Toelichting bij COM(2017)128 - Beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Het voorstel beoogt de omzetting in EU-recht van de instandhoudings-, controle- en handhavingsmaatregelen die zijn vastgesteld door de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO), waarbij de Europese Unie als verdragsluitende partij is aangesloten. De SPRFMO is de regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) die verantwoordelijk is voor het beheer van de visbestanden in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan en de aangrenzende zeeën, met uitzondering van tonijn en tonijnachtigen. De SPRFMO heeft sinds haar eerste vergadering in 2013 elk jaar nieuwe instandhoudings-, controle- en handhavingsmaatregelen vastgesteld. De meest recente in EU-recht om te zetten maatregelen die in dit voorstel zijn opgenomen, zijn in januari 2017 door de SPRFMO vastgesteld.

De SPRFMO heeft de bevoegdheid om voor de instandhouding en het beheer van de onder haar bevoegdheid vallende visserijen bindende besluiten vast te stellen, instandhoudings- en beheersmaatregelen (conservation and management measures – "CMM's") genoemd. Deze handelingen zijn in de eerste plaats gericht tot de verdragsluitende partijen bij de SPRFMO, maar bevatten tevens verplichtingen voor exploitanten (zoals de kapiteins van vissersvaartuigen). De CMM's van de SPRFMO treden negentig dagen na de kennisgeving ervan in werking, zijn bindend voor de verdragsluitende partijen en moeten in het geval van de EU worden omgezet in Europees recht, voor zover de EU-wetgeving er niet reeds in voorziet.

• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Er zijn tot dusverre nog geen instandhoudings- en beheersmaatregelen van de SPRFMO omgezet. De belangrijkste beleidsbepalingen ter zake zijn Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, en Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid.

In artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat de vaststelling van maatregelen voor de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden een bevoegdheid van de Raad is; daarom vallen de door de SPRFMO voor de EU vastgestelde vangstmogelijkheden niet onder dit voorstel.

• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Niet van toepassing.

1.

Rechtsgrondslag


, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag



Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, VWEU aangezien het bepalingen bevat die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid na te streven.

• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is in deze context niet van toepassing, aangezien het voorstel betrekking heeft op de duurzame exploitatie, het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van de externe component van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Evenredigheid



Met de overwogen optie worden de SPRFMO-verplichtingen in de EU geïmplementeerd zonder dat verder wordt gegaan dan nodig is om het gestelde doel te bereiken.

Keuze van het instrument



Omdat een verordening rechtstreeks toepasselijk en verbindend voor de lidstaten is, draagt de onderhavige verordening bij tot een uniforme toepassing van de voorgestelde regels in de gehele Unie, zodat een gelijk speelveld ontstaat voor alle exploitanten van de EU die visserijactiviteiten verrichten in het SPRFMO-verdragsgebied.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

• Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden



Met dit voorstel worden reeds bestaande instandhoudings- en beheersmaatregelen van de SPRFMO, die bindend zijn voor de verdragsluitende partijen, omgezet. Tijdens de voorbereiding van de SPRFMO-vergaderingen waar deze instandhoudings- en beheersmaatregelen worden vastgesteld, alsook gedurende de onderhandelingen daarover in de SPRFMO-jaarvergadering, worden zowel deskundigen van de lidstaten als belanghebbenden geraadpleegd. Daarom werd een raadpleging van de belanghebbenden voor deze omzettingsverordening niet nodig geacht.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Niet van toepassing.

Effectbeoordeling



Aangezien er geen nieuwe beleidsaspecten worden geformuleerd, is een effectbeoordeling niet relevant voor het onderhavige wetgevingsinitiatief. Dit initiatief betreft geldende internationale verplichtingen die al bindend zijn voor de EU en ten aanzien waarvan geen effectbeoordeling vereist is.

• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

• Grondrechten

Niet van toepassing.

2.

Gevolgen voor de begroting



Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportering

Niet van toepassing.

• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting



Titel I bevat algemene bepalingen, zoals onderwerp, toepassingsgebied en definities. Het belangrijkst in dit verband is dat deze verordening van toepassing is op vissersvaartuigen van de Unie die actief zijn in het SPRFMO-verdragsgebied en, in het geval van overladingen van in het SPRFMO-verdragsgebied gevangen soorten, buiten het SPRFMO-verdragsgebied. Zij is ook van toepassing op vissersvaartuigen van derde landen die EU-havens aandoen en visserijproducten aan boord hebben die in het verdragsgebied zijn geoogst.

Titel II heeft betrekking op beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen betreffende bepaalde soorten. Hoofdstuk I bevat SPRFMO-beheersmaatregelen voor Chileense horsmakreel. Hoofdstuk II bevat maatregelen om de impact van de visserij op zeevogels te verminderen.

Titel III bevat bepalingen betreffende beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde visserijmethoden. Hoofdstuk I heeft betrekking op bodemvisserij. Hoofdstuk II betreft experimentele visserij.

Titel IV bevat gemeenschappelijke controlemaatregelen. In hoofdstuk I worden machtigingen voor vissersvaartuigen en het vaartuigenregister van de SPRFMO behandeld. In hoofdstuk II worden bepalingen vastgesteld betreffende overlading, met inbegrip van algemene bepalingen, voorafgaande kennisgeving, overladingstoezicht en kennisgeving na overlading. Hoofdstuk III betreft de verzameling en rapportering van gegevens. Hoofdstuk IV bevat bepalingen inzake bewaking en waarnemersprogramma's. Hoofdstuk V heeft betrekking op de inspectie in EU-havens van vissersvaartuigen van derde landen die in het SPRFMO-verdragsgebied geoogste visserijproducten aan boord hebben, met name de vaststelling van contactpunten en aangewezen havens, de procedure voor voorafgaande kennisgeving, de criteria voor inspecties en de inspectieprocedure. Het bevat tevens bepalingen betreffende de toepasselijke procedure in geval van kennelijke inbreuken tijdens haveninspecties. Hoofdstuk VI bevat regels inzake handhaving en naleving, met name de circulatie van informatie over illegale, ongereglementeerde en ongemelde (IOO) visserijactiviteiten, de implementatie van maatregelen ten aanzien van vissersvaartuigen die in de IOO-lijst van de SPRFMO zijn opgenomen en de behandeling van nalevingskwesties.

Titel V bevat slotbepalingen, zoals bepalingen inzake de vertrouwelijkheid van elektronische verslagen en berichten, de procedure voor wijzigingen, de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie, de uitvoering en de inwerktreding.