Toelichting bij COM(2018)719 - Wijziging van Verordening 516/2014 (AMIF) inzake nieuwe vastlegging van fondsen voor de tenuitvoerlegging van Besluiten 2015/1523 (Italië, Griekenland) en 2015/1601 (Turkije)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Om de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Raad tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland 1 en van het Besluit van de Raad inzake legale toelating vanuit Turkije 2 te ondersteunen, is financiering vastgelegd voor de nationale programma's van de lidstaten in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF). De twee besluiten van de Raad 3 hebben de effectieve herplaatsing mogelijk gemaakt van 34 705 verzoekers om internationale bescherming uit Griekenland en Italië en de legale toelating van 5 345 verzoekers om internationale bescherming uit Turkije. De looptijd van deze besluiten is nu verstreken, waardoor ze niet langer van toepassing zijn.

Van de 843 miljoen euro die in 2016 in het kader van AMIF is vastgelegd voor nationale programma’s van de lidstaten, is nog ongeveer 567 miljoen euro beschikbaar. Volgens de vrijmakingsregel die is vastgesteld in de verordening tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie 4 , moeten deze vastleggingen eind 2018 zijn betaald; daarna kunnen de lidstaten de financiering niet meer gebruiken voor hun nationale programma's in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.

In het licht van de besprekingen met het Europees Parlement en de Raad in de loop van 2018, stelt de Commissie technische wijzigingen van artikel 18 van Verordening (EU) 516/2014 voor 5 , om de lidstaten in staat te stellen de resterende vastgelegde bedragen te gebruiken voor prioriteiten van de Unie op het gebied van migratie, met inbegrip van het uitvoeren van herplaatsingen na het verstrijken van de besluiten van de Raad. Het voorstel voorziet er ook in dat de doelgroep die in aanmerking komt voor herplaatsing in het kader van het huidige AMIF, namelijk personen die internationale bescherming genieten, wordt uitgebreid tot verzoekers om internationale bescherming (zoals het geval was in de bovenvermelde besluiten van de Raad).

Deze wijziging stelt de lidstaten in staat nog steeds solidariteit te tonen bij de tenuitvoerlegging van herplaatsingsbesluiten in de praktijk. Bovendien biedt dit voorstel de lidstaten de mogelijkheid om deze financiering, behalve voor herplaatsing en hervestiging, ook te gebruiken voor andere acties die gedefinieerd zijn in de verordening betreffende het Fonds voor asiel, migratie en integratie, voor zover dit naar behoren is gemotiveerd in de nationale programma's, die met het oog daarop moeten worden herzien 6 . De lidstaten worden geconfronteerd met grote en uiteenlopende behoeften op het gebied van asiel, integratie en terugkeer, zoals wordt bevestigd in de tussentijdse evaluatie van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.

Dankzij het voorstel kunnen de lidstaten hun nationale programma's herzien om bedragen opnieuw vast te leggen of over te dragen. Het voorstel verlengt ook de termijn voor de vrijmaking van de resterende vastleggingen om de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 te ondersteunen met ten hoogste zes maanden, teneinde te garanderen dat de lidstaten over voldoende tijd beschikken om de wijzigingen met betrekking tot eventuele nieuwe vastleggingen of overdrachten van financiering op te nemen in hun nationale programma's. Daarom wordt voorgesteld af te wijken van artikel 50 van Verordening (EU) nr. 514/2014 7 . Voorts voorziet het voorstel ook in de verlenging van de termijn voor het gebruik van de desbetreffende financiering met twee extra jaren na de goedkeuring van de herzieningen van de nationale programma's door de Commissie, teneinde de lidstaten voldoende tijd te geven om de acties ten uitvoer te leggen waarvoor de financiering opnieuw zal worden vastgelegd of waaraan deze zal worden overgedragen.

Opdat de vastleggingen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 van de Raad in de nationale programma's van de lidstaten beschikbaar zouden blijven ter ondersteuning van herplaatsing en andere prioriteiten van de Unie op het gebied van migratie en asiel, en opdat deze niet zouden worden vrijgemaakt, is het van essentieel belang dat de voorgestelde technische wijzigingen van artikel 18 van Verordening (EU) nr. 516/2014 worden vastgesteld en in werking treden vóór het einde van 2018.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel is in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Unie op het gebied van migratie en asiel omdat het de lidstaten in staat stelt gebruik te blijven maken van de resterende bedragen die zijn vastgelegd om de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 te ondersteunen ten behoeve van prioriteiten op het gebied van migratie en asiel, via hun nationale programma's.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De voorgestelde technische wijziging is in overeenstemming met andere voorstellen en initiatieven van de Europese Commissie. Het Fonds voor asiel, migratie en integratie is steeds een belangrijk instrument geweest ter aanvulling van de EU-acties op het gebied van grenzen en beveiliging, met name door financiële steun te verlenen voor het opzetten en beheren van hotspots. De gecoördineerde steun van zowel het Fonds voor asiel, migratie en integratie als het Fonds voor interne veiligheid is van essentieel belang gebleken voor een vlotte behandeling van gevallen in de hotspots, met inbegrip van de doorverwijzing naar de passende procedures. Naast en in samenwerking met het Europees sociaal fonds heeft het ook steun versterkt voor de integratie van onderdanen van derde landen en heeft het de werkzaamheden van de externe financieringsinstrumenten van de EU aangevuld bij de tenuitvoerlegging van het EU-beleid inzake externe migratie. De voorgestelde wijziging van het Fonds voor asiel, migratie en integratie zal het mogelijk maken verdere steun te verlenen voor acties op deze gebieden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Dit voorstel wijzigt Verordening (EU) nr. 516/2014 en is gebaseerd op artikel 78, lid 2, en artikel 79, leden 2 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarbij de Unie wordt gemachtigd om maatregelen te nemen op het gebied van asiel, migratie, beheer van migratiestromen, billijke behandeling van onderdanen van derde landen die legaal in lidstaten verblijven, het bestrijden van illegale immigratie en mensenhandel, ook via samenwerking met derde landen.

Deze artikelen vormen verenigbare rechtsgrondslagen in het licht van de positie van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wat betreft de gebieden waarop zij betrekking hebben, en bijgevolg zijn ook de regels voor stemming binnen de Raad verenigbaar. De gewone wetgevingsprocedure is van toepassing op elk van hen.

Subsidiariteit

Dit voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Door de lidstaten in staat te stellen om de resterende vastleggingen om de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 te blijven gebruiken voor herplaatsing en, in naar behoren gemotiveerde omstandigheden, voor andere acties in het kader van hun nationale programma's, ontstaat een grotere toegevoegde waarde op het niveau van de Unie dan maatregelen van individuele lidstaten.

Evenredigheid

Het voorstel is beperkt tot de technische aanpassingen die nodig zijn.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: wijziging van de huidige verordening.

Gezien het rechtskader is het nodig wijzigingen voor te stellen van Verordening (EU) nr. 516/2014 en af te wijken van Verordening (EU) nr. 514/2014.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Uit informeel overleg met de relevante commissie van het Europees Parlement en de relevante groep van de Raad is gebleken dat er eensgezindheid bestaat over de noodzaak van de technische aanpassingen die in dit voorstel zijn uiteengezet.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde technische wijziging heeft tot doel ervoor te zorgen dat de bedragen die in 2016 zijn vastgelegd om de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 te ondersteunen, in de nationale programma's van de lidstaten beschikbaar blijven voor de financiering van herplaatsingen en, indien naar behoren gemotiveerd in het kader van een herziening van het nationale programma, andere acties op het gebied van migratie en asiel. Er is dan ook geen aanvullende financiering uit de begroting van de Unie nodig om de voorgestelde wijzigingen van Verordening (EU) nr. 516/2014 ten uitvoer te leggen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de bestaande controle-, evaluatie- en rapportageregelingen van de verordening inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie, die van toepassing blijven.

Artikelsgewijze toelichting

Het eerste doel van dit voorstel is het gebruik van de resterende vastleggingen in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie mogelijk te maken om de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 te ondersteunen, teneinde prioriteiten van de EU op het gebied van migratie en asiel, met inbegrip van herplaatsing, te bevorderen. Dit zou mogelijk zijn voor een verlengde periode van twee jaar na de herziening van de nationale programma's door de Commissie, en zou het ook mogelijk maken deze fondsen te gebruiken voor andere doelen dan herplaatsing, via een herziening van de nationale programma's van de lidstaten. Tegelijk zou het voorstel ook zorgen voor een uitbreiding van de doelgroep van personen die in aanmerking komen voor herplaatsing, zodat de lidstaten over meer flexibiliteit beschikken bij de tenuitvoerlegging van solidariteitsmaatregelen.

Het voorstel houdt dan ook een wijziging van artikel 18 van Verordening (EU) nr. 516/2014 in, door de woorden 'verzoekers om internationale bescherming of' in te voegen vóór de woorden 'personen die internationale bescherming genieten'.

Ten tweede wijzigt het voorstel artikel 18 van Verordening (EU) nr. 516/2014 door het mogelijk te maken de bedragen die zijn vastgelegd voor de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 opnieuw vast te leggen voor herplaatsing of over te dragen naar andere acties die gedefinieerd zijn in de verordening inzake asiel, migratie en integratie, op basis van de behoeften van de lidstaten. Dit moet naar behoren worden gemotiveerd in een herziening van het nationale programma, die door de Commissie moet worden goedgekeurd. Volgens het beginsel van goed financieel beheer en de in artikel 50 van Verordening (EU) nr. 514/2014 uiteengezette vrijmakingsregel mogen dergelijke overdrachten of nieuwe vastleggingen in principe slechts één keer gebeuren.

Ten derde wordt met dit voorstel een bepaling ingevoegd in artikel 18 van Verordening (EU) nr. 516/2014, waarbij de in artikel 50 van Verordening (EU) nr. 514/2014 uiteengezette vrijmakingsregel zodanig wordt herzien dat de resterende vastleggingen voor de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 gedurende een aanvullende periode van twee jaar kunnen worden gebruikt. In de voorgestelde bepaling wordt gesteld dat de desbetreffende bedragen zullen worden beschouwd als bedragen die zijn vastgelegd in het jaar van de herziening van het nationale programma waarbij de nieuwe vastlegging van deze bedragen of de overdracht ervan naar andere acties van het nationaal programma wordt goedgekeurd.

Ten slotte verlengt het voorstel de uiterste termijn voor de automatische vrijmaking van bedragen met een periode van zes maanden. Deze bepaling wijkt af van de eerste alinea van artikel 50 van Verordening (EU) nr. 514/2014 en is noodzakelijk om de lidstaten en de Commissie in staat te stellen de procedure voor de herziening van de nationale programma's, zoals bedoeld in artikel 14 van Verordening (EU) nr. 514/2014, te voltooien.