Toelichting bij COM(2018)568 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het beleid inzake het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) erkent het strategische belang van de ontwikkeling van een Europees vervoersinfrastructuurnetwerk voor de maatschappij en de economie van de Unie. In de wetgeving van de EU zijn termijnen opgenomen voor de afwerking van het kernnetwerk (2030) en het uitgebreide netwerk (2050).

Kernnetwerkcorridors, als omschreven in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1316/2013 ("de verordening betreffende de Connecting Europe Facility" of de 'CEF-verordening') 1 , zijn een instrument om de totstandbrenging van het kernnetwerk te helpen coördineren. De corridors zijn gericht op modale integratie, interoperabiliteit en de gecoördineerde ontwikkeling van infrastructuur, met name op grensoverschrijdende trajecten en knelpunten. De lidstaten zijn overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1315/2013 2 verplicht om aan de kernnetwerkcorridors deel te nemen.

Het Verenigd Koninkrijk maakt deel uit van de kernnetwerkcorridor Noordzee – Middellandse Zee (NMZ-corridor). De NMZ-corridor omvat verbindingen tussen Belfast, Dublin en Cork in Ierland, en tussen Glasgow en Edinburgh in het noorden en Folkestone en Dover in zuiden van Groot-Brittannië. Bovendien zijn de trajecten en knooppunten in het Verenigd Koninkrijk opgenomen in de tabel van 'vooraf geselecteerde tracés, met inbegrip van projecten' voor de NMZ-corridor.

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dat betekent dat vanaf 30 maart 2019 ("de terugtrekkingsdatum") 3 alle primaire en secundaire wetgeving van de Unie niet langer van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk, tenzij in een geratificeerd terugtrekkingsakkoord 4 een andere datum wordt vastgesteld. Het Verenigd Koninkrijk wordt dan een derde land, een niet-lidstaat van de Unie.

Als in een terugtrekkingsakkoord geen overgangsmaatregelen worden vastgesteld, zal het Verenigd Koninkrijk vanaf 30 maart 2019 niet langer deel uitmaken van de NMZ-corridor. De Britse overheden en belanghebbenden zullen niet langer deelnemen aan de vergaderingen en activiteiten van de corridor.

Gezien de verbondenheid tussen de economie van Ierland en het Verenigd Koninkrijk en de ligging van Ierland aan de geografische rand van de Unie, zullen de gevolgen voor Ierland van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie aanzienlijk zijn. Het Verenigd Koninkrijk vormt een levensbelangrijke schakel in het vervoer tussen Ierland en het vasteland. De trajectaanpassingen in de NMZ-corridor moeten dus worden gewijzigd om te vermijden dat de corridor in twee verschillende delen uiteenvalt en Ierland niet langer verbonden is met het vasteland van de EU.

Wat de handel met continentaal Europa betreft, is Ierland sterk afhankelijk van de korte containervaart en de veerdiensten. De korte containervaart is een belangrijk handelskanaal met derde landen via knooppunten op het Europees continent; veerboten worden ook gebruikt voor de handel met het Verenigd Koninkrijk.

Om het hoofd te kunnen bieden aan de problemen die worden veroorzaakt door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, is het belangrijk dat de vervoersverbindingen op het Ierse vasteland worden verbeterd en dat aan de stijgende handelseisen wordt voldaan via de Ierse havens.

In tegenstelling tot vele regio's in de corridor is Ierland voor de verbinding van zijn havens met mondiale containernetwerken veeleer afhankelijk van feederdiensten dan van rechtstreeks containervervoer op de grote vaart; het is dan ook belangrijk dat de toegang tot kernhavens over land en over zee (met inbegrip van de 'snelwegen op zee') wordt verbeterd om tot een grotere samenhang binnen de corridor te komen.

De voorgestelde verordening houdt een wijziging van de trajectaanpassingen in de NMZ-corridor in door nieuwe zeeverbindingen toe te voegen tussen de Ierse kernhavens van Dublin en Cork en de havens van de NMZ-corridor in België (Zeebrugge en Antwerpen) en Nederland (Rotterdam). De verordening zou in werking treden op de dag dat de CEF-verordening niet langer van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk en het VK bijgevolg niet langer deel uitmaakt van de NMZ-corridor.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel is volledig in overeenstemming met de bestaande wetgeving. De met dit voorstel beoogde wijziging van de aanpassing van de NMZ-corridor moet ook in overweging worden genomen bij de uitwerking van het voorstel voor een nieuwe CEF-verordening 5 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is volledig in overeenstemming met het mandaat van de Raad voor de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk over zijn terugtrekking uit de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Omdat de voorgestelde handeling de inhoud van de bestaande handeling van de Unie wijzigt, kan dit alleen worden bereikt met een maatregel op het niveau van de Unie.

Evenredigheid

Het voorstel geldt als evenredig aangezien het de nodige juridische wijzigingen omvat maar tegelijkertijd niet verder gaat dan nodig is om te verzekeren dat Ierland verbonden is met het Europese vasteland na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.

Keuze van het instrument

Aangezien de handeling een verordening van het Europees Parlement en de Raad wijzigt, is de voorgestelde wijziging de enige passende vorm.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De problemen voor de vervoersstromen op de NMZ-corridor die ontstaan door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, zijn met de lidstaten en belanghebbenden uit de corridorlanden besproken op de vergadering van de kernnetwerkcorridor tijdens de TEN-T-dagen op 25 april 2018.

Via het portaal voor betere regelgeving ("Geef uw mening") van de Europese Commissie konden belanghebbenden commentaar geven op het initiatief.

Tijdens de periode van 28 juni tot en met 12 juli 2018 werden opmerkingen ontvangen van diverse belanghebbenden, waaronder bedrijven, ondernemersorganisaties en overheden. Het voornemen om de aanpassing van de NMZ-corridor te herzien werd ten volle gewaardeerd. De opmerkingen hadden veelal betrekking op de keuze van de havens op het vasteland waarmee Ierland moet worden verbonden. Bij de opstelling van het voorstel is met de commentaren rekening gehouden.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Overeenkomstig de richtsnoeren voor betere regelgeving wordt gezien de aard van de voorgestelde maatregel geen effectbeoordeling gepland. Er zijn geen andere materieel verschillende beleidsopties mogelijk. De voorgenomen maatregel is de enige levensvatbare beleidsoptie waardoor een permanente verbinding van alle delen van de corridor Noordzee – Middellandse Zee wordt verzekerd in het licht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.

De maatregel komt tegemoet aan de permanente noodzaak om de vervoerscorridor intact te houden en werkelijk efficiënte en duurzame vervoersverbindingen tussen Ierland en het Europese vasteland tot stand te brengen. Met de maatregel wordt benadrukt dat verbindingen over zee belangrijk zijn om het hoofd te kunnen bieden aan de problemen die worden veroorzaakt door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk en die ook voor alle andere landen die bij de NMZ-corridor betrokken zijn negatieve gevolgen kunnen hebben op de planning van en de investeringen in infrastructuur.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.