Toelichting bij COM(2019)55 - Wijziging verordening 1303/2013 wat de middelen voor de specifieke toewijzing voor het jongeren­werkgelegenheids­initiatief betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het doel van het voorstel is de aanpassing van de in artikel 91, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 1 vastgestelde middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang, het in artikel 92, lid 5, van die verordening vastgestelde bedrag van de middelen voor de specifieke toewijzing voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI), en de jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten zoals weergegeven in bijlage VI bij die verordening, om rekening te houden met de verhoging van de middelen van het YEI in overeenstemming met de goedgekeurde begroting voor 2019. Meer specifiek moeten de vastleggingskredieten voor de specifieke toewijzing voor het YEI worden verhoogd met een bedrag van 116,7 miljoen EUR in lopende prijzen, waardoor het totaalbedrag voor 2019 uitkomt op 350 miljoen EUR.

In het verleden heeft de verhoging van de middelen van de specifieke toewijzing voor het YEI aanleiding gegeven tot omvangrijke wijzigingen van programma's om vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF) hetzelfde bedrag bij te dragen als de steun uit de specifieke toewijzing voor het YEI. In het licht van die ervaring hebben de medewetgevers van de EU de Commissie verzocht faciliterende maatregelen voor te stellen om te zorgen voor een snelle programmering van de aanvullende middelen voor het YEI in 2019 om de algehele vooruitgang bij de uitvoering van de operationele programma's voor de periode 2014-2020 niet te belemmeren. Daarom omvat het voorstel bepalingen om aan dat verzoek te voldoen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel is het resultaat van de begroting van de Unie voor 2019.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met andere voorstellen en initiatieven die de Commissie heeft vastgesteld.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De herziening weerspiegelt de verhoging van de middelen voor de specifieke toewijzing voor het YEI in de begroting van de Unie voor 2019.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Het voorstel is evenredig. Het omvat de noodzakelijke technische aanpassingen na de vaststelling van de begroting 2019 en de verhoging van de middelen van de specifieke toewijzing voor het YEI. Op het verzoek van de begrotingsautoriteit om de programmering te vergemakkelijken en te zorgen voor een soepele uitvoering van de verhoogde middelen, wordt voor de lidstaten bovendien de mogelijkheid ingevoerd om de aanvullende middelen gedeeltelijk over te dragen naar de overeenkomstige ESF-steun.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: wijziging van de huidige verordening.

De Commissie heeft onderzocht welke speelruimte het rechtskader biedt en acht het nodig om wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor te stellen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Gezien de specifieke omstandigheden van dit voorstel is de bestaande wetgeving niet aan een ex-postevaluatie of geschiktheidscontrole onderworpen.

Raadpleging van belanghebbenden

Gezien de specifieke omstandigheden van dit voorstel zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe expertise.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit initiatief ressorteert niet onder het programma voor gezonde regelgeving (Refit).

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De vastleggingskredieten voor 2019 voor de specifieke toewijzing voor het YEI moeten met een bedrag van 116,7 miljoen EUR worden verhoogd, tot 350 miljoen EUR in lopende prijzen.

De voorgestelde wijziging mag niet resulteren in extra behoeften aan betalingskredieten in 2019. Voor 2020 moeten de gevolgen voor de begroting beperkt blijven tot de extra betalingskredieten ter dekking van de jaarlijkse prefinanciering van de verhoogde middelen voor het YEI.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Het doel van het voorstel is de aanpassing van de bedragen van de in artikel 91, lid 1, en in artikel 92, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vastgestelde middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang en voor het YEI, en de jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten zoals weergegeven in bijlage VI bij die verordening, om rekening te houden met de verhoging van de specifieke toewijzing voor het YEI. Daarom moeten de vastleggingskredieten voor de specifieke toewijzing voor het YEI, zoals vastgelegd in de goedgekeurde begroting voor 2019, worden verhoogd met een bedrag van 116,7 miljoen EUR in lopende prijzen, waardoor het totaalbedrag voor 2019 uitkomt op 350 miljoen EUR in lopende prijzen.

Het voorstel bevat ook bepalingen met het oog op een betere programmering van de aanvullende middelen door de lidstaten. Gezien de gevorderde uitvoering van de operationele programma's 2014-2020 en gezien het wettelijke vereiste de specifieke toewijzing voor het YEI te laten overeenstemmen met de overeenkomstige ESF-steun, is het nodig de mogelijke verlaging van ESF-steun voor andere beleidsterreinen en maatregelen buiten het YEI te voorkomen. Daarom wordt in het voorstel een tweede alinea toegevoegd aan artikel 92, lid 5, waarin de lidstaten wordt toegelaten tot 50 % van de extra middelen voor de specifieke toewijzing voor het YEI over te dragen naar de overeenkomstige doelgerichte investeringen van het ESF zoals voorgeschreven in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1304/2013 2 .