Overwegingen bij COM(2015)603 - Maatregelen om geleidelijk een gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone in het Internationaal Monetair Fonds tot stand te brengen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Er kunnen passende maatregelen worden vastgesteld met het oog op een gezamenlijke vertegenwoordiging en gemeenschappelijke standpunten van de Unie in de uitoefening van haar bevoegdheden die specifiek betrekking hebben op de eurozonelidstaten (de 'eurozone'), in de internationale financiële instellingen.

(2) De eurozone is een grote open economie met internationale beleidsverantwoordelijkheden.

(3) De Unie is exclusief bevoegd op het gebied van monetair beleid voor de eurozonelidstaten. Voorts gelden er versterkte uniale coördinatie- en toezichtsmechanismen voor het economisch, budgettair en financieel beleid van de eurozonelidstaten.

(4) Zoals opgemerkt in het verslag "De voltooiing van Europa's Economische en Monetaire Unie" van 22 juni 2015 (het 'verslag van de vijf voorzitters'), worden de beleidsbeslissingen van en economische ontwikkelingen in de Unie in toenemende mate relevant voor de wereldeconomie vanwege de grote economische en financiële omvang van de Unie en vanwege het bestaan van een gemeenschappelijk monetair en wisselkoersbeleid voor de meeste van haar leden. In het verslag wordt ook gepleit voor een consolidatie van de externe vertegenwoordiging van de eurozone.

(5) Derhalve dient de eurozone ten volle haar rol te spelen in de internationale samenwerking op het gebied van monetair, economisch en financieel beleid, en met name in het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat een essentiële organisatie in het internationale monetaire en financiële stelsel is.

(6) De IMF-leden zijn echter afzonderlijke landen. Daardoor is de eurozone niet als afzonderlijk lid in het fonds en zijn organen vertegenwoordigd. Momenteel mogen twee eurozonelidstaten elk een bewindvoerder benoemen, terwijl de andere eurozonelidstaten over zes landenkiesgroepen zijn gespreid. Daardoor is de eurozone niet in staat om haar standpunt in het IMF op doeltreffende en gezamenlijke wijze kenbaar te maken. Ook wordt daardoor de effectiviteit van de samenwerking tussen het IMF en de eurozone ondermijnd.

(7) Gezien de recente versterking van het eurozonekader voor de coördinatie van het economisch beleid en gezien de sterke convergentie van de regelgeving voor en het toezicht op de financiële sector in het kader van de bankenunie, zal het IMF het toezicht en crisisbeheer in de eurozone in de toekomst breder moeten beoordelen dan vanuit nationaal perspectief. Met een effectieve vertegenwoordiging van de eurozone zal het ook mogelijk worden om één eurozoneboodschap bij het IMF over te brengen over bijvoorbeeld financiële-bijstandsprogramma's en -evaluaties, economisch en budgettair beleid, macro-economisch toezicht, wisselkoersbeleid en beleid inzake financiële stabiliteit.

(8) Onverminderd de mogelijkheid van een volwaardig lidmaatschap van de eurozone in een latere fase, moeten maatregelen worden vastgesteld die ervoor zorgen dat de eurozone in het IMF in de huidige IMF-lidmaatschapsstructuur met één stem kan spreken.

(9) Het na te streven doel moet een gezamenlijke vertegenwoordiging zijn met één zetel voor de eurozone in alle organen van het IMF terwijl de lidstaten hun huidige aandeelhoudersstatus in het fonds kunnen behouden. De Commissie moet dit doel trachten te bereiken.

(10) De termijn voor de verwezenlijking van een dergelijke gezamenlijke vertegenwoordiging in het IMF moet corresponderen met de tijdlijn voor de laatste fase van het in het verslag van de vijf voorzitters beschreven proces ter voltooiing van de economische en monetaire unie.

(11) Deze gezamenlijke vertegenwoordiging moet vergezeld gaan van een hechtere coördinatie van de in het IMF in te nemen standpunten terwijl tegelijk wordt gestreefd naar een nauwere samenwerking van de eurozone met de niet-eurozonelidstaten in het IMF.

(12) Voor de periode waarin een gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone in alle organen van het IMF nog niet volledig is bereikt, moeten overgangsregelingen worden uitgewerkt die ervoor zorgen dat de eurozone een coherenter standpunt vertolkt in het IMF, en met name in de Raad van Bewindvoerders van het IMF en in het Internationaal Monetair en Financieel Comité (IMFC).

(13) Wat de Raad van Bewindvoerders betreft, moet de huidige praktijk waarin een van de huidige bewindvoerders ook de belangen van de eurozone behartigt, worden geformaliseerd. Voorts is het gezien het feit dat de Europese Centrale Bank (ECB) overeenkomstig Besluit nr. 12925-(03/1) van het IMF in het kader van artikel X van zijn statuten al een vertegenwoordiger als waarnemer naar bepaalde bijeenkomsten van de Raad van Bewindvoerders stuurt in het kader van haar taken in het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), aangewezen dat deze status van waarnemer ten goede komt aan de eurozone als geheel. Zo'n gemeenschappelijke status van waarnemer in de Raad van Bewindvoerders voor de eurozone zou het mogelijk maken dat het gehele scala aan eurozoneaangelegenheden wordt bestreken. Ook zou de eurozone als waarnemer in staat zijn haar vertegenwoordiging beter te organiseren.

(14) De voorzitter van de Eurogroep, de Commissie en de ECB moeten deze waarnemersstatus van de eurozone uitonderhandelen met het IMF.

(15) De Commissie en de ECB zijn al waarnemer in het IMFC. De huidige verklaringen op zijn voorjaars- en jaarvergaderingen moeten worden vervangen door een verklaring van de voorzitter van de Eurogroep voor de eurozone.

(16) Alles moet in het werk worden gesteld om tot een geleidelijke herschikking van de eurozonelidstaten in het IMF te komen teneinde een grotere consistentie tot stand te brengen. De Raad moet uitgangspunten voor een hergroeperingstraject voor de eurozonelidstaten in het IMF overeenkomen.

(17) Thans vindt de coördinatie van het standpunt van de lidstaten met het oog op de IMF-vergaderingen plaats zowel in het Economisch en Financieel Comité (EFC) en zijn subcomité voor IMF-gerelateerde zaken (SCIMF) in Brussel als in informele bijeenkomsten van vertegenwoordigers van de lidstaten bij het IMF in Washington (EURIMF). Er moeten speciale eurozonesubcomités in het EFC worden opgezet teneinde het standpunt van de eurozone in IMF-aangelegenheden beter te coördineren.

(18) De eurozonelidstaten zijn in 2007 overeengekomen om gemeenschappelijke eurozoneverklaringen op te stellen over zaken die rechtstreeks en uitsluitend verband houden met gemeenschappelijk eurozonebeleid. Deze overeenkomst moet worden versterkt en uitgebreid met de verplichting om gemeenschappelijke verklaringen af te geven over alle beleids-, landen- en toezichtsissues van het IMF die van belang zijn voor de eurozone.

(19) Wanneer een lidstaat de euro invoert, moet alles in het werk worden gesteld om de nodige aanpassingen in het IMF te bewerkstelligen.

(20) Alle onderwerpen die niet van bijzonder belang zijn voor de eurozone maar wel voor de Unie als geheel, moeten nauw worden gecoördineerd met de niet-eurozonelidstaten in het EFC of de Raad.

(21) Ter versterking van de transparantie en de verantwoordingsplicht jegens het Europees Parlement en de Raad moet de Commissie, in overleg met de Eurogroep en de ECB, regelmatig een verslag aan het Europees Parlement en de Raad opstellen over de coördinatie van eurozoneaangelegenheden in het IMF en andere internationale financiële instellingen.