Toelichting bij COM(2021)613 - Sluiting van het protocol (2021-2024) inzake de uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met de regering van de Cookeilanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (PODV) tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden is ondertekend op 3 mei 2016 respectievelijk 14 mei 2016 en is op 14 mei 2016 voorlopig van toepassing geworden voor een periode van acht jaar. De overeenkomst kan stilzwijgend worden verlengd en is nog steeds van kracht. Het eerste vierjarige protocol voor de tenuitvoerlegging van de PODV is op 14 oktober 2016 voorlopig van toepassing geworden en is op 13 oktober 2020 verstreken. Zowel de overeenkomst als het protocol zijn op 10 mei 2017 in werking getreden.

Op 7 juli 2020 heeft de Raad de Europese Commissie een mandaat verleend 1 om onderhandelingen aan te gaan over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden en over een mogelijke verlenging van het protocol 2 bij die overeenkomst, dat op 13 oktober 2020 zou aflopen.

Tijdens de eerste onderhandelingsronde (16 juli 2020) zijn de onderhandelaars van de EU en de Cookeilanden overeengekomen dat er vanwege de complexiteit van de onderhandelingen meerdere onderhandelingsrondes nodig zouden zijn om tot een akkoord te komen. Bijgevolg zijn beide partijen conform het mandaat van de Raad overeengekomen het protocol met ten hoogste één jaar te verlengen. Deze verlenging is vastgelegd in een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, die op 29 juli 2020 in Brussel en Rarotonga (de Cookeilanden) is geparafeerd.

Het protocol werd met één jaar verlengd, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van de briefwisseling door beide partijen, d.i. 14 november 2020. Bijgevolg verstrijkt het huidige protocol op 13 november 2021.

Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren 3 heeft de Commissie onderhandelingen met de Cookeilanden gevoerd met het oog op het sluiten, namens de Europese Unie, van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de PODV. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 28 juli 2021 een protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van drie jaar, die ingaat op de in artikel 11 ervan bedoelde datum van voorlopige toepassing, d.i. de datum waarop het door beide partijen is ondertekend.

Dit voorstel heeft ten doel machtiging te verlenen voor de sluiting van het protocol inzake de uitvoering van de PODV tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden.

Het doel van het protocol is om overeenkomstig het wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC), en binnen de grenzen van het beschikbare overschot, vangstmogelijkheden in de visserijwateren van de Cookeilanden toe te kennen aan Unievaartuigen. Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Cookeilanden te versterken met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de vangstgebieden van de Cookeilanden.

Het nieuwe protocol tussen de EU en de Cookeilanden stelt de EU-vloot in staat om in de wateren van de Cookeilanden op tonijnsoorten te vissen en voorziet in de volgende vangstmogelijkheden:

–vier vaartuigen voor de tonijnvisserij met de ringzegen, die gedurende 100 dagen per jaar toegang hebben tot het vangstgebied van de Cookeilanden;

–mogelijkheid voor de EU-vloot om, op verzoek, 110 extra dagen per jaar toegang te krijgen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In overeenstemming met de prioriteiten van de verordening tot vaststelling van het gemeenschappelijk visserijbeleid (“de GVB-verordening”) 4 biedt het protocol vangstmogelijkheden in de vangstgebieden van de Cookeilanden voor Unievaartuigen op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en met inachtneming van de aanbevelingen van de WCPFC. Voorts stelt het protocol de Europese Unie en de Cookeilanden in de gelegenheid nauwer samen te werken aan de bevordering van een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de vangstgebieden van de Cookeilanden, en ondersteunt het de inspanningen van de Cookeilanden om hun visserijsector te ontwikkelen, zulks in het belang van beide partijen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De uitonderhandeling van een nieuw protocol tot uitvoering van de PODV – het onderhavige verlengingsvoorstel is een tussenstap – past in het externe optreden van de EU ten aanzien van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (“ACS-landen”). Daarbij wordt met name rekening gehouden met de EU-doelstellingen op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), meer bepaald artikel 43, lid 2, waarin het gemeenschappelijk visserijbeleid is vastgesteld, en artikel 218, lid 6, waarin is bepaald dat de Raad, op voorstel van de onderhandelaar, een besluit tot sluiting van de overeenkomst vaststelt.

Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie zorgt de Commissie voor de externe vertegenwoordiging van de Unie, behalve in aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid vallen. Daarom zijn alleen de door de Commissie aangewezen ambtenaren bevoegd om kennis te geven van de sluiting van een overeenkomst tussen de EU en een derde land.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

Evenredigheid

Het voorstel staat in verhouding tot de in artikel 31 van de GVB-verordening vastgelegde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van EU-vaartuigen in wateren van derde landen tot stand te brengen. Het is in overeenstemming met die bepalingen, alsook met de bepalingen van artikel 32 van diezelfde verordening over financiële steun aan derde landen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2016-2020. Ook zijn in technische vergaderingen deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat het voordelig zou zijn om het protocol met de Cookeilanden te vernieuwen.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en internationale middenveldorganisaties, alsook met de visserijautoriteiten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van de Cookeilanden. Ook heeft overleg plaatsgevonden in het kader van de adviesraad voor de volle zee.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Overeenkomstig artikel 31, lid 10, van de GVB-verordening heeft de Commissie voor de evaluatie vooraf en de evaluatie achteraf een beroep gedaan op een onafhankelijke consultant.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

De onderhandelde overeenkomst bevat een clausule over de gevolgen van schendingen van de essentiële elementen als bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou 5 , inzake mensenrechten, of in het overeenkomstige artikel van de vervolgovereenkomst.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Europese Unie bedraagt 700 000 EUR, berekend op basis van:

a) een bedrag op jaarbasis voor de toegang tot de visbestanden voor de in het protocol genoemde categorieën. Dit bedrag is voor de duur van het protocol vastgesteld op 350 000 EUR;

b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Cookeilanden ten bedrage van 350 000 EUR per jaar voor de duur van het protocol. Deze steun beantwoordt gedurende de hele looptijd van het protocol aan de doelstellingen van het nationale beleid inzake duurzaam beheer van de maritieme visbestanden van de Cookeilanden.

Het jaarlijkse bedrag van de vastleggings- en de betalingskredieten wordt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld, onder meer voor de reservelijn voor protocollen die bij het begin van het jaar nog niet in werking zijn getreden 6 .

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De monitoringsregelingen zijn vastgelegd in de PODV en het bijbehorende uitvoeringsprotocol.