Toelichting bij COM(2022)526 - Europees Jaar van de Vaardigheden 2023

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2022)526 - Europees Jaar van de Vaardigheden 2023.
bron COM(2022)526 NLEN
datum 12-10-2022
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In haar toespraak over de Staat van de Unie van 14 september 2022 noemde voorzitter Von der Leyen een “beroepsbevolking met de juiste vaardigheden” een cruciale factor voor het huidige en toekomstige concurrentievermogen van onze sociale markteconomie. Vaardigheden zorgen voor meer en betere banen omdat een geschoolde beroepsbevolking een belangrijke motor is voor groei en bevorderlijk is voor de innovatiekracht en het concurrentievermogen van alle Europese bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s).

Door de beroepsbevolking van de EU toe te rusten met de nodige vaardigheden wordt er ook voor gezorgd dat de groene en digitale transities vanuit een sociaal oogpunt gezien eerlijk en rechtvaardig verlopen. Het stelt mensen in staat de veranderingen op de arbeidsmarkt goed te doorstaan en volledig deel te nemen aan de samenleving en de democratie, zodat niemand achterblijft, zoals vermeld in de Europese vaardighedenagenda 2020 1 en in overeenstemming met de Europese manier van leven 2 . Daarop voortbouwend geeft de Verklaring van Porto, 3 waarover de EU-leiders in mei 2021 overeenstemming hebben bereikt, blijk van een sterk engagement voor bij -en omscholing en voor een betere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. In de verklaring wordt waardering uitgesproken voor de ambitieuze EU-kerndoelen van het actieplan voor de Europese pijler van de sociale rechten, namelijk dat tegen 2030 jaarlijks ten minste 60 % van de volwassenen aan een opleiding deelneemt en dat de arbeidsparticipatie ten minste 78 % bedraagt, hetgeen aanzienlijke inspanningen vergt om meer vrouwen en jongeren te motiveren voor de arbeidsmarkt.

Het door voorzitter Von der Leyen in haar toespraak over de Staat van de Unie aangekondigde Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 biedt een unieke kans om Europese bedrijven, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, die “te kampen hebben met een tekort aan personeel”, te ondersteunen door “onze investeringen meer te richten op beroepsonderwijs en bijscholing”, door te zorgen voor “betere samenwerking met bedrijven”, door de behoeften van bedrijven “af te stemmen op de “aspiraties van zowel laag- als hoogopgeleiden” en door de “erkenning van kwalificaties, ook van onderdanen van derde landen” te versnellen en te vergemakkelijken.

Door de COVID-19-pandemie en nu ook door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, werden de door ons erkende strategische afhankelijkheden en mismatches op de arbeidsmarkt in Europa duidelijk en geaccentueerd.

Daarnaast hebben de groene en digitale transities en andere structurele ontwikkelingen, zoals de behoefte aan meer veerkracht en de globalisering, gevolgen voor alle beroepen op de Europese arbeidsmarkt, waardoor er een verandering optreedt in de vaardigheden die nodig zijn voor een duurzame en concurrerende groei van de Europese economie. Om bijvoorbeeld een einde te maken aan de afhankelijkheid van de invoer van Russische energie en om de ambitieuze EU-doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie te halen, is een grootschalige en snelle inzet nodig van verbeteringen op het gebied van energie-efficiëntie, renovatie van gebouwen en hernieuwbare energie. Dit hangt af van de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten in de hele EU.

Tegelijkertijd zorgt de demografische verandering ervoor dat de beschikbare beroepsbevolking afneemt. Hoewel het gemiddelde werkloosheidspercentage in de EU in augustus 2022 stabiel blijft op 6 %, 4 had 77 % van de bedrijven in 2019 al moeite om werknemers met de vereiste vaardigheden te vinden 5 . Met name de beschikbaarheid van geschoolde werknemers en ervaren managers is het belangrijkste probleem voor een kwart van de kleine en middelgrote ondernemingen in de EU, die goed zijn voor 99 % van alle bedrijven in de EU 6 . Bovendien werden in 2021 28 beroepen aangemerkt als beroepen met tekorten, waaronder de gezondheidszorg, de horeca, de bouw en de dienstensector, naast tekorten aan IT- en veiligheidsspecialisten, met name cyberbeveiligingsdeskundigen, en werknemers met een achtergrond op het gebied van wetenschap, technologie, techniek en wiskunde 7 , waaruit blijkt dat de vraag naar zowel hoog- als laagopgeleide werknemers toeneemt. In dit verband hangt de soepele werking van de Europese arbeidsmarkt evenzeer af van de beschikbaarheid van arbeidskrachten met de juiste vaardigheden als van de vraag of de inspanningen van individuele personen met het oog op bij -en omscholing voldoen aan de behoeften van bedrijven in de hele Unie.

De EU staat voor een ongekend tekort aan vrouwen in beroepen en opleidingen op het gebied van wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (STEM). Hoewel vrouwen goed zijn voor 52 % van de Europese bevolking en de meerderheid van de afgestudeerden in het hoger onderwijs in de EU vrouw is, zijn slechts twee van de vijf wetenschappers en ingenieurs en slechts 18 % van de ICT-specialisten vrouw 8 . Toch voelen jonge meisjes zich op school aangetrokken tot STEM en in sommige landen presteren zij beter dan jongens. Dit fenomeen van verloren talent wordt de “lekkende pijplijn” genoemd.

Het aanpakken van vaardigheidskloven kan een stimulans zijn voor het innovatievermogen, de productiviteit en de groei van de Europese sociale markteconomie. Dit geldt met name voor digitale vaardigheden. Zo meldt 70 % van de bedrijven een gebrek aan personeel met adequate digitale vaardigheden als een belemmering voor investeringen, 9 en heeft bijna de helft van de EU-bevolking geen of een zeer laag niveau van digitale vaardigheden 10 . In de mededeling over het digitale kompas voor 2030 wordt deze uitdaging erkend en wordt als EU-doel gesteld dat 80 % van de volwassenen tegen 2030 over ten minste digitale basisvaardigheden moet beschikken en dat er twintig miljoen ICT-specialisten aan het werk moeten zijn 11 . Voorstel 32 van de Conferentie over de toekomst van Europa benadrukte verder de noodzaak voor alle EU-burgers om over de nodige digitale vaardigheden te beschikken 12 .

Een beroepsbevolking met de juiste vaardigheden is ook een voorwaarde voor de groene transitie, die tegen 2030 naar verwachting 2,5 miljoen extra banen zal opleveren in de EU 13 . Het belang van vaardigheden werd ook benadrukt als een van de bevindingen van het Europees Jaar van de Jeugd 2022, waarbij werd benadrukt dat de Europese jeugd dringend moet worden toegerust met vaardigheden voor de toekomst.

Aangezien slechts ongeveer 37 % van de volwassenen een opleiding volgt, 14 is verder investeren in mogelijkheden voor bij -en omscholing en het aanmoedigen van alle volwassenen in de werkende leeftijd om daaraan deel te nemen essentieel voor de verwezenlijking van de mogelijkheden van de groene en digitale transities.

Het reeds duidelijke tekort aan personeel zal nog groter worden, aangezien de omvang van de Europese bevolking in de werkende leeftijd naar verwachting zal afnemen van 64 % in 2019 tot 56 % in 2070, 15 en de afhankelijkheidsratio van ouderen naar verwachting zal stijgen van 32 in 2020 tot 54 in 2070 16 . Er zijn dus extra inspanningen nodig om meer mensen via om- en bijscholing geschikt te maken voor de arbeidsmarkt, met name vrouwen en jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en geen werk hebben. Het is ook belangrijk om de digitale vaardigheden van de oudere bevolking te bevorderen en ervoor te zorgen dat zij volledig kunnen deelnemen aan de samenleving en toegang hebben tot essentiële diensten die steeds vaker alleen online beschikbaar zijn.

Toch volstaat de binnenlandse beroepsbevolking van de EU niet om te voldoen aan de huidige en toekomstige vraag op de arbeidsmarkt. In dat opzicht spelen migranten al een cruciale rol in de Europese economie en samenleving. In de afgelopen tien jaar hebben migrerende werknemers 17 een aanzienlijk deel van de nieuwe banen in de EU vervuld en zo bijgedragen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. De toelating van migranten maakt deel uit van een ruimere combinatie van beleidsmaatregelen om zowel het bestaan als de onderliggende oorzaken van tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden aan te pakken. Tijdens de COVID-19-pandemie bleek dat maar liefst 13 % van de werknemers die essentiële functies vervullen – van artsen tot verpleegkundigen en chauffeurs – migrant is 18 .

De EU aantrekkelijk maken voor talenten in schaarse beroepen uit de hele wereld is dus een voorwaarde voor de Unie om wereldwijd concurrerend te blijven. Daartoe moeten onderdanen van derde landen hun mogelijkheden ten volle kunnen benutten en hun vaardigheden op de Europese arbeidsmarkt kunnen gebruiken, maar ook kunnen profiteren van leermogelijkheden, mobiliteit en erkenning van kwalificaties op een voor beide partijen voordelige en circulaire wijze. Dit geldt zowel voor nieuw aangekomen buitenlandse arbeidskrachten als voor onderdanen van derde landen die al legaal in de EU verblijven en van wie de arbeidsparticipatie achterblijft bij die van EU-burgers 19 . Daarnaast wordt de integratie op de arbeidsmarkt van mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten voortdurend ondersteund, zolang zij besluiten in de EU te blijven.

Om het concurrentievermogen van Europese bedrijven, met name kmo’s, te stimuleren en het volledige potentieel te benutten van de digitale en groene transities die vanuit een sociaal oogpunt gezien op een eerlijke, inclusieve en rechtvaardige wijze verlopen, zou het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 de mentaliteit van om- en bijscholing verder bevorderen. Het doel is ervoor te zorgen dat niemand achterblijft bij de twee transities en het economisch herstel, en met name het tekort aan arbeidskrachten aan te pakken om in de Unie te kunnen beschikken over een beter opgeleide beroepsbevolking die de mogelijkheden van dit proces kan benutten, door:

1. Het bevorderen van meer, effectievere en inclusieve investeringen in opleiding en bijscholing om het volledige potentieel van de huidige en toekomstige Europese beroepsbevolking te benutten en om mensen te ondersteunen bij het omgaan met de overgang van de ene baan naar de andere, actief ouder worden en het benutten van de nieuwe kansen die de huidige economische transformatie biedt.

2. Het versterken van de relevantie van vaardigheden door nauw samen te werken met de sociale partners, openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, bedrijven en aanbieders van onderwijs en opleiding, en het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak met alle geledingen van de overheid.

3. Het afstemmen van de aspiraties en vaardigheden van mensen op de mogelijkheden van de arbeidsmarkt, met name op die welke worden geboden door de groene en digitale transities en de belangrijkste sectoren die zich moeten herstellen van de pandemie. Speciale aandacht zal worden besteed aan het aanmoedigen van meer mensen om de arbeidsmarkt op te gaan, met name vrouwen en jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en geen werk hebben (NEET’s).

4. Het aantrekken van mensen uit derde landen met de vaardigheden die de Unie nodig heeft, onder meer door de leermogelijkheden en de mobiliteit te versterken en de erkenning van kwalificaties te vergemakkelijken.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Op grond van beginsel 1 van de Europese pijler van sociale rechten heeft iedereen recht op onderwijs, opleiding en een leven lang leren, waardoor mensen volledig aan de samenleving kunnen deelnemen en met succes de overstap naar de arbeidsmarkt kunnen maken. Beginsel 4 bevat een algemeen recht op tijdige en op maat gesneden hulp bij het verbeteren van hun vooruitzichten om een baan te vinden of zich als zelfstandige te vestigen, waaronder het recht op ondersteuning voor opleiding en herscholing. Beginsel 5 inzake veilige en flexibele werkgelegenheid benadrukt dat werknemers – ongeacht de aard en de duur van hun arbeidsrelatie – recht hebben op een billijke en gelijke behandeling wat betreft arbeidsvoorwaarden, toegang tot sociale bescherming en opleiding.

Er zijn in de loop van de tijd al heel wat Europese initiatieven genomen om de uitoefening van deze rechten te ondersteunen. Het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 zal een aantal bestaande initiatieven verder versterken, waarbij synergieën tussen de acties worden gerealiseerd en de nadruk ligt op het sneller bereiken van de voor 2030 gestelde EU-doelen op het gebied van werkgelegenheid en vaardigheden.

De Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (2020) is het strategische vijfjarenplan van de Commissie dat erop gericht is meer mensen, vaker en voor de op de arbeidsmarkt benodigde vaardigheden op te leiden. Ze bevat twaalf concrete acties, waaronder de aanbevelingen van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding, individuele leerrekeningen, microcredentials voor een leven lang leren en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, de bijscholing van onderzoekers en het pact voor vaardigheden. De uitvoering ervan wordt verder bevorderd via het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023, zodat het potentieel ervan ten volle wordt benut. Dit zal ook bijdragen aan de prioriteit van de nieuwe Europese agenda voor volwasseneneducatie om het aanbod en de benutting van de mogelijkheden voor om- en bijscholing te versterken met duurzame financiering.

De geactualiseerde nieuwe industriële strategie voor Europa 2020 bevat een plan voor de EU-industrie om lessen te trekken uit de COVID-19-pandemie, de economische veerkracht te versterken en de groene en digitale transities te versnellen. Dit omvat een flexibele, op ecosystemen gebaseerde beleidsaanpak, gericht op een betere aansluiting van alle spelers binnen een waardeketen of een industrieel ecosysteem en met onder meer transitietrajecten met een sterke vaardighedendimensie. In het kader van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 wordt de stem van Europese bedrijven en hun werknemers binnen de industriële ecosystemen versterkt, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de bestaande structuren voor de sociale dialoog.

De brede aanpak van legale migratie en integratie door de Europese Commissie is vastgelegd in het nieuwe migratie- en asielpact. Met betrekking tot legale migratie heeft de Commissie een aantal initiatieven voorgesteld die moeten bijdragen tot het aantrekken van onderdanen van derde landen met vaardigheden waaraan in de EU behoefte bestaat. Dit omvat het opzetten van een EU-talentenpool en van talentpartnerschappen met partnerlanden. In 2023 zullen de lidstaten ook de herschikte richtlijn inzake de Europese blauwe kaart ten uitvoer leggen en moet worden onderhandeld over de voorstellen tot herschikking van de richtlijn langdurig ingezetenen en de richtlijn gecombineerde vergunning. Daarnaast bevordert de Europese Commissie aanvullende trajecten naar de EU voor mensen die internationale bescherming nodig hebben om het talent van vluchtelingen te kunnen benutten.

In het actieplan voor integratie en inclusie 2021-2027 wordt erkend dat de vaardigheden en talenten van migranten en EU-burgers met een migratieachtergrond vaak ondergewaardeerd of onvoldoende benut worden en worden maatregelen voorgesteld om hun potentieel op de EU-arbeidsmarkt beter te benutten. In het kader van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 worden deze bestaande initiatieven bevorderd en wordt het effect ervan aangevuld, onder meer door de erkenning van buiten de Unie behaalde kwalificaties te versnellen en te vergemakkelijken, zodat onderdanen van derde landen hun potentieel op de Europese arbeidsmarkt ten volle kunnen benutten.

Naar aanleiding van de toespraak over de Staat van de Unie in 2021 heeft de Europese Commissie een gestructureerde dialoog met de lidstaten op regeringsniveau en met belanghebbenden gevoerd om investeringen in en hervormingen van het beleid inzake digitaal onderwijs en digitale vaardigheden te bevorderen met het oog op de horizontale uitdagingen van de digitale transitie en de noodzaak om het beleid en de resultaten te bespoedigen. Het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 zou kunnen voortbouwen op het proces van de gestructureerde dialoog en het aandachtsgebied kunnen uitbreiden tot de hierboven beschreven doelstellingen.

De middelen en instrumenten van de Europese Unie zullen ook een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023. Het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) met een begroting van meer dan 99 miljard EUR voor de programmeringsperiode 2021-2027 is nog altijd het belangrijkste instrument voor het investeren in mensen en werkt in synergie met andere fondsen (het InvestEU-programma, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontheemde werknemers, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF), het Europees Solidariteitskorps, het programma Digitaal Europa, Erasmus+, Horizon Europa, het Programma voor milieu- en klimaatactie (LIFE), het Moderniseringsfonds, het instrument voor technische ondersteuning (TSI), het nabuurschaps-, ontwikkelings- en internationale samenwerkingsinstrument (NDICI)) en met vaardighedengerelateerde hervormingen en -investeringen die zijn opgenomen in de nationale plannen van de lidstaten in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF).

Het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 bouwt ook voort op het werk van alle agentschappen van de Unie die actief zijn op het gebied van vaardigheden en werkgelegenheid, door hun activiteiten verder te versterken en synergieën te creëren, met name met het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop), de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound), de Europese Stichting voor opleiding (ETF), de Europese Arbeidsautoriteit (ELA), het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) en het Europees Agentschap voor cyberveiligheid (ENISA).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 bevordert ook synergieën tussen het beleid inzake vaardigheden en EU-initiatieven op het gebied van opleiding. In het actieplan voor digitaal onderwijs wordt prioriteit gegeven aan het verbeteren van digitale vaardigheden en competenties, waaronder democratische veerkracht en mediageletterdheid. De Europese onderwijsruimte ondersteunt de verdere ontwikkeling van de onderwijs- en opleidingsstelsels in de lidstaten. Door ruimte te scheppen voor discussie en uitwisseling zal het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 verder bruggen slaan tussen deze domeinen. Het bevorderen van de basis- en transversale vaardigheden van onderzoekers is een centraal element van de Europese Onderzoeksruimte en beantwoordt daarmee aan de vraag van de arbeidsmarkt naar hooggekwalificeerde arbeidskrachten.

De versterkte jongerengarantie is gericht op de integratie van NEET’s op de arbeidsmarkt. Een belangrijke factor is het bieden van toegang tot kwaliteitsonderwijs en -opleiding om de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te verbeteren in overeenstemming met de behoeften van de arbeidsmarkt.

Een grotere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt heeft een sterk positief effect op de economie, met name in de context van een krimpende beroepsbevolking en tekorten aan vaardigheden en de ambitieuze werkgelegenheidsdoelstelling van Porto van 78 % tegen 2030. De strategie voor gendergelijkheid is gericht op het aanpakken van de loon- en pensioenkloven tussen mannen en vrouwen; en genderstereotypen, bijvoorbeeld in traditioneel mannelijke of vrouwelijke beroepen zoals op het gebied van wetenschap, technologie, techniek en wiskunde, of in de zorgsector.

Ondanks een voortdurende kleine stijging van de arbeidsparticipatie van personen met een handicap in de afgelopen tien jaar, bedraagt de werkgelegenheidskloof voor personen met een handicap in de EU nog steeds ongeveer 24 procentpunten. Het werkgelegenheidspakket voor personen met een handicap bevat acties om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap te verbeteren door hen in staat te stellen vaardigheden te verwerven, zich bij of om te scholen om te voldoen aan de behoeften van de arbeidsmarkt en benadrukt de noodzaak om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap te verhogen.

Aangezien vaardigheden bovendien fundamenteel en relevant zijn voor alle economische sectoren, voorzien de meeste EU-initiatieven in maatregelen die uitdrukkelijk betrekking hebben op vaardigheden. De ontwikkeling van vaardigheden speelt een prominente rol bij de succesvolle uitvoering van een aantal andere beleidsmaatregelen van de Unie waarop het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 voortbouwt. Dit omvat de Europese Green Deal, met initiatieven zoals het “Fit for 55”-pakket, de renovatiegolf voor Europa, het REPowerEU-plan, het voorstel voor een herschikking van de richtlijn betreffende energie-efficiëntie, het nieuwe actieplan voor een circulaire economie, het actieplan om vervuiling tot nul terug te brengen, de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030, de “van boer tot bord”-strategie en de mededeling over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU.

Het Jaar van de Vaardigheden 2023 bouwt bovendien voort op het Nieuw Europees Bauhaus, Horizon Europa en de missies daarvan, de nieuwe Europese innovatieagenda, de Europese strategie voor universiteiten, een strategie “De digitale toekomst van Europa vormgeven”, een Europese datastrategie, het digitale decennium, het voorstel van de Commissie voor een Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium, het gezamenlijke kader van de EU/OESO voor financiële competenties voor volwassenen, de strategie inzake de rechten van personen met een handicap, het EU-actieplan tegen racisme, het EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma, het actieplan voor integratie en inclusie 2021-2027, het actieplan voor Europese democratie, de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU, de mededeling over een nieuwe aanpak voor een duurzame blauwe economie in de EU, de Europese zorgstrategie, het actieplan voor de sociale economie en het transitietraject voor het industriële ecosysteem “Buurt- en sociale economie”, de Europese wet inzake kritieke grondstoffen en de mededeling over de veerkracht van kritieke grondstoffen, de gezamenlijke mededeling over lacunes op het gebied van defensie-investeringen en de te volgen koers en de verordening inzake het ruimtevaartprogramma. Elk van deze initiatieven en beleidsmaatregelen omvat maatregelen die betrekking kunnen hebben op de ontwikkeling van vaardigheden in het algemeen of voor bepaalde groepen, of verwijst naar specifieke vaardigheden.

Daarnaast maakt de EU zich wereldwijd sterk voor beleid en investeringen op het gebied van vaardigheden. De Global Gateway-strategie en het actieplan voor jongeren geven prioriteit aan investeringen in onderwijs van goede kwaliteit in de partnerlanden. Team Europe draagt bij tot de ontwikkeling van vaardigheden, bijvoorbeeld door middel van ondersteuning van de lerarenopleiding en initiatieven op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding. Deze inspanningen in de externe dimensie vormen een rechtstreekse aanvulling op de doelstellingen van dit voorstel.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 149 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft de Unie op het gebied van werkgelegenheid de bevoegdheid om acties van de lidstaten te ondersteunen, samenwerking aan te moedigen, vergelijkende analyses en advies te verstrekken en innovatieve benaderingen te bevorderen. In artikel 149 VWEU is bepaald dat het optreden van de Unie “de samenwerking tussen de lidstaten [kan] aanmoedigen” en “hun werkgelegenheidsbeleid [kan] ondersteunen door middel van initiatieven ter ontwikkeling van de uitwisseling van informatie en optimale praktijken, verstrekking van vergelijkende analyses en advies, alsmede bevordering van innoverende benaderingswijzen en evaluatie van ervaringen, in het bijzonder door gebruik te maken van proefprojecten”.

Het besluit draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 145 VWEU, waarin wordt bepaald dat de lidstaten en de Unie “streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen”.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Dit voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De doelstellingen van het voorstel kunnen niet in voldoende mate worden verwezenlijkt door actie van de lidstaten alleen. Bij actie op nationaal niveau alleen zou niet kunnen worden geprofiteerd van de door de Europese dimensie geboden uitwisseling van ervaringen en goede praktijken tussen de lidstaten. De Unie zal haar doelstellingen nastreven met passende middelen die evenredig zijn met de haar door de Verdragen verleende bevoegdheden. Daarnaast zal het optreden van de lidstaten baat hebben bij de kennis en de zichtbaarheid die binnen en buiten de EU worden gecreëerd.

Evenredigheid

Dit voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel van artikel 5, lid 4, VEU. De voorgestelde actie is eenvoudig. Ze berust op bestaande programma’s en op een heroriëntatie van communicatieactiviteiten op de thema’s van het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023. De instanties die het voorstel uitvoeren, worden in hun managementtaken niet onevenredig belast.

De actie van de Unie zal de inspanningen van de lidstaten ondersteunen en aanvullen. Ten eerste zullen de eigen instrumenten van de Unie dankzij de actie doeltreffender functioneren. Ten tweede zal ze dienen als katalysator door synergieën en samenwerking tussen lidstaten, organisaties en stichtingen, en particuliere en overheidsbedrijven aan te moedigen.

Het optreden van de Unie gaat niet verder dan nodig is om de vastgestelde problemen te verhelpen en de doelstellingen van het initiatief te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Een besluit van het Europees Parlement en de Raad is het geschiktste instrument om de volledige betrokkenheid van de wetgevende autoriteit bij de aanwijzing van 2023 als Europees Jaar van de Vaardigheden te verzekeren.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

n.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

n.v.t.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

n.v.t.

Effectbeoordeling

Aangezien een effectbeoordeling niet nodig is, is deze niet uitgevoerd. De doelstellingen van het voorgestelde initiatief ressorteren onder de doelstellingen van bestaande beleidsmaatregelen en programma’s van de Unie. Het Europees Jaar van de Vaardigheden 2023 kan binnen de bestaande budgettaire grenzen worden uitgevoerd door gebruik te maken van programma’s waarin de financieringsprioriteiten op jaar- of meerjarenbasis kunnen worden vastgesteld. Het voorgestelde initiatief zal geen andere significante sociale, economische of milieugevolgen hebben dan die van de bestaande instrumenten.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

n.v.t.

Grondrechten

n.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel vereist geen extra begrotingsmiddelen in de vorm van kredieten. In alle behoeften kan worden voorzien door middel van herschikkingen van de technische bijstand van ESF+, waaronder de aanwerving van tijdelijk personeel om de communicatiecampagne en de evenementen ter plaatse te helpen uitvoeren, reeds vanaf 2022 tot 2024. Het vaste personeel zal zorgen voor het toezicht op het tijdelijk personeel om een soepele uitvoering gedurende het hele jaar te waarborgen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Op grond van het voorstel is de Commissie verplicht om uiterlijk 31 december 2024 verslag uit te brengen over de uitvoering, de resultaten en de algemene beoordeling van de initiatieven in het kader van het Europees Jaar van de Vaardigheden.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

n.v.t.

Artikelsgewijze toelichting