Toelichting bij COM(2017)556 - Opzegging van de visserijovereenkomst met de Comoren, die is vastgesteld bij Verordening 1563/2006

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren 1 (hierna 'de Comoren' genoemd) voorziet in de beëindiging ervan door elke partij wegens ernstige omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (hierna 'IOO-visserij' genoemd) niet worden nagekomen. Voor de beëindiging van de overeenkomst is schriftelijke voorafgaande kennisgeving vereist door de partij die om de beëindiging van de overeenkomst verzoekt. Deze moet ten minste zes maanden vóór de beëindiging worden ingediend.

Overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad ("de IOO-verordening") kan de Commissie derde landen identificeren die naar haar mening niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij. Een derde land kan als niet-meewerkend derde land worden aangemerkt indien het zich niet kwijt van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dient te vervullen wat betreft de te ondernemen actie om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Overeenkomstig artikel 32 van de IOO-verordening zijn de Comoren op 1 oktober 2015 bij besluit van de Commissie in kennis gesteld van de mogelijkheid dat zij worden aangemerkt als een derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij 2 .

Na dit besluit heeft de Commissie een dialoog met de Comoren geopend, die werd gevoerd in overeenstemming met de vereisten van de IOO-verordening. De dialoog was gebaseerd op een actieplan dat door de Commissie aan de Comoren werd voorgesteld om de tekortkomingen te verhelpen. De Comoren hebben niet binnen een redelijke termijn de nodige corrigerende maatregelen genomen om de geïdentificeerde punten van zorg weg te nemen.

Aangezien de Comoren zich niet hebben gekweten van de taken die zij krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dienen te vervullen, en geen maatregelen hebben genomen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, is dat land overeenkomstig artikel 31 van de IOO-verordening bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/889 van de Commissie van 23 mei 2017 3 aangemerkt als niet-meewerkend derde land. Na deze aanmerking hebben de Comoren nog steeds niet de nodige corrigerende maatregelen genomen.

De voornaamste tekortkomingen die dit besluit rechtvaardigden, hielden verband met: (i) het goedkopevlagbeleid van de Comorese autoriteiten; (ii) bewijs van illegale visserijactiviteiten door de Comorese vloot; (iii) de gebrekkige of ontbrekende monitoring- en controlecapaciteit van de nationale autoriteiten; en (iv) het verouderde rechtskader voor de visserij van de Comoren.

Overeenkomstig artikel 33 van de IOO-verordening zijn de Comoren bijgevolg op 11 juli 2017, bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1332 van de Raad 4 , toegevoegd aan de bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU 5 vastgestelde lijst van niet-meewerkende derde landen.

Wanneer een derde land op de lijst van landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserijactiviteiten wordt geplaatst, moeten de in artikel 38 van de IOO-verordening bedoelde maatregelen worden genomen. Een van die maatregelen bestaat erin dat de Commissie de opzegging voorstelt van alle bestaande bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met niet-meewerkende derde landen die voorzien in de beëindiging van de overeenkomst wanneer het derde land zijn verplichtingen inzake de bestrijding van IOO-visserij niet nakomt.

Aangezien de Comoren op de lijst van niet-meewerkende landen zijn geplaatst, acht de Commissie het noodzakelijk aan de Raad voor te stellen dat zij de beëindiging van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Comoren in gang zet.

Het Verdrag van Lissabon geeft de Commissie de bevoegdheid de Unie te vertegenwoordigen ten aanzien van niet-EU-landen. Dit houdt in dat het aan de Commissie toekomt om, namens de EU, de Comoren in kennis te stellen van het besluit van de Raad en de Unie om de partnerschapsovereenkomst te beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden en van de voorwaarde dat de partijen in onderhandeling treden voordat de overeenkomst wordt beëindigd (artikel 12 van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de EU en de Comoren).

De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), VWEU. Volgens het rechtsbeginsel van de actus contrarius moet de rechtsgrondslag die wordt gebruikt om een internationale overeenkomst te beëindigen, dezelfde zijn als die welke is gebruikt voor de sluiting ervan. Dit betekent dat het Europees Parlement dit voorstel moet goedkeuren voordat het door de Raad wordt aangenomen.

Het voorstel voor de beëindiging van deze overeenkomst mag de effecten van artikel 38, lid 8, van de IOO-verordening niet uitstellen. Bijgevolg moet de Commissie de Raad verzoeken om het Europees Parlement te vragen binnen een termijn van drie maanden zijn goedkeuring aan het voorstel te hechten.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

N.v.t.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

N.v.t.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is in overeenstemming met het gemeenschappelijk visserijbeleid en de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij en het IOO-visserijbeleid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag


De passende rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

N.v.t.

Evenredigheid

N.v.t.

Keuze van het instrument

Aangezien het doel van de rechtsgrondslag bestaat in de tenuitvoerlegging van een tot een specifiek derde land gericht besluit, is het passend een besluit van de Raad te gebruiken om de regering van de Comoren in kennis te stellen van de beëindiging van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

N.v.t.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

N.v.t.

Effectbeoordeling

N.v.t.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

N.v.t.

Grondrechten

N.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De beëindiging van de partnerschapsovereenkomst met de Unie der Comoren heeft geen gevolgen voor de begroting. In de reserve voor de begroting 2017 en de ontwerpbegroting 2018 zijn geen bedragen begroot in verband met een nieuw protocol ter vervanging van het protocol dat op 31 december 2016 is verstreken.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

N.v.t.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

N.v.t.

Artikelsgewijze toelichting

N.v.t.