Toelichting bij COM(2019)92 - Sluiting van de Overeenkomst met Korea inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Naar aanleiding van de arresten van het Hof van Justitie in de zogenaamde 'Open Skies'-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten door een overeenkomst op het niveau van de Unie (het 'horizontale mandaat'). Dergelijke overeenkomsten hebben tot doel alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Europese Unie en derde landen te geven en derhalve de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de Unie.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De bepalingen van de Overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in 22 bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek Korea, of zijn een aanvulling daarop.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Overeenkomst dient een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Unie omdat zij de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten in overeenstemming brengt met de wetgeving van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 100, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a), VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel is volledig gebaseerd op het door de Raad verleende 'horizontale mandaat', rekening houdend met de kwesties die onder het EU-recht en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten vallen.

Evenredigheid

Bij de Overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met het EU-recht.

Keuze van het instrument

De Overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Korea is het meest efficiënte instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek Korea in overeenstemming te brengen met het EU-recht.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft de onderhandelingen gevoerd in overleg met een bijzonder comité, overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU. Ook de sector is tijdens de onderhandelingen geraadpleegd. Er is rekening gehouden met de opmerkingen die tijdens deze procedure zijn gemaakt. De betrokken lidstaten hebben de juistheid van de vermelde bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten geverifieerd. De sector heeft het belang van een solide rechtsgrondslag voor zijn commerciële activiteiten beklemtoond.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel voorziet in een vereenvoudiging van de wetgeving. De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek Korea worden vervangen of aangevuld door bepalingen in één enkele EU-overeenkomst.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De partijen bij de Overeenkomst stellen elkaar via diplomatieke kanalen schriftelijk in kennis van de voltooiing van hun respectieve interne procedures om de Overeenkomst in werking te laten treden. De Overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste kennisgeving.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

De internationale luchtvaartbetrekkingen tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten, in de bijlagen bij die overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen.

De traditionele aanwijzingsbepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten van lidstaten zijn echter in strijd met het EU-recht. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten als die luchtvaartmaatschappij door een lidstaat is aangewezen maar niet substantieel in handen is van en gecontroleerd wordt door die lidstaat of onderdanen ervan. Dat wordt beschouwd als discriminatie van EU-luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dat is in strijd met artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat.

Ook andere aspecten, zoals verplichte handelsovereenkomsten tussen luchtvaartondernemingen, moeten in overeenstemming met het EU-recht worden gebracht door bestaande bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen te wijzigen of aan te vullen.

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het 'horizontale mandaat' heeft de Commissie met de Republiek Korea onderhandeld over een Overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in de bestaande bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en de Republiek Korea. Bij artikel 2 van deze Overeenkomst worden de traditionele aanwijzingsbepalingen vervangen door een EU-aanwijzingsbepaling, waardoor alle EU-luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Artikel 4 vrijwaart de rechten van de lidstaten om, op grond van de EU-wetgeving, op niet-discriminerende basis belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening te brengen voor de brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvaartmaatschappij van de Republiek Korea dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat. Bij artikel 5 worden mogelijke conflicten met de mededingingsregels van de Unie opgelost.

Na ondertekening moet de Overeenkomst worden gesloten. Daartoe wordt hier een besluit voorgesteld.