Toelichting bij COM(2018)811 - Voortgang van de tenuitvoerlegging van de bosstrategie van de EU "Een nieuwe EU-bosstrategie ten bate van de bossen en de houtsector"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 7.12.2018


COM(2018) 811 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Voortgang van de tenuitvoerlegging van de bosstrategie van de EU

"Een nieuwe EU-bosstrategie ten bate van de bossen en de houtsector"


Inleiding:


2.

de bosstrategie van de EU


In 2013 werd in de mededeling 'Een nieuwe EU-bosstrategie ten bate van de bossen en de houtsector' 1 ("de strategie") een nieuw EU-kader vastgesteld voor het coördineren en waarborgen van samenhang tussen de beleidsmaatregelen die voor bossen relevant zijn, en het vergroten van de bijdrage die de bossen en de houtsector leveren aan de realisatie van de EU-doelstellingen. De leidende beginselen van die strategie zijn duurzaam bosbeheer, de multifunctionele rol van bossen, efficiënt gebruik van hulpbronnen en wereldwijde verantwoordelijkheid voor de bossen.

In het kader van de strategie werken de Commissie, de lidstaten en relevante belanghebbenden samen aan een gemeenschappelijke visie en een coherente planning en uitvoering van de beleidsmaatregelen die voor bossen relevant zijn. In de strategie zijn twee belangrijke doelstellingen voor 2020 vastgesteld: i) garanderen dat alle bossen in de EU volgens de beginselen van duurzaam bosbeheer worden beheerd, en ii) zorgen dat de EU in verhoogde mate bijdraagt tot de bevordering van duurzaam bosbeheer en de vermindering van ontbossing op wereldniveau. Beide doelstellingen hebben betrekking op de drie dimensies van duurzame ontwikkeling, wat een holistische aanpak van bosbeheer en bosbeleid garandeert.

De strategie heeft betrekking op acht onderling gekoppelde prioritaire gebieden die bestaan uit belangrijke beleidsmaatregelen en -aspecten die relevant zijn voor het bosbeheer, de houtsector en de samenleving. Aan de hand van een reeks 'strategische oriëntaties' ten aanzien van ieder prioritair gebied zijn er indicaties geformuleerd voor de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de prioriteiten door de Commissie en de lidstaten.

De Raad 2 en het Europees Parlement 3 hebben, met steun van het Europees Economisch en Sociaal Comité 4 en het Comité van de Regio's 5 , met de strategie ingestemd. Naar aanleiding van hun verzoeken heeft de Commissie, in samenwerking met het Permanent Comité voor de bosbouw en de platforms van belanghebbende partijen die in de strategie worden genoemd, een meerjarig uitvoeringsplan voor de bosstrategie 6 opgesteld, waarin de concrete acties, actoren en timing voor de periode 2015-2020 zijn beschreven.

3.

Het evaluatieproces


In de strategie is een evaluatie in 2018 gepland om de voortgang van de tenuitvoerlegging te beoordelen. In het meerjarig uitvoeringsplan voor de bosstrategie, waarin de prioritaire werkzaamheden van de Commissie tot 2017 zijn vastgelegd, wordt gesteld dat deze evaluatie nuttig zal zijn voor het vaststellen van de prioriteiten voor de periode 2018-2020. Daarnaast heeft de Raad de Commissie verzocht verslag uit te brengen aan de Raad over de bevindingen van deze evaluatie en om uiterlijk in 2018 haar aanbevelingen te doen.

De evaluatie wordt ondersteund door diverse bronnen van informatie, waaronder de resultaten van officiële beleidsevaluaties, EU-verslagen en -publicaties, aangevuld met één specifiek onderzoek 7 .

Acht prioriteitsgebieden – Voortgangsverslag

Tot op heden heeft de strategie gefungeerd als ondersteuning en richtsnoer voor een groot aantal activiteiten van de Commissie, de lidstaten en publieke en particuliere belanghebbenden. De meeste acties in het meerjarig uitvoeringsplan voor de bosstrategie zijn op alle acht de prioriteitsgebieden uitgevoerd zoals gepland: circa 30 % is volledig voltooid, en sommige acties zijn deels uitgevoerd; 45 % bestaat uit lopende activiteiten. Circa 10 % van de acties heeft nog geen aanvang genomen, en bij een aantal acties is sprake van vertraging.

Onderverdeeld naar prioriteitsgebied kan de voortgang als volgt worden samengevat:

4.

Steun voor onze rurale en stedelijke gemeenschappen


Het plattelandsontwikkelingsbeleid in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid blijft de belangrijkste bron van steun voor bescherming en duurzaam beheer van bossen in de EU. Voor de programmeringsperiode 2014-2020 hebben 24 lidstaten bosbouwmaatregelen gepland. Dit komt neer op 90 % van de plattelandsontwikkelingsprogramma's, en hiermee is een bedrag gemoeid van 8,2 miljard EUR van de totale publieke uitgaven. Vier lidstaten hebben via staatssteun invulling gegeven aan hun behoeften op het gebied van bosbouw 8 .

De bosbouwmaatregelen helpen lidstaten multifunctionele bossen en duurzaam bosbeheer te ondersteunen en dit te combineren met andere maatregelen in het kader van het plattelandsontwikkelingsbeleid (bv. adviesdiensten, opleiding, investeringen, samenwerking) om tegemoet te komen aan specifiek regionale behoeften. De maatregelen ondersteunen de uitbreiding van bossen middels herbebossing en de totstandbrenging en vernieuwing van boslandbouwsystemen 9 . Andere maatregelen ter ondersteuning van het duurzaam beheer van bossen zijn onder meer: preventie van branden en natuurrampen (ruim 20 % van de geplande uitgaven); herstel van schade; investeringen in aanpassing aan de klimaatverandering en het aanbieden van milieu- en gemeenschappelijke voorzieningen, en compensatie voor Natura 2000 en vrijwillige verbintenissen. Bovendien ondersteunt het plattelandsontwikkelingsbeleid investeringen ter vergroting van de economische waarde van bossen en pre-industriële houtverwerking.

De bosbouwmaatregelen zijn bedoeld om de bijdrage van duurzaam bosbeheer aan de realisatie van de EU-beleidsdoelstellingen te vergroten, terwijl deze tegelijkertijd ten goede komen aan de houtsector, de plattelandsontwikkeling ondersteunen, en de levering van goederen en diensten in overeenstemming met belangrijke milieu- en klimaatmaatregelen bevorderen. De reikwijdte van deze maatregelen komt in voldoende mate tegemoet aan de belangrijkste maatschappelijke en sectorale behoeften 10 .

Bepaalde maatregelen die genomen zijn (bv. boslandbouw, Natura 2000), hebben tot dusver niet het verwachte resultaat opgeleverd. Extra uitwisseling en bevordering van goede praktijken tussen en in de lidstaten zou kunnen bijdragen aan het wegnemen van bepaalde beperkende factoren, die vaak worden toegeschreven aan de administratieve last of de eigendomsstructuur van de bossen. Het voorstel voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid 2021-2027 11 , dat meer subsidiariteit en flexibiliteit biedt, moet de lidstaten nieuwe mogelijkheden aanreiken voor het ontwikkelen van maatregelen die de lokale behoeften en prioriteiten beter ondersteunen met eenvoudigere administratieve procedures. De uitkomsten van de lopende evaluatie van de staatssteunregels voor de periode 2014-2020 zullen worden meegenomen in de herziening van de Europese richtsnoeren inzake staatssteun.

De interactie van bossen en bomen met steden en stedelijke agglomeraties en het inzicht in hun rol voor deze gemeenschappen vragen steeds meer aandacht.

5.

Bevordering van de concurrentiekracht en duurzaamheid van de houtsector, de bio-energiesector en de groene economie in de EU in het algemeen


De houtsector van de EU zorgt voor duurzame en hulpbronnenefficiënte verwerking van een breed scala aan materialen en producten 12 . In de blauwdruk voor op het bos gebaseerde EU-sectoren die de strategie vergezelde, zijn de uitdagingen voor de houtsector en de vereiste acties in kaart gebracht 13 . In 2015 waren de ruimere waardeketens in de houtsector van de EU goed voor 3,6 miljoen banen met een omzet van 640 miljard EUR (toegevoegde waarde 200 miljard EUR) in de groene economie 14 , ter vervanging van fossiele materialen. In de strategie wordt met het oog op de toekomst van de houtsector gepleit voor een duurzaam en hulpbronnenefficiënt inzetten en gebruiken van biomassa uit bossen, de ontwikkeling van de bio-economie, toegang tot markten binnen en buiten de EU, en verbetering van O&I.

Sectorale onderzoeken zijn nuttig gebleken voor het verkrijgen van een beter inzicht in de concurrentiekracht en duurzaamheid, waaronder: de beschikbare hoeveelheid hout en het wereldwijd concurrentievermogen 15 ; een cumulatieve kostenraming van EU-wetgeving betreffende de houtsector 16 ; analyses van consumentenvoorlichting betreffende meubilair 17 en toenemend houtgebruik 18 (als bijdrage aan de richtsnoeren voor goede praktijken 19 in het actieplan voor de circulaire economie 20 ). Sommige lidstaten spreken zich uit voor acties ter stimulering van de groei van de binnenlandse markt voor houtproducten. Tegelijkertijd heeft de EU een blauwdruk voor sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden 21 voor de bouw- en houtsector geïntroduceerd.

Internationaal is er vooruitgang geboekt op het gebied van bilaterale handelsakkoorden, met name met Canada en Japan in de relevante sectoren en met Oekraïne op het gebied van duurzaam bosbeheer 22 .

Er is grote vooruitgang geboekt wat betreft FP7, het zevende kaderprogramma van de EU 23 , en Horizon 2020 24 , die worden ondersteund door het Europese Innovatiepartnerschap (EIP) inzake grondstoffen 25 . Het technologieplatform van de EU-houtsector 26 maakt betere samenwerking op het gebied van innovatie mogelijk. Publiek-private partnerschappen voor biogebaseerde producten 27 bevorderen de marktintroductie van deze producten in diverse toepassingen, bv. nieuwe vezeltechnologieën, biocomposieten, bio-ethanol, biodiesel.

De overeengekomen herziening van de Richtlijn hernieuwbare energie 28 bevat nieuwe duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa die wordt gebruikt voor de productie van bio-energie. Deze criteria, en de lopende werkzaamheden ter bevordering van de duurzaamheid van houtproducten, zijn mede gebaseerd op de werkzaamheden betreffende de criteria en indicatoren voor duurzaam bosbeheer van het Permanent Comité voor de bosbouw 29 . Wanneer de criteria volledig operationeel zijn 30 , ondersteunen zij duurzaam bosbeheer in en buiten de EU.

Daarnaast heeft een focusgroep in het kader van het Europees innovatiepartnerschap voor de productiviteit en duurzaamheid in de landbouw 31 naar manieren gezocht om duurzaam gebruik van biomassa uit EU-bossen te optimaliseren. De herziene bio-economische strategie van de EU 32 moet een bijdrage leveren aan de uitrol van innovatie en het verder opschalen van de rol van biomassa uit bossen ter vervanging van niet-hernieuwbare materialen en producten, en tegelijkertijd aan de bescherming van het milieu en de waarborging van een circulaire economie.

6.

Bossen in een veranderend klimaat


De strategie stimuleert de rol van bosbeheerpraktijken in nationaal beleid op het gebied van vermindering van uitstoot, koolstofvastlegging en optimalisatie van de veerkracht van bossen door aanwending van EU-financiering en beste kennis.

De momenteel gehanteerde EU-beleidsinstrumenten waarborgen de bijdrage van bossen aan beperking van de klimaatverandering (LULUCF-verordening 33 ) en aanpassing aan de klimaatverandering (EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering 34 ). De verslaglegging met betrekking tot landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) uit hoofde van de VN-conferentie over klimaatverandering betekent een aanzienlijke stap voorwaarts in de realisatie van het potentieel van de Europese bossen voor beperking van de klimaatverandering. De verslaglegging verbetert het begrip van de relatie tussen het klimaat en de bossen en heeft ertoe geleid dat actie op de beleidsagenda's van de lidstaten is opgenomen. In de LULUCF-verordening wordt nadruk gelegd op de rol van bossen en hout in de emissievermindering en koolstofvastlegging, en hiermee wordt het belang van duurzaam bosbeheer verder benadrukt. Voor de aanpassing aan de klimaatverandering hebben 25 lidstaten nationale of sectorale aanpassingsstrategieën ontwikkeld. In de meeste daarvan wordt prioriteit gegeven aan de bossen 35 .

De EU heeft aanzienlijke financiële en institutionele steun verleend voor de preventie van bosbranden en andere rampen, onder meer via het gemeenschappelijk landbouwbeleid, Europese structuur- en beleggingsfondsen, onderzoek, en toewijzing van middelen uit het LIFE-programma. Het EU-mechanisme voor civiele bescherming ondersteunt preventie van bosbranden met risicobeoordelingen, beheerplannen, waarschuwings- en alarmsystemen voor vroegtijdige waarschuwing, en voorlichting. Het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties monitort het risico en de frequentie van bosbranden voor een gecoördineerde en snelle respons, en wordt ondersteund door het Europese bosbrandinformatiesysteem (EFFIS). Na recente extreme gebeurtenissen is er een voorstel gedaan voor versterking van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, 36 dat is bedoeld om de door de EU gecoördineerde middelen voor brandbestrijding te optimaliseren en meer nadruk te leggen op preventie en paraatheid, teneinde een verdere bijdrage te leveren aan de interactie tussen aanpassing en civiele bescherming.

Meer ervaring en uitwisseling van goede praktijken op het gebied van planning, uitvoering en monitoring van beperkings- en aanpassingsmaatregelen en hun synergieën kunnen een bijdrage leveren aan de duurzaamheid van bossen op de lange termijn en hun koolstofopslag waarborgen.

7.

Bescherming van de bossen en versterking van de ecosysteemdiensten


De strategie propageert een preventieve aanpak om de levering van ecosysteemdiensten en de bijdrage aan de biodiversiteit door de bossen te waarborgen. In dit opzicht benadrukt de strategie de mogelijkheden die bosbeheerplannen of soortgelijke instrumenten bieden voor een evenwichtige levering van goederen en diensten. In de strategie worden de lidstaten en de Commissie opgeroepen uitvoering te geven aan de habitatrichtlijn en de vogelrichtlijn van de EU en de biodiversiteitsstrategie van de EU, manieren te ontwikkelen voor het waarderen van ecosysteemdiensten, en gebruik te maken van EU-financiering voor de bescherming van het natuurlijk kapitaal van bossen.

Er is vooruitgang geboekt met het initiatief voor het inventariseren, beoordelen en waarderen van ecosysteemdiensten (MAES) 37 . Zo is er een proefproject voor bossen opgestart en wordt er gewerkt aan een zogenoemd EU natural capital accounts system (INCA) 38 . De financiering van de EU is in toenemende mate gericht op integratie van mogelijkheden voor ondersteuning van de ecosysteemdiensten van bossen. Er is weinig bewijs voorhanden van de wijze waarop duurzaam bosbeheer ondersteuning biedt voor beleidsmaatregelen zoals de kaderrichtlijn water van de EU. Een door de EU ondersteund onderzoek op dit gebied in de vorm van een project betreffende de levering van watergerelateerde diensten 39 kan echter meer licht werpen op de beleidsontwikkeling en -uitvoering.

De EU-instrumenten voor bestrijding van ziekten en ongedierte zijn uitgebreid met de nieuwe plantgezondheidsverordening 40 en de verordening betreffende invasieve soorten 41 , die verbetering brengen in de bescherming van bossen en planten in de EU.

De Commissie heeft een Natura 2000 and Forests guide 42 gepubliceerd, die het resultaat is van de gezamenlijke inspanningen van uiteenlopende belanghebbenden. De integratie van biodiversiteit in bosbeheerplannen is verbeterd. Om de nakoming van hun verplichtingen te ondersteunen maken de lidstaten en boseigenaren en -beheerders gebruik van plattelandsontwikkelingsprogramma's en financiering uit het LIFE-programma, en sommige van hen hebben initiatieven gestimuleerd voor de bescherming en bevordering van genetisch hulpbronnen op het gebied van bosbouw.

Ondanks de tot dusver genomen maatregelen blijft de uitvoering van het biodiversiteitsbeleid van de EU een grote uitdaging. Uit de verslagen over de instandhouding van de boshabitats en -soorten blijkt dat er tot dusver geen enkele sprake is van verbetering. Er zijn verdere inspanningen nodig om verbetering te brengen in de rol van bosbeheerplannen in het realiseren van de biodiversiteitsdoelstellingen en om de levering van ecosysteemdiensten te ondersteunen. De afronding van de lopende werkzaamheden uit hoofde van MAES en van het onderzoek naar instrumenten en methoden voor waardering van ecosysteemdiensten en hun financiële opbrengst moet op dit gebied nieuwe inzichten opleveren.

8.

Wat voor soort bossen hebben wij, en aan welke veranderingen zijn ze onderhevig?


De strategie richt zich op versterking van de kennisbasis om de uitdagingen die zich voordoen in de bossen en houtsector, aan te gaan. Dit wordt gerealiseerd door verbetering van de samenwerking en coördinatie bij de ontwikkeling van het Europees informatiesysteem voor bossen (FISE) als referentiebasis voor gegevens en informatie over bossen en bosbouw in Europa, in nauwe samenhang met andere gegevens- en informatiesystemen, en harmonisatie van gegevens op EU-niveau.

Er wordt momenteel een FISE-prototype ontwikkeld. Er is een aantal relevante deelsystemen operationeel en geactualiseerd, bv. EFFIS (met betrekking tot bosbranden) of FOREMATIS (met betrekking tot bosbouwkundig teeltmateriaal). Er wordt momenteel gewerkt aan harmonisatie van de bosgegevens, onder meer om een bijdrage te leveren aan internationale processen zoals de gegevensverzameling voor de indicatoren van duurzaam bosbeheer in het kader van Forest Europe.

Voor het opzetten van het Europees informatiesysteem voor bossen moet er nog veel werk worden verricht op het gebied van systeemontwikkeling, gegevensverzameling en harmonisatie, alsook integratie van middelen uit bestaande bronnen (bv. EFFIS, Climate-ADAPT 43 ) of potentiële toekomstige bronnen (bv. DIABOLO, MAES).

9.

Nieuwe en innovatieve bosbouwmodellen en producten met een meerwaarde


In de strategie wordt gepleit voor een ambitieuze onderzoeks- en innovatieagenda die is gericht op verbetering van de duurzaamheid van de sector en de ontwikkeling van innovatieve producten en processen via Horizon 2020, het Europees innovatiepartnerschap inzake grondstoffen, het Europees innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw 44 , het Permanent Comité voor onderzoek in de landbouw (PCOL) 45 , de bestaande structuur voor bosbeheer en andere fora die voor de EU relevant zijn, alsook de coördinatie en verspreiding van goede praktijken.

Door de EU gefinancierd onderzoek heeft 46 sinds 2007 circa 500 projecten 47 in de houtsector ondersteund. In het kader van Horizon 2020 zal naar verwachting in totaal meer dan 500 miljoen EUR worden besteed aan onderzoek naar de houtsector in FP7, het zevende kaderprogramma van de EU. Een aanvulling hierop is de innovatiefinanciering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, aangezien veel EU-regio's in hun slimme-specialisatiestrategieën hebben gekozen voor prioriteiten die voor bossen relevant zijn. In het Europese innovatiepartnerschap voor de productiviteit en duurzaamheid in de landbouw en het Europese innovatiepartnerschap inzake grondstoffen wordt een verband gelegd tussen bosbouw en relevant onderzoek naar: boslandbouw, duurzaam gebruik van bosbiomassa, actie op het gebied van klimaatverandering en duurzame ontwikkeling, en waardeketens.

In het kader van de FP7-programma's ERA-NETs FORESTERRA, SUMFOREST en WoodWisdom werden ca. 70 projecten (ter waarde van 85 miljoen EUR) ondersteund uit EU- en nationale bronnen. ForestValue 48 , het lopende ERA-NET-instrument van Horizon 2020, ondersteunt de transitie naar een biogebaseerde economie. Hier zijn 17 landen bij betrokken, en ForestValue heeft 20 miljoen EUR aan EU- en nationale financiering gemobiliseerd. De strategische werkgroep op het gebied van bosonderzoek en -innovatie van het PCOL 49 heeft steun verleend op het gebied van coördinatie, studies naar de reikwijdte en uitkomsten van EU-gefinancierd onderzoek, en voorlichtingsactiviteiten ten behoeve van andere fora.

De vaststelling van onderzoeksagenda's en de relatie tussen onderzoek en Europese innovatiepartnerschappen zouden gebaat zijn bij een sterker kader voor verspreiding van de projectresultaten. Een sterke kapitalisatie van innovatie in de waardeketens zou het concurrentievermogen van de houtsector ten goede komen. In Horizon 2020 wordt een oproep gedaan voor projecten waarin wordt ingespeeld op de resultaten van voltooide projecten, maar over de uitkomsten van dergelijke activiteiten is nog niets bekend.

10.

Samenwerken voor een samenhangend beheer en een beter begrip van onze bossen


Coördinatie, samenwerking en communicatie zijn noodzakelijk voor een evenwicht tussen de verschillende beleidsdoelstellingen en wijzen van aanpak. De strategie is gericht op versterking van governance en communicatie, met name via het Permanent Comité voor de bosbouw, de Groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld voor bosbouw en kurk, en de Deskundigengroep voor de houtsector en sectorgerelateerde kwesties.

Het Permanent Comité voor de bosbouw blijft het belangrijkste forum voor het debat over Europese bossen en kwesties die voor bossen relevant zijn en de uitvoering van de strategie. De informatie en debatsessies van het comité over alle relevante EU-beleidsinitiatieven zijn gebaseerd op jaarlijkse werkprogramma's die inhaken op en overeenstemmen met het meerjarig uitvoeringsplan voor de bosstrategie. Het Permanent Comité voor de bosbouw heeft meningen geformuleerd 50 en verslagen geproduceerd23 en deze naar de relevante beleidsmakers verstuurd. De lidstaten delen hun ervaringen, initiatieven, kennis en adviezen met het Permanent Comité voor de bosbouw. Het Permanent Comité voor de bosbouw heeft zo nu en dan ontmoetingen met belanghebbenden (Groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld voor bosbouw en kurk) en sectorale deskundigengroepen (bv. over biodiversiteit).

De Groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld voor bosbouw en kurk vergadert twee keer per jaar en heeft een waarnemerszetel in het Permanent Comité voor de bosbouw. De groep heeft resoluties geformuleerd waaruit de gezamenlijke visie van belanghebbenden blijkt over onderwerpen zoals de houtverordening van de EU en de rol van bosbouw in het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

De deskundigengroep voor de houtsector (EG-FBI) 51 is actief sinds 2014, en heeft zich tot dusver geconcentreerd op handelskwesties, met name met buurlanden, de evaluatie van de houtverordening van de EU, en het toenemend gebruik van biomassa.

Het plan om een Europees netwerk van bosbureaus op te richten, is nog niet gerealiseerd. Via het European National Forest Inventory Network (ENFIN) en verscheidene onderzoeken met EU-steun 52 wordt echter gewerkt aan beter geharmoniseerde informatie over de bossen in Europa.

Uit de resultaten van het Eurobarometeronderzoek van 2015 naar de publieke perceptie van de voordelen die de bossen bieden 53 , blijkt dat er behoefte bestaat aan betere communicatie over het belang van duurzaam beheerde bossen. De benadering die is gekozen in de EU-communicatiestrategie inzake de bossen 54 , biedt een goede basis om na te gaan hoe aan deze behoefte kan worden voldaan.

11.

Bossen in een mondiaal perspectief


De strategie is gericht op versterking van de rol van de EU in de wereldwijde inspanningen om duurzaam bosbeheer te bevorderen en ontbossing terug te dringen, en op het waarborgen van de samenhang tussen het beleid en de verbintenissen van de EU en de lidstaten. Met de strategie wordt de rol van bossen in duurzame ontwikkeling bevorderd, en wordt in internationale fora strijd geleverd tegen de ontbossing en aantasting van de bossen, zowel in het extern optreden van de EU als in haar optreden in samenwerkingsverbanden.

De EU en de lidstaten hebben gemeenschappelijke standpunten ingenomen voor de bevordering van duurzaam bosbeheer in pan-Europese (FOREST EUROPE) en internationale fora die voor bossen relevant zijn (bv. UNFF, FAO, ITTO) en andere internationale processen (bv. het VN-verdrag inzake biologische diversiteit), met inbegrip van de Agenda 2030 en de daarin vervatte doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, in het bijzonder via de tenuitvoerlegging van het Strategisch plan voor bossen van de Verenigde Naties voor de periode 2017-2030 55 . In FOREST EUROPE 56 onderzoekt de EU de mogelijkheden voor het afsluiten van een pan-Europese juridisch bindende overeenkomst over bossen, waarin het beginsel van duurzaam bosbeheer bij wet is vastgelegd, in eerste instantie met betrekking tot 25 % van de bossen van de wereld.

Het actieplan van de EU voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) is een relevant, innovatief antwoord op het probleem van illegale houtkap, en de uitvoering van dit plan heeft het bosbeheer 57 in partnerlanden aanzienlijk verbeterd. Het aantal vrijwillige partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en houtproducerende landen stijgt gestaag 58 . Het eerste FLEGT-vergunningenstelsel (Indonesië) trad in 2016 in werking. De evaluatie van de houtverordening van de EU 59 heeft bevestigd dat de verordening mogelijkheden biedt voor het bestrijden van illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel, maar heeft ook duidelijk gemaakt dat het noodzakelijk is de uniforme en effectieve toepassing daarvan uit te breiden. De tenuitvoerlegging van de houtverordening in de periode 2015-2017 heeft aanzienlijke verbeteringen opgeleverd. Daarnaast heeft een onderzoek naar het effect van de consumptie in de EU op de ontbossing en aantasting van de bossen meer licht geworpen op dit ingewikkelde probleem 60 . De Commissie zal een nieuw initiatief voor het intensiveren van EU-actie tegen ontbossing voorstellen.

Het ontwikkelingsbeleid van de EU ondersteunt wereldwijde activiteiten die voor bossen relevant zijn, zoals vervat in het strategisch plan voor internationale samenwerking en ontwikkeling voor de periode 2016-2020, en propageert samenwerkingsinterventies gericht op een groene en inclusieve economie 61 . Uit veel projecten blijkt de waarde van rechtstreekse of via multidonormechanismen geleverde steun van de EU en de lidstaten ten behoeve van de wereldwijde bevordering van duurzaam bosbeheer. De EU levert voorts steun aan ontwikkelingslanden bij het plannen van de terugdringing van emissies die het gevolg zijn van ontbossing en bosdegradatie, en steunt initiatieven die toeleveringsketens zonder ontbossing propageren. Daarnaast streeft de EU naar opname in haar bilaterale handelsovereenkomsten van bepalingen betreffende de bevordering van duurzaam bosbeheer en verbintenissen ter bestrijding van illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel.

12.

EU-financiering van de bossen en de houtsector


De Commissie heeft de diverse EU-financieringsstromen afgestemd op de doelstellingen en prioriteiten van de strategie. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid is de voornaamste bron van financiering van de bosbouwsector (8,2 miljard EUR publieke uitgaven), in samenhang en synergie met andere Europese structuur- en investeringsfondsen 62 , het LIFE-programma, en het kaderprogramma voor onderzoek van de EU.

De klimaatprioriteit die is vastgesteld voor EU-financiering voorziet in doelgerichte stimuleringsmaatregelen voor het ondernemen van klimaatactie in bossen. Anderzijds worden de financieringsmogelijkheden voor de bescherming van de bossen en versterking van de ecosysteemdiensten niet ten volle benut.

De algehele EU-financiering van onderzoek en innovatie in de houtsector is aanzienlijk gestegen (in de periode 2013-2017 werd er voor 249 projecten 615 miljoen EUR ontvangen) 63 . Hiermee werden innovaties ondersteund en de groei en werkgelegenheid gestimuleerd.

In het kader van de EU-ontwikkelingssamenwerking is 235 miljoen EUR vrijgemaakt voor ondersteuning van FLEGT- en REDD+-activiteiten in de periode 2014-2020, voornamelijk uit hoofde van het Europees Ontwikkelingsfonds. Deze activiteiten worden aangevuld met land- en regiospecifieke samenwerkingsprogramma's. Hierbij ligt de nadruk op verbetering van het bosbeheer en bevordering van het bosbehoud.

Conclusie – Voortgang van de realisatie van de doelstellingen voor 2020

Er is grote vooruitgang geboekt in de realisatie van de doelstellingen voor 2020. Sinds haar vaststelling heeft de strategie ervoor gezorgd dat de EU-acties doeltreffend zijn ingekaderd in beginselen en doelstellingen. Dit faciliteert de coördinatie van alle EU-beleidsterreinen die betrekking hebben op de bossen en de houtsector, bevordert een consistente benadering van zowel EU- als internationaal beleid en maakt de EU en de lidstaten tot de meest toonaangevende bepleiters van duurzaam bosbeheer ter wereld.

Er is grote vooruitgang geboekt met de uitvoering van de activiteiten die betrekking hebben op de acht prioriteitsgebieden van de strategie en de strategische richtsnoeren. De lidstaten erkennen dat de strategie van invloed is op hun acties en beleid, ook op subnationaal niveau 64 .

De strategie is een legitiem beleidsinstrument, dat de EU en de lidstaten in staat stelt in te spelen op de vele uitdagingen en functies van bossen in een situatie waarin nieuwe beleidsdoelstellingen en maatschappelijke prioriteiten in toenemende mate vereisen dat er wordt ingespeeld op meerdere doelstellingen die soms als tegenstrijdig kunnen worden ervaren. De toenemende maatschappelijke eisen die aan bossen worden gesteld en de toegenomen druk en zwaarder wegende klimaatfactoren kunnen extra inspanningen en inzet van alle actoren vereisen ten aanzien van het intensiveren van coördinatie, samenwerking en inzet van deskundigen. Dit geldt zowel voor de verschillende sectoren als voor de Commissie, de lidstaten en andere belanghebbenden.

Nieuwe beleidsontwikkelingen verdienen aandacht in de resterende uitvoeringsperiode, waaronder het veiligstellen van de bijdrage van bossen aan het klimaat- en energiekader, met name wat betreft de tenuitvoerlegging van de nieuwe LULUCF-actieplannen en de wetgeving betreffende hernieuwbare energie. Tegelijkertijd moet aandacht worden besteed aan aanpassing van de bossen aan de klimaatverandering, opdat aan de EU-verbintenissen uit hoofd van het Akkoord van Parijs kan worden voldaan. De strategie en haar prioriteiten kunnen worden aangewend ter onderstreping van het belang van bossen en het daarmee verband houdende EU-beleid betreffende de tenuitvoerlegging van de Agenda 2030 in de EU en de rest van de wereld, met name middels uitvoering van het strategisch plan voor bossen van de Verenigde Naties voor de periode 2017-2030.

Met steun van de EU-begroting zal de verdere tenuitvoerlegging van de strategie mogelijkheden scheppen voor de EU-bossen, die 40 % van het gebied beslaan. Dit zal een effectieve bijdrage leveren aan het territoriaal evenwicht en de groei en werkgelegenheid in plattelandsgebieden en de steden, de houtsector in staat stellen haar concurrentievermogen te behouden, en de bio-economie stimuleren zich te ontwikkelen, terwijl tegelijkertijd de biodiversiteit wordt veiliggesteld en de levering van ecosysteemdiensten wordt gewaarborgd. Het geven van voorlichting over de waarde en het belang voor de samenleving van goed beheerde bossen, en het aldus verwerven van sterke maatschappelijke steun voor duurzaam bosbeheer, is van cruciaal belang voor het verwezenlijken van deze doelstellingen.

(1)

COM(2013) 659.

(2)

www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs">www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs

(3)

www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-/+TA+P8-TA-2015-0109+0+DOC+PDF+V0//EN">www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-/+TA+P8-TA-2015-0109+0+DOC+PDF+V0//EN

(4)

PB C 451 van 16.12.2014, blz. 127.

(5)

PB C 126 van 26.4.2014, blz. 3.

(6)

SWD(2015) 164.

(7)

Onderzoek naar de voortgang van de tenuitvoerlegging van de bosstrategie van de EU.

(8)

In Duitsland geven de meeste Länder bijvoorbeeld subsidies voor bosbouwactiviteiten via het plattelandsontwikkelingsbeleid, en ontvangen drie Länder staatssteun.

(9)

Streefcijfer bebossing: > 300 000 ha; Streefcijfer boslandbouw: > 80 000 ha.

(10)

Evaluatie van bosbouwmaatregelen in het kader van plattelandsontwikkeling .

(11)

COM(2018) 392 final.

(12)

Bijvoorbeeld op het gebied van: bouwmaterialen, meubilair, gedrukt materiaal, verpakkingsmateriaal, hygiëneproducten, levensmiddelenadditieven, en in toenemende mate biogebaseerd textiel, chemicaliën, geneesmiddelen, kunststoffen, composietmaterialen voor 3D-printen, en biobrandstoffen.

(13)

SWD(2013) 343.

(14)

ec.europa.eu/environment/basics/green-economy

(15)

https://ec.europa.eu/docsroom/documents/10017/attachments/1/translations?locale=nl

(16)

https://ec.europa.eu/growth/content/study-assessment-cumulative-cost-impact-specified-eu-legislation-and-policies-eu-forest-0_nl

(17)

ec.europa.eu/DocsRoom/documents/7572/attachments

(18)

https://ec.europa.eu/growth/content/study-optimised-cascading-use-wood-0_nl

(19)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX%3A52015DC0614

(20)

Te publiceren vóór eind 2018.

(21)

ec.europa.eu/social

(22)

In het kader van de diepe en brede vrijhandelszone van de EU en Oekraïne.

(23)

https://ec.europa.eu/research/fp7/index_en.cfm

(24)

https://ec.europa.eu/programmes/horizon2020/en

(25)

https://ec.europa.eu/growth/sectors/raw-materials/policy-strategy_nl

(26)

www.forestplatform.org/">www.forestplatform.org/#!/

(27)

Gemeenschappelijke onderneming biogebaseerde industrieën uit hoofde van Horizon 2020 ( www.bbi-europe.eu/">https://www.bbi-europe.eu/ )

(28)

Zie het voorlopig akkoord dat in juni 2018 is bereikt: data.consilium.europa.eu/doc/document

(29)

https://ec.europa.eu/agriculture/sites/agriculture/files/forest/publications/pdf/sfcci-report_en.pdf

(30)

De Commissie zal voor januari 2021 operationele sturing bieden.

(31)

https://ec.europa.eu/eip/agriculture/en/focus-groups/sustainable-mobilisation-forest-biomass

(32)

COM/2018/673.

(33)

Verordening (EU) 2018/841.

(34)

COM(2013) 216.

(35)

https://climate-adapt.eea.europa.eu/countries-regions/countries

(36)

"RescEU: een nieuw Europees systeem voor de bestrijding van natuurrampen", dat naar verwachting in 2018 zal worden aangenomen.

(37)

ec.europa.eu/environment/nature/knowledge

(38)

ec.europa.eu/environment/nature

(39)

www.cost.eu/COST_Actions/ca/CA15206">www.cost.eu/COST_Actions/ca/CA15206

(40)

Verordening (EU) 2016/2031.

(41)

Verordening (EU) nr. 1143/2014.

(42)

https://ec.europa.eu/agriculture/forest/publications

(43)

https://climate-adapt.eea.europa.eu/

(44)

https://ec.europa.eu/eip/agriculture/en/about

(45)

Permanent Comité voor onderzoek in de landbouw ( https://scar-europe.org/ ).

(46)

De gegevensbanken van EU CORDIS & ERA-NET bevatten (per oktober 2018) 273 projecten met financiering in het kader van FP7 (ter waarde van ca. 514 miljoen EUR) en 214 projecten met financiering in het kader van Horizon 2020 (ter waarde van ca. 388 miljoen EUR).

(47)

https://scar-europe.org/images/FOREST/Documents/SWG_forestry_study-v2.pdf

(48)

https://forestvalue.org/

(49)

De strategische werkgroep op het gebied van bosonderzoek en -innovatie van het PCOL ondersteunt transnationaal onderzoek en grensoverschrijdende samenwerking met betrekking tot aanpassing aan de klimaatverandering en het opvangen van de gevolgen daarvan, het concurrentievermogen van de sector, en de levering van ecosysteemdiensten.

(50)

https://ec.europa.eu/agriculture/forest/standing-committee/opinions_nl

(51)

In de deskundigengroep voor de houtsector zijn vertegenwoordigers van de sector, de lidstaat en andere belanghebbenden in de sector vertegenwoordigd.

(52)

Waaronder bv. DIABOLO, twee COST-acties en een lopend contract met het Europees datacentrum voor de bossen.

(53)

ec.europa.eu/COMMFrontOffice/publicopinion

(54)

https://ec.europa.eu/agriculture/sites/agriculture/files/fore/publi/communication-strategy_en.pdf

(55)

https://documents-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/N17/184/62/PDF/N1718462.pdf?OpenElement

(56)

De ministeriële conferentie over de bescherming van de bossen in Europa ( https://foresteurope.org/ )

(57)

SWD(2016) 275.

(58)

Er zijn zes vrijwillige partnerschapsovereenkomsten afgesloten en over negen overeenkomsten wordt momenteel onderhandeld. ( ec.europa.eu/environment/forests/flegt )

(59)

COM(2016) 74 final.

(60)

ec.europa.eu/environment/forests

(61)

https://europa.eu/capacity4dev/file/80634/download?token=-ZXMS3Cz

(62)

De lidstaten hebben bijvoorbeeld bijna 8 miljard EUR uitgetrokken voor thematische doelstelling 5 betreffende 'Bevordering van aanpassing aan de klimaatverandering en risicopreventie en -beheer', die gericht is op het verminderen van diverse risico's, waaronder het risico van bosbranden.

(63)

Volgens het technologieplatform van de EU-houtsector.

(64)

"Sustainable forest management in regions" (duurzaam bosbeheer in de regio's). Verslag van het Comité van de Regio's, 2018.