Toelichting bij COM(2019)135 - Sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Gambia en van het bijbehorende uitvoeringsprotocol

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Raad heeft de Europese Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Gambia en een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 19 oktober 2018 een overeenkomst en protocol geparafeerd. De bestaande overeenkomst die op 2 juni 1987 in werking was getreden, wordt ingetrokken en vervangen bij de nieuwe overeenkomst, die een looptijd van zes jaar heeft die ingaat op de datum van voorlopige toepassing ervan en stilzwijgend kan worden verlengd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van zes jaar die ingaat op de in artikel 13 ervan bedoelde datum van voorlopige toepassing, i.e. de datum van ondertekening door de partijen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De nieuwe overeenkomst is vooral bedoeld om een strategisch partnerschap op het gebied van visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Gambia tot stand te brengen binnen een geactualiseerd kader waarin rekening wordt gehouden met de prioriteiten van het hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid 1 en de externe dimensie van dat beleid.

Het protocol is er in de eerste plaats op gericht om binnen de grenzen van het beschikbare overschot vangstmogelijkheden in de Gambiaanse wateren toe te kennen aan de vaartuigen van de Europese Unie, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke evaluaties, met name die van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) en met inachtneming van het beste beschikbare wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT). De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een verkennende evaluatie waarin externe deskundigen zijn nagegaan in hoeverre het opportuun is om een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol te sluiten. Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Gambia te verstevigen met het oog op de instelling van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Gambiaanse visserijzone.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

- 28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

- 10 vaartuigen voor de visserij met de hengel;

- 3 trawlers (voor de visserij op zwarte heek, een demersale diepzeesoort).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Gambia passen in het externe optreden van de Unie ten aanzien van de ACS-landen en houden met name rekening met de doelstellingen van de Unie op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De gekozen rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en wel artikel 43, lid 2, voor wat betreft het gemeenschappelijk visserijbeleid en artikel 218, lid 6, onder a), v), voor wat betreft de desbetreffende fase in de procedure voor het onderhandelen over en sluiten van overeenkomsten tussen de Unie en derde landen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

Evenredigheid

Het voorstel is evenredig met de in artikel 31 van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgelegde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van Unievaartuigen in wateren van derde landen tot stand te brengen. Het is in overeenstemming met die bepalingen, alsook met de bepalingen van artikel 32 van diezelfde verordening over de financiële steun aan derde landen.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De jaarlijkse financiële tegenprestatie bedraagt 550 000 EUR, berekend op basis van:

a) een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de visbestanden in de Gambiaanse visserijzone ten belope van 275 000 EUR per jaar voor een referentiehoeveelheid van 3 300 ton per jaar voor over grote afstanden trekkende soorten;

b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Republiek Gambia ten belope van 275 000 EUR per jaar. Deze steun strookt met de doelstellingen van het Gambiaanse nationale beleid op het gebied van het duurzame beheer van de continentale en maritieme visbestanden.

4. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

De monitoringregelingen zijn vervat in het protocol bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst.