Toelichting bij COM(2021)460 - Gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting 2021 Humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2021)460 - Gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting 2021 Humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije. |
---|---|
bron | COM(2021)460 |
datum | 09-07-2021 |
Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5 voor het jaar 2021 heeft tot doel verdere steun te verlenen aan de meest kwetsbare van de ongeveer 3,7 miljoen vluchtelingen in Turkije die de crisis in Syrië zijn ontvlucht. Dit OGB vormt het eerste onderdeel van de formele voorstellen van de Commissie voor de voortzetting van de financiering voor Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije, Jordanië, Libanon en andere delen van de regio in het kader van het algemene migratiebeleid van de EU. In MFK-rubriek 6 “Nabuurschap en internationaal beleid” wordt 149,6 miljoen EUR aan vastleggingskredieten gevraagd om de voortzetting van de humanitaire steun aan vluchtelingen in Turkije te waarborgen. Hiervoor worden in 2021 geen extra betalingskredieten gevraagd.
Turkije herbergt momenteel de grootste vluchtelingenpopulatie ter wereld — bijna 4,1 miljoen personen. Ongeveer 3,7 miljoen daarvan zijn Syriërs die het conflict zijn ontvlucht dat al meer dan tien jaar in hun land woedt. De situatie kan nog verslechteren door de ontwikkelingen in Afghanistan. De overgrote meerderheid van de vluchtelingen in Turkije leeft buiten kampen en heeft in toenemende mate toegang tot basisvoorzieningen, hoewel die toegang nog steeds beperkt is. De Europese Unie heeft in nauwe samenwerking met de Turkse autoriteiten bijstand verleend aan de meest kwetsbare personen, uitgaande van humanitaire behoeften.
Naar aanleiding van de Verklaring EU-Turkije die op 18 maart 2016 is ondertekend door de staatshoofden en regeringsleiders van de EU en hun Turkse tegenhanger, hebben de Commissie en de lidstaten voor de periode 2016-2019 in twee tranches 6 miljard EUR aan EU-steun voor vluchtelingen in Turkije toegezegd via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije. Het operationele budget van deze financiering is volledig vastgelegd en aanbesteed. In overeenstemming met de planning was eind mei 2021 4,2 miljard EUR uitbetaald.
In het vijfde jaarverslag over de EU-faciliteit voor vluchtelingen in Turkije 8 zijn de tot dusver bereikte resultaten vermeld en wordt aangetoond dat de faciliteit essentieel is voor de ondersteuning van vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije.
In 2020 werd in de gewijzigde begroting 5/2020 9 485 miljoen EUR uit de EU-begroting toegewezen (uit de marge onder de uitgavenrubriek 4 “Europa als wereldspeler” en de marge voor onvoorziene uitgaven) om de twee belangrijkste humanitaire vlaggenschipprogramma’s te kunnen voortzetten, namelijk het sociale vangnet voor noodgevallen (ESSN) en de Conditional Cash Transfer for Education (CCTE).
De Commissie zal voorstellen indienen voor de voortzetting van de financiering voor Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije, Jordanië, Libanon en andere delen van de regio. In dit OGB wordt de noodzakelijke verhoging voor de humanitaire component van dit steunpakket voor vluchtelingen in Turkije voorgesteld.
Als onderdeel van de strategie voor de overgang van humanitaire naar ontwikkelingshulp en de overgangsstrategie voor de langere termijn met de Turkse autoriteiten zal de Conditional Cash Transfer for Education (CCTE) aan het eind van het schooljaar 2021/2022 worden omgezet in ontwikkelingshulp (medio 2022). De overgang van het sociale vangnet voor noodgevallen (ESSN) naar ontwikkelingshulp is echter gepland voor begin 2023, dus na het verstrijken van de huidige overeenkomst in maart 2022. Er is daarom ongeveer 325 miljoen EUR aan vastleggingskredieten nodig om de dekking van de ESSN-steun — die voorziet in maandelijkse geldovermakingen naar meer dan 1,8 miljoen vluchtelingen — te verlengen van maart 2022 tot begin 2023.
De Commissie stelt voor de verlenging van deze steun te financieren door gebruik te maken van de resterende marge van rubriek 6 in 2021, waarbij het saldo afkomstig is van het budget voor humanitaire hulp in 2021 en 2022.
Begrotingsonderdeel | Naam | Vastleggingskredieten | Betalingskredieten |
14 03 01 | Humanitaire hulp | 149 643 796 | |
Totaal | 149 643 796 |
Financiering
Afgezien van het gebruik van de bestaande middelen voor humanitaire hulp zijn er momenteel geen andere herschikkingsmogelijkheden onder MFK-rubriek 6. Naast de 100,4 miljoen EUR die dit jaar in het kader van het budget voor humanitaire hulp moet worden toegewezen, stelt de Commissie daarom voor de volledige niet-toegewezen marge in deze rubriek ten belope van 149,6 miljoen EUR vrij te maken voor de financiering van dringende humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije. Het vereiste saldo — momenteel geraamd op 75 miljoen EUR — zal in 2022 worden toegewezen uit het begrotingsonderdeel voor humanitaire hulp.
Er worden geen extra betalingskredieten uit de begroting 2021 gevraagd. De betalingskredieten ter dekking van de voorgestelde verhoging van de vastleggingskredieten in 2021 zullen echter in 2022 en 2023 nodig zijn. De gevolgen voor de betalingen voor 2022 zullen in oktober 2021 worden opgenomen in de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting 2022.
In EUR
Begroting 2021 (incl. GB 1/2021 en OGB 1-3-4/2021) | Ontwerp van gewijzigde begroting 5/2021 | Begroting 2021 (incl. GB 1/2021 en OGB 1-3-4-5/2021) | |||||
VK | BK | VK | BK | VK | BK | ||
1. | Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid | 20 816 559 767 | 17 191 887 232 | 20 816 559 767 | 17 191 887 232 | ||
Maximum | 20 919 000 000 | 20 919 000 000 | |||||
Marge | 102 440 233 | 102 440 233 | |||||
2. | Cohesie, veerkracht en waarden | 53 077 938 534 | 66 361 525 904 | 53 077 938 534 | 66 361 525 904 | ||
waarvan flexibiliteitsinstrument | 292 422 534 | 292 422 534 | |||||
Maximum | 52 786 000 000 | 52 786 000 000 | |||||
Marge | 484 000 | 484 000 | |||||
2a. | Economische, sociale en territoriale cohesie | 48 190 516 000 | 61 867 897 545 | 48 190 516 000 | 61 867 897 545 | ||
Maximum | 48 191 000 000 | 48 191 000 000 | |||||
Marge | 484 000 | 484 000 | |||||
2b. | Veerkracht en waarden | 4 887 422 534 | 4 493 628 359 | 4 887 422 534 | 4 493 628 359 | ||
waarvan flexibiliteitsinstrument | 292 422 534 | 292 422 534 | |||||
Maximum | 4 595 000 000 | 4 595 000 000 | |||||
Marge | |||||||
3. | Natuurlijke hulpbronnen en milieu | 58 570 566 908 | 56 806 203 452 | 58 570 566 908 | 56 806 203 452 | ||
Maximum | 58 624 000 000 | 58 624 000 000 | |||||
Marge | 53 433 092 | 53 433 092 | |||||
waarvan: Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen | 40 367 954 000 | 40 353 742 883 | 40 367 954 000 | 40 353 742 883 | |||
ELGF-submaximum | 40 925 000 000 | 40 925 000 000 | |||||
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge | |||||||
Netto-overdracht tussen ELGF en Elfpo | 557 046 000 | 557 046 000 | |||||
Nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen het ELGF en het Elfpo) | 40 367 954 000 | 40 367 954 000 | |||||
ELGF-submarge | |||||||
4. | Migratie en grensbeheer | 2 278 829 759 | 2 686 245 978 | 2 278 829 759 | 2 686 245 978 | ||
Maximum | 2 467 000 000 | 2 467 000 000 | |||||
Marge | 188 170 241 | 188 170 241 | |||||
5. | Veiligheid en defensie | 1 709 261 441 | 670 628 243 | 1 709 261 441 | 670 628 243 | ||
Maximum | 1 805 000 000 | 1 805 000 000 | |||||
Marge | 95 738 559 | 95 738 559 | |||||
6. | Nabuurschap en internationaal beleid | 16 097 356 204 | 10 811 039 356 | 149 643 796 | 16 247 000 000 | 10 811 039 356 | |
Maximum | 16 247 000 000 | 16 247 000 000 | |||||
Marge | 149 643 796 | 0 | |||||
7. | Europees openbaar bestuur | 10 442 813 002 | 10 444 088 091 | 10 442 813 002 | 10 444 088 091 | ||
Maximum | 10 635 000 000 | 10 635 000 000 | |||||
Marge | 192 186 998 | 192 186 998 | |||||
waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen | 8 030 324 720 | 8 031 599 809 | 8 030 324 720 | 8 031 599 809 | |||
Submaximum | 8 216 000 000 | 8 216 000 000 | |||||
Submarge | 185 675 280 | 185 675 280 | |||||
Kredieten voor rubrieken | 162 993 325 615 | 164 971 618 256 | 149 643 796 | 163 142 969 411 | 164 971 618 256 | ||
Maximum | 163 483 000 000 | 166 140 000 000 | 163 483 000 000 | 166 140 000 000 | |||
waarvan flexibiliteitsinstrument | 292 422 534 | 836 562 086 | 292 422 534 | 836 562 086 | |||
Marge | 782 096 919 | 2 004 943 830 | 632 453 123 | 2 004 943 830 | |||
Thematische speciale instrumenten | 3 216 749 598 | 3 039 364 598 | 3 216 749 598 | 3 039 364 598 | |||
Totaal kredieten | 166 210 075 213 | 168 010 982 854 | 149 643 796 | 0 | 166 359 719 009 | 168 010 982 854 |
(1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2) PB L 193 van 30.7.2018.
(3) PB L 93 van 17.3.2021.
(4) PB L XXX van XX.X.2021.
(5) COM(2021) 30 final.
(6) COM(2021) 270 final.
(7) COM(2021) 444 final.
(8) COM(2021) 255 final.
(9) PB L 299 van 11.9.2020.