Toelichting bij COM(2020)29 - Verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking met de regering van India

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India 1 (“de overeenkomst”) is op 23 november 2001 in Delhi ondertekend en op 14 oktober 2002 van kracht geworden. In artikel 11, onder b), is bepaald: “Deze overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van vijf jaar en kan in onderlinge overeenstemming worden verlengd na een evaluatie in het laatste jaar van elke opeenvolgende periode van vijf jaar”. De overeenkomst is tot dusver tweemaal verlengd; de Raad heeft in 2009 2 en in 2015 3 telkens een verlenging voor een bijkomende periode van 5 jaar goedgekeurd.


De huidige overeenkomst loopt af op 17 mei 2020.


Uit de evaluatie van de Commissie blijkt duidelijk dat de overeenkomst een belangrijk kader biedt om de samenwerking tussen de EU en India op gemeenschappelijke prioritaire W&T-gebieden tot voordeel van beide partijen te handhaven en te bevorderen. In de afgelopen jaren heeft een gezamenlijke oproep met het Department of Science and Technology (DST) en het Department of Biotechnology (DBT) tot het indienen van voorstellen met betrekking tot water in het kader van het Horizon 2020-programma 4 zeven geselecteerde projecten opgeleverd voor een totaalbedrag van 30 miljoen euro. Een gezamenlijke oproep met DBT met betrekking tot nieuwe-generatie-vaccins heeft drie geselecteerde projecten opgeleverd voor een totaalbedrag van 30 miljoen euro. Er zijn twee innovatie-initiatieven gestart: een netwerk van starterscentra en een innovatieplatform, waaruit meer dan 20 innovatiepartnerschappen tussen de deelnemers zijn voortgekomen. Daarnaast is er een uitvoeringsregeling tussen de Science and Engineering Research Board (SERB) en de Europese Commissie ondertekend om de mobiliteit van Indiase onderzoekers naar teams van begunstigden van de Europese Onderzoeksraad te vergemakkelijken. Ten slotte zijn twee cofinancieringsmechanismen opgezet door DBT en het Ministry of Earth Sciences (MoES) om voor meer dan 50 oproepen in het kader van Horizon 2020 succesvolle Indiase deelnemers te financieren.


Het is in het belang van de EU om deze overeenkomst te verlengen en de wetenschappelijke en technologische samenwerking op gebieden van wederzijds belang voort te zetten en te bevorderen, aangezien de resulterende technologische vooruitgang ten goede komt aan de Europese wetenschappelijke gemeenschap, en de onderlinge samenwerking de toegang tot de Indiase markt verbetert.


De overeenkomst is van essentieel belang om inzicht te krijgen in elkaars wetenschappelijke en innovatielandschap en samen prioritaire gebieden van wederzijds belang vast te stellen voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie. De overeenkomst biedt een juridisch en administratief kader waarbinnen de modaliteiten voor samenwerking kunnen worden besproken om te zorgen voor een correcte en eerlijke toewijzing van financiering voor onderzoek en innovatie op gebieden die in overeenstemming zijn met de belangen en het beleid van de EU en die kunnen worden aangepast en bijgesteld in functie van de belangen en behoeften van India.


Tevens biedt zij een nuttig forum om de samenwerking uit het verleden te beoordelen en toekomstige acties te bepalen, onder meer inzake thema’s die de samenwerking doeltreffend maken, zoals de beginselen van open toegang en open innovatie.


Tijdens de op 1 maart 2019 in New Delhi gehouden vergadering van het bij de overeenkomst opgerichte stuurcomité India-EU hebben beide partijen nota genomen van hun voornemen om de overeenkomst, na een evaluatie overeenkomstig artikel 11 ervan, zonder enige wijziging nogmaals voor een periode van vijf jaar te verlengen.


De inhoud van de verlengde overeenkomst zal identiek zijn aan die van de huidige overeenkomst, zoals besproken en overeengekomen met de Indiase gesprekspartners. Zij zal voor de EU geen nieuwe rechten en verplichtingen creëren, maar zal de tussen de partijen reeds bestaande rechtsregels inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking verlengen.


Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit initiatief is volledig in overeenstemming met de strategie voor internationale samenwerking van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie (O&I) 5 . In de strategie van de EU wordt het belang van overeenkomsten op het gebied van wetenschap & technologie duidelijk onderstreept als instrument voor het vaststellen en uitvoeren van de meerjarige routekaarten voor samenwerking met derde landen. De overeenkomst is ook een manier om uitvoering te geven aan de strategie voor internationale samenwerking van de EU op het gebied van O&I, waarin wordt opgeroepen tot meer internationalisering en openheid in het O&I-landschap van de EU.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De overeenkomst is van essentieel belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU-strategie inzake India 6 om gezamenlijk mondiale uitdagingen aan te pakken, de duurzame modernisering van India te ondersteunen, zakelijke kansen te scheppen en de wetenschappelijke excellentie en het concurrentievermogen te vergroten 7 .

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De bevoegdheid van de EU om internationaal op te treden inzake onderzoek en technologische ontwikkeling is gebaseerd op artikel 186 VWEU. De procedurele rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), onder v), VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De EU en haar lidstaten hebben parallelle bevoegdheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling overeenkomstig artikel 4, lid 3, VWEU. De doelstellingen van de wetenschappelijke en technologische internationale samenwerking kunnen gezien de mondiale uitdagingen beter op het niveau van de EU worden verwezenlijkt. De Unie is tevens het best geplaatst om een leidende rol te spelen bij het bevorderen van gemeenschappelijke beginselen voor het uitvoeren van internationale onderzoeks- en innovatieactiviteiten, teneinde een gelijk speelveld te creëren waarin onderzoekers en innovators van over de hele wereld niet schromen om met elkaar in contact te treden. Daarom verdient het de voorkeur dat de EU actie onderneemt op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling. Tegelijkertijd moeten de internationale samenwerkingsactiviteiten van de Unie en die van de lidstaten consistent zijn en elkaar aanvullen.


In dit verband biedt de overeenkomst een kader voor het vaststellen van gebieden voor samenwerking inzake onderzoek en innovatie die van wederzijds belang zijn, in overeenstemming met de agenda en de strategie voor internationale samenwerking van de EU. Tot dusver is de samenwerking tussen de EU en India nuttig en noodzakelijk gebleken, en daarom streven we ernaar deze voort te zetten middels de verlenging van de overeenkomst. 

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit initiatief maakt geen deel uit van de Refit-agenda.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn alleen personele en administratieve middelen nodig; deze zijn opgenomen in het financieel memorandum.

In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:

- namens de Unie, en met instemming van het Europees Parlement, de verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India voor een nieuwe periode van vijf jaar (van 17 mei 2020 tot en met 16 mei 2025) goed te keuren;

- de voorzitter van de Raad te machtigen, de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de regering van de Republiek India ervan in kennis te stellen dat de Unie haar interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van deze verlengde overeenkomst, heeft voltooid.