Toelichting bij COM(2019)912 - Aanbeveling met het oog op de correctie van de significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellange-termijndoelstelling voor Roemeense begroting

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 20.11.2019


COM(2019) 912 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting

in Roemenië

{SWD(2019) 932 final}


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting

in Roemenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 10, lid 2, tweede alinea,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Overeenkomstig artikel 121 van het Verdrag bevorderen de lidstaten gezonde overheidsfinanciën op middellange termijn door middel van de coördinatie van het economische beleid en van het multilaterale toezicht om het ontstaan van buitensporige overheidstekorten te vermijden.

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

In juni 2017 en juni 2018 besloot de Raad overeenkomstig artikel 121, lid 4, van het Verdrag dat in respectievelijk 2016 en 2017 een significante afwijking van de Roemeense middellangetermijndoelstelling voor de begroting of van het aanpassingstraject in de richting daarvan bestond. In het licht van die vastgestelde significante afwijkingen heeft de Raad op 16 juni 2017 2 en 22 juni 2018 3 aanbevelingen tot Roemenië gericht, waarin Roemenië werd verzocht de nodige beleidsmaatregelen te nemen om deze afwijkingen te verhelpen. Vervolgens heeft de Raad vastgesteld dat Roemenië geen effectieve actie heeft ondernomen om gevolg te geven aan deze aanbevelingen en heeft hij herziene aanbevelingen vastgesteld op respectievelijk 5 december 2017 4 en 4 december 2018 5 . De Raad heeft vervolgens vastgesteld dat Roemenië wederom geen effectieve actie heeft ondernomen om gevolg te geven aan deze aanbevelingen.

Op 14 juni 2019 heeft de Raad vastgesteld dat in 2018 in Roemenië opnieuw een significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting heeft plaatsgevonden, en heeft hij Roemenië aanbevolen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven 6 nominaal niet zullen stijgen met meer dan 4,5 % in 2019 en 5,1 % in 2020, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 1,0 % van het bruto binnenlands product (bbp) in 2019 en 0,75 % van het bbp in 2020 7 . Roemenië werd ook aanbevolen om alle meevallers te benutten om het tekort terug te dringen en in te zetten op budgettaire consolidatiemaatregelen die op groeivriendelijke wijze een blijvende verbetering van het structurele overheidssaldo moeten waarborgen. De Raad heeft 15 oktober 2019 vastgesteld als uiterste datum waarop Roemenië verslag moest uitbrengen over de naar aanleiding van deze aanbeveling genomen maatregelen.

Op 9 juli 2019 heeft de Raad Roemenië aanbevolen in 2019 en 2020 te voldoen aan de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019 met het oog op de correctie van de significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting 8 .

Op 25 september 2019 heeft de Commissie in het kader van artikel -11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 een missie voor verscherpt toezicht in Roemenië ondernomen met als doel monitoring ter plaatse. Na haar voorlopige bevindingen voor commentaar aan de Roemeense autoriteiten te hebben voorgelegd, heeft de Commissie haar bevindingen op [20 november] 2019 aan de Raad gemeld. Deze bevindingen zijn openbaar gemaakt.

Op 15 oktober 2019 hebben de Roemeense autoriteiten het verslag ingediend over de doeltreffende maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019. In het licht van de informatie die de Roemeense autoriteiten in hun verslag hebben verstrekt en de algemene beoordeling op basis van de najaarsprognoses 2019 van de Commissie heeft de Raad op 20 november 2019 geconcludeerd dat Roemenië geen doeltreffende maatregelen heeft genomen naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019.

Aangezien Roemenië geen doeltreffende maatregelen heeft genomen en er sprake is van een gecumuleerde hoge afwijking van het aanbevolen aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting, is het passend om tot Roemenië overeenkomstig artikel 121, lid 4, VWEU een herziene aanbeveling over de te nemen passende maatregelen te richten.

Op basis van de najaarsprognoses 2019 van de Commissie zal het structurele saldo van Roemenië in 2019 naar verwachting verslechteren met 0,8 % van het bbp en in 2020 met nog eens 0,8 % . In 2019 en 2020 zou de afwijking van het structurele tekort ten opzichte van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting van 1,0 % van het bbp naar schatting respectievelijk 2,5 % en 3,4 % van het bbp bedragen.

Om de gecumuleerde afwijkingen te corrigeren en Roemenië weer op een passend aanpassingstraject te brengen na de eerdere overschrijdingen, moet een extra inspanning de aanbevolen jaarlijkse structurele aanpassing van 0,75 % van het bbp voor 2020, zoals aanbevolen door de Raad op 14 juni 2019, aanvullen. Een extra inspanning van 0,25 % van het bbp lijkt passend, gezien de omvang van de gecumuleerde afwijkingen van het aanbevolen aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling. Het zal de aanpassing terug naar de middellangetermijndoelstelling voor de begroting versnellen zonder de economische groei in gevaar te brengen.

In de najaarsprognoses 2019 van de Commissie wordt uitgegaan van een overheidstekort van 3,6 % in 2019 en 4,4 % in 2020, wat hoger is dan de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp. De vereiste structurele aanpassing lijkt ook toereikend om te garanderen dat Roemenië in 2020 de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp in acht neemt.

Op basis van de najaarsprognoses 2019 van de Commissie spoort de vereiste verbetering van het structurele saldo met 1,0 % van het bbp in 2020 met een nominaal stijgingstempo van de netto primaire overheidsuitgaven van ten hoogste 4,4 %.

In de najaarsprognoses 2019 van de Commissie wordt voor 2020 uitgegaan van een verslechtering van het structurele saldo met 0,8 % van het bbp. Een structurele verbetering van 1,0 % van het bbp vereist derhalve dat maatregelen worden vastgesteld met een totale structurele opbrengst van 1,8 % van het bbp ten opzichte van het huidige basisscenario in de najaarsprognoses 2019 van de Commissie.

Dat geen gevolg is gegeven aan eerdere aanbevelingen om de vastgestelde significante afwijking te corrigeren, met het gevaar dat de referentiewaarde van het Verdrag wordt overschreden, noopt tot dringende maatregelen om Roemenië tot een behoedzaam begrotingsbeleid aan te sporen.

Om de aanbevolen begrotingsdoelstellingen te realiseren, is het van cruciaal belang dat Roemenië de nodige maatregelen vaststelt en strikt implementeert, en tevens de ontwikkeling van de lopende uitgaven nauwlettend in het oog houdt.

De vereisten in deze aanbeveling hebben voorrang op de overeenkomstige elementen in de aanbeveling van de Raad van 14 juni 2019.

Roemenië zou uiterlijk op 15 april 2020 aan de Raad verslag moeten uitbrengen over de maatregelen die zijn genomen in reactie op deze aanbeveling, eventueel als onderdeel van zijn overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1466/97 ingediende convergentieprogramma.

Het is dienstig dat deze aanbeveling openbaar wordt gemaakt,

BEVEELT AAN DAT ROEMENIË:

de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven nominaal niet zullen stijgen met meer dan 4,4 % in 2020, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 1,0 % van het bbp, waarmee de lidstaat een passend aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting zou volgen;

alle meevallers benut om het tekort terug te dringen; budgettaire consolidatiemaatregelen neemt die op groeivriendelijke wijze een blijvende verbetering van het structurele overheidssaldo moeten waarborgen;

uiterlijk op 15 april 2020 aan de Raad verslag uitbrengt over de in reactie op deze aanbeveling genomen maatregelen. Het verslag moet een voldoende gedetailleerd overzicht geven van de op geloofwaardige wijze aangekondigde maatregelen, inclusief de budgettaire gevolgen van elke maatregel, om te voldoen aan het vereiste aanpassingstraject, alsmede bijgewerkte en gedetailleerde budgettaire prognoses voor 2020.

Deze aanbeveling is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB C 216 van 6.7.2017, blz. 1.
(3) PB C 223 van 27.6.2018, blz. 3.
(4) PB C 439 van 20.12.2017, blz. 1.
(5) PB C 460 van 21.12.2018, blz. 1.
(6) De netto primaire overheidsuitgaven omvatten de totale overheidsuitgaven zonder rekening te houden met rente-uitgaven, uitgaven in het kader van programma's van de Unie die volledig met inkomsten uit fondsen van de Unie worden gefinancierd en niet-discretionaire veranderingen in de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Nationaal gefinancierde bruto-investeringen in vaste activa zijn gespreid over een periode van vier jaar. Er wordt rekening gehouden met discretionaire inkomstenmaatregelen of bij wet verplicht gestelde inkomstenstijgingen. Eenmalige maatregelen aan zowel de inkomsten- als uitgavenzijde worden uitgevlakt.
(7) PB C 210 van 21.6.2019, blz. 1.
(8) PB C 301 van 5.9.2019, blz. 135.