Toelichting bij COM(2020)828 - Luchtvaartveiligheidsaspecten na het einde van de in het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en Euratom bedoelde overgangsperiode

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1.Motivering en doel van het voorstel

Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk zich uit de Unie teruggetrokken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 1 (het “terugtrekkingsakkoord”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2020/135 2 van de Raad en is op 1 februari 2020 in werking getreden. De in artikel 126 van het terugtrekkingsakkoord bedoelde overgangsperiode, tijdens dewelke het Unierecht van toepassing blijft op en in het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 127 van dat akkoord, loopt af op 31 december 2020.

Indien er aan het eind van de overgangsperiode geen akkoord over de toekomstige betrekkingen wordt bereikt dat ook de luchtvaartveiligheid bestrijkt, zal de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie met name gevolgen hebben voor de geldigheid van certificaten en vergunningen die uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1139 3 en de krachtens die verordening of Verordening (EG) nr. 216/2008 4 vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen namens het Verenigd Koninkrijk zijn afgegeven door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (“het Agentschap”) of door bepaalde in het Verenigd Koninkrijk gevestigde ontwerporganisaties, .

Op het gebied van luchtvaartveiligheid kunnen de belanghebbenden de impact van het einde van de overgangsperiode op certificaten en goedkeuringen in de meeste gevallen opvangen met verschillende maatregelen, waaronder een “overschakeling” naar een burgerluchtvaartautoriteit van een EU-lidstaat, of de aanvraag van een certificaat van een derde land, dat vanaf het einde van de overgangsperiode door het Agentschap moet worden afgegeven (de zogenaamde “vroegtijdige toepassing”). Op grond van artikel 41 van het terugtrekkingsakkoord mogen onderdelen en uitrustingsstukken waarvoor een door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk gecertificeerde persoon een geldig conformiteitscertificaat heeft afgegeven overeenkomstig de luchtvaartveiligheidsregels van de EU, volgens de toepasselijke bepalingen dus ook na het einde van de overgangsperiode in de EU worden gebruikt, op voorwaarde dat ze vóór het einde van de overgangsperiode in de EU of het Verenigd Koninkrijk in de handel zijn gebracht.

In tegenstelling tot andere gebieden van het recht van de Unie, kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen zich in sommige gevallen niet beschermen tegen onevenredige verstoringen in de Unie. Daarom moet de Commissie maatregelen voorstellen om ervoor te zorgen dat de geldigheid van de certificaten voor bepaalde luchtvaartproducten, -onderdelen, -uitrustingsstukken en -bedrijven wordt verlengd.

Voor bepaalde luchtvaartproducten (“typecertificaten”) en -bedrijven (“goedkeuringen van organisaties”) neemt het Verenigd Koninkrijk vanaf het einde van de overgangsperiode voor zijn rechtsgebied opnieuw zijn rol op als “land van ontwerp” uit hoofde van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart. Tot en met 31 december 2020 vervult het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart die verantwoordelijkheden.

Daarom moet een gecontroleerd overgangsmechanisme worden ontwikkeld om te waarborgen dat de betrokken producten of ontwerpen; die vóór het eind van de overgangsperiode zijn gecertificeerd door het Agentschap of een door het Agentschap gecertificeerde ontwerporganisatie, zonder onderbreking in luchtvaartuigen van de Unie kunnen worden gebruikt.

De voorgestelde bepalingen leiden niet tot minder strenge voorschriften inzake de veiligheid of de milieuprestaties van de luchtvaart in de Unie. Het voorstel moet ervoor zorgen dat fabrikanten van de Unie hun producten kunnen blijven produceren en dat de exploitanten die producten kunnen blijven exploiteren, in overeenstemming met de geldende voorschriften van het Unierecht. Een onderbreking van die activiteiten zou aanzienlijke sociale en economische problemen veroorzaken. Doordat het voorstel de naleving van de EU-wetgeving door organisaties waarborgt, wordt ook de bescherming van consumenten en burgers gewaarborgd.

Deze handeling maakt deel uit van een pakket maatregelen dat de Commissie aanneemt.

1.2.Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De voorgestelde verordening is bedoeld als een lex specialis, waarmee een aantal gevolgen worden aangepakt van het feit de regels van Verordening (EU) 2018/1139 en de uit hoofde van die verordening of van Verordening (EU) nr. 216/2008 vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen niet langer van toepassing zullen zijn op het Verenigd Koninkrijk. De bepalingen zijn beperkt tot hetgeen noodzakelijk is om te zorgen voor een gecontroleerde overgang naar een luchtvaartmarkt die niet langer het Verenigd Koninkrijk omvat. Verder blijven de algemene bepalingen van de voorgenoemde handelingen van toepassing. Het voorstel is bijgevolg volledig in overeenstemming met de bestaande wetgeving en met name met Verordening (EU) 2018/1139.

1.3.Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel heeft betrekking op de veiligheid van de luchtvaart en vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2018/1139 om een oplossing te bieden voor de situatie die na afloop van de in het terugtrekkingsakkoord vastgestelde overgangsperiode ontstaat als er op dat moment geen overeenkomst van toepassing is die ook de luchtvaartveiligheid bestrijkt.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

2.1.Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

2.2.Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Aangezien het voorstel een aanvulling vormt op bestaand Unierecht en bepalingen bevat ter vergemakkelijking van een ordelijke toepassing van dat recht na afloop van de in het terugtrekkingsakkoord vastgestelde overgangsperiode, kan de doelstelling ervan alleen worden bereikt door optreden op het niveau van de Unie.

2.3.Evenredigheid

De voorgestelde verordening wordt evenredig geacht omdat zij onevenredige verstoringen kan voorkomen door te voorzien in een beperkt aantal noodzakelijke en bijzondere regels die een gecontroleerde overgang naar een luchtvaartmarkt zonder het Verenigd Koninkrijk garanderen. Zij gaat niet verder dan nodig is om deze doelstelling te bereiken en bevat geen bredere wijzigingen of permanente maatregelen.

2.4.Keuze van het instrument

Dit voorstel bevat een beperkte reeks bepalingen die verband houden met een zeer specifieke en eenmalige situatie. Daarom wordt het verkieslijk geacht Verordening (EU) 2018/1139 en/of de uit hoofde van die verordening of van Verordening (EU) nr. 216/2008 vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen niet te wijzigen, maar een op zichzelf staande handeling vast te stellen. Voor de normale bepalingen ten aanzien van de betrokken certificaten en vergunningen gelden Verordening (EU) 2018/1139 en de door de Commissie vastgestelde nadere regels. Rekening houdend hiermee en met de urgentie van de zaak, is een verordening van het Europees Parlement en de Raad de enige geschikte rechtshandeling.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

3.1.Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing wegens de uitzonderlijke en eenmalige aard van de gebeurtenis die dit voorstel nodig maakt.

3.2.Raadpleging van belanghebbenden

De specifieke omstandigheden rond de onderhandelingen over het akkoord betreffende de toekomstige betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de Unie en de voortdurend veranderende situatie maken het erg moeilijk om een publieke raadpleging over het voorstel te houden. Diverse belanghebbenden uit de luchtvaart en vertegenwoordigers van de lidstaten hebben tijdens horizontale en specifieke vergaderingen in Brussel en de lidstaten gewezen op de problemen die ontstaan door het verstrijken van de in het terugtrekkingsakkoord vastgestelde overgangsperiode op 31 december 2020 en op de noodzaak om zich voor te bereiden op de onvermijdelijke veranderingen op 1 januari 2021; tijdens die vergaderingen werden ook mogelijke oplossingen voorgesteld.

Een gemeenschappelijk element in de standpunten van de verschillende belanghebbenden was de behoefte aan regelgevend optreden op specifieke gebieden waar het voor belanghebbenden niet mogelijk is zelf noodmaatregelen te nemen om de schadelijke gevolgen te verzachten van het eventuele uitblijven van een akkoord met het Verenigd Koninkrijk dat in nodige bepalingen inzake luchtvaartveiligheid voorziet, voor de periode na het einde van de overgangsperiode. Met name ondernemingen die luchtvaartuigen vervaardigen, onderhouden of exploiteren, hebben benadrukt dat zij hun activiteiten in de Unie mogelijk zouden stopzetten als er na het einde van de overgangsperiode geen adequate regelingen zouden zijn. Het belangrijkste probleem blijkt het einde van de geldigheid van veel certificaten die zijn afgegeven door het Agentschap of door ontwerporganisaties die het Agentschap overeenkomstig het EU-recht heeft erkend. Veel belanghebbenden wezen er op dat veel van de in luchtvaartuigen gebruikte onderdelen wereldwijd slechts een door een beperkt aantal fabrikanten worden geproduceerd (zoals motoren voor grote lijnvliegtuigen). Aangezien de activiteiten en fabricage tegenwoordig just in time gebeuren, zullen de activiteiten niet kunnen worden voortgezet wanneer de veiligheidscertificaten ongeldig worden.

3.3.Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Er is een interne technische en juridische analyse verricht en de resultaten daarvan zijn vervolgens ook nog geanalyseerd en geverifieerd door technische deskundigen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (het Agentschap) om ervoor te zorgen dat de voorgestelde maatregel zijn beoogde doel bereikt en tegelijkertijd beperkt blijft tot wat strikt noodzakelijk is.

3.4.Effectbeoordeling

Een effectbeoordeling is niet nodig vanwege de uitzonderlijke aard van de situatie en het beperkte aantal certificaten dat oorspronkelijk op grond van het EU-recht is afgegeven en waarvoor de specifieke maatregelen in kwestie worden voorgesteld. Er zijn geen beleidsopties beschikbaar die wezenlijk verschillen van de voorgestelde optie.

3.5.Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de toepassing of de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

5.1.Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing wegens de tijdelijke aard van de voorgestelde maatregel.

5.2.Artikelsgewijze toelichting

1.

Artikel 1


Dit artikel specificeert het toepassingsgebied van de verordening, dat beperkt is tot de ontwerpcertificaten waarvoor het Verenigd Koninkrijk de rol van de staat van ontwerp overneemt en waarvoor het Agentschap niet onmiddellijk certificaten van derde landen kan afgeven.

2.

Artikel 2


Aangezien het toepassingsgebied van de verordening beperkt is tot bepaalde certificaten die onder Verordening (EU) 2018/1139 vallen, moeten de definities van die verordening en de definities in de op grond van die verordening en Verordening (EG) nr. 216/2008 vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen van toepassing zijn. Dat is dienovereenkomstig gespecificeerd in artikel 2.

3.

Artikel 3


In artikel 3 is bepaald dat de in de bijlage vermelde certificaten geacht worden te zijn afgegeven met ingang van de eerste dag na die van het verstrijken van de overgangsperiode. De betrokken certificaten werden oorspronkelijk afgegeven door het Agentschap, dat als staat van ontwerp optrad, of door een door het Agentschap gecertificeerde ontwerporganisatie. Het VK zal die certificaten beschouwen als certificaten die zijn afgegeven door het Verenigd Koninkrijk, in zijn hoedanigheid van land van ontwerp, of door een door het Verenigd Koninkrijk gecertificeerde ontwerporganisatie, vanaf het einde van de overgangsperiode. Het bij artikel 3 vastgestelde standpunt zal vanaf hetzelfde tijdstip betrekking hebben op het Agentschap als autoriteit die de taken van de staat van registratie vervult.

4.

Artikel 4


In dit artikel wordt bepaald dat de certificaten en de entiteiten die houder zijn van die certificaten onderworpen blijven aan het Unierecht, met name wat betreft de mogelijkheid voor het Agentschap om er toezicht op uit te oefenen en de toepasselijke regels inzake de certificering van producten.

5.

Artikel 5


Rekening houdend met het korte tijdsbestek dat voor de vaststelling van deze verordening beschikbaar was, is het belangrijk dat deze zo spoedig mogelijk na de bekendmaking in werking treedt, maar pas van toepassing is vanaf het moment waarop de in het terugtrekkingsakkoord vastgestelde overgangsperiode afloopt en bij ontstentenis van een overeenkomst die de burgerluchtvaart en de specifieke certificaten waarop deze verordening betrekking heeft bestrijkt.