richtlijn en de Commissie zal derhalve de situatie van niet-vertegenwoordigde EU-burgers die zich in de EU in moeilijkheden bevinden, evalueren en bepalen of maatregelen nodig zijn om hun bescherming te waarborgen 107 .

5.2.Alle burgers beschermen en gelijkheid en non-discriminatie bevorderen

36.

5.2.1.Slachtoffers en getuigen beschermen en ondersteunen


Jaarlijks worden miljoenen mensen het slachtoffer van een misdrijf in de EU. Er is al EU-wetgeving die ervoor zorgt dat alle slachtoffers van alle misdaad fundamentele rechten hebben, ongeacht waar in de EU het misdrijf of de strafzaak plaatsvindt. EU-burgers hebben nu ook beter toegang tot de rechter omdat het Parlement en de Raad wetgeving hebben aangenomen over het vermoeden van onschuld, de bescherming van kinderen en rechtsbijstand in strafprocedures. De Commissie blijft de situatie op de voet volgen om ervoor te zorgen dat de EU-regels, met name de richtlijn inzake de rechten van slachtoffers van 2012 108 en de richtlijn ter bestrijding van mensenhandel van 2011 109 correct worden uitgevoerd, zodat slachtoffers volledig kunnen vertrouwen op hun rechten in de praktijk.

Met name met betrekking tot geweld tegen vrouwen denken bijna alle Europeanen (96 %) dat huiselijk geweld tegen vrouwen onaanvaardbaar is 110 , maar het komt nog steeds vaak voor. De Commissie lanceert een jaar van gerichte acties met het oog op een nog grotere inzet om alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes te bestrijden en de genderkloof te verkleinen 111 . Het doel is om alle inspanningen in de EU te koppelen en alle belanghebbenden – de lidstaten, relevante beroepsbeoefenaars en ngo’s – te betrekken bij de gezamenlijke bestrijding van geweld tegen vrouwen. De Commissie maakt ook werk van de toetreding van de Unie tot het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het „Verdrag van Istanbul”).

37.

5.2.2.Gelijkheid en non-discriminatie bevorderen


Ondanks de inspanningen om discriminatie uit te bannen, is er ten opzichte van 2012 een duidelijke stijging van het aantal Europeanen die zeggen dat zij een of andere vorm van discriminatie of pesterij hebben ondervonden 112 . Om de leemten in de bescherming tegen discriminatie, onder meer op grond van leeftijd, godsdienst of overtuiging, handicap of seksuele geaardheid aan te vullen en om ervoor te zorgen dat voor iedereen gelijke regels gelden in termen van gelijkheid in de Unie, is het van belang dat de onderhandelingen over de voorgestelde horizontale antidiscriminatierichtlijn worden afgerond 113 .

Dankzij werkzaamheden op alle niveaus heeft het EU-beleid inzake gendergelijkheid de levens van veel Europese burgers ten goede veranderd 114 . Toch blijft er op sommige gebieden ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld wat betreft lonen. Het strategisch engagement voor gendergelijkheid voor de periode 2016-2019 dat in december 2015 werd goedgekeurd, biedt een uitgebreid overzicht van de inspanningen die door iedereen worden geleverd ter versterking van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen 115 . De Commissie geeft elk jaar ook hoge zichtbaarheid aan de noodzaak om de genderkloof in het Europees semester aan te pakken 116 . EU-financiering speelt ook een belangrijke rol. Naar schatting zal tussen 2014 en 2020 ongeveer 5,85 miljard EUR worden besteed aan maatregelen ter bevordering van gendergelijkheid.

De Commissie heeft zich er in haar werkprogramma voor 2017 117 toe verbonden haar voorstel voor een pijler van sociale rechten vast te stellen en met dit voorstel samenhangende initiatieven te presenteren, onder meer om een antwoord te bieden op de uitdagingen voor werkende ouders die op zoek zijn naar een evenwicht tussen werk en privéleven 118 .

Het bevorderen van gelijkheid en non-discriminatie voor lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksen (LGBTI) is nog een gebied waarop de Commissie zich inzet 119 . Om de gelijkheid van LGBTI’s in Europa te bevorderen heeft zij een lijst opgesteld met maatregelen die in 2016-2019 in alle voor LGBTI’s relevante beleidsterreinen moeten worden uitgevoerd: non-discriminatie, onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid, asiel, haatpropaganda/haatcriminaliteit, uitbreiding en het buitenlands beleid.

De Commissie verlengt haar verbintenis om de economische en maatschappelijke integratie van Roma in de EU te verbeteren. Binnen het kader van het Europa 2020-dialoog 120 benadrukt de Europese Commissie dat verdere inspanningen nodig zijn om de inclusie van Roma te verwezenlijken en dat de Europese instellingen en elke lidstaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om dit te verwezenlijken 121 .

De meeste Europeanen beschouwen het feit dat er voor mensen met een handicap en ouderen beperkte of geen toegang is tot goederen en diensten ook als een vorm van discriminatie 122 . In een wereld die steeds meer gedigitaliseerd raakt 123 , is het bevorderen van connectiviteit ten behoeve van alle EU-burgers een belangrijke prioriteit voor de Commissie in het kader van de digitale agenda voor 2020 en de strategie voor een digitale eengemaakte markt. Het is belangrijk dat onlinediensten voor burgers automatisch worden vergezeld van veiligheidsnetten voor EU-burgers in kwetsbare situaties 124 .

38.

Prioriteiten voor 2017-2019: Veiligheid versterken en gelijkheid bevorderen


De Commissie zal:

1. In het eerste kwartaal van 2017 de studie afronden over de EU-beleidsopties voor een verbeterde beveiliging van identiteitskaarten en verblijfsdocumenten van EU-burgers die in een andere lidstaat wonen en van hun familieleden uit een derde land 125 . De Commissie zal tegen eind 2017 de volgende stappen en mogelijkheden en de gevolgen daarvan evalueren met het oog op een eventueel wetgevingsinitiatief.

2. In 2017 nagaan hoe de regels voor noodreisdocumenten voor niet-vertegenwoordigde EU-burgers moeten worden gemoderniseerd, onder meer op het gebied van de veiligheidskenmerken van het gemeenschappelijk EU-formaat, om te waarborgen dat burgers daadwerkelijk hun recht op consulaire bescherming kunnen uitoefenen.

3. In 2017 een campagne voeren tegen geweld tegen vrouwen en de toetreding van de Unie tot de Overeenkomst van Istanbul samen met de lidstaten actief ondersteunen en voorstellen doen om een antwoord te bieden op de uitdagingen voor werkende ouders die op zoek zijn naar een evenwicht tussen werk en privéleven.

4. Optreden om de maatschappelijke aanvaarding van LGBTI’s in de EU te verbeteren door de lijst van maatregelen voor meer gelijkheid voor LGBTI’s uit te voeren en actief steun te verlenen voor de afronding van de onderhandelingen over de voorgestelde horizontale antidiscriminatierichtlijn 126 .

6. Conclusie

Bij het opstellen van dit verslag heeft de Commissie zich gebaseerd op de ervaringen en standpunten van Europese burgers die zijn verwoord in de breed opgezette raadplegingen die dit verslag hebben vormgegeven, en zij heeft geluisterd naar hun behoeften en de problemen die zij in hun dagelijkse leven ondervinden bij de uitoefening van hun rechten als EU-burgers. Zij heeft haar prioriteiten voor 2017-2019 op basis hiervan ontwikkeld om verder te waarborgen dat burgers ten volle kunnen genieten van hun EU-rechten en de praktische voordelen die de EU biedt.

Burgerzin en democratische deelname van de burgers van de Unie zijn cruciaal, vooral in het vooruitzicht van de komende Europese verkiezingen. De Commissie is van oordeel dat verdere stappen moeten worden genomen om het democratisch leven van de Unie te verdiepen.

De Commissie zal in haar werkzaamheden op het gebied van EU-burgerschap de nadruk blijven leggen op de belangrijke gebieden die rechtstreeks van invloed zijn op het welzijn van de Europese burgers:

• hen via voorlichting, advies en democratische deelname mondig maken;

• hen beschermen, hun gelijke behandeling in de EU veilig stellen en hen rechtstreekse steun bieden; alsmede

• hun dagelijkse leven vereenvoudigen door hen eenvoudige, online toegang te verlenen tot informatie, bijstand, probleemoplossende diensten en onlineprocedures, de administratieve rompslomp te verminderen, hen te beschermen in hun hoedanigheid van consumenten, werknemers en studenten, en andere belemmeringen die het uitoefenen van hun rechten in de weg staan, weg te nemen.

De totstandkoming en de uitvoering van deze agenda is geen opdracht van de Commissie alleen, maar een gezamenlijke inspanning voor de Unie in haar geheel.

De Commissie zal alles in het werk stellen om het EU-burgerschap in de praktijk te brengen en om dit te verwezenlijken zal zij samenwerken met andere EU-instellingen, de lidstaten, lokale en regionale overheden, en het maatschappelijk middenveld en vooral met de burgers zelf.


39.

BIJLAGE


Follow-up van het verslag over het EU-burgerschap 2013: voortgang bij de tenuitvoerlegging van twaalf maatregelen

In haar verslag over het EU-burgerschap 2013 heeft de Commissie twaalf maatregelen uitgewerkt om het leven van EU burgers te verbeteren en belemmeringen die hen verhinderen om te genieten van hun EU-rechten nog meer weg te nemen. In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van de voornaamste maatregelen die de Commissie heeft genomen om haar toezeggingen van 2013 na te komen.

40.

Maatregel 1: De herziening van de verordening betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels om het voor burgers gemakkelijker te maken om een baan te vinden in een ander EU-land


De EU-voorschriften inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels beschermen de socialezekerheidsrechten van burgers bij verhuizing naar een andere lidstaat. De voorschriften zorgen er bijvoorbeeld voor dat een individu op hetzelfde moment slechts in een land verzekerd kan zijn, dat zijn of haar verzekerde tijdvakken kunnen worden opgenomen in de in een ander EU-land vervulde tijdvakken van verzekering en dat uitkeringen kunnen worden betaald in een ander EU-land.

Nadat de standpunten van het publiek door middel van twee raadplegingen werden gepeild (van december 2012 tot en met maart 2013 en van juli tot en met oktober 2015), heeft de Commissie op 13 december een herziening van de verordeningen betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voorgesteld 127 om ervoor te zorgen dat deze voorschriften geschikt, duidelijk en eerlijk blijven en bijdragen aan een diepgaandere en beter functionerende en rechtvaardigere Europese arbeidsmarkt. De herziening stelt lidstaten in staat fraude of misbruik beter te voorkomen en te bestrijden, waarbij erop wordt toegezien dat vrij verkeer van werknemers niet wordt gehinderd. Daarmee maakt dit initiatief het gemakkelijker om het recht van vrij verkeer van burgers uit te oefenen door ervoor te zorgen dat de coördinatie van de sociale zekerheid efficiënt en doeltreffend is.

De herziening actualiseert de coördinatievoorschriften ten aanzien van werkloosheidsuitkeringen, langdurige zorg, toegang tot sociale uitkeringen door niet-werkende burgers, en de terbeschikkingstelling van werknemers. Volgens het voorstel kunnen werkzoekenden hun werkloosheidsuitkeringen meenemen naar een andere lidstaat gedurende ten minste 6 maanden in plaats van de huidige periode van 3 maanden. Zo kunnen zij gemakkelijker werk vinden en kan de werkloosheid in de hele EU worden aangepakt en de vaardigheidskloof overbrugd. Dit nieuwe voorschrift zal worden gecombineerd met een mechanisme voor intensievere samenwerking voor het ondersteunen van werkzoekenden bij het zoeken naar een baan, waardoor het waarschijnlijker wordt dat zij integreren op de arbeidsmarkt.

41.

Maatregel 2: Jongeren in de EU helpen hun vaardigheden te ontwikkelen en de arbeidsmarkt te betreden door een kwaliteitskader voor stages te ontwikkelen


In maart 2014 heeft de Raad op voorstel van de Commissie een kwaliteitskader voor stages goedgekeurd 128 , zodat cursisten hoogwaardige werkervaring kunnen opdoen onder veilige en eerlijke omstandigheden en hun kansen op het vinden van een goede kwaliteit stijgen. De Commissie heeft een groot aantal belanghebbenden geraadpleegd, met inbegrip van kleine ondernemingen, om ervoor te zorgen dat het kader noch te prescriptief noch te belastend zou zijn. Het kader vergroot de transparantie met betrekking tot stagevoorwaarden, bijvoorbeeld door te eisen dat stages zijn gebaseerd op een schriftelijke stageovereenkomst. De Commissie houdt de uitvoering van het kader in alle lidstaten in het oog.

Bovendien heeft de Commissie de website „Je eerste Eures-baan” gelanceerd om jongeren in de EU te ondersteunen bij het ontwikkelen van vaardigheden en het toetreden tot de arbeidsmarkt. Het is de bedoeling om in een eerste projectfase van „Je eerste Eures-baan” de grensoverschrijdende mobiliteit te verbeteren voor 5 000 jongeren 129 . Deze website helpt jongeren tussen 18 en 35 uit de Europese Economische Ruimte bij het zoeken naar een baan, stageplaats of leerwerkplek in een ander land. Werkgevers kunnen in een ander EU-land ook geschikte kandidaten vinden voor hun moeilijk te vervullen vacatures.

Maatregel 3: Werken aan oplossingen voor het wegnemen van belemmeringen voor EU-burgers en hun familieleden die in een ander EU-land dan hun land van herkomst verblijven met betrekking tot identiteits- en verblijfsdocumenten die door lidstaten worden afgegeven

Eind 2015 heeft de Commissie een omvattend onderzoek opgezet naar identiteitskaarten en verblijfsdocumenten die door de lidstaten worden afgegeven aan hun onderdanen, mobiele EU-burgers en hun familieleden die op hun grondgebied verblijven 130 .

Op 8 december 2016 heeft de Commissie een actieplan voor documentbeveiliging vastgesteld waarin specifieke acties worden omschreven ter verbetering van de beveiliging van reisdocumenten, waaronder een actie met betrekking tot nationale identiteitskaarten die worden afgegeven door lidstaten en verblijfsdocumenten voor EU-burgers die in een andere lidstaat verblijven en voor hun gezinsleden 131 .

Maatregel 4: Bevorderen van fiscale beste praktijken in grensoverschrijdende situaties en zorgen voor de correcte toepassing van de EU-wetgeving om het voor Europese burgers die over de grenzen heen verhuizen of actief zijn gemakkelijker te maken om te gaan met verschillende fiscale regimes

Om vast te stellen met welke eventuele fiscale problemen EU-burgers worden geconfronteerd wanneer zij over de grenzen heen verhuizen of actief zijn, heeft de Commissie studies opgezet om huidige grensoverschrijdende administratieve praktijken van de lidstaten te onderzoeken 132 en om te onderzoeken of en in hoeverre de belastingplichtigen die grensoverschrijdend actief zijn, te maken krijgen met hogere fiscale nalevingskosten dan belastingplichtigen die actief zijn binnen een enkele lidstaat 133 . Bovendien heeft de Commissie een deskundigengroep uit de particuliere sector opgericht om problemen op het gebied van grensoverschrijdend personenbelasting en successiebelasting te onderzoeken en mogelijke oplossingen te zoeken. De groep heeft haar bevindingen in twee verslagen gepubliceerd 134 . De belangrijkste problemen in grensoverschrijdende situaties die in het verslag werden benadrukt waren dubbele belastingheffing, administratieve ingewikkeldheid bij de omgang met twee of meer belastingautoriteiten, moeilijkheden bij het verkrijgen van voldoende informatie van de verschillende betrokken belastingautoriteiten, en discriminatie. De Commissie kan en zal doorgaan om gerechtelijke stappen te ondernemen ter bestrijding van fiscale discriminatie. Zij zal pragmatische manieren bevorderen om deze problemen aan te pakken, onder meer door het gebruik van bestaande instrumenten voor probleemoplossing in de interne markt, zoals SOLVIT, aan te moedigen, door een bredere acceptatie van grensoverschrijdende fiscale beste praktijken te bevorderen en door betere samenwerking tussen de belastingdiensten en belastingplichtigen aan te moedigen, met name om te waarborgen dat belastingplichtigen over voldoende informatie beschikken over hun rechten en plichten.

Maatregel 5: De oprichting van een „voertuiginformatieplatform” om de erkenning van technische certificaten te vergemakkelijken, waardoor het voor burgers eenvoudiger en veiliger wordt om te reizen naar een andere EU-lidstaat

Richtlijn 2014/45/EU betreffende periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens trad in werking op 3 april 2014 135 . In het kader van het „pakket inzake technische controles” werden twee andere richtlijnen goedgekeurd: Richtlijn 2014/46/EU inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen, op basis waarvan gegevens van geregistreerde motorvoertuigen moeten worden bewaard in een elektronisch register en de vergunning om een voertuig in het wegverkeer te gebruiken kan worden opgeschort wanneer dat voertuig een onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid vormt; en Richtlijn 2014/47/EU betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen, op basis waarvan risicoprofielen van de exploitanten worden gecreëerd, zorgt voor een betere regulering van controles langs de weg (waarbij ook elke vorm van discriminatie op grond van de nationaliteit van de bestuurder of het land van inschrijving van het voertuig wordt uitgesloten) en omvat wegcontroles van het vastzetten van de lading.

Maatregel 6: De mobiliteit van personen met een handicap binnen de EU bevorderen door in 2014 een wederzijds erkende EU-gehandicaptenkaart te ontwikkelen, waardoor binnen de EU gelijke toegang wordt gewaarborgd tot bepaalde voordelen (voornamelijk op het gebied van vervoer, toerisme, cultuur en ontspanning).

De arbeidsparticipatie van personen met een handicap is laag (momenteel ongeveer 48 %) en een derde van hen wordt met armoede bedreigd. Ook krijgen personen met een handicap te maken met praktische problemen bij het reizen naar een ander EU-land, bijvoorbeeld omdat hun gehandicaptenkaarten of status niet altijd worden erkend. Daarom heeft de Commissie het project voor een Europese gehandicaptenkaart ter ondersteuning van de wederzijdse erkenning van de gehandicaptenstatus ter hand genomen. Een speciale studie (2010) van het academisch netwerk van Europese deskundigen inzake handicaps toonde de verscheidenheid in de uitkeringen die in de lidstaten op basis van verschillende erkenningscriteria worden toegekend.


In een eerste fase heeft de Commissie 1,5 miljoen EUR ter beschikking gesteld van de lidstaten en in 2015 een oproep gedaan voor projecten om de totstandbrenging van een wederzijds erkende Europese gehandicaptenkaart en de daaruit voortvloeiende voordelen te vergemakkelijken 136 . Zij verstrekt ook financiële steun aan de vijftien deelnemende lidstaten en heeft verschillende fasen van de kaart gelanceerd. Acht landen hebben een aanvraag ingediend om deel te nemen aan het project en werden geselecteerd: België, Cyprus, Estland, Finland, Italië, Malta, Slovenië en Roemenië. De projecten is in februari 2016 van start gegaan en duurt 18 maanden.


De EU-gehandicaptenkaart, die een gemeenschappelijk ontwerp zal hebben, waarborgt een gelijke toegang tot bepaalde voordelen, voornamelijk op het gebied van cultuur, ontspanning, sport en vervoer. De kaart wordt erkend door de EU-landen die op vrijwillige basis aan het systeem deelnemen. De kaart vormt geen wijziging van de nationale erkenningscriteria of regels. Lidstaten behouden hun vrijheid om te beslissen wie in aanmerking komt voor de kaart, gebruikmakend van de nationale definitie van het begrip „handicap”, en om de procedures voor de afgifte te bepalen.

Maatregel 7: Een pakket rechtsinstrumenten voorstellen om de rechten van verdachten of beklaagden in strafprocedures verder te versterken, en daarbij specifiek rekening houden met kinderen en kwetsbare burgers

Op 27 november 2013 heeft de Commissie een pakket van vijf maatregelen voor een verdere versterking van de procedurele waarborgen voor burgers in strafprocedure goedgekeurd. De drie door de Commissie voorgestelde richtlijnen werden in 2016 aangenomen:

• In de richtlijn inzake het vermoeden van onschuld worden gemeenschappelijke normen van dit beginsel en het recht om bij de terechtzitting aanwezig te zijn, vastgesteld 137 .

• De richtlijn inzake procedurele waarborgen voor kinderen in een strafprocedure vormt een aanzienlijke verbetering van de Europese normen inzake jeugdstrafrecht 138 .

• De richtlijn betreffende rechtsbijstand zorgt ervoor dat het recht op toegang tot een advocaat ook een effectief recht is voor degenen die zich geen advocaat kunnen veroorloven, met name in het beginstadium van de procedure, wanneer verdachten door de politie worden ondervraagd 139 .

De uitvoering door de lidstaten is aan de gang.

Verder heeft de Commissie twee aanbevelingen goedgekeurd betreffende de bijzondere waarborgen van kwetsbare verdachten in een strafprocedure (2013/C 738/02) en betreffende rechtsbijstand in strafprocedures (2013/C 378/03).

42.

Maatregel 8: De herziening van de Europese procedure voor geringe vorderingen om de beslechting van geschillen over aankopen in een ander EU-land te vergemakkelijken


In november 2013 heeft de Commissie een verbetering van de Europese procedure voor geringe vorderingen voorgesteld om EU-burgers die nog steeds problemen ondervinden bij het onlinewinkelen beter te beschermen en voor te lichten 140 .

Door de nieuwe verordening die eind 2015 is aangenomen en in juli 2017 in werking treedt 141 , wordt de werkingssfeer van de Europese procedure voor geringe vorderingen uitgebreid tot een waarde van 5 000 EUR . Deze en andere wijzigingen maken van de Europese procedure voor geringe vorderingen een sneller en goedkoper instrument voor de handhaving van de rechten van consumenten en voor grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen.

Maatregel 9: Het ontwikkelen van een model voor de online weergave van de belangrijkste vereisten zodat de informatie over digitale producten duidelijker is en gemakkelijker te vergelijken en het lanceren van een bewustmakingscampagne in de hele EU over de rechten van consumenten

Via haar bewustmakingscampagne over de rechten van consumenten 142 heeft de Commissie burgers geïnformeerd over de rechten die zij genieten krachtens de EU-consumentenwetgeving en waar zij bij vragen of problemen terecht kunnen voor meer informatie, advies of hulp (portaal Uw Europa 143 , ECC-Net, enz.). De campagne, die liep van het voorjaar 2014 tot maart 2016, was gericht op het verhogen van de algemene kennis van consumenten over hun EU-brede rechten als consument. Er was bijzondere aandacht voor de richtlijn consumentenrechten 144 , de richtlijn oneerlijke handelspraktijken, 145 de richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten 146 en de richtlijn betreffende de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen 147 .

43.

Maatregel 10: Zorgen dat lokale overheden instrumenten krijgen om het recht van vrij verkeer van EU-burgers ten volle te kunnen toepassen


De Commissie lanceert een e-opleidingsinstrument over het EU-recht van vrij verkeer. Dit instrument, dat in samenwerking met de lidstaten is ontwikkeld, wordt ter beschikking gesteld in alle EU-talen. Dit helpt loketambtenaren die een belangrijke rol spelen bij de handhaving van het recht van vrij verkeer van EU-burgers, met name lokale overheden, om een beter inzicht te krijgen in de rechten en verplichtingen die gepaard gaan met het recht van vrij verkeer van EU-burgers, en dit leidt derhalve tot een verbetering van de praktische toepassing van de EU-regels. Deze verbeterde toepassing zorgt ervoor dat EU-burgers en hun familieleden minder problemen ondervinden met betrekking tot hun verblijfsrecht, sociale hulpverlening, discriminatie, toegang tot onderwijs, enz. wanneer zij verhuizen naar een ander EU-land.

Lokale overheden zullen in staat zijn kennis te verwerven over de rechten en procedures die zijn vastgelegd in de EU-wetgeving betreffende vrij verkeer, waaronder Richtlijn 2004/38/EG, en zij kunnen hun kennis testen. Lidstaten kunnen door hen dienstig geachte gegevens betreffende de nationale omzetting en uitvoering van de regels toevoegen.

44.

Maatregel 11: Ervoor zorgen dat burgers wier rechten zijn geschonden, gemakkelijk duidelijke informatie kunnen vinden via een gebruiksvriendelijke centrale website op europa.eu


De Commissie heeft op de centrale website europa.eu een online-instrument gelanceerd 148 om burgers de weg te wijzen naar de meest geschikte dienst om hun problemen te helpen oplossen. Dit kan zowel op EU-niveau (ondersteunende diensten op EU-niveau of EU-organen), op nationaal als op lokaal niveau 149 .

Het nieuw instrument is nu opgezet om een antwoord te geven op de concrete behoeften of vragen van de burgers. Burgers kunnen bijvoorbeeld begeleiding krijgen over hoe zij ervoor kunnen zorgen dat een overheidsdienst in een ander EU-land hun EU-rechten, hun socialezekerheidsrechten (met inbegrip van gezinsbijslagen, dringende gezondheidszorg, pensioenen) en verblijfsrechten naleeft, over de erkenning van beroepskwalificaties, het inschrijven van hun voertuigen en het omruilen van hun rijbewijs. Burgers kunnen ook informatie verkrijgen over hun consumentenrechten 150 , over hoe zij hulp kunnen krijgen wanneer zij te maken hebben met discriminatie, hoe zij een klacht kunnen indienen over ongelijke behandeling door een EU-orgaan, hoe zij schending van de EU-wetgeving door de nationale autoriteiten kunnen melden en hoe zij consulaire bijstand kunnen krijgen wanneer zij zich buiten de EU bevinden in een land waar hun eigen land geen diplomatieke ertegenwoordiging heeft 151 . In 2015 werd de webpagina 11 079 keer bezocht, wat een stijging is van 86,6 % ten opzichte van het jaar voordien.

De Commissie biedt reeds meertalige gebruikersvriendelijke informatie aan over de rechten van EU-burgers 152 en streeft ernaar om de informatie op haar website gemakkelijker toegankelijk te maken en om burgers beter te helpen begrijpen wat zij doet. Momenteel is de Commissie bezig haar digitaliseringsprogramma 153 , dat tot doel heeft relevante informatie op een gebruiksvriendelijke manier te presenteren, uit te voeren.

Maatregel 12 (1): Burgers meer bewust maken van hun rechten als EU-burger, en vooral hun kiesrechten, door in mei 2014 op de Dag van Europa een handboek uit te brengen waarin die EU-rechten duidelijk en begrijpelijk worden uitgelegd

In 2014 heeft de Commissie een handboek „Wist u dat? 10 EU-rechten in een oogopslag” 154 en een nieuwe geactualiseerde versie van haar boekje „Uw Europa, uw rechten” uitgegeven in alle officiële talen van de EU, om de kennis en het bewustzijn van de burgers over hun rechten als EU-burgers te vergroten 155 . Deze publicaties zijn wijd verspreid, onder meer via vertegenwoordigingen van de Commissie en Europe Direct-informatiecentra. Sommige specifieke rechten van de EU-burgers, zoals het terugzenden van online aangekochte goederen, het profiteren van lage roamingkosten of het verkrijgen van schadevergoeding voor geannuleerde vluchten, worden er in een leesbare taal uitgelegd. Levensechte situaties worden gepresenteerd, zoals deelname aan Europese en gemeenteraadsverkiezingen, burgers die hun stem laten horen en burgers die gebruik maken van hun recht van vrij verkeer, hun recht op noodzakelijke gezondheidszorg in elke EU-lidstaat en hun rechten als consumenten en reizigers. Er wordt ook in uitgelegd hoe u in uw eigen taal contact kunt opnemen met de EU en hoe u informatie en bijstand over uw EU-rechten kunt verkrijgen.

Maatregel 12 (2): Constructieve oplossingen voorstellen om EU-burgers die in een ander EU-land wonen, in staat te stellen hun kiesrecht bij de nationale verkiezingen in hun land van herkomst te behouden, zodat zij volledig kunnen deelnemen aan het democratische proces van de EU

In vijf lidstaten (Denemarken, Ierland, Cyprus, Malta en het Verenigd Koninkrijk) zijn er momenteel regels waarbij burgers hun stemrecht bij nationale verkiezingen kunnen verliezen, enkel en alleen omdat zij gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer in de EU. Krachtens de EU-verdragen is het aan de lidstaten om te beslissen wie stemrecht heeft bij de nationale verkiezingen, maar hun praktijk van ontneming van het stemrecht kan het EU-recht van vrij verkeer negatief beïnvloeden.

Op 29 januari 2014 heeft de Commissie een aanbeveling goedgekeurd 156 , waarin de betrokken lidstaten worden verzocht om hun onderdanen die gebruikmaken van het recht van vrij verkeer in staat te stellen hun stemrecht bij nationale verkiezingen te behouden als zij een blijvende belangstelling vertonen voor het politieke leven van hun land, bijvoorbeeld door het indienen van een aanvraag om als kiezer ingeschreven te blijven. De Commissie heeft ook aanbevolen dat de lidstaten hun burgers tijdig en op passende wijze inlichten over de voorwaarden en de praktische regelingen voor de handhaving van hun stemrecht bij nationale verkiezingen. De Commissie blijft de situatie in deze lidstaten in het oog houden.

45.

Maatregel 12 (3): Mogelijkheden onderzoeken om de Europese openbare ruimte te versterken en te ontwikkelen


De Commissie financiert en cofinanciert de productie of de verspreiding van multimediaproducten (radio, tv, internet, enz.) via Europese media – met volledige inachtneming van de redactionele onafhankelijkheid van de omroepen – in samenwerking met omroepen, zoals Euronews, in verschillende talen. Zij produceert ook Europese programma’s in zes verschillende talen en zendt deze uit, en financiert tijdschriften met EU-thema’s.

(1) Openbare raadpleging over EU-burgerschap, gemeenschappelijke waarden, mensenrechten en democratische participatie die door de Commissie werd gelanceerd op 14 september 2015 (hierna „openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015” genoemd), ec.europa.eu/justice/citizen/document/files (in het Engels).
(2) Flash Eurobarometer 430 – EU-burgerschap – oktober 2015 („2015 EB on EU citizenship”).
(3) Flash Eurobarometer 431 – Kiesrecht – november 2015 („2015 EB on Electoral rights”).
(4) Gezamenlijke hoorzitting van het Europees Parlement en de Commissie van 15 maart 2016 „Union Citizenship in practice: our common values, rights and democratic participation”; zie ook de conferentie over het EU-burgerschap en justitie die onder het Luxemburgse voorzitterschap werd georganiseerd op 14-15 september 2015 met steun van de Commissie, www.eu2015lu.eu/en/agenda/2015/09 Zie ook de conferentie over burgerschap die in september 2016 in Oviedo gezamenlijk werd georganiseerd door de Commissie en het Comité van de Regio’s: ec.europa.eu/newsroom/just
(5) Deze feedback omvat klachten en verzoeken om informatie van organisaties uit het maatschappelijk middenveld en van burgers, ook in het kader van het portaal Uw Europa waarop in december 2016 het 210 000e verzoek is ontvangen.
(6) Volgens de Standard EB over EU-burgerschap van het voorjaar 2016 („2016 Standard EB on EU citizenship”), bevindt het gevoel van Europees burgerschap zich op het op één na hoogste niveau sinds 2010, met 66 % van alle respondenten (67 % in het voorjaar van 2015), 70 % van de personen onder de 50 jaar en 77 % van de personen tot en met 25 jaar.
(7) Jean-Claude Juncker, Een nieuwe start voor Europa: mijn agenda voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering (politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie).
(8) Jean-Claude Juncker, Staat van de Unie 2016: Naar een beter Europa — een Europa dat ons beschermt, sterker maakt en verdedigt (Straatsburg, 14 september 2016).
(9) Verslag over het EU-burgerschap 2013 (COM(2013) 269 final).
(10) Zie de bijlage bij dit verslag voor een volledig overzicht van de maatregelen die sinds 2013 werden genomen.
(11) 87 % is zich daarvan bewust en 78 % weet hoe die status wordt verworven: EB van 2015 over EU-burgerschap.
(12) Standard EB van 2016 over EU-burgerschap.
(13) EB van 2015 over EU-burgerschap. 42 % vindt zichzelf vrij goed of zeer goed geïnformeerd over hun rechten (een stijging van 6 procentpunten sinds de EB van 2012 over EU-burgerschap).
(14) Ibidem. 72 % weet dat EU-burgers het recht hebben, wanneer zij zich buiten de EU bevinden, om hulp te vragen bij de ambassades van de andere EU-lidstaten als hun eigen land ter plaatse geen ambassade heeft. 75 % denkt echter ten onrechte dat zij ook recht hebben op dergelijke hulp wanneer zij in een ander EU-land verblijven.
(15) Standard EB van 2016 over EU-burgerschap.
(16) Artikel 20, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
(17) EB van 2015 over EU-burgerschap. 26 % van de respondenten vindt zich onvoldoende geïnformeerd over wat ze kunnen doen als hun rechten niet worden nageleefd. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2012. Zie tevens punt 11 in de bijlage.
(18) 60 deskundigen van „Uw Europa” staan elke dag klaar om zonder technisch jargon vragen te beantwoorden en advies te verlenen over persoonlijke EU-rechten in alle 24 officiële talen van de EU.
(19) Voorts is het de bedoeling om de mogelijkheden van de databank met adviezen van Uw Europa met daarin 210 000 reacties te benutten teneinde de informatie die momenteel via het portaal Uw Europa beschikbaar is, te verbeteren.
(20) Zie: https://e-justice.europa.eu/home.do?action=home&plang=nl
(21) Europa.eu wordt jaarlijks door ongeveer 400 miljoen bezoekers geraadpleegd en behoort tot de grootste domeinen ter wereld. Het digitaliseringsproject om de Europa-website volledig te vernieuwen, is in 2013 van start gegaan en zal naar verwachting in 2017 zijn voltooid.
(22) Bijvoorbeeld, de gespecialiseerde instanties die zijn opgericht in het kader van de richtlijn inzake rechten van werknemers (Richtlijn 2014/54/EU betreffende maatregelen om de uitoefening van de in de context van het vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende rechten te vergemakkelijken, PB L 128 van 30.4.2014, blz. 8-14), die zeker zal bijdragen tot de bewustwording van werkenden in de Unie (met inbegrip van werkzoekenden) en hun gezinsleden, private en publieke werkgevers, overheden, sociale partners, ngo’s, andere belanghebbenden en de mensen in het algemeen over het effect van de EU-wetgeving inzake het vrije verkeer van werknemers. Deze instanties zijn onder meer verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie over beroepsprocedures en het verlenen van andere specifieke bijstand aan werknemers en hun gezinsleden.
(23) SOLVIT is een netwerk van nationale autoriteiten die samenwerken om informele, buitengerechtelijke en kosteloze oplossingen te vinden voor problemen van burgers.
(24) Jean-Claude Juncker, Staat van de Unie 2016. Zie ook: Mededeling van de Commissie over ondersteuning bij de bestrijding van radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt (COM(2016) 379 final).
(25) Artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
(26) Openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015.
(27) Verklaring over de bevordering, via het onderwijs, van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, verdraagzaamheid en non-discriminatie, ST 8965/15.
(28) 78 % van de respondenten van de openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015 verwacht dat lokale en regionale overheden hierin een grotere rol gaan spelen.
(29) Werkplan voor jeugdzaken van de Europese Unie voor 2016-2018, PB C 417 van 15.12.2015, blz. 1-15.
(30) eacea.ec.europa.eu/llp/comenius
(31) https://europa.eu/youth/volunteering_nl
(32) europa.eu/rapid/press-release_MEMO-16-3062_nl
(33) Verordening 1381/2013 tot vaststelling van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020, PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62-72.
(34) In dit bedrag zijn activiteiten vervat voor het ontwikkelen, vaststellen en bevorderen van de uitwisseling en verspreiding van beste praktijken die op lokaal/regionaal/nationaal niveau overal in de EU zijn uitgevoerd ter bevordering van de geslaagde inclusie en deelname van mobiele EU-burgers in het maatschappelijke en politieke leven van het gastland (bv. via éénloketinformatiediensten die gericht zijn op nieuwkomers en die de deelname van EU-burgers uit andere lidstaten aan lokale verkiezingen bevorderen enz.).
(35) Zie de studie die recentelijk door het Europees Parlement is gepubliceerd: European Implementation Assessment, Europe for Citizens Programme (2014–2020), PE 581.418, blz. 4.
(36) Er is bijvoorbeeld reeds ondersteuning verleend voor netwerken van steden en maatschappelijke projecten die burgers de gelegenheid geven om concreet deel te nemen aan Europese beleidsvorming.
(37) Dit betekent onder meer het gemakkelijker maken voor burgers om toegang te krijgen tot relevante informatie op haar website over consulaire bescherming, en bewustmaking van de waarde van Europese identiteits- en reisdocumenten. Dit zal ook voortbouwen op andere door de EU gefinancierde activiteiten, onder meer via het REC-programma, om jongeren te bereiken via verschillende kanalen, waaronder nieuwe media.
(38) europa.eu/rapid/press-release_MEMO-16-3062_nl
(39) EB van 2015 over de kiesrechten.
(40) COM(2015) 206 final.
(41) 87 % van de deelnemers aan deze dialogen hebben gemeld dat ze zouden stemmen bij de Europese verkiezingen (verslag van de Commissie, dialogen met de burgers als bijdrage aan de ontwikkeling van een Europese openbare ruimte (COM(2014) 173 final).
(42) EB van 2015 over de kiesrechten.
(43) Volgens de EB van 2015 over EU-burgerschap kennen de meeste respondenten hun kiesrecht op Europees niveau (67 %) en plaatselijk niveau (54 %). Hoewel dit cijfer hoger is dan in 2007, is de mate van kennis over deze rechten sinds 2012 iets gedaald.
(44) Voor ondervertegenwoordigde en/of kwetsbare groepen zoals gehandicapten. Zie ook de studie van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten van oktober 2010 over het recht op deelname aan de politiek van mensen met geestelijkegezondheidsproblemen en verstandelijke handicaps.
(45) EB van 2015 over de kiesrechten. Volgens de openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015 heeft 21 % van de respondenten gemeld dat zij moeilijkheden hebben ondervonden bij de uitoefening van hun kiesrecht wanneer zij in een ander EU-land woonden.
(46) Aanbeveling 2013/142/EU van de Commissie om de verkiezingen voor het Europees Parlement democratischer en efficiënter te laten verlopen, PB L 79 van 21.3.2013, blz. 29-32; en Naar democratischere verkiezingen voor het Europees Parlement (COM(2014) 196 final).
(47) Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2015 over de hervorming van de kieswet in de Europese Unie (P8_TA(2015)0395 – 2015/2035(INL)).
(48) Dit voorstel ligt momenteel bij de Raad.
(49) europa.eu/rapid/press-release_IP-16-3929_nl
(50) Eerste tussentijds verslag van de Commissie over de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties (2016).
(51) Zie: ec.europa.eu/research/participants/portal/desktop
(52) Jaarlijks colloquium over grondrechten 2016.
(53) Openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015.
(54) COM(2015) 192 final.
(55) COM(2015) 627 final.
(56) Meer dan acht van de tien respondenten van de openbare raadpleging over EU-burgerschap van 2015 waren van oordeel dat EU-burgers van andere EU-landen zouden moeten kunnen toetreden tot het uitvoerende orgaan van een gemeente, terwijl respondenten van de EB van 2015 over het kiesrecht op dit punt verdeeld waren.
(57) 64 % van de respondenten van de EB van 2015 over EU-burgerschap was van oordeel dat het gerechtvaardigd was dat burgers stemrecht zouden hebben bij nationale verkiezingen.
(58) 67 % van de respondenten van de EB van 2015 over EU-burgerschap was van oordeel dat het niet gerechtvaardigd was dat burgers hun stemrecht verliezen bij nationale verkiezingen in hun land van herkomst.
(59) Aanbeveling betreffende het aanpakken van de gevolgen van ontneming van het stemrecht aan burgers van de Unie die hun recht van vrij verkeer uitoefenen 2014/53/EU – PB L 32 van 1.2.2004, blz. 34-35.
(60) In deze beste praktijken zal ook aandacht worden besteed aan instrumenten voor e-democratie, regelingen voor stemmen op afstand (bv. elektronisch stemmen) en grensoverschrijdende toegang tot politieke informatie en zij zullen gericht zijn op het verbeteren van de lage opkomst bij verkiezingen.
(61) Het dagelijks leven is voor een groter deel van de Europese burgers in hogere mate geëuropeaniseerd dan doorgaans wordt aangenomen. Meer dan 50 % van de EU-burgers, bijvoorbeeld, „communiceert regelmatig via telefoon, internet, post of e-mail met familie en/of vrienden in het buitenland”, „heeft in de afgelopen twee jaar minstens een andere EU-lidstaat bezocht”, „kijkt tv in een vreemde taal” of voelt zich „vertrouwd met minstens een ander EU-land” (met EU-middelen gesteund onderzoeksproject EUCROSS).
(62) ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained
(63) Standard EB najaar 2016 over het EU-burgerschap. „Het vrije verkeer van personen, goederen en diensten binnen de EU” staat bovenaan de lijst als het meest positieve resultaat van de EU voor 56 % van de respondenten, vlak voor „vrede tussen de lidstaten van de EU”. Ook is 81 % van de Europeanen voorstander van het „vrije verkeer van EU-burgers, die daardoor overal in de EU kunnen wonen, werken, studeren en zakendoen”. In alle lidstaten is een meerderheid van de respondenten voor vrij verkeer.
(64) EB van 2015 over EU-burgerschap. 71 % is het eens met de bewering dat het vrije verkeer van personen binnen de EU algemene voordelen voor de economie van hun land met zich brengt. Zie ook: openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015: de grote meerderheid van de respondenten was van oordeel dat verhuizen naar een ander EU-land voor culturele diversiteit zorgt, wederzijds begrip bevordert en specifieke kennis en vaardigheden met zich brengt.
(65) Dit wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door de klachten die bij SOLVIT en Uw Europa zijn binnengekomen.
(66) In 2014 vormden kwesties die verband houden met sociale zekerheid, gevolgd door zaken die verband houden met het vrije verkeer de overgrote meerderheid van de problemen waar burgers die gebruik maakten van SOLVIT mee te maken kregen. Zie: ec.europa.eu/internal_market/scoreboard
(67) 73 % van de respondenten van de openbare raadpleging over EU-burgerschap van 2015 heeft gemeld dat de belangrijkste bron van informatie die zij hadden geraadpleegd alvorens naar een ander EU-land te verhuizen websites waren van overheidsinstanties, met inbegrip van regionale en lokale overheden van dat land.
(68) Verordening (EU) 2016/589 van 13 april 2016 inzake een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (EURES), de toegang van werknemers tot mobiliteitsdiensten en de verdere integratie van de arbeidsmarkten, PB L 107 van 22.4.2016, blz. 1–28.
(69) Openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015 en openbare raadpleging over één digitale toegangspoort van 2016.
(70) COM(2015) 0192 final.
(71) Zoals Uw Europa, enig contactpunt, productcontactpunten en productcontactpunten voor de bouw.
(72) Het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 omvat acties die het eenmaligheidsbeginsel aansturen (COM(2016) 0179 final). Zie ook Verordening (EU) nr. 910/2014 van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt, PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73-114.
(73) Slechts in 48 % van de gevallen hergebruiken overheidsinstellingen informatie over burgers en bedrijven die zij al hebben, in plaats van er opnieuw om te vragen.
(74) Verordening (EU) nr. 2016/1191 van 6 juli 2016 ter bevordering van het vrije verkeer van burgers door het vereenvoudigen van de vereisten voor het overleggen van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie, PB L 200 van 26.7.2016, blz. 1-136.
(75) Ze hebben twee en een half jaar te tijd om dit te realiseren vanaf de inwerkingtreding ervan op 15 augustus 2016.
(76) Het geschatte aantal van 16 miljoen internationale gezinnen neemt toe.
(77) Verordening (EU) nr. 650/2012 van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring, PB L 201 van 27.7.2012, blz. 107-134.
(78) Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels, PB L 183 van 8.7.2016, blz. 1-29; en Verordening (EU) 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen, PB L 183 van 8.7.2016, blz. 30-56.
(79) Lidstaten krijgen in de verordeningen 30 maanden de tijd om alle nodige maatregelen te treffen opdat internationale paren kunnen genieten van de voordelen van de regelgevingen.
(80) COM(2016) 411 final.
(81) Volgens de openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015 waren de meeste respondenten naar een ander EU-land verhuisd om werkgerelateerde redenen (66 %). Een vergelijkbaar aantal respondenten (64 %) was naar een ander EU-land verhuisd om er te studeren of vrijwilligerswerk te doen.
(82) Openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2015.
(83) Ibidem.
(84) Richtlijn 2013/55/EU van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt, PB L 354 van 28.12.2013, blz. 132-170.
(85) ec.europa.eu/europe2020/pdf/themes/2015
(86) Algemeen ziekenverplegers, fysiotherapeuten, apothekers, vastgoedmakelaars en berggidsen.
(87) Binnen het kader van het project voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de sociale zekerheid ten behoeve van de ontwikkeling van een IT-systeem voor deze uitwisseling.
(88) Richtlijn 2014/92/EU van 23 juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties, PB L 214 van 28.8.2014, blz. 214–246.
(89) Personen met een handicap kunnen ook op problemen stuiten wanneer zij trachten toegang te krijgen tot bankdiensten. Het voorstel voor een Europese toegankelijkheidswetgeving die in 2015 door de Commissie werd gepresenteerd, streeft naar de verbetering van de toegankelijkheid van producten en diensten door het harmoniseren van voorschriften in de EU (COM(2015) 615 final).
(90) Groenboek over financiële retaildiensten (COM(2015) 630 final).
(91) COM(2015) 421 final.
(92) En slechts één op de tien is zich ervan bewust dat nationale contactpunten zijn opgericht om patiënten informatie te verstrekken over hun rechten en over kwaliteit en veiligheid.
(93) COM(2013) 587 final.
(94) Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering, speciale Eurobarometer van het Europees Parlement over Europeanen in 2016 (juni 2016).
(95) COM(2015) 185 final.
(96) Uitvoering van de Europese veiligheidsagenda ter bestrijding van terrorisme en ter voorbereiding van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie (COM (2016) 230 final).
(97) COM(2016) 7 final.
(98) COM(2016) 731 final.
(99) COM(2016) 790 final.
(100) Verslag over het EU-burgerschap 2013.
(101) Versterking van de veiligheid in een door mobiliteit gekenmerkte wereld: door betere informatie-uitwisseling in de strijd tegen terrorisme en door sterkere buitengrenzen (COM(2016) 602 final); en COM(2016) 790 final.
(102) Dat wordt gewaarborgd krachtens de artikelen 20, lid 2, onder c), en 23, lid 2, VWEU.
(103) Richtlijn (EU) 2015/637 betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van Besluit 95/553/EG, PB L 106 van 24.4.2015, blz. 1-13.
(104) De afgifte van een nood-reisdocument is in de praktijk de meest voorkomende vorm van bijstand die door lidstaten wordt verleend aan niet-vertegenwoordigde EU-burgers (meer dan 60 % van alle gevallen).
(105) Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 25.6.1996; PB L 168 van 6.7.1996, blz. 4-11.
(106) Ook in het licht van de inwerkingtreding van artikel 23, lid 2, VWEU en Richtlijn 2015/637/EU.
(107) EU-regels inzake consulaire bescherming (artikelen 20, lid 2, onder c), en 23 VWEU en Richtlijn (EU) 2015/637) gelden alleen buiten de EU.
(108) Richtlijn 2012/29/EU tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ , PB L 315 van 14.11.2012, blz. 57-73.
(109)

Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad, PB L 101 van 15.4.2011, blz. 1-11.

(110) Speciale Eurobarometer 449 – gendergerelateerd geweld – november 2016.
(111) europa.eu/rapid/press-release_STATEMENT-16-3945_nl
(112) Speciale Eurobarometer 437 – Discriminatie in de EU in 2015 – oktober 2015.
(113) COM(2008) 426 final.
(114) Dit is een thema dat Europeanen zeer nauw aan het hart ligt. 76 % vindt dat de aanpak van genderongelijkheid een prioriteit moet zijn – speciale Eurobarometer 428 – gendergelijkheid - maart 2015.
(115) SWD(2015) 278 final.
(116) De onlangs goedgekeurde jaarlijkse groeianalyse legt een sterke nadruk op de arbeidsparticipatiekloof en de loonkloof tussen mannen en vrouwen, en deze onderwerpen zijn ook zeer aanwezig in de landenrapporten van het Europees semester van dit jaar en landspecifieke aanbevelingen.
(117) COM(2016) 710 final.
(118) Het effect van ouderschap op arbeidsparticipatie blijft bij vrouwen veel groter dan bij mannen, en veel vrouwen, met name moeders, hebben banen onder hun niveau of helemaal geen baan. Volgens de statistieken van Eurostat was de arbeidsmarktparticipatie onder vrouwen in 2014 63,5 %, dat is 11,5 % onder het streefcijfer van Europa 2020, namelijk een totale arbeidsparticipatie van 75 % voor mannen en vrouwen.
(119) De cijfers over het gebrek aan sociale acceptatie van deze groep zijn alarmerend (65 % van de respondenten zou zich op zijn gemak voelen (54 % zou zich goed voelen, voor 11 % zou het geen verschil maken) als een homoseksuele, lesbische of biseksuele persoon de hoogste verkozen politieke positie zou uitoefenen; 21 % meldt dat zij zich ongemakkelijk zouden voelen) ec.europa.eu/justice/discrimination/files
(120) ec.europa.eu/europe2020/index_nl
(121) In het verslag van de Commissie van 2016 ter evaluatie van de tenuitvoerlegging van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma en van de aanbeveling van de Raad over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten stelt zij haar prioriteiten vast voor acties op dit gebied, zoals actie ondernemen om de volledige naleving van de antidiscriminatie-wetgeving te verzekeren, de inspanningen van de lidstaten voor de integratie van de Roma te ondersteunen en participatie en dialoog op Europees niveau van alle belanghebbenden te bevorderen.
(122) Speciale Eurobarometer-enquête – discriminatie in de EU 2012.
(123) ec.europa.eu/digital-agenda/en/news
(124)

Future-proofing e-Government for a Digital Single Market, Final insight rapport: juni 2015, blz. 65. Over de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties, zie ook: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/web-accessibility

(125) COM(2016) 790 final.
(126) Zie de politieke richtsnoeren van voorzitter Juncker.
(127) Verordening (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1-123, en Verordening (EG) nr. 987/2009 van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, PB L 284 van 31.10.2009, blz. 1-42. COM(2016) 815 final.
(128) Aanbeveling van de Raad van 10 maart 2014 inzake een kwaliteitskader voor stages, PB C 88 van 27.3.2014, blz. 1-4.
(129) euxtra.com/en/2012/05/22/your-first-eures-job/
(130) Studie ter ondersteuning van de opstelling van een effectbeoordeling over de EU-beleidsinitiatieven inzake verblijfs- en identiteitsdocumenten teneinde de uitoefening van het recht op vrij verkeer te vergemakkelijken.
(131) COM(2016) 790 final.
(132) ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation
(133) ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation
(134) ec.europa.eu/taxation_customs/taxation
(135) Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG, PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51-128.
(136) VP/2015/012 Oproep tot het indienen van voorstellen ter ondersteuning van nationale projecten betreffende een wederzijds erkende Europese gehandicaptenkaart en de daaruit voortvloeiende voordelen. ec.europa.eu/social/main.jsp?catld=629
(137) Richtlijn (EU) 2016/343 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn, PB L 65 van 11.3.2016, blz. 1-11, die in werking is getreden op 31 maart 2016.
(138) Richtlijn (EU) 2016/800 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure, PB L 132 van 21.5.2016, blz. 1-20, die in werking is getreden op 10 juni 2016.
(139) Richtlijn (EU) 2016/1919 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel, PB L 297 van 4.11.2016, blz. 1-8, die in werking is getreden op 24 november 2016.
(140) Uit de openbare raadpleging over het EU-burgerschap van 2012 blijkt dat een op de vier respondenten problemen ondervindt bij het onlinewinkelen.
(141) Verordening (EU) 2015/2421 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen en Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure is gepubliceerd in het Publicatieblad op 24 december 2015, PB L 341 van 24.12.2015, blz. 1-13.
(142) ec.europa.eu/justice/newsroom/consumer-marketing
(143) europa.eu/youreurope/citizens/consumers/index_nl
(144) Richtlijn 2011/83/EU van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64-88.
(145) Richtlijn 2005/29/EU van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt, PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22-35.
(146) Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29-34.
(147) Richtlijn 99/44/EG van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen, PB L 171 van 7.7.1999, blz. 12-16.
(148) ec.europa.eu/your-rights/help/individuals/index_nl
(149) Een van de mogelijkheden voor burgers voor het oplossen van problemen is doeltreffende bemiddeling of andere methoden voor alternatieve geschillenbeslechting. De richtlijn bemiddeling/mediation voorziet een EU-kader waarmee EU-burgers ten volle kunnen profiteren van bemiddeling als middel om hun geschillen te beslechten, ongeacht of deze nu van commerciële of van familierechtelijke aard zijn (Richtlijn 2008/52/EG van de Commissie van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken, PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3-8). De Commissie heeft in 2016 een verslag over de toepassing van deze richtlijn goedgekeurd (COM(2016) 542 final).
(150) Aankoop van goederen/diensten in het land waar de burger woont, aankoop van goederen/diensten in een ander EU-land, buitengerechtelijke klacht tegen een bank, verzekeringsmaatschappij, investeringsfonds enz., het betalen en het ontvangen van betalingen in een andere EU-lidstaat of buitengerechtelijke geschillen over goederen die online zijn gekocht.
(151) Wanneer bijvoorbeeld het paspoort is verloren of gestolen, in geval van ernstige ongevallen, ziekte of overlijden of in geval van geweldsmisdrijven, arrestatie of detentie, noodhulp/repatriëring.
(152) europa.eu/youreurope/citizens/index_nl
(153) ec.europa.eu/ipg/basics/web_rationalisation Het programma zal tegen het einde van 2017 geleidelijk worden uitgevoerd.
(154) bookshop.europa.eu/nl/wist-u-dat--pbNA0414127/
(155) https://bookshop.europa.eu/nl/uw-europa-uw-rechten-pbKM0214968/
(156) Betreffende het aanpakken van de gevolgen van ontneming van het stemrecht aan burgers van de Unie die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (COM(2014) 391 final).