Toelichting bij COM(2020)329 - Nieuwe aanpak maritieme strategie voor Atlantische gebied - Atlantisch actieplan 2.0 voor duurzame, veerkrachtige en concurrerende blauwe economie in Atlantisch EU-gebied

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 23.7.2020


COM(2020) 329 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Een geactualiseerd actieplan voor een duurzame, veerkrachtige en concurrerende blauwe economie in het Atlantische gebied van de Europese Unie


{SWD(2020) 140 final}


INHOUDSOPGAVE

2.

1. INLEIDING


3.

2. EEN GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE OP EEN DUURZAME, VEERKRACHTIGE EN CONCURRERENDE BLAUWE ECONOMIE IN HET ATLANTISCHE GEBIED VAN DE EU


4.

3. PIJLERS


PIJLER I: HAVENS ALS TOEGANGSPOORTEN EN HUBS VOOR DE BLAUWE ECONOMIE

Doelstelling 1: havens als toegangspoorten voor handel in de Atlantische Oceaan

Doelstelling 2: havens als katalysatoren voor het bedrijfsleven

PIJLER II: BLAUWE VAARDIGHEDEN VOOR DE TOEKOMST EN KENNIS OVER DE OCEANEN

Doelstelling 3: kwaliteit in onderwijs, opleidingen en een leven lang leren

Doelstelling 4: kennis over de oceanen

PIJLER III: HERNIEUWBARE MARIENE ENERGIE

Doelstelling 5: de bevordering van koolstofneutraliteit door middel van hernieuwbare mariene energie

PIJLER IV: EEN GEZONDE OCEAAN MET VEERKRACHTIGE KUSTEN

Doelstelling 6: grotere veerkracht van de kustgebieden

Doelstelling 7: de strijd tegen de vervuiling van de oceanen

5.

4. BEHEER VAN HET ACTIEPLAN


6.

4.1. COÖRDINATIE


7.

4.2. UITVOERING EN VERSLAGLEGGING


8.

4.3. MOBILISEREN VAN FONDSEN EN FINANCIERING


9.

5. BREDERE VERBANDEN EN BREXIT


10.

6. CONCLUSIE



1.INLEIDING

De maritieme strategie voor het Atlantische gebied 1 werd in 2011 aangenomen ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling van de blauwe economie in de EU-lidstaten die aan de Atlantische Oceaan grenzen. In 2013 heeft de Europese Commissie een Atlantisch actieplan 2 naar voren geschoven om de strategie te implementeren. Om een nieuwe impuls te geven aan een duurzame maritieme economie die werkgelegenheid kan scheppen, is het tijd om de prioriteiten voor regionale samenwerking te actualiseren naar aanleiding van de raadpleging van belanghebbenden, en zo een nieuwe bijdrage te leveren aan Europa’s herstel van de ongekende sociaal-economische crisis als gevolg van de huidige COVID-19-pandemie.

De blauwe economie in de Atlantische Oceaan was in 2017 goed voor een bruto toegevoegde waarde van 73,4 miljard EUR en 1,29 miljoen banen. Het is het grootste zeebekken van de EU en vertegenwoordigt 36 % van de bruto toegevoegde waarde van de blauwe economie van de EU. Verschillende sectoren van de blauwe economie in het Atlantische gebied zullen naar verwachting lijden onder de huidige crisis. In het bijzonder het kust- en zeetoerisme, de grootste sector van de Atlantische blauwe economie, die 27 miljard EUR aan bruto toegevoegde waarde genereert en werk biedt aan 0,76 miljoen mensen.

Als respons op de COVID-19-crisis heeft de Europese Commissie reeds een reeks maatregelen aangenomen. In het bijzonder heeft ze op 27 mei 2020 haar voorstel voor een groot herstelplan gepresenteerd om de economische en sociale schade van de coronapandemie te repareren, het herstel van de Europese economie snel op gang te brengen en bestaande banen te redden en nieuwe te scheppen. Om voor een duurzaam, evenwichtig, inclusief en fair herstel in alle lidstaten te zorgen heeft de Commissie voorgesteld een nieuw herstelinstrument – Next Generation EU 3 – van 750 miljard EUR in het leven te roepen in het kader van een solide, moderne en vernieuwde EU-begroting voor de lange termijn.

De herstelmaatregelen van de EU zijn toegespitst op de notie van duurzaamheid, die ten grondslag ligt aan de Europese Green Deal 4 die de Europese Commissie in december 2019 heeft aangenomen. Het doel van dit ambitieuze maatregelenpakket is om van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken en de gezondheid van de mensen, onze planeet en de economie te stimuleren.

In de Europese Green Deal wordt de centrale rol van de blauwe economie benadrukt als een doorslaggevende factor om die doelen te bereiken. De rol die oceanen spelen bij de matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, wordt meer en meer onderkend. De sector van de blauwe economie kan de transitie naar schone energie bevorderen, met name door het groeiend potentieel van hernieuwbare offshore-energie te helpen benutten en de maritieme ruimte duurzamer te beheren.

Bovendien kan deze sector bijdragen aan het verlichten van de klimaatverandering door op de natuur gebaseerde oplossingen te bevorderen en het gebruik van aquatische en mariene hulpbronnen te verbeteren, bijvoorbeeld door de productie en het gebruik te stimuleren van nieuwe eiwitbronnen die de druk op landbouwgrond kunnen verlichten. Daartoe heeft de Europese Commissie op 20 mei, als fundamenteel onderdeel van de Europese Green Deal de nieuwe EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 5 aangenomen om de natuur te beschermen en de degradatie van ecosystemen ongedaan te maken. Daarnaast hechtte de Commissie ook haar goedkeuring aan een “van boer tot bord”-strategie 6 voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem.

Voorts heeft de EU, als onderdeel van de inspanningen voor herstel ook richtsnoeren voor het beleid inzake toerisme en vervoer vastgesteld, om alle Europeanen in staat te stellen opnieuw te kunnen genieten van een rustgevend en bovenal veilig toeristisch seizoen. In de mededeling over toerisme en vervoer in 2020 en daarna wordt eveneens benadrukt hoe belangrijk het is de Europese natuurlijke rijkdommen op het land en in de zee te beschermen en te herstellen, in overeenstemming met de strategische aanpak voor een duurzame blauwe en groene economie.

Het herziene actieplan draagt bij tot de inspanningen voor het herstel in de blauwe economie en richt zich op belangrijke sectoren waarin zowel sprake is van duurzame transformatie als een groot potentieel voor het scheppen van banen in kustgemeenschappen in de Atlantische Oceaan. Zo bevordert de transitie naar offshore hernieuwbare energie bijvoorbeeld duurzaam kusttoerisme, terwijl ook aanzienlijke werkgelegenheidskansen in de Atlantische Oceaan worden geboden. De groene scheepvaart en de innovatieve havenactiviteiten die in het actieplan worden voorgesteld, zullen bijdragen tot de verkleining van de ecologische en CO2-voetafdruk van de EU.

Dit actieplan is het resultaat van een lang proces, dat aanving met een in 2018 gepubliceerde tussentijdse beoordeling 7 en werd voortgezet met “bottom-up”-overleg 8 met belanghebbenden en de Atlantische lidstaten. De tussentijdse beoordeling wees erop dat het Atlantisch actieplan heeft geresulteerd in meer dan 1 200 nieuwe maritieme projecten en bijna 6 miljard EUR aan investeringen, voornamelijk uit de EU-begroting. De beoordeling beklemtoonde eveneens de behoefte aan verbeteringen met betrekking tot de thematische focus van het plan, de beheersstructuur en de invoering van een monitoringkader.


2.EEN GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE OP EEN DUURZAME, VEERKRACHTIGE EN CONCURRERENDE BLAUWE ECONOMIE IN HET ATLANTISCHE GEBIED VAN DE EU

Het doel van het herziene Atlantisch actieplan 2.0 is het potentieel van de blauwe economie in het Atlantische gebied ontsluiten en tegelijk de mariene ecosystemen beschermen en bijdragen aan de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering. Dat is in lijn met de mondiale verbintenissen voor duurzame ontwikkeling en is volledig geïntegreerd in de politieke prioriteiten van de Europese Commissie voor de periode 2019-2024, met name een Europese Green Deal, een economie die werkt voor de mensen en een sterker Europa in de wereld.

Het actieplan is gericht op zeven doelen die vallen onder vier thematische pijlers, en beoogt die te bereiken door middel van concrete acties waarbij alle relevante belanghebbenden in het Atlantische gebied worden ingeschakeld:

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie – internationale dimensie

Atlantische havens als toegangspoorten en hubs voor de blauwe economie
Een Atlantisch gebied van de EU dat de ontwikkeling van “blauwe vaardigheden” voor de toekomst en de kennis over de oceanen bevordertEen Atlantisch gebied van de EU dat gebruikmaakt van hernieuwbare mariene energieEen gezond Atlantisch gebied van de EU met veerkrachtige kusten

3.PIJLERS

Het nieuwe actieplan omvat vier pijlers, die staan voor een praktische manier om de gemeenschappelijke visie te verwezenlijken. Ze zijn integraal met elkaar verbonden en grensoverschrijdend van aard. Deze vier pijlers gaan in op de belangrijkste uitdagingen en hebben tot doel duurzame blauwe groei te bevorderen en bij te dragen tot meer territoriale samenwerking en cohesie in het Atlantische gebied van de EU. De onderzoeksactiviteiten die in het kader van de Verklaringen van Galway 9 en Belém 10 en de alliantie voor onderzoek in de volledige Atlantische Oceaan 11 worden uitgevoerd, bestrijken alle pijlers. Ze geven een internationale dimensie aan het actieplan en ondersteunen de uitvoering ervan door te zorgen voor een beter begrip van de veranderingen in de Atlantische Oceaan en de gevolgen daarvan voor de kustgemeenschappen, en door de ontwikkeling van innovatieve oplossingen.

De pijlers zijn toegespitst op kwesties die één kustgebied of één enkele staat niet alleen kan oplossen of waarbij het efficiënter is om samen op te treden en resultaten te boeken die echt een verschil maken in het dagelijks leven van de inwoners van de kustgebieden.

De tijdens het raadplegingsproces ontvangen feedback en de besprekingen met de vijf EU-lidstaten hebben geholpen om specifieke maar onderling verbonden en elkaar versterkende doelstellingen en acties te bepalen. Die overeengekomen doelstellingen en acties zijn niet limitatief opgesomd.

Het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan deze mededeling vergezeld gaat, bevat gedetailleerde informatie over de concrete acties en de bijbehorende wijzen van uitvoering in elke pijler.

PIJLER I: HAVENS ALS TOEGANGSPOORTEN EN HUBS VOOR DE BLAUWE ECONOMIE

Het kusttoerisme, de aquacultuur, de scheepsbouw, en ook groeisectoren als hernieuwbare mariene energie zijn toegespitst op of nauw verweven met de activiteit in de havens. Havens kunnen een belangrijke rol spelen bij de duurzame ontwikkeling van die sectoren en bij de overgang naar een koolstofvrije economie. Om deze kans te grijpen, moeten we de rol en het potentieel van de Atlantische havens opnieuw bekijken. Tegelijkertijd moeten we een grotere rol geven aan havenexploitanten als katalysatoren voor maritieme bedrijvigheid. Anderzijds moeten havens onderling samenwerken om financiering aan te trekken voor slimme infrastructuur en beter te plannen hoe de capaciteit zal worden uitgebreid om de groeiende handel onder te brengen.

Maritieme innovatie kan helpen bij het koolstofvrij maken van maritieme emissiebronnen. Er bestaan bijvoorbeeld technologieën die de koolstofuitstoot van schepen kunnen verminderen. Het gaat onder meer om vloeibaar aardgas, waterstofproductie, luchtsmering, windaandrijving en nabehandelingstechnieken. Het installeren van oplaad- en tankpunten voor alternatieve brandstoffen in havens en goederenterminals, ook voor aangemeerde schepen, zou de luchtkwaliteit in kustgemeenschappen aanzienlijk verbeteren.

Om tegemoet te komen aan de bovenstaande behoeften omvat de pijler twee specifieke doelstellingen en een reeks concrete acties.

11.

Doelstelling 1: havens als toegangspoorten voor handel in de Atlantische Oceaan


Acties
►De snelwegen op zee in de Atlantische Oceaan in het kader van TEN-V ontwikkelen

►Uiterlijk in 2025 een netwerk van groene havens creëren

►Kortevaartverbindingen in het Atlantische gebied bevorderen met het oog op een betere integratie van Ierland

►Een Atlantische strategie voor vloeibaar aardgas opzetten

►Ecoregelingen ontwikkelen om de haveninfrastructuur te moderniseren

►Gezamenlijk afvalontvangst- en afvalverwerkingsplannen voor Atlantische havens ontwikkelen

12.

Doelstelling 2: havens als katalysatoren voor het bedrijfsleven


Acties
►Een blauw acceleratorprogramma ontwikkelen waarmee Atlantische havens innovatieve bedrijven kunnen helpen opschalen

►Beste praktijken en ideeën uitwisselen en problemen gezamenlijk aanpakken

►Gegevensverzameling uitbreiden met andere dan de traditionele (logistieke) gegevens

►Zorgen voor een betere communicatie en een betere beschikbaarheid van gegevens over het economische potentieel van havens

PIJLER II: BLAUWE VAARDIGHEDEN VOOR DE TOEKOMST EN KENNIS OVER DE OCEANEN

De juiste vaardigheden zijn van essentieel belang om te profiteren van innovatie en blauwe technologieën snel ingang te doen vinden. Een gespecialiseerd blauw onderwijs- en opleidingsaanbod op basis van een business intelligence-programma kan jong talent aantrekken voor de blauwe economie, de productiviteit stimuleren en het concurrentievermogen van het Atlantische gebied van de EU vergroten.

Hoewel er al gespecialiseerde clusters actief zijn op lokaal en regionaal niveau, kan een efficiënte samenwerking op zeebekkenniveau de grensoverschrijdende mobiliteit van gekwalificeerde werknemers vergemakkelijken en zo tegemoetkomen aan de veranderende vraag van de arbeidsmarkt. Een ander aandachtsgebied is kennis over de oceanen. Burgers met kennis van de oceanen zijn in staat hun dagelijks gedrag aan te passen om weloverwogen en verantwoorde keuzes te maken die een gemeenschappelijk oceaanbeheer bevorderen 12 .

Om tegemoet te komen aan de bovenstaande behoeften omvat de pijler twee specifieke doelstellingen en een reeks concrete acties.

13.

Doelstelling 3: kwaliteit in onderwijs, opleidingen en een leven lang leren


Acties
►In kaart brengen waar blauwe vaardigheden in het Atlantische gebied van de EU ontbreken

►De gegevensverzameling op het vlak van blauwe loopbanen harmoniseren

►Een business intelligence-programma opzetten en verbindingscentra bevorderen voor betere samenwerking tussen bedrijven en aanbieders van opleidingen

►Via peer learning een inventaris maken van inspirerende beste praktijken om werkgevers en werkzoekers samen te brengen

►Bestaande informatieplatforms voor vacatures gebruiken en hun potentieel voor blauwe loopbanen benutten

14.

Doelstelling 4: kennis over de oceanen


Acties
►Een proefcurriculum voor kennis over de Atlantische Oceaan opzetten

►25 Atlantische “blauwe scholen” oprichten, uiterlijk in 2025

►Een component betreffende kennis over de oceanen (kennisverspreiding) toevoegen aan relevante projecten

►Het All-Atlantic Ocean Youth Forum benutten

►Burgers betrekken bij oceaangerelateerde acties in het Atlantische gebied van de EU

►Burgers betrekken bij activiteiten in het kader van de Europese Dag van de zee, de Wereldoceanendag en het toekomstige EU4Ocean-platform

PIJLER III: HERNIEUWBARE MARIENE ENERGIE

De Europese Green Deal legt nadruk op de cruciale rol van de productie van offshore-windenergie bij de transitie naar een klimaatneutrale economie. Beklemtoond wordt dat een duurzamer beheer van de maritieme ruimte noodzakelijk is om het potentieel van offshore-windenergie te ontsluiten. Daarvoor moet worden voortgebouwd op het succes dat met regionale samenwerking is geboekt, zoals actief bevorderd door de maritieme strategie voor het Atlantische gebied en het bijbehorende actieplan. In dit verband zal de Commissie in het vierde kwartaal van 2020 een strategie voorstellen voor de ontwikkeling van hernieuwbare offshore-energie in de EU. Die moet onder andere op het Atlantisch actieplan 2.0 voortbouwen.

Het Atlantische gebied van de EU fungeert als voortrekker van en proeftuin voor de ontwikkeling van opkomende hernieuwbare mariene energiebronnen 13 , met name oceaanenergie en drijvende windmolens. Om de volgende fase van de ontwikkeling (succesvolle prototypen die rijp zijn voor de markt) in te gaan, is het essentieel om het technologisch leiderschap te handhaven, talent te behouden en betaalbare schone energie te leveren, met inachtneming van de potentiële effecten op het mariene milieu en manieren om die te beperken.

De landen die deelnemen aan de maritieme strategie voor het Atlantische gebied hebben een nauwe samenwerking op het gebied van maritieme ruimtelijke ordening tot stand gebracht.

Deze pijler beantwoordt aan verschillende onderling verweven uitdagingen, namelijk de toegang tot financiering verbeteren, de nodige politieke steun en publieke acceptatie verkrijgen, kennisuitwisseling vergemakkelijken en de beste praktijken toepassen in de hele regio.

Om tegemoet te komen aan de bovenstaande behoeften omvat de pijler een specifieke doelstelling en een reeks concrete acties.

15.

Doelstelling 5: de bevordering van koolstofneutraliteit door middel van hernieuwbare mariene energie


Acties
►Specifieke doelstellingen vaststellen voor de uitrol van mariene hernieuwbare energie in de Atlantische regio’s, rekening houdend met hun milieu-effecten

►De beste locaties bepalen voor hernieuwbare-energieparken (met inbegrip van offshore-windenergie) en naburige havens in de Atlantische Oceaan en daarbij rekening houden met de mogelijke gevolgen voor het mariene milieu

►Stimulansen invoeren voor de uitrol van innovatieve installaties voor hernieuwbare energie

►Verschillende initiatieven op het gebied van hernieuwbare mariene energie in het Atlantische gebied van de EU samenbrengen, met het oog op de filosofie en de doelstellingen van het strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan)

►Het publiek beter vertrouwd maken met hernieuwbare mariene energie in de Atlantische Oceaan via geschikte communicatiemiddelen

►De samenwerking in de Europese gemeenschap van oceaanenergie versterken

►Een specifiek kader voor oceaanenergie ontwikkelen voor EU-eilanden in de Atlantische Oceaan

PIJLER IV: EEN GEZONDE OCEAAN MET VEERKRACHTIGE KUSTEN

Door de vele menselijke activiteit die er plaatsvindt, is de Atlantische kust van de EU erg kwetsbaar. Zware stormen, overstromingen en erosie hebben ook negatieve effecten op grote delen van de kust en zullen waarschijnlijk nog heviger worden door de klimaatverandering. Zowel het verslag over de oceaan en de cryosfeer in een veranderend klimaat 14 van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering van de VN 15 als het jaarlijkse verslag over de toestand van de oceanen 16 van het Copernicus-aardobservatieprogramma 17 voorspellen een voortdurende en alsmaar snellere stijging van de zeespiegel en een toename van extreme weersomstandigheden (mariene hittegolven, stormvloeden).

Maatregelen voor de beheersing van en aanpassing aan klimaatrisico’s zijn noodzakelijk om de habitats en biodiversiteit aan de kust en ook de kwetsbare infrastructuur en economische activiteiten aan de kust in stand te houden. Mariene en kusthabitats moeten worden beschermd en gevaloriseerd, met name met het oog op de ontwikkeling van nieuwe vormen van kust- en zeetoerisme. In deze specifieke economische sector moeten de beginselen van een circulaire economie, nulvervuiling, energie-efficiëntie en het behoud van biodiversiteit vooropstaan, teneinde duurzamere praktijken uit te werken waarbij lokale ontwikkeling en bestendige werkgelegenheid worden bevorderd.

Hoewel de scheepvaart de afgelopen decennia veiliger is geworden, blijft een grote kans bestaan op vervuiling van de zee als gevolg van opzettelijke en accidentele lozingen van olie en andere schadelijke stoffen. Een doeltreffende risicobeheersing van de lozingen en hun gevolgen vereist sectoroverschrijdende samenwerking en actie op regionaal niveau.

Een ander ernstig probleem is de vervuiling van de zee, in het bijzonder met plastic. Atlantische stranden worden vervuild met waardevolle want recyclebare materialen die schade toebrengen aan het milieu. Deze zouden kunnen worden verzameld en opnieuw in de economie worden geïntroduceerd, om die circulairder te maken. Kustgebieden en burgers kunnen een Atlantische respons op zwerfvuil op zee uitwerken aan de hand van gecoördineerde acties, bovenop de lopende initiatieven in het kader van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (het Ospar-Verdrag) 18 , de EU-kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) 19 en de EU-strategie voor kunststoffen 20 . Tevens hebben onderzoeksactiviteiten aangetoond dat zeedieren die blootgesteld worden aan onderwaterlawaai daarvan verschillende schadelijke effecten kunnen ondervinden, gaande van gedragsveranderingen tot de dood. Het missiegebied “gezonde oceanen, zeeën, en kust- en binnenwateren” van de Europese Green Deal zal van bijzonder belang zijn om de Atlantische Oceaan gezond te maken en te houden en de veerkracht van de kusten te waarborgen.

Om tegemoet te komen aan de bovenstaande behoeften omvat de pijler twee specifieke doelstellingen en een reeks concrete acties.


16.

Doelstelling 6: grotere veerkracht van de kustgebieden


Acties
►Voorzien in een uitgebreid waarschuwings- en waarnemingssysteem voor de talrijkere stormen en overstromingen als gevolg van de klimaatverandering

►Synergieën tot stand brengen tussen de bestaande EU-infrastructuren voor de observatie en bescherming van de kust, alsook voor waarschuwing en monitoring, en verder inzetten op de ontwikkeling van oceaanobservatoria ter plaatse

►Testruimten en proefgebieden ontwikkelen voor het uittesten van methoden voor bescherming van de kust en op de natuur gebaseerde oplossingen bevorderen

►Bevordering van duurzame praktijken op het gebied van kust- en zeetoerisme

►Een inventaris maken van nationale en regionale strategieën en maatregelen voor aanpassing van de kusten aan de klimaatverandering, gekoppeld aan risicobeoordelingen en ‑beheersingsplannen, en beste praktijken uitwisselen

►Informatiecampagnes opzetten voor kustgemeenschappen in het Atlantische gebied

►Jongeren en kustgemeenschappen voorlichten over de evolutie van de kustlijn en manieren om zich aan te passen aan de stijging van het zeeniveau

►Uitwisselen van de beste praktijken voor de toepassing van maritieme ruimtelijke ordening bij het aanpassen en veerkrachtiger maken van de kust en toepasselijke milieubeoordelingen (MEB 21 , SMEB 22 , AA 23 )

►Waterrijke kustgebieden inventariseren met het oog op hun instandhouding en hun rol als koolstofput monitoren

17.

Doelstelling 7: de strijd tegen de vervuiling van de oceanen


Acties
►Een proefproject uitwerken voor “afvalvrije” kustgemeenschappen

►De beschikbare instrumenten gebruiken voor het in kaart brengen van de voornaamste bronnen, routes en hotspots van zwerfvuil op zee en van opzettelijke of accidentele vervuiling

►Circulaire maatregelen die uitgaan van bedrijven bevorderen en stimulansen en milieucertificeringsregelingen ontwikkelen

►Gezamenlijke acties opzetten voor meer publieke bewustwording over het probleem, zoals stranddagen waarbij gemeenschappen elkaar ontmoeten om het strand schoon te maken

►Initiatieven voor het opvissen van afval bevorderen om vissers aan te moedigen het afval dat zij bij normale visserijactiviteiten in hun netten ophalen, aan land te brengen

►Zich in het kader van Ospar inzetten voor de uitvoering van collectieve acties van het regionale actieplan inzake zwerfvuil op zee

►Stimuleren van een gecoördineerde en doeltreffende uitvoering van de maatregelen tegen zwerfvuil op zee en onderwaterlawaai die op grond van de KRMS van de EU-lidstaten vereist zijn

►De werkzaamheden in het kader van het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie en de Verdragen van Bonn en van Lissabon ondersteunen met het oog op een doeltreffende preventie van en voorbereiding en reactie op opzettelijke en accidentele vervuiling

►De samenwerking tussen sectoren bevorderen met het oog op een gecoördineerde respons op zee en aan de kust

4.BEHEER VAN HET ACTIEPLAN

4.1.COÖRDINATIE

De politieke coördinatie is in handen van de voor maritieme zaken bevoegde ministers van de deelnemende landen. De lidstaten stellen de brede politieke richtsnoeren (met inbegrip van de geografie van de Atlantische strategie) vast, monitoren de uitvoering en leggen de nadruk op de eigen inbreng voor het initiatief. De lidstaten kunnen in overleg met de Europese Commissie besluiten belanghebbende staten toe te staan om deel te nemen aan de Atlantische strategie.

De operationele coördinatie wordt gewaarborgd door het comité voor de Atlantische strategie, dat binnen zijn bevoegdheden optreedt als besluitvormend (uitvoerend) orgaan van het actieplan en ervoor zorgt dat de vertegenwoordigers van de kustgebieden op passende wijze worden betrokken (in overeenstemming met het respectieve grondwettelijke kader van de EU-lidstaten). Vertegenwoordigers van de betrokken financieringsorganen en ook van andere organen kunnen als waarnemers worden uitgenodigd van geval tot geval (bv. op basis van de agenda van de vergadering). De Europese Commissie is een permanent lid van dit comité.

De precieze voorwaarden, taken en reglementen van de bestuursorganen zullen worden omschreven in specifieke werkafspraken.

4.2.UITVOERING EN VERSLAGLEGGING

Dit actieplan doet dienst als uitnodiging aan de kustgebieden, de particuliere sector, onderzoekers, nationale overheidsinstanties en andere actoren om projecten te ontwerpen die inspelen op de doelstellingen. Bestaande en nieuwe partnerschappen in het Atlantische gebied van de EU moeten gebruikmaken van het door het actieplan geboden kader voor kennisuitwisseling en innovatie.

Om een doeltreffende uitvoering mogelijk te maken, moet aan een aantal essentiële voorwaarden worden voldaan en moeten in een vroeg stadium duidelijke beslissingen worden genomen. Deze voorwaarden zijn:

·de lidstaten moeten het herziene actieplan onderschrijven voordat het kan worden uitgevoerd; de deelnemende landen moeten erkennen dat de prioriteiten van het actieplan beleidsterreinen, ministeries en bestuursniveaus overstijgen; zij dienen prioriteiten te bepalen, ownership en verantwoordelijkheid op te nemen, beleidsterreinen en middelen op nationaal en regionaal niveau op elkaar af te stemmen, de betrokkenheid van regionale autoriteiten en particuliere investeerders te bevorderen binnen de bestaande mechanismen en kaders en de passende instrumenten en middelen te verstrekken naargelang van de capaciteit van elk land;

·het comité voor de Atlantische strategie evalueert en actualiseert op gezette tijden het actieplan (d.w.z. dat het de prioritaire thema’s ervan bepaalt en bijwerkt), stelt kerninitiatieven voor en keurt die goed, en kan projecten als kerninitiatieven bestempelen;

·de Europese Commissie bevordert een strategische aanpak op EU-niveau, met onder meer coördinatie met, en voor zover mogelijk afstemming van de financiering op, bestaande EU-gerelateerde initiatieven en instrumenten 24 die relevant zijn voor de pijlers en overeengekomen acties;

·de regeringen monitoren en evalueren waar nodig de vooruitgang op nationaal niveau, onder meer met steun van het Atlantisch bijstandsmechanisme, en verschaffen richtsnoeren voor de uitvoering;

·de voornaamste belanghebbenden moeten hierbij worden betrokken, met inbegrip van de nationale, regionale en lokale overheden, economische en sociale actoren, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld en niet-gouvernementele organisaties; die betrokkenheid zal ook worden bevorderd door openbare evenementen (bijvoorbeeld jaarlijkse fora, evenementen tussen bedrijven (“business to business”) en evenementen om investeerders aan te trekken (“investors pitch”) en snelle financiering te verkrijgen (“speed funding”));

·het comité voor de Atlantische strategie zal op gezette tijden een periodieke en voortgangsrapportage maken om verslag uit te brengen aan het politieke niveau, en is verantwoordelijk voor het waarborgen van de uitvoering van het actieplan;

·een speciaal daartoe ontwikkeld bijstandsmechanisme zal vooraf ondersteuning aanbieden aan de EU-lidstaten en helpen bij de uitvoering van de doelstellingen in het kader van elke pijler; die ondersteuning dient ook betrekking te hebben op de betrokkenheid van en partnerschappen tussen belanghebbenden, evenals op de verzameling van alle gegevens die nodig zijn om een referentiekader vast te stellen, de vorderingen te monitoren en erover verslag uit te brengen, en de Atlantische maritieme data-hub te onderhouden 25 ;

·de communicatie over het Atlantisch actieplan en de overkoepelende maritieme strategie voor het Atlantische gebied is een gedeelde verantwoordelijkheid van de EU en haar lidstaten, op alle niveaus – nationaal, regionaal en lokaal; via het bijstandsmechanisme zal een consistente communicatieaanpak in het Atlantische gebied van de EU worden ontwikkeld en gecoördineerd.

Met een speciaal daartoe ontwikkeld monitoring- en evaluatiekader worden de vorderingen van het actieplan bijgehouden en wordt beoordeeld in welke mate het actieplan zijn doelstellingen verwezenlijkt. De resultaten van deze voortdurende evaluatie zullen de inbreng leveren voor potentiële wijzigingen van het actieplan in de toekomst.

4.3.MOBILISEREN VAN FONDSEN EN FINANCIERING

Voor het Atlantisch actieplan zijn in de EU-begroting geen middelen gereserveerd. Het plan zal voornamelijk steunen op alle te mobiliseren EU- en nationale fondsen en financieringsinstrumenten die relevant zijn voor de doelstellingen en acties. Het tijdschema voor het actieplan is ontworpen om beheersautoriteiten van de EU-lidstaten en kustgebieden te inspireren bij de opstelling van hun partnerschapsovereenkomsten en programma’s, die eind 2020 moet zijn afgerond.

Met het oog op de volgende programmeringsperiode (2021-2027) wordt in de mededeling onderzocht welke financiële middelen nodig zijn om de vastgestelde acties met succes uit te voeren. Hierbij gaat het om een combinatie van overheidsinvesteringen uit nationale en EU-begrotingen en particuliere middelen.

De EU-lidstaten en hun kustgebieden kunnen een beroep doen op:

·de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), en met name:

ohet Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV);

ohet Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), met inbegrip van de Europese territoriale samenwerkingsprogramma’s;

·de onderzoeksprogramma’s Horizon 2020 en Horizon Europa;

·het Cosme-programma voor kleine en middelgrote ondernemingen (midden- en kleinbedrijf);

·de Connecting Europe Facility voor infrastructuur;

·het Erasmus+-programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport;

·het LIFE-programma voor milieu en klimaatactie;

·het steunprogramma voor hervormingen, na een verzoek om financiële en technische ondersteuning;

·het Uniemechanisme voor civiele bescherming voor preventie van en paraatheid voor grensoverschrijdende risico’s en voor mariene en aangespoelde verontreiniging.

Territoriale samenwerkingsprogramma’s, in het bijzonder het Interreg-programma voor het Atlantisch gebied, vergemakkelijken de transnationale samenwerking die met dit actieplan wordt beoogd.

De EU streeft ernaar een groot deel van de steun te verlenen via financieringsinstrumenten. Tussen 2013 en 2017 heeft de Europese Investeringsbank bijna 3 miljard EUR aan leningen verstrekt voor projecten met betrekking tot connectiviteit en groene technologieën in het Atlantische gebied van de EU, waarmee zij de op een na grootste financieringsbron is geworden, na het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling. Het Europees Fonds voor strategische investeringen heeft ook bijgedragen door garanties te verstrekken die het risico voor publieke en particuliere investeerders beperken. Die leningen en garanties zijn gecombineerd met subsidies uit EU-programma’s. Het BlueInvest-platform, dat in september 2019 van start ging, helpt kleine en middelgrote ondernemingen (het midden- en kleinbedrijf) aan toegang tot financiering. Dit zal hen in staat stellen nieuwe producten of diensten op de markt te brengen door middel van bedrijfscoaching en subsidies voor activiteiten zoals verdere ontwikkeling of demonstraties. Het voorstel van de Commissie voor de opvolger van het Europees Fonds voor strategische investeringen, het InvestEU-programma voor 2021-2027, zal meer nadruk leggen op de verwezenlijking van EU-doelstellingen als decarbonisatie of de circulaire economie.

5.BREDERE VERBANDEN EN BREXIT

Voor de uitvoering van het actieplan zijn geen wijzigingen in de EU-wetgeving vereist. Het actieplan is erop gericht de EU-beleidsterreinen die relevant zijn voor het Atlantische gebied van de EU te versterken en de onderlinge synergieën te vergroten teneinde een duurzame, veerkrachtige en concurrerende blauwe economie te stimuleren in het Atlantische gebied van de EU. Die terreinen omvatten in het bijzonder de EU-beleidsmaatregelen en -programma’s in verband met havens en connectiviteit 26 , energie uit hernieuwbare bronnen 27 , onderwijs en vaardigheden in het kader van de vaardighedenagenda 28 , matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering 29 , het milieu 30 , en onderzoek en innovatie 31 .

Teneinde het draagvlak voor het actieplan te verbreden is samenwerking met bekende netwerken nodig om het gesprek aan te gaan met gespecialiseerde groepen belanghebbenden zoals het Enterprise Europe Network 32 , Farnet 33 en regionale en lokale clusters. Er zal worden gestreefd naar synergie met andere intergouvernementele instanties, zoals het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan 34 en de Atlantic Ocean Research Alliance 35 , waarvan de geografische reikwijdte en het toepassingsgebied vergelijkbaar zijn met die van het actieplan.

Sinds 1 februari 2020 is het VK geen lid meer van de Europese Unie. Die status als derde land zal de reikwijdte en de voorwaarden bepalen voor de deelname van het VK aan het Atlantisch actieplan.

6.CONCLUSIE

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om het actieplan en de richting als uiteengezet in deze mededeling, te onderschrijven. Tevens verzoekt de Commissie het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité om advies te verstrekken over dit initiatief.

(1) COM(2011) 782 definitief, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX:52011DC0782
(2) COM(2013) 279 final, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1395674057421&uri=CELEX:52013DC0279
(3) COM(2020) 456 final
(4) COM(2019) 640 final
(5) COM(2020) 380 final
(6) COM(2020) 381 final
(7) SWD(2018) 49 final, https://ec.europa.eu/maritimeaffairs/sites/maritimeaffairs/files/swd-2018-49_en.pdf
(8) De Europese Commissie heeft tussen september en november 2018 een reeks speciale workshops voor belanghebbenden georganiseerd in Gran Canaria (Spanje), Viana do Castelo (Portugal), Dublin (Ierland), Liverpool (Verenigd Koninkrijk) en Bordeaux (Frankrijk). De resultaten van de workshops zijn online beschikbaar: https://webgate.ec.europa.eu/maritimeforum/en/node/4400
(9) Op 24 mei 2013 ondertekenden de Europese Unie, Canada en de Verenigde Staten een overeenkomst over samenwerking met betrekking tot de Atlantische Oceaan. ec.europa.eu/research/iscp/pdf
(10) Op 13 juli 2017 ondertekenden de EU, Brazilië en Zuid-Afrika de Verklaring van Belém, een overeenkomst voor onderzoek en innovatie met betrekking tot de Atlantische Oceaan. ec.europa.eu/research/iscp/pdf
(11) De AORA omvat de EU, de Verenigde Staten en Canada. Dankzij de AORA zijn momenteel reeds zo’n 25 projecten, waarbij meer dan 500 internationale onderzoeksteams betrokken zijn, actief op het gebied van onderzoek over de Atlantische Oceaan. www.atlanticresource.org/aora">https://www.atlanticresource.org/aora
(12) Zoals vermeld in de www.atlanticresource.org/aora/sites/default/files">trans-Atlantische uitvoeringsstrategie van de Marine Working Group on Ocean Literacy van de AORA, met steun vanuit Horizon 2020.
(13) Hernieuwbare mariene energie omvat (vaste en drijvende) windmolens op zee en oceaanenergie (golfslag- en getijdenenergie).
(14) www.ipcc.ch/srocc/home/">https://www.ipcc.ch/srocc/home/
(15) De Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering van de VN kreeg de opdracht om de wetenschappelijke bewijzen over klimaatverandering te beoordelen.
(16) marine.copernicus.eu, marine.copernicus.eu
(17) www.copernicus.eu
(18) Het www.ospar.org/convention/text">Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (het “Ospar-Verdrag”) stond open voor ondertekening tijdens de ministeriële bijeenkomst van de www.ospar.org/about/history">Commissie van Oslo en Parijs op 22 september 1992 in Parijs. Het werd samen met een slotverklaring en een actieplan goedgekeurd. De vijf EU-lidstaten die deelnemen aan de Atlantische strategie zijn alle lid van Ospar.
(19) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32008L0056
(20) COM(2018) 028.
(21) Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 26 van 28.1.2012, blz.

1), als gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 (PB L 124 van 25.4.2014, blz. 1).
(22) Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 30).
(23) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz.

7), als gewijzigd bij Richtlijn 97/62/EG van de Raad van 27 oktober 1997 (PB L 305 van 8.11.1997, blz. 42), Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz.1), Richtlijn 2006/105/EG van de Raad van 20 november 2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 368) en Richtlijn 2013/17/EU van de Raad van 13 mei 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz.193).

(24) Afhankelijk van de beoordeling van de evaluatieprocedures en -criteria voor de betrokken fondsen, programma’s en projecten, en zonder hieraan afbreuk te doen.
(25) https://maritime.easme-web.eu/
(26) Een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32017R0352
(27) Herziene richtlijn hernieuwbare energie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv:OJ.L_.2018.328.01.0082.01.ENG&toc=OJ:L:2018:328:TOC
(28) Een nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52016DC0381&from=NL
(29) De Europese Green Deal: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1576150542719&uri=COM%3A2019%3A640%3AFIN
(30) KRMS, MEB, SMEB en AA voor offshore-windenergie
(31) https://ec.europa.eu/info/research-and-innovation/research-area/oceans-and-seas_en
(32) https://een.ec.europa.eu/
(33) https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/cms/farnet2/node_en
(34) www.ospar.org/convention">https://www.ospar.org/convention
(35) www.atlanticresource.org/aora/site-area">https://www.atlanticresource.org/aora/site-area