Overwegingen bij COM(2021)36 - Verlenging van de duur van het gemeenschappelijke kwekersrecht voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Technische problemen bij de veredeling als gevolg van complexe genetische achtergronden of de trage of technisch gecompliceerde voortplanting van aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten vereisen investeringen voor onderzoeksactiviteiten. Zodra de bescherming van de genoemde soorten is verleend, duurt het jaren om de planten te vermenigvuldigen en de aantallen te bereiken die nodig zijn om een redelijk inkomen te genereren. Bijgevolg is de periode gedurende welke de houder van de rechten op basis van de bescherming daarvan inkomsten kan genereren om praktische redenen beperkt. Om investeringen in onderzoek en ontwikkeling voor dergelijke rassen aan te moedigen, moet de periode van bescherming van die rassen worden verlengd en moeten veredelingsactiviteiten worden gestimuleerd zodat nieuwe rassen worden ontwikkeld die tegemoet komen aan de behoeften van landbouwers en consumenten en het hoofd bieden aan de gevolgen van de klimaatverandering. Deze investeringen vergen een langere periode om rendabel te zijn dan voor de overgrote meerderheid van andere soorten, zoals landbouwgewassen, die vaak een kortere levensduur hebben en een groter en breder gamma aan klanten.

(2) Bovendien vergt de marktintroductie en -acceptatie van nieuwe rassen van deze soorten een langere periode, aangezien de ervaring heeft geleerd dat de commerciële waarde van nieuwe rassen alleen op lange termijn duidelijk wordt. Om die redenen is het in vergelijking met andere gewassen pas in een vrij laat stadium van de bescherming van deze soorten mogelijk de onderzoeksinvesteringen op billijke wijze terug te verdienen.

(3) Om een juridisch klimaat tot stand te brengen dat bevorderlijk is voor het billijk terugverdienen van de kosten, moet de geldigheidsduur van de communautaire kwekersrechten voor aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtachtige sierplanten met nog eens vijf jaar worden verlengd.

(4) Met het oog op de consistentie moet een dergelijke uitbreiding gelden voor alle communautaire kwekersrechten met betrekking tot aspergesoorten en de soortengroepen bloembollen, houtig kleinfruit en houtige sierplanten.

(5) De termijn voor verlenging moet worden verkort indien vóór de verlening van een communautair kwekersrecht nationale eigendomsrechten met betrekking tot deze rassen in een lidstaat van kracht waren en de kwekers dus reeds in staat waren hun rassen te exploiteren.