Toelichting bij COM(2019)474 - Verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot uitvoering van de visserijovereenkomst tussen Senegal en de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren 1 heeft de Commissie met de regering van de Republiek Senegal (hierna “Senegal” genoemd) onderhandelingen gevoerd met het oog op het sluiten van een nieuw protocol bij de bestaande visserijovereenkomst. Na afloop van deze onderhandelingen is op 19 juli 2019 een nieuw protocol geparafeerd. Het protocol bestrijkt een periode van vijf jaar die ingaat op de datum van voorlopige toepassing, d.w.z. vanaf de datum van de ondertekening ervan, zoals bepaald in artikel 16 van het protocol.

Het protocol voorziet in de volgende vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Unie:

–28 vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen,

–10 vaartuigen voor de hengelvisserij,

–5 vaartuigen voor de beugvisserij,

–2 trawlers.

Er dient te worden bepaald hoe deze vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In overeenstemming met de prioriteiten van de hervorming van het visserijbeleid 2 biedt het nieuwe protocol vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden in de Senegalese wateren op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en met inachtneming van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat). Dit nieuwe protocol houdt rekening met de resultaten van een evaluatie van het meest recente protocol (2014-2019) en van een verkennende evaluatie waarin is nagegaan of het wenselijk is een nieuw protocol te sluiten. Beide evaluaties werden uitgevoerd door externe deskundigen. Voorts zal het protocol het voor de Europese Unie en Senegal mogelijk maken om nauwer samen te werken met het oog op de bevordering van een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Senegalese wateren, en zal het de inspanningen van Senegal voor de ontwikkeling van zijn visserijsector ondersteunen, dit alles in het belang van beide partijen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Senegal passen in het kader van het externe optreden van de Unie ten aanzien van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en houden met name rekening met de doelstellingen van de Unie op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

De economische activiteiten die in de visserijsector in Senegal zouden worden gegenereerd, zouden bijdragen tot de bestrijding van de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie, zij het op lokale schaal.

1. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De gekozen rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waar in artikel 43, lid 3, is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie de verdeling van de vangstmogelijkheden vaststelt.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het beleidsterrein is een exclusieve bevoegdheid van de Unie.

2. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De belanghebbenden zijn geraadpleegd in het kader van de ex-postevaluatie en de ex-ante-evaluatie betreffende een mogelijk nieuw protocol tussen de Unie en Senegal. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen deskundigen uit de lidstaten en de sector geraadpleegd. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat het voor de Unie en Senegal gunstig zou zijn een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij te sluiten.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector en internationale middenveldorganisaties, alsook met de visserijautoriteiten in Senegal. Daarnaast heeft ook overleg plaatsgevonden in het kader van de adviesraad voor de volle zee.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft voor de evaluatie vooraf en achteraf een beroep gedaan op een onafhankelijke consultant, overeenkomstig artikel 31, lid 10, van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De ontwerpverordening heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

4. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en regelingen voor monitoring, evaluatie en rapportage

De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedure met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Unie, van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Senegal en de Unie, en aan de procedure met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de sluiting van dat protocol. De onderhavige verordening moet van toepassing worden zodra de visserijactiviteiten krachtens de overeenkomst zijn toegestaan, dat wil zeggen op de datum van voorlopige toepassing van het protocol.