Toelichting bij COM(2018)360 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor bijstand aan Bulgarije, Griekenland, Litouwen en Polen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Dit besluit heeft betrekking op de beschikbaarstelling, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 1 (hierna 'de verordening' genoemd), van een bedrag van 33 992 206 EUR uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) voor het verlenen van bijstand aan Bulgarije, Griekenland, Litouwen en Polen naar aanleiding van rampen die zich in 2017 in die landen hebben voorgedaan. Deze beschikbaarstelling van middelen gaat vergezeld van ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 4/2018 2 , waarmee wordt beoogd de nodige vastleggings- en betalingskredieten in de algemene begroting 2018 op te nemen.

2. Informatie en voorwaarden

2.1Bulgarije - overstromingen

Op 25 en 26 oktober 2017 kreeg het zuidoosten van Bulgarije te maken met ongewoon zware neerslag en hevige stormen die bruggen, afwateringskanalen, keermuren en basisinfrastructuur beschadigden.

(1)Bulgarije heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 11 januari 2018, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 25 oktober 2017. De aanvraag werd ingediend als 'regionale natuurramp' overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de verordening.

(2)De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het SFEU.

(3)De Bulgaarse autoriteiten ramen de totale directe schade van de ramp op 90,3 miljoen EUR. De aanvraag werd ingediend op grond van de bepalingen inzake 'regionale natuurrampen' van artikel 2, lid 3, van de verordening, dat als 'regionale natuurramp' aanmerkt een natuurramp die in een regio op NUTS-niveau 2 van een subsidiabele staat tot directe schade leidt van meer dan 1,5 % van het bruto binnenlands product (bbp) van die regio. De schade die door de overstromingen in Burgas is veroorzaakt, vertegenwoordigt 1,6 % van het bbp van de betrokken Yugoiztochen NUTS-niveau 2 regio 3 en overstijgt dus de drempel van 1,5 % uit de verordening. De aanvraag van Bulgarije komt bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het SFEU.

(4)In hun aanvraag hebben de Bulgaarse autoriteiten om de betaling van een voorschot verzocht. Na een voorlopige beoordeling van de aanvraag was de Commissie van oordeel dat het opgevoerde schadebedrag, dat de subsidiabiliteitsdrempel slechts marginaal overstijgt, een grondigere beoordeling vergde en dat de betaling van een voorschot dus niet gerechtvaardigd was.

(5)De Bulgaarse aanvraag geeft een nadere beschrijving van de meteorologische situatie en de effecten van de storm. Tussen 25 en 26 oktober 2017 hebben intense en zware neerslag, felle winden en een stormvloed vanuit de Zwarte Zee het grondgebied van het district Burgas getroffen, hetgeen tot een kritieke situatie heeft geleid. De noodtoestand werd uitgeroepen en het regionale rampenplan werd geactiveerd. De overstromingen eisten vijf slachtoffers en troffen zo'n 6 000 mensen; 142 woningen en meer dan 1 200 andere panden kwamen onder water te staan. Door hoge waterstanden in rivieren en vloedgolven geraakten bruggen overstroomd en werden weginfrastructuur, afwateringskanalen, riolen en keermuren beschadigd, maar ook het nationale wegennet. Gemeentelijke infrastructuur zoals wegen, bruggen, waterleidingen, steunmuren, afwateringsbeschermingen, sloten, rivierbeddingen, zorg- en kinderopvangvoorzieningen werden beschadigd of vernield. De regionale vuilstort werd zwaar beschadigd en werd tijdelijk buiten gebruik gesteld. De waterzuiveringsinstallatie in Dolno Ezerovo werd overstroomd en functioneerde tijdelijk niet.

(6)Bulgarije heeft de kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, op 90,1 miljoen EUR geraamd. Het heeft ook een uitsplitsing naar soort activiteiten verschaft. Verreweg het grootste deel van de subsidiabele kosten (meer dan 65 miljoen EUR) heeft betrekking op de vervoersector.

(7)Volgens de Bulgaarse autoriteiten is 0,33 % van de subsidiabele kosten verzekerd. Daarvoor kan er geen bijdrage uit het SFEU komen.

(8)De getroffen regio's zijn "minder ontwikkelde regio's" in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI) (2014-2020). De Bulgaarse autoriteiten hebben niet aan de Commissie te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van de programma's van de ESI-fondsen naar herstelmaatregelen over te hevelen.

(9)Bulgarije heeft het Uniemechanisme voor civiele bescherming niet geactiveerd.

(10)Wat betreft de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer, momenteel lopen er geen inbreukprocedures.

(11)De Bulgaarse aanvraag bevat een beschrijving van de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer met betrekking tot de aard van de natuurramp. Zo zijn Richtlijn 2000/60/EG (kaderrichtlijn water) en Richtlijn 2007/60/EG (hoogwaterrichtlijn) omgezet in de Bulgaarse Waterwet. Richtlijn 2008/114/EG van de Raad betreffende kritieke infrastructuurvoorzieningen is omgezet in de Bulgaarse Rampenwet.

2.2Griekenland - aardbeving op Kos in 2017

Op 20 juli 2017 heeft een aardbeving met een magnitude van 6,6 op de schaal van Richter de Zuid-Egeïsche eilanden tussen Bodrum (Turkije) en het eiland Kos (Griekenland) getroffen, gevolgd door talrijke naschokken. De daardoor ontstane schade trof vooral openbare infrastructuur en activa, maar ook belangrijke culturele erfgoedsites.

(1)Griekenland heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het SFEU ingediend op 11 oktober 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 21 juli 2017. De aanvraag werd ingediend als 'regionale natuurramp' overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de verordening. Op 9 maart 2018 heeft Griekenland, na een verzoek van de Commissie, aanvullende informatie verschaft die nodig was om de beoordeling van deze zaak te kunnen afronden.

(2)De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het SFEU.

(3)De Griekse autoriteiten ramen de totale directe schade van de ramp op 101,4 miljoen EUR. De aanvraag werd ingediend op grond van de bepalingen inzake 'regionale natuurrampen' van artikel 2, lid 3, van de verordening, dat als 'regionale natuurramp' aanmerkt een natuurramp die in een regio op NUTS-niveau 2 van een subsidiabele staat tot directe schade leidt van meer dan 1,5 % van het bruto binnenlands product (bbp) van die regio. De schade die door de aardbeving op Kos is veroorzaakt, vertegenwoordigt 1,8 % van het bbp van de betrokken NUTS-niveau 2 regio Zuid-Egeïsche eilanden 4 en overstijgt dus de drempel van 1,5 % uit de verordening. De aanvraag van Griekenland komt bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het SFEU.

(4)In hun aanvraag hebben de Griekse autoriteiten om de betaling van een voorschot verzocht. De Commissie oordeelde dat de betaling van een voorschot niet gerechtvaardigd was, omdat essentiële aanvullende informatie van Griekenland nodig was om de voorlopige beoordeling van artikel 4 bis van de verordening te kunnen maken.

(5)Na de aardbeving zijn reddingsteams gestuurd om de situatie in te schatten, reddingsactiviteiten uit te voeren, de vitale functies van het eiland (luchthaven, haven, ziekenhuis) te herstellen en lokale beheersinstanties van noodsituaties te coördineren. Brandweerlieden en de nationale ambulancedienst werden ingeschakeld om op zoek te gaan naar mensen die klem zaten of gewond waren. Speciale teams hebben de geknapte elektriciteitslijnen hersteld. Griekenland meldde 10 slachtoffers en meer dan 100 gewonden. Eilandbewoners en een groot aantal toeristen moesten meerdere nachten in scholen, in parken en in open lucht slapen. De haven van Kos bleek aanzienlijke schade te hebben opgelopen en kon een aantal dagen niet worden gebruikt. 150 huizen moeten worden hersteld en 10 huizen herbouwd. 33 bedrijven moeten hersteld en 5 herbouwd. Ook 3 openbare gebouwen werden getroffen. Veel cultureel erfgoed raakte beschadigd, vooral aan de oostzijde van het eiland, die dichter bij het epicentrum van de aardbeving lag, met name monumenten en archeologische sites in Kos-stad.

(6)Griekenland heeft de kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, op 93,9 miljoen EUR geraamd. Het heeft ook een uitsplitsing naar soort activiteiten verschaft. Het grootste deel van de subsidiabele kosten (meer dan 47,8 miljoen EUR) betreft maatregelen om het culturele erfgoed te beschermen. Het op één na grootste deel (zo'n 41,1 miljoen EUR) betreft kosten om de vervoerinfrastructuur te herstellen.

(7)De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten niet door verzekeringen worden gedekt.

(8)De getroffen regio is een 'meer ontwikkelde regio' in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI) (2014-2020). De Griekse autoriteiten hebben aan de Commissie te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van de programma's van de ESI-fondsen naar herstelmaatregelen over te hevelen.

(9)Griekenland heeft het Uniemechanisme voor civiele bescherming niet geactiveerd.

(10)Als secundair effect van de aardbeving ontstond er een lokale tsunami die de kust van het schiereiland van Bodrum en delen van de kustlijn van het eiland Kos heeft getroffen. Een internationaal team van wetenschappers uit Turkije, Griekenland en van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) van de Commissie heeft een post-event survey uitgevoerd.

(11)Wat betreft de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer, momenteel lopen er geen inbreukprocedures.

(12)De Griekse aanvraag bevat een beschrijving van de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer met betrekking tot de aard van de natuurramp. Na de zware aardbevingen in de periode 1978-1981 had de Griekse regering besloten een beleid voor risicopreventie en -beheer van natuurrampen uit te werken. Dit moest de weerbaarheid van lokale gemeenschappen vergroten via een raamwerk voor de uitvoering van beleidsmaatregelen om bekende risico's te beperken, de impact van aardbevingen te beheren, en nieuwe risico's te vermijden door de invoering van procedures of maatregelen.

2.3Litouwen - overstromingen

In de zomer en het najaar werd Litouwen getroffen door aanhoudende regenval waardoor de bodem volledig verzadigd geraakte en deze het overtollige water niet kon absorberen. Deze situatie leidde tot overstromingen die vooral schade veroorzaakten aan de netwerkinfrastructuur en in de landbouwsector.

(1)Litouwen heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 22 december 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 4 oktober 2017. De aanvraag werd ingediend als 'grote natuurramp' overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de verordening. Op 6 februari 2018 heeft Litouwen verdere informatie verschaft.

(2)De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het SFEU.

(3)Litouwen raamde de totale directe schade van de ramp op 407,4 miljoen EUR. Dit bedrag overstijgt de voor Litouwen geldende drempel voor 'grote natuurrampen' van 214,9 miljoen EUR in 2017 om op het SFEU een beroep te kunnen doen (d.w.z. 0,6 % van het bruto nationaal inkomen (bni), op basis van gegevens over 2015). Aangezien de geraamde totale directe schade die drempel overstijgt, kwalificeert de ramp als een 'grote natuurramp' en komt zij dus in aanmerking voor een bijdrage uit het SFEU.

(4)Litouwen heeft niet om betaling van een voorschot verzocht.

(5)De Litouwse aanvraag geeft een nadere beschrijving van de meteorologische situatie en de effecten van de aanhoudende regenval. Een periode van overvloedige regenval over meerdere maanden, met neerslaghoeveelheden tot 280 % van het normale niveau resulteerden in een met water verzadigde bodem, wateroverlast en kritieke overbelasting van afwateringssystemen. Op 4 oktober 2017 heeft Litouwen de nationale noodtoestand uitgeroepen. De aanhoudende stroom overtollig water met plotse veranderingen in het waterpeil, modder en slib en sterke druk van het water hebben de afvoersystemen beschadigd, waardoor deze zich in kritieke toestand bevinden. Over het hele land konden landaanwinningen en afvoersystemen het water niet absorberen. Rivieren zijn buiten hun oevers getreden en hebben akkers, boerderijen, huizen en transformatorhuisjes onder water gezet en begraafplaatsen getroffen. De zware neerslag beschadigde ook meer dan 100 kilometer regionale wegen. Zo'n 50 gevallen van stroomuitval werden genoteerd, en verwarmingsbuizen en thermische isolatie raakte beschadigd.

(6)Litouwen heeft de kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, op 240,2 miljoen EUR geraamd. Het heeft ook een uitsplitsing naar soort activiteiten verschaft. Bijna het volledige bedrag aan subsidiabele kosten gaat op aan het onmiddellijke herstel van infrastructuurvoorzieningen op het gebied van water-/afvalwaterbeheer, met onder meer dammen en afvoersystemen. De bijdrage uit het SFEU mag echter niet worden gebruikt voor herstelwerkzaamheden die verder gaan dan de toestand van deze activa vóór de natuurramp.

(7)De Litouwse autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten niet door verzekeringen worden gedekt.

(8)De getroffen regio is een 'minder ontwikkelde regio' in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI) (2014-2020). De Litouwse autoriteiten hebben niet aan de Commissie te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van de programma's van de ESI-fondsen naar herstelmaatregelen over te hevelen. Nadat Litouwen in november 2017 echter bij de Commissie een verzoek om steun voor landbouwers had ingediend, heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2018/108 betreffende een noodmaatregel in de vorm van steun aan landbouwers wegens overstromingen en zware regenval in bepaalde gebieden van Litouwen, Letland, Estland en Finland vastgesteld. Het maximumbedrag voor Litouwen bedraagt 9,1 miljoen EUR.

(9)Litouwen heeft het Uniemechanisme voor civiele bescherming niet geactiveerd.

(10)Wat betreft de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer, momenteel lopen er geen inbreukprocedures.

(11)De Litouwse aanvraag bevat een beschrijving van de nationale wetgeving inzake rampenpreventie, zonder dat evenwel specifiek sprake is van de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer met betrekking tot de aard van de natuurramp. De Wet burgerbescherming van de Republiek Litouwen beregelt de procedures die nationale en gemeentelijke instellingen en instanties, landbouwbedrijven en andere organisaties moeten toepassen om zich voor te bereiden op noodsituaties en deze te voorkomen. Op grond van wetgevingshandelingen hebben het ministerie van Landbouw, het ministerie van Milieuzaken en de gemeentediensten driejaarsplannen met preventiemaatregelen tegen noodsituaties goedgekeurd. In het landelijke rampenplan dat in 2010 is goedgekeurd, wordt de activering en het beheer beschreven van materiële en personele middelen na de afkondiging van een nationale noodsituatie. Op grond van besluit nr. IV-114 van 2007 ligt de verantwoordelijkheid om te informeren over gebeurtenissen en noodsituaties die worden veroorzaakt door hydrometeorologische en geologische gebeurtenissen, bij het ministerie van Milieuzaken en de daaronder ressorterende instanties.

2.4Polen - storm

Tussen 9 en 12 augustus 2017 werden delen van Polen getroffen door uitzonderlijk hevige stormen en zware neerslag die omvangrijke schade hebben veroorzaakt aan particuliere en publieke bossen, publieke infrastructuur en ander activa.

(1)Polen heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 25 oktober 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 9 augustus 2017. De aanvraag werd ingediend als 'regionale natuurramp' overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de verordening. Op 23 maart 2018 heeft Polen, na een verzoek van de Commissie, essentiële aanvullende informatie verschaft die nodig was om de beoordeling van deze zaak te kunnen afronden.

(2)De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het SFEU.

(3)De Poolse autoriteiten ramen de totale directe schade van de ramp op 491,2 miljoen EUR. De aanvraag werd ingediend op grond van de bepalingen inzake 'regionale natuurrampen' van artikel 2, lid 3, van de verordening, dat als 'regionale natuurramp' aanmerkt een natuurramp die in een regio op NUTS-niveau 2 van een subsidiabele staat tot directe schade leidt van meer dan 1,5 % van het bruto binnenlands product (bbp) van die regio. De schade die door de storm werd veroorzaakt, vertegenwoordigt 2,0 % van het gewogen regionale bbp-gemiddelde 5 van de drie betrokken regio's, de woiwodschappen Koejavië-Pommeren, Pommeren en Groot-Polen, en overstijgt dus de drempel van 1,5 % uit de verordening. De aanvraag van Polen komt bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het SFEU.

(4)Polen heeft niet om betaling van een voorschot verzocht.

(5)De Poolse aanvraag geeft een nadere beschrijving van de meteorologische situatie en de effecten van de storm begin augustus 2017. De storm ging gepaard met intense regenval en lokale hagelbuien en veroorzaakte 6 dodelijke slachtoffers en 39 gewonden. De districten Toruń en Gdańsk werden het hardst getroffen. Polen nam onmiddellijk actie om mensenlevens te redden, beschadigde gebouwen te beveiligen, omgevallen bomen te verwijderen die talrijke wegen en spoorlijnen blokkeerden en de elektriciteitslijnen hadden beschadigd. De meeste schade was er in de bosbouw. Volgens Poolse ramingen werd in de drie getroffen regio's voor in totaal 9,8 miljoen m3 timmerhout vernietigd. De ramp veroorzaakte aanzienlijke verliezen aan natuurlijke hulpbronnen en trof bijvoorbeeld 22 bosreservaten, 15 vogelsoorten en 134 habitats (Natura 2000), waaronder het oudste bosreservaat 'Czeszewski-bos' in het Jarocin-bosdistrict. Bosinfrastructuur zoals wegen, bruggen, boshutten en centra voor natuureducatie, toeristische sites en andere voorzieningen werden zwaar beschadigd. Daarnaast werden meer dan 13 600 landbouwbedrijven en rond 99 000 ha landbouwgewassen getroffen. In de energiesector moeten 5 000 hoogspanningsmasten worden hersteld, alsmede 758 transformatorstations en meer dan 451 elektriciteitslijnen.

(6)Bossen in Polen zijn van bijzonder belang voor het milieu en worden door een reeks besluiten beschermd. Zij bestrijken rond 30 % van het Poolse grondgebied en 81 % ervan is toegankelijk voor het publiek. 77 % van de Poolse bossen wordt beheerd door het Poolse staatsbosbeheer (Lasy Państwowe). Daarbij gaat het om nationale parken, natuurreservaten, beschermde landschappen, Natura 2000-gebieden, gebieden van ecologisch belang, natuur- en landschapsgebieden, en documentatiesites. De gebieden van het Natura 2000-netwerk bestrijken rond 20 % van Polen.

(7)Polen heeft de kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, op 324,5 miljoen EUR geraamd. Het heeft ook een uitsplitsing naar soort activiteiten verschaft. Het grootste deel van de subsidiabele kosten (meer dan 259,1 miljoen EUR) betreft maatregelen met betrekking tot het onmiddellijke herstel van getroffen zones, om directe gevolgen van bodemerosie te vermijden. Het op één na grootste deel (42,4 miljoen EUR) betreft kosten om de vervoerinfrastructuur te herstellen.

(8)De Commissie tekende aan dat er in het verleden bij het bosbeheer problemen waren met de inachtneming van EU-milieuwetgeving. Om te voorkomen dat bij de voorgenomen bosbeheeractiviteiten de EU-milieuwetgeving niet acht wordt genomen, kan de Commissie in de latere uitvoeringshandeling passende bepalingen opnemen.

(9)De Poolse autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten niet door verzekeringen worden gedekt.

(10)De getroffen regio's zijn "minder ontwikkelde regio's" in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI) (2014-2020). De Poolse autoriteiten hebben niet aan de Commissie te kennen gegeven dat zij voornemens zijn middelen van de programma's van de ESI-fondsen naar herstelmaatregelen over te hevelen.

(11)Polen heeft het Uniemechanisme voor civiele bescherming niet geactiveerd.

(12)Wat betreft de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer, momenteel lopen er geen inbreukprocedures.

(13)De Poolse aanvraag geeft een beschrijving van de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer, zoals Richtlijn 2007/60/EG over beoordeling en beheer van overstromingsrisico's (de overstromingsrichtlijn), alsmede Richtlijn 2008/114/EG inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren en Richtlijn 2012/18/EU betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Momenteel is er geen Uniewetgeving die specifiek betrekking heeft op stormen.

2.5Conclusie

Om bovengenoemde redenen voldoen de natuurrampen die in de aanvragen van Bulgarije, Griekenland, Litouwen en Polen zijn beschreven, aan de in de verordening vastgestelde voorwaarden voor het inzetten van het SFEU.

3. Financiering uit de SFEU-toewijzingen 2018

Krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 6 (hierna de 'MFK-verordening' genoemd), en met name artikel 10, is jaarlijks een bedrag van maximaal 500 000 000 EUR (in prijzen van 2011) aan SFEU-middelen beschikbaar. De voorwaarden voor de beschikbaarstelling van SFEU-middelen zijn vastgesteld in punt 11 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 7 .

Aangezien solidariteit de belangrijkste reden voor de oprichting van het SFEU was, is de Commissie van mening dat de SFEU-steun progressief moet zijn. Dat betekent, gelet op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel voor SFEU-steun bij een 'grote natuurramp' overstijgt (0,6 % van het bni of, indien dit bedrag lager is, 3 miljard EUR in prijzen van 2011) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote natuurrampen vastgesteld op 2,5 % van de totale directe schade onder de drempel en op 6 % van het deel van de schade boven de drempel. Voor regionale rampen en rampen aanvaard op basis van de 'buurland-regel' bedraagt het percentage 2,5 %.

De bijdrage mag de geraamde totale kosten van de subsidiabele acties niet overschrijden. De methode voor het berekenen van de steun is in het SFEU-jaarverslag 2002-2003 beschreven en door de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd.

Op basis van de aanvragen van Bulgarije, Griekenland, Litouwen en Polen en uitgaande van de raming van de totale veroorzaakte directe schade, wordt de financiële bijdrage uit het SFEU als volgt berekend:

LidstatenKwalificatie van de rampTotale directe schade


1.

(x mln EUR)

Drempel voor grote natuurrampen


2.

(x mln EUR)

2,5 % van de directe schade tot de drempel

3.

(in EUR)

6 % van de directe schade boven de drempel

4.

(in EUR)

Voorgesteld totaal steunbedrag


5.

(in EUR)

Betaalde voorschotten


6.

(in EUR)

BULGARIJERegionaal

7.

(art. 2, lid 3)

90,329288,0202 258 225-2 258 2250
GRIEKEN-LANDRegionaal

8.

(art. 2, lid 3)

101,4321 057,8002 535 796-2 535 7960
LITOUWENGroot

9.

(art. 2, lid 2)

407,366214,9445 373 60011 545 34116 918 9410
POLENRegionaal

10.

(art. 2, lid 4)

491,1702 501,28012 279 244-12 279 2440
TOTAAL33 992 2060

Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening bedroeg het totale, begin 2018 voor SFEU-steun beschikbare bedrag 421 142 057 EUR, d.w.z. de som van de resterende toewijzing voor 2018 van 280 371 754 EUR (nl. 574 342 834 EUR min 293 971 080 EUR, het bedrag dat al in 2017 beschikbaar werd gesteld 8 ), vermeerderd met de resterende toewijzing voor 2017 van 140 770 303 EUR, het bedrag dat niet is uitgegeven en overgedragen naar 2018.

Het bedrag dat in dit stadium van het jaar 2018 beschikbaar kan worden gesteld, is gelijk aan 173 389 397 EUR. Dit stemt overeen met het totale, begin 2018 voor SFEU-steun beschikbare bedrag (421 142 057 EUR), verminderd met het gereserveerde bedrag van 143 585 709 EUR om te voldoen aan de in artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening neergelegde verplichting om 25 % van de jaarlijkse toewijzing voor 2018 tot 1 oktober 2018 opzij te zetten, en verminderd met het bedrag van 104 166 951 EUR dat eerder dit jaar voor Griekenland, Spanje, Frankrijk en Portugal beschikbaar is gesteld 9 .

Overzichtstabel SFEU-financieringBedrag

11.

in EUR

Naar 2018 overgedragen toewijzing voor 2017140 770 303
Toewijzing voor 2018574 342 834
Toewijzing voor 2018 vervroegd beschikbaar gesteld in 2017 overeenkomstig artikel 10, lid 2, van de MFK-verordening-293 971 080

12.

----------------

Begin 2018 beschikbaar totaalbedrag421 142 057
Min in 2018 reeds beschikbaar gesteld voor Griekenland, Spanje, Frankrijk en Portugal-104 166 951
Min 25 % van de gereserveerde toewijzing voor 2018-143 585 709

13.

----------------

Momenteel beschikbaar maximumbedrag (toewijzingen 2017+2018)173 389 397
Voorgesteld totaal steunbedrag beschikbaar te stellen voor Bulgarije, Griekenland, Litouwen en Polen- 33 992 206
Resterend beschikbaar bedrag tot 1 oktober 2018139 397 191