Overwegingen bij COM(2021)734 - Statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
 nieuw

(1) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad 24  is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd 25 . Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van die verordening te worden overgegaan.


 1141/2014 overweging 1

(2) Volgens artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 12, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: “het Handvest”) dragen de politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de politieke wil van de burgers van de Unie.


 1141/2014 overweging 2

(3) Volgens de artikelen 11 en 12 van het Handvest zijn het recht op vrijheid van vereniging op alle niveaus, bijvoorbeeld op politiek en maatschappelijk gebied, en het recht op vrijheid van meningsuiting, dat de vrijheid omvat een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen, grondrechten van iedere burger van de Unie.


 1141/2014 overweging 3

(4) Europese burgers dienen in staat te worden gesteld gebruik te maken van deze rechten teneinde volledig deel te nemen aan het democratisch proces van de Unie.


 1141/2014 overweging 4

(5) Werkelijk transnationale politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen vervullen een belangrijke rol door de stem van de burgers op Europees niveau te laten horen en zo de kloof tussen de politiek op nationaal niveau en die op Unieniveau te dichten.


 1141/2014 overweging 5

(6) Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen dienen te worden aangemoedigd en gesteund bij hun streven een stevige band tot stand te brengen tussen de Europese civiele samenleving en de instellingen van de Unie, met name het Europees Parlement.


 1141/2014 overweging 6 (aangepast)

De ervaringen die de Europese politieke partijen en de daaraan verbonden Europese politieke stichtingen hebben opgedaan bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad, en de door het Europees Parlement op 6 april 2011 aangenomen resolutie over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2004/2003, wijzen uit dat het juridisch en financieel kader voor Europese politieke partijen en de daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moet worden verbeterd, willen zij als actoren binnen het meerlagig politiek systeem van de Unie zichtbaarder en doeltreffender kunnen worden.


 1141/2014 overweging 7

(7) Gelet op de opdracht die Europese politieke partijen volgens het Verdrag hebben, en ter vereenvoudiging van hun werk, dient voor Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen te worden voorzien in een specifieke Europese rechtsstatus.


 1141/2014 overweging 8 (aangepast)

(8) Hierbij wordt een   De  Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (“de “Autoriteit”) opgericht   is een orgaan van de Unie in de zin van artikel 263 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) dat   , die zich zal bezighouden met de registratie van, het toezicht op en het opleggen van sancties aan Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen overeenkomstig deze verordening. Registratie moet als voorwaarde gelden voor het verkrijgen van de Europese rechtsstatus, die een aantal rechten en verplichtingen met zich meebrengt. Om belangenconflicten te vermijden, moet de Autoriteit onafhankelijk zijn.


 1141/2014 overweging 9

(9) De procedures die Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten volgen om uit hoofde van deze verordening een Europese rechtsstatus te verkrijgen, dienen te worden vastgesteld, evenals de procedures en criteria die in acht moeten worden genomen bij de besluitvorming inzake de toekenning van een dergelijke Europese rechtsstatus. Ook dienen de procedures te worden vastgesteld voor gevallen waarin een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting haar Europese rechtsstatus verspeelt, verliest of opgeeft.


 1141/2014 overweging 10 (aangepast)

(10) Teneinde het toezicht op juridische entiteiten die aan zowel het recht van de Unie als het nationale recht onderworpen zijn te vergemakkelijken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen met betrekking tot de werking van een door de Autoriteit te beheren register van Europese politieke partijen en stichtingen (“het register”), met name wat betreft de in het register opgeslagen informatie en bewijsstukken. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau  , en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 26   . De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling   Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding  van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan   ontvangen  het Europees Parlement en aan de Raad  alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen  .


 1141/2014 overweging 11

(11) Teneinde eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend inzake het systeem voor de toekenning van registratienummers en inzake standaarduittreksels die uit het register op verzoek beschikbaar worden gesteld door de Autoriteit aan derde partijen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 27 .


 1141/2014 overweging 12 (aangepast)

 nieuw

(12) Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen die als zodanig op Unieniveau erkenning willen in de vorm van een Europese rechtsstatus en middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie willen ontvangen, dienen bepaalde beginselen in acht te nemen en aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Europese politieke partijen, en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen  en hun respectieve leden in de Unie  dienen met name de waarden te eerbiedigen waarop de Unie berust, zoals bedoeld in artikel 2 VEU.  Europese politieke partijen en de daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten er tevens voor zorgen dat de bij hen aangesloten partijen en organisaties deze waarden eerbiedigen. 


 nieuw

(13) Met het oog op haar besluiten tot registratie moet de Autoriteit zich baseren op een door de Europese politieke partij of Europese politieke stichting afgegeven schriftelijke verklaring volgens het aan deze verordening gehechte model, om zich ervan te verzekeren dat een Europese politieke partij of Europese politieke stichting voldoet aan haar verplichtingen om de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, te eerbiedigen en dat deze partij of stichting ervoor zorgt dat haar leden deze waarden eerbiedigen. De bevoegdheid van de Autoriteit om op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie de naleving van deze waarden te controleren, mag echter niet worden uitgebreid tot mogelijke inbreuken op deze waarden door aangesloten partijen of organisaties.


 1141/2014 overweging 13

(14) Een besluit om een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting uit het register te schrappen wegens het niet eerbiedigen van de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, dient uitsluitend te worden genomen indien die waarden op ernstige en manifeste wijze worden geschonden. Bij het nemen van een besluit tot schrapping uit het register, moet de Autoriteit het Handvest ten volle eerbiedigen.


 nieuw

(15) Om de financiële belangen van de Unie te beschermen en om deze verordening in overeenstemming te brengen met artikel 297 VWEU moeten besluiten tot schrapping uit het register van kracht worden door kennisgeving.


 1141/2014 overweging 14

(16) De statuten van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting dienen een reeks basisbepalingen te bevatten. Het moet de lidstaten worden toegestaan om aanvullende eisen te stellen voor de statuten van de op hun grondgebied gevestigde Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, mits die aanvullende eisen niet onverenigbaar zijn met deze verordening.


 1141/2014 overweging 15 (aangepast)

(17) De Autoriteit dient op gezette tijden te controleren of Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen nog aan de voorwaarden en vereisten inzake de registratie voldoen. Besluiten inzake de eerbiediging van de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, mogen alleen worden genomen volgens een speciaal hiervoor ontworpen procedure en na raadpleging van een   het bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014) opgerichte  comité van onafhankelijke vooraanstaande personen.


 1141/2014 overweging 16 (aangepast)

De Autoriteit is een orgaan van de Unie in de zin van artikel 263 VWEU.


 1141/2014 overweging 17

(18) De onafhankelijkheid en transparantie van het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen moet worden gewaarborgd.


 2019/493 overweging 3 (aangepast)

(19) Recente gebeurtenissen hebben duidelijk gemaakt welke potentiële risico’s voor verkiezingsprocessen en voor de democratie kunnen voortvloeien uit oOnrechtmatig gebruik van persoonsgegevens  kan democratieën en verkiezingsprocessen blootstellen aan mogelijke risico’s  . Daarom is het noodzakelijk de integriteit van het Europese democratische proces te beschermen door te voorzien in financiële sancties voor situaties waarin Europese politieke partijen of Europese politieke stichtingen gebruikmaken van inbreuken op de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens om de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement te beïnvloeden.


 2019/493 overweging 4 (aangepast)

(20) Daartoe moet een verificatieprocedure worden ingevoerd   vastgesteld  die inhoudt dat de Autoriteit in bepaalde omstandigheden het bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 ingestelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen moet verzoeken te beoordelen of een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de uitslag van verkiezingen voor het Europees Parlement bewust heeft beïnvloed of heeft trachten te beïnvloeden door gebruik te maken van een inbreuk op de toepasselijke regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Indien uit de verificatieprocedure blijkt dat dit het geval is, dient de Autoriteit  effectieve, evenredige en afschrikkende  sancties op te leggen overeenkomstig de bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 ingevoerde effectieve, evenredige en afschrikkende sanctieregeling.


2019/493 overweging 5 (aangepast)

(21) Wanneer   Indien  de Autoriteit een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting [overeenkomstig de verificatieprocedure] een sanctie oplegt, moet zij naar behoren rekening houden met het ne-bis-in-idembeginsel, dat inhoudt dat niet tweemaal een sanctie kan worden opgelegd voor hetzelfde strafbare feit. De Autoriteit moet tevens waarborgen dat het rechtszekerheidsbeginsel in acht wordt genomen en dat de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting in de gelegenheid wordt gesteld te worden gehoord.


2019/493 overweging 7 (aangepast)

(22) Aangezien de nieuwe procedure wordt   moet worden  ingeleid door een besluit van een bevoegde nationale toezichthoudende gegevensbeschermingsautoriteit, moet het voor de betrokken Europese politieke partij of Europese politieke stichting mogelijk zijn te verzoeken dat de sanctie wordt herzien indien het besluit van de nationale toezichthoudende autoriteit wordt ingetrokken of indien een beroep tegen dat besluit is toegewezen en alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput.


 1141/2014 overweging 18

(23) Op basis van de hun toegekende Europese rechtsstatus moeten Europese politieke partijen en daaraan verbonden politieke stichtingen in alle lidstaten erkend worden en handelingsbevoegd zijn. Die erkenning en handelingsbevoegdheid brengt echter niet met zich mee dat zij ook kandidaten mogen voordragen voor nationale verkiezingen of verkiezingen voor het Europees Parlement of mogen deelnemen aan referendumcampagnes. Deze en soortgelijke rechten blijven tot de bevoegdheden van de lidstaten behoren.


 1141/2014 overweging 19

(24) De activiteiten van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen moeten geregeld worden door deze verordening en voor aangelegenheden die niet door deze verordening worden geregeld, door de relevante bepalingen van het nationale recht van de lidstaten. De rechtsstatus van een Europese politieke partij of van een Europese politieke stichting moet geregeld worden door deze verordening en door de geldende bepalingen van het nationale recht van de lidstaat waar de zetel ervan is gevestigd (“lidstaat waar de zetel is gevestigd”). De lidstaat waar de zetel is gevestigd moet de mogelijkheid hebben om het toepasselijke recht vooraf te bepalen of de Europese politieke partijen en Europese stichtingen hierin een keuzemogelijkheid te bieden. De lidstaat waar de zetel is gevestigd moet tevens de mogelijkheid hebben om naast de eisen van deze verordening ook andere of aanvullende eisen te stellen, en mag bijvoorbeeld voorschriften vaststellen met betrekking tot de registratie en integratie van Europese politieke partijen in nationale administratieve en controlesystemen of voorschriften met betrekking tot de organisatie en de statuten, onder meer inzake aansprakelijkheid, mits dergelijke voorschriften niet onverenigbaar zijn met deze verordening.


 1141/2014 overweging 20

(25) Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen moeten Europese rechtspersoonlijkheid krijgen, het kernelement van de Europese rechtsstatus. Om Europese rechtspersoonlijkheid te krijgen moeten zij voldoen aan bepaalde vereisten en procedures ter bescherming van de belangen van de lidstaat waar de zetel is gevestigd, de verzoekende partij voor de Europese rechtsstatus (“de verzoekende partij”) en elke betrokken derde partij. Meer bepaald moet de bestaande nationale rechtspersoonlijkheid worden omgezet in Europese rechtspersoonlijkheid en moeten eventuele individuele rechten en verplichtingen uit hoofde van de nationale rechtspersoonlijkheid overgaan naar de nieuwe Europese juridische entiteit. Bovendien moet ten behoeve van de continuïteit van de activiteiten in garanties worden voorzien om te voorkomen dat de betrokken lidstaat op een dergelijke omzetting verbodsmaatregelen toepast. De lidstaat waar de zetel is gevestigd moet de mogelijkheid hebben om te preciseren welke soorten nationale rechtspersonen omgezet kunnen worden in een Europese rechtspersoon en heeft het recht zijn instemming met de verkrijging van Europese rechtspersoonlijkheid overeenkomstig deze verordening te weigeren totdat toereikende garanties worden geboden inzake, met name, de wettigheid van de statuten van de verzoekende partij overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat of de bescherming van schuldeisers of houders van andere rechten uit hoofde van de bestaande nationale rechtspersoonlijkheid.


 1141/2014 overweging 21

(26) Bij beëindiging van Europese rechtspersoonlijkheid moet voldaan worden aan bepaalde vereisten en procedures ter bescherming van de belangen van de Unie, de lidstaat waar de zetel is gevestigd, de Europese politieke partij of de Europese politieke stichting en elke betrokken derde partij. Meer bepaald moet, als de Europese politieke partij of Europese politieke stichting rechtspersoonlijkheid verkrijgt naar het recht van de lidstaat waar haar zetel is gevestigd, dit beschouwd worden als omzetting van Europese rechtspersoonlijkheid en moeten de individuele rechten en verplichtingen van de gewezen Europese juridische entiteit overgaan naar de nationale juridische entiteit. Bovendien moet ten behoeve van de continuïteit van de activiteiten in garanties worden voorzien om te voorkomen dat de betrokken lidstaat op een dergelijke omzetting verbodsmaatregelen toepast. Indien de Europese politieke partij of Europese politieke stichting geen rechtspersoonlijkheid verkrijgt in de lidstaat waar haar zetel is gevestigd, dient zij te worden ontbonden volgens het recht van de desbetreffende lidstaat en overeenkomstig de voorwaarde die bepaalt dat er geen winstoogmerk mag zijn. De Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement dienen met de betrokken lidstaat afspraken te kunnen maken inzake de beëindiging van de Europese rechtspersoonlijkheid, met name om de terugvordering van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en de inning van financiële sancties te waarborgen.


 1141/2014 overweging 22

(27) Indien een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting op ernstige wijze inbreuk maakt op het relevante nationale recht en indien het daarbij gaat om elementen die van invloed zijn op de eerbiediging van de waarden waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU, moet de Autoriteit, na een verzoek van de betrokken lidstaat daartoe, besluiten de procedures van deze verordening toe te passen. Voorts moet de Autoriteit, na een verzoek daartoe van de lidstaat waar de zetel is gevestigd, besluiten om een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting die op ernstige wijze het relevante nationale recht op enig ander gebied heeft geschonden, uit het register te schrappen.


 1141/2014 overweging 23

(28) Alleen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen die als zodanig zijn erkend en een Europese rechtsstatus hebben verkregen, dienen in aanmerking te komen voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie. Hoewel het van cruciaal belang is ervoor te zorgen dat de voorwaarden voor de vorming van een Europese politieke partij niet buitensporig zijn, maar door georganiseerde en serieuze transnationale allianties van politieke partijen en/of natuurlijke personen eenvoudig kunnen worden vervuld, moeten er vanwege de beperkte middelen die uit de algemene begroting van de Europese Unie kunnen worden toegekend, ook evenredige criteria worden vastgesteld waaruit objectief blijkt dat een Europese politieke partij Europese ambitie heeft en reële electorale steun geniet. Dergelijke criteria kunnen het best betrekking hebben op de uitslagen van de verkiezingen voor het Europees Parlement, waaraan de Europese politieke partijen of hun leden krachtens deze verordening moeten deelnemen, omdat deze uitslagen een nauwkeurige indicatie geven van het electorale draagvlak van een Europese politieke partij. Die criteria dienen de rol die het Europees Parlement overeenkomstig artikel 10, lid 2, VEU heeft als rechtstreekse vertegenwoordiging van de burgers van de Unie te weerspiegelen, alsook het doel van Europese politieke partijen om volledig deel te nemen aan het democratisch proces van de Unie en om actief bij te dragen tot de representatieve democratie van Europa, teneinde uitdrukking te geven aan de standpunten, meningen en politieke wensen van de burgers van de Unie. Daarom dienen alleen Europese politieke partijen die door ten minste één lid worden vertegenwoordigd in het Europees Parlement en alleen Europese politieke stichtingen die hiertoe een aanvraag indienen via een Europese politieke partij die door ten minste één van haar leden wordt vertegenwoordigd in het Europees Parlement in aanmerking te komen voor financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie.


 2018/673 overweging 6 (aangepast)

 nieuw

(29) Met het oog op transparantie en ter versterking van enerzijds het toezicht op en de democratische verantwoordingsplicht van de Europese politieke partijen en anderzijds de banden tussen Europese maatschappelijke organisaties en de instellingen van de Unie, met name het Europees Parlement, dient aan de toegang tot financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie de voorwaarde te worden verbonden dat  bepaalde informatie moet worden verstrekt. Europese politieke partijen moeten er met name voor zorgen dat de bij hen aangesloten partijen waarvan de zetel in de Unie is gevestigd,  het politieke programma en het logo van de betrokken Europese politieke partij door de daarbij aangesloten EU-partijen op een duidelijk zichtbare en gebruikersvriendelijke wijze worden bekendgemaakt   publiceren   .

(30)  Europese politieke partijen en de bij hen aangesloten partijen moeten het goede voorbeeld geven wat betreft het dichten van de genderkloof in de politiek. Indien zij EU-financiering wensen te ontvangen, moeten Europese politieke partijen interne regels hebben die het genderevenwicht bevorderen alsook transparant zijn over de genderbalans in de bij hen aangesloten partijen.   Opneming van informatie   Europese politieke partijen moeten gegevens verstrekken over hun interne beleid inzake   over de genderbalans   en inzake de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen bij de kandidaten voor en de leden van het Europees Parlement van de bij hen aangesloten partijen   in iedere partij die is aangesloten bij de Europese politieke partij moet worden aangemoedigd.  De Europese politieke partijen worden tevens aangemoedigd informatie te verstrekken over inclusiviteit en de vertegenwoordiging van minderheden bij de bij hen aangesloten partijen.   


 1141/2014 overweging 24 (aangepast)

(31) Teneinde de financiering van Europese politieke partijen transparanter te maken en mogelijk misbruik van de financieringsregels te voorkomen, dient een lid van het Europees Parlement, uitsluitend voor financieringsdoeleinden, te worden beschouwd als lid van slechts één Europese politieke partij, en wel die waarbij zijn  of haar  nationale of regionale politieke partij op de uiterste datum voor het indienen van financieringsaanvragen is aangesloten.


 1141/2014 overweging 25

 nieuw

(32) De procedures die Europese politieke partijen en de daaraan verbonden Europese politieke stichtingen moeten volgen bij het aanvragen van financiering uit de algemene begroting van de Europese Unie dienen te worden vastgesteld, evenals de procedures, criteria en regels die in acht moeten worden genomen bij de besluitvorming inzake de toekenning van dergelijke financiering.  In dat verband moeten de Europese politieke partijen met name het beginsel van goed financieel beheer naleven.   


 nieuw

(33) Om de moeilijkheden aan te pakken die Europese politieke partijen, en met name kleine partijen, ondervinden om het bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 vereiste medefinancieringspercentage van 10 % te behalen, moet het medefinancieringspercentage voor Europese politieke partijen, in overeenstemming met het percentage voor Europese politieke stichtingen, worden verlaagd tot 5 %.

(34) In het jaar van de verkiezingen voor het Europees Parlement moet het medefinancieringspercentage tot 0 % worden teruggebracht. Het wegnemen van de medefinancieringsverplichting in het jaar van de verkiezingen voor het Europees Parlement moet Europese politieke partijen helpen het aantal campagne-activiteiten en de intensiteit ervan op te voeren en aldus ook hun zichtbaarheid op nationaal niveau te verbeteren.


 1141/2014 overweging 26

(35) Teneinde de onafhankelijkheid, verantwoording en verantwoordelijkheid van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen te verbeteren, dienen bepaalde soorten donaties en bijdragen uit andere bronnen dan de algemene begroting van de Europese Unie te worden verboden of aan beperkingen te worden onderworpen. Elke beperking van het vrije verkeer van kapitaal in verband met dergelijke beperkingen is gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de openbare orde en strikt noodzakelijk om die doelstellingen te bereiken.


 nieuw

(36) Er moet een zorgvuldigheidsmechanisme worden ingevoerd om de transparantie van grote donaties te verbeteren en het risico op buitenlandse inmenging uit die bron tot een minimum te beperken. Daartoe moeten Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen hun donoren verzoeken om gedetailleerde identificatiegegevens. De Autoriteit moet de bevoegdheid krijgen om donoren om aanvullende informatie te verzoeken wanneer zij gegronde redenen heeft om te vermoeden dat een donatie is gedaan die in strijd is met deze verordening.

(37) Om de samenwerking te bevorderen met sinds geruime tijd aangesloten leden die de EU-waarden delen, moeten bijdragen van aangesloten partijen waarvan de zetel is gevestigd in een land buiten de Unie dat lid is van de Raad van Europa, worden toegestaan. Dergelijke bijdragen moeten echter worden begrensd in verhouding tot de totale bijdrage, om het risico op buitenlandse inmenging te beperken.

(38) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 erkent slechts twee categorieën inkomsten voor Europese politieke partijen en stichtingen anders dan de bijdragen uit de begroting van de Europese Unie, namelijk bijdragen van leden en donaties. Een aantal inkomstenbronnen uit eigen economische activiteiten (zoals de verkoop van publicaties en conferentiegelden) valt buiten het toepassingsgebied van deze twee categorieën, hetgeen problemen oplevert inzake verantwoording en transparantie. Bijgevolg moet een derde categorie inkomsten (“eigen middelen”) worden ingevoerd. De verhouding van eigen middelen in de totale begroting van een Europese politieke partij of stichting moet worden begrensd op 5 % om te vermijden dat die categorie een bovenmatig aandeel zou vormen in de totale begroting van deze entiteiten.


 1141/2014 overweging 27 (aangepast)

 nieuw

(39)  Met het oog op het contact met hun leden en kiesgroepen overal in de Unie, moeten  Europese politieke partijen dienen   het recht hebben om hun financiering te gebruiken voor grensoverschrijdende politieke  campagnes. voor de verkiezingen voor het Europees Parlement te kunnen financieren, waarbij de De financiering en de beperking van de verkiezingsuitgaven voor de betrokken partijen en kandidaten  bij die campagnes moeten  in elke lidstaat door de nationale bepalingen dienen te worden geregeld.


 1141/2014 overweging 32

 nieuw

(40) Om het Europees politiek bewustzijn van de burgers te bevorderen en het Europese verkiezingsproces   de politieke stroming waartoe zij behoren  transparanter te maken, mogen Europese politieke partijen de burgers tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement wijzen op hun banden met nationale politieke partijen en kandidaten.


 1141/2014 overweging 28 (aangepast)

 nieuw

(41) Europese politieke partijen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks   indirect  andere politieke partijen financieren en met name geen nationale partijen en kandidaten. Europese politieke stichtingen mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks   indirect  Europese of nationale politieke partijen of kandidaten financieren.  Het verbod op indirecte financiering mag Europese politieke partijen echter niet verhinderen de bij hen aangesloten partijen in de Unie publiekelijk te ondersteunen en met hen samen te werken op het gebied van aangelegenheden die relevant zijn voor de Unie, of om politieke activiteiten van gemeenschappelijk belang te ondersteunen, om hun missie uit hoofde van artikel 10, lid 4, VEU te vervullen.  Bovendien mogen Europese politieke partijen en daaraan verbonden Europese politieke stichtingen geen   slechts activiteiten in het kader van nationale  referendumcampagnes financieren  wanneer deze betrekking hebben op de uitvoering van het VEU en het VWEU  . Deze beginselen vloeien voort uit Verklaring nr. 11 ad artikel 191 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, die is gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Nice.


 1141/2014 overweging 29

(42) Er dienen specifieke regels en procedures te worden vastgesteld voor de verdeling van de kredieten die jaarlijks beschikbaar zijn op de algemene begroting van de Europese Unie, waarbij rekening wordt gehouden met enerzijds het aantal begunstigde partijen en anderzijds het aandeel van de gekozen leden in het Europees Parlement van iedere begunstigde Europese politieke partij en, bij uitbreiding, van de daaraan verbonden Europese politieke stichting. Deze regels dienen te voorzien in strikte maatregelen inzake transparantie, boekhouding, audit en financiële controle van de Europese politieke partijen en de daaraan verbonden Europese politieke stichtingen en in het opleggen van evenredige sancties, onder meer voor het geval een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting de waarden schendt waarop de Unie berust, als bedoeld in artikel 2 VEU.


 1141/2014 overweging 30 (aangepast)

(43) Om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de voorschriften van deze verordening inzake de financiering en uitgaven van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en inzake andere onderwerpen is het noodzakelijk doeltreffende controlemechanismen in het leven te roepen. De Autoriteit, de ordonnateur van het Europees Parlement en de lidstaten moeten daarom samenwerken en alle dienstige informatie uitwisselen. Daarnaast moet samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten gestimuleerd worden, om te zorgen voor de effectieve en efficiënte controles van de verplichtingen uit hoofde van het toepasselijke nationale recht.


 nieuw

(44) Met het oog op het vergroten van de rechtszekerheid die door deze verordening wordt geboden en om de coherente uitvoering van de verordening te waarborgen, moeten de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement nauw samenwerken, onder meer door regelmatig van gedachten te wisselen en regelmatig informatie uit te wisselen over de uitlegging en concrete toepassing van deze verordening. Daarnaast, en met volledige inachtneming van de onafhankelijkheid van de Autoriteit, moet de samenwerking tussen de Autoriteit, de ordonnateur van het Europees Parlement en de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen de correcte uitvoering van de verordening door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen vergemakkelijken en juridische geschillen voorkomen. De verplichting die de Autoriteit heeft om Europese politieke partijen of Europese politieke stichtingen te horen alvorens een besluit met negatieve gevolgen te nemen, moet ook de correcte uitvoering van de verordening door de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen helpen vergemakkelijken en tegelijkertijd juridische geschillen helpen voorkomen.


 1141/2014 overweging 31

 nieuw

(45) Het is noodzakelijk te voorzien in een duidelijke en krachtige   evenredige  sanctieregeling met afschrikkende werking, om ervoor te zorgen dat de verplichtingen betreffende de activiteiten van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen op doeltreffende, evenredige en eenvormige wijze worden nageleefd. Een dergelijke regeling moet het ne-bis-in-idembeginsel, krachtens hetwelk hetzelfde strafbaar feit niet twee keer mag worden bestraft, eerbiedigen. Voorts is het noodzakelijk de taken van de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement op het gebied van de controle op en de verificatie van de naleving van deze verordening te omschrijven, alsook de mechanismen voor de onderlinge samenwerking en de samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten.


 nieuw

(46) Politieke reclame speelt voor politieke partijen een belangrijke rol in hun communicatie met burgers en hun interactie met burgers over politieke aangelegenheden. Politieke reclame bestaat in vele vormen en kan via een groot aantal media worden verspreid, gaande van televisie en radio tot gedrukt formaat en online sociale media. Zij vormt een belangrijk onderdeel van het verkiezingsproces en vertegenwoordigt een aanzienlijk deel van de bedragen die politieke partijen en kandidaten spenderen. Niettegenstaande de grote voordelen die politieke reclame biedt, houdt zij ook mogelijke risico’s in voor de verkiezingsprocessen en de democratie. Die risico’s kunnen ontstaan door ondoorzichtige praktijken en het gebruik van politieke reclame als bron van desinformatie, onder meer wanneer de reclame haar politieke karakter niet kenbaar maakt en wanneer onduidelijkheid bestaat over de financiering ervan en wie zij als doelgroep heeft.

(47) Europese politieke partijen moeten daarom zorgen voor een hoog niveau van transparantie in hun politieke reclame, ter bevordering van een billijk politiek debat en vrije en eerlijke verkiezingen en ter bestrijding van desinformatie. Zij moeten het inzicht van de burgers bevorderen in de aard, bron en context van politieke reclame, met inbegrip van de financiering ervan en de gespendeerde bedragen, en in de vraag of zij het doelpubliek waren van politieke reclame en op welke manier. Zij moeten tevens verantwoording bevorderen en het aantal gevallen van misbruik van politieke reclame helpen terugdringen, onder meer wanneer deze verband houden met desinformatie en andere vormen van inmenging in het democratische debat. De transparantievereisten moeten de Europese dimensie van de verkiezingen voor het Europees Parlement bevorderen, met inbegrip van de grensoverschrijdende dimensie.

(48) De lidstaten moeten zorgen voor passende handhaving van de verplichtingen inzake transparantie die van toepassing zijn op politieke reclame en die in deze verordening worden vastgelegd. De lidstaten moeten de bevoegde autoriteiten de nodige bevoegdheden verlenen om toe te zien op de naleving van die verplichtingen inzake transparantie. Om ongepaste inmenging te vermijden, moeten deze nationale reguleringsinstanties of -organen hun bevoegdheden op onpartijdige en transparante wijze uitoefenen en juridisch gescheiden zijn van de overheid en functioneel onafhankelijk van hun respectieve overheid en van alle andere openbare of particuliere organen. Het moet voor burgers en andere belanghebbenden mogelijk zijn te weten welke reguleringsinstanties bevoegd zijn in elke lidstaat; daartoe moet de Autoriteit worden verplicht op haar website een lijst te publiceren van de nationale reguleringsinstanties en die lijst actueel te houden. Tegen de besluiten van de nationale reguleringsinstanties moeten effectieve rechtsmiddelen openstaan, met volledige inachtneming van artikel 47 van het Handvest. In dat verband moet ervoor worden gezorgd dat, op verzoek van een belanghebbende, tijdig en op passende wijze verhaal kan worden gehaald om de Europese politieke partij te verzoeken een eind te maken aan eventuele inbreuken op de in deze verordening neergelegde transparantievereisten.

(49) Europese politieke partijen schakelen vaak externe dienstverleners in, waaronder uitgevers van reclame, voor de productie, plaatsing, publicatie en verspreiding van politieke reclameboodschappen. Dergelijke dienstverleners zijn gebonden door Verordening (EU) 2022/XX van het Europees Parlement en de Raad 28 betreffende transparantie en gerichte politieke reclame. Wanneer een contract wordt gesloten voor de verlening van diensten in verband met politieke reclameboodschappen, moeten de Europese politieke partijen ervoor zorgen dat de aanbieders van politieke reclamediensten, waaronder uitgevers van reclame, voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) 2022/XX [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame]. Zij moeten ervoor zorgen dat in de contractuele regelingen wordt gespecificeerd hoe de relevante bepalingen van deze verordening worden nageleefd. Zo nodig mag de politieke reclameboodschap het logo van de Europese politieke partij bevatten.

(50) Er moet een gemeenschappelijke databank worden opgezet voor de openbaarmakingen van de Europese politieke partijen. Gezien de specifieke rol van de Autoriteit bij de uitvoering van deze verordening, moet zij een dergelijke databank opzetten en beheren als onderdeel van het register van Europese politieke partijen. De gegevens die de databank bevat, moeten door de Europese politieke partijen aan de Autoriteit worden verstrekt middels een standaardformulier; dit mag op automatische wijze gebeuren. De Europese politieke partijen moeten in de databank van de Autoriteit informatie beschikbaar stellen zodat de bredere context van de politieke reclameboodschap en de doelstellingen ervan kunnen worden begrepen. De in de databank opgenomen informatie over het bedrag dat voor politieke reclame is toegewezen in het kader van een specifieke campagne mag gebaseerd zijn op een geraamde toewijzing van financiering. De in de databank te vermelden bedragen omvatten donaties voor specifieke doeleinden of voordelen in natura.

(51) Europese politieke partijen moeten hun beleid voor het gebruik van politieke reclame uitvoeren en regelmatig actualiseren. Dit beleid en een jaarlijks verslag over de uitvoering ervan moeten op de website van de Europese politieke partij beschikbaar worden gesteld.

(52) Bij Verordening (EU) 2022/XX [betreffende transparantie en gerichte politieke reclame] worden verplichtingen vastgesteld voor verwerkingsverantwoordelijken die in het kader van politieke reclame gebruikmaken van targeting- of amplificatietechnieken. Wanneer Europese politieke partijen in het kader van politieke reclame gebruikmaken van targeting- of amplificatietechnieken, moeten zij ervoor zorgen dat artikel 12 van die verordening wordt nageleefd. Toezichthoudende autoriteiten in de zin van artikel 4, punt 21, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 29 moeten bevoegd zijn om toe te zien op de naleving van deze verordening.

(53) Informatie over de naleving door de Europese politieke partijen van de bij deze verordening vastgestelde transparantievereisten moet beschikbaar zijn op Unieniveau. Om dit te vergemakkelijken, moet de Autoriteit een beschrijvend feitenverslag opstellen en publiceren over de besluiten van nationale reguleringsinstanties of toezichthoudende autoriteiten krachtens deze verordening.

(54) In het licht van de noodzaak om de integriteit van het Europese democratische proces te beschermen, moeten Europese politieke partijen, om in aanmerking te komen voor financiering uit de begroting van de Europese Unie, aantonen dat zij de op politieke reclame toepasselijke transparantievereisten naleven.


 1141/2014 overweging 33

 nieuw

(55) Omwille van de transparantie en ter versterking van de democratische controle en verantwoording van de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen dient informatie die van aanzienlijk openbaar belang wordt geacht en met name betrekking heeft op hun statuten, samenstelling, jaarrekeningen, donateurs en donaties, bijdragen en subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie, evenals informatie betreffende de besluiten van de Autoriteit en de ordonnateur van het Europees Parlement inzake registratie, financiering en sancties, te  in een gebruikersvriendelijke, open en machineleesbare vorm  worden bekendgemaakt. Het doeltreffendste middel om gelijke voorwaarden voor en eerlijke mededinging tussen politieke krachten te bevorderen en voor open, transparante en democratische wetgevings- en verkiezingsprocessen te zorgen, teneinde het vertrouwen van de burgers en kiezers in de Europese representatieve democratie te sterken, en meer in het algemeen corruptie en machtsmisbruik te voorkomen, is het tot stand brengen van een regelgevingskader dat waarborgt dat deze informatie openbaar wordt gemaakt.


 1141/2014 overweging 34

(56) In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel dient de verplichting om de identiteit van donateurs die natuurlijke personen zijn, bekend te maken niet te gelden voor donaties van 1 500 EUR of minder per jaar en per donateur. Die verplichting dient evenmin te gelden voor donaties waarvan het jaarlijks bedrag meer dan 1 500 EUR bedraagt en minder dan of gelijk is aan 3 000 EUR, tenzij de donor vooraf schriftelijk met publicatie heeft ingestemd. Deze drempels zorgen voor een goede balans tussen enerzijds het fundamentele recht op bescherming van persoonsgegevens en anderzijds het legitieme openbaar belang van transparantie op het gebied van de financiering van Europese politieke partijen en stichtingen, overeenkomstig internationale aanbevelingen ter zake van de voorkoming van corruptie op het gebied van de financiering van politieke partijen en stichtingen. Openbaarmaking van donaties van meer dan 3 000 EUR per jaar per donateur moet een doeltreffende publieke toetsing van en controle op de betrekkingen tussen donoren en Europese politieke partijen waarborgen. Het evenredigheidsbeginsel gebiedt ook dat informatie over donaties jaarlijks moet worden bekendgemaakt, behalve wanneer het gaat om donaties tijdens verkiezingscampagnes voor het Europees Parlement of donaties van meer dan 12 000 EUR, waarvoor geldt dat deze zo snel mogelijk moeten worden bekendgemaakt.


 1141/2014 overweging 35 (aangepast)

(57) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die zijn vervat in het Handvest, in het bijzonder de artikelen 7 en 8 daarvan, waarin is bepaald dat eenieder recht heeft op eerbiediging van zijn  of haar  privéleven en op bescherming van zijn  of haar  persoonsgegevens, en zij moet dan ook worden uitgevoerd met volledige inachtneming van deze rechten en beginselen.


 1141/2014 overweging 36

(58) Verordening (EU) 2018/1725 (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad 30 31 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Autoriteit, het Europees Parlement en het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen op grond van deze verordening.


 1141/2014 overweging 37

(59) Verordening (EU) 2016/679Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening.


 1141/2014 overweging 38 (aangepast)

(60) Omwille van de rechtszekerheid dient te worden verduidelijkt dat de Autoriteit, het Europees Parlement, de Europese politieke partijen en de daaraan verbonden Europese politieke stichtingen, de nationale autoriteiten die bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op bepaalde aspecten van de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, en andere relevante derde partijen die in deze verordening worden genoemd of waarin deze verordening voorziet, gelden als verantwoordelijk voor de verwerking in de zin van Verordening (EU) 2018/1725(EG) nr. 45/2001 of Verordening (EU) 2016/679Richtlijn 95/46/EG. Ook dient de maximumperiode te worden vastgesteld gedurende welke de persoonsgegevens mogen worden bewaard die zijn verzameld om de wettigheid, regelmatigheid en transparantie van de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, alsook die van de samenstelling van Europese politieke partijen te waarborgen. Als verantwoordelijke voor de verwerking moeten de Autoriteit, het Europees Parlement, de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, de bevoegde nationale autoriteiten en de relevante derde partijen alle maatregelen te nemen die nodig zijn om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit Verordening (EU) 2018/1725(EG) nr. 45/2001 en   of   Verordening (EU) 2016/679Richtlijn 95/46/EG, in het bijzonder die betreffende de rechtmatigheid van de verwerking, de beveiliging van de verwerkingsactiviteiten, de informatieverstrekking aan de betrokkene en het recht van de betrokkene op toegang tot zijn persoonsgegevens en op correctie en uitwissing daarvan.


 nieuw

(61) Teneinde het toezicht op de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, moeten door elke lidstaat centrale contactpunten worden aangewezen die belast zijn met de coördinatie op Europees niveau. Deze contactpunten moeten over voldoende middelen beschikken om te kunnen zorgen voor effectieve coördinatie, onder meer op het gebied van aangelegenheden die verband houden met het toezicht op politieke reclame.


 1141/2014 overweging 39 (aangepast)

(62)  Verordening (EU) 2016/679   Hoofdstuk III van Richtlijn 95/46/EG over beroep op de rechter, aansprakelijkheid en sancties is van toepassing op de gegevensverwerking in het kader van deze verordening. De bevoegde nationale autoriteiten of relevante derde partijen dienen overeenkomstig het toepasselijk nationaal recht aansprakelijk te zijn voor schade die zij veroorzaken. Daarnaast dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat aan de bevoegde nationale autoriteiten of relevante derde partijen passende sancties kunnen worden opgelegd voor overtredingen van deze verordening.


 1141/2014 overweging 40

(63) De technische ondersteuning van het Europees Parlement aan Europese politieke partijen dient op het beginsel van gelijke behandeling te zijn gebaseerd, tegen overlegging van een factuur en tegen betaling te worden verleend en regelmatig aan openbare verslaglegging te worden onderworpen.


 1141/2014 overweging 41

(64) De belangrijkste informatie over de toepassing van deze verordening dient aan het publiek beschikbaar te worden gesteld op een speciale website.


 1141/2014 overweging 42

(65) De rechterlijke toetsing berust bij het Hof van Justitie van de Europese Unie en draagt bij tot de correcte toepassing van deze verordening. Voorts moeten er voorzieningen getroffen worden om Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen de gelegenheid te geven om te worden gehoord en corrigerende maatregelen te nemen, voordat hun een sanctie wordt opgelegd.


 nieuw

(66) Om de evaluatie van deze verordening verder af te stemmen op de cyclus van de verkiezingen voor het Europees Parlement moeten de data voor de voorgestelde volledige toetsing worden aangepast. Bovendien moeten, om dubbel werk te voorkomen, de bepalingen inzake transparantie en gerichte politieke reclame worden geëvalueerd als onderdeel van het verslag van de Commissie na de verkiezingen voor het Europees Parlement.


 1141/2014 overweging 43

(67) De lidstaten moeten zorgen voor nationale bepalingen die bijdragen aan een doeltreffende toepassing van deze verordening.


 1141/2014 overweging 44 (aangepast)

 nieuw

(68) De lidstaten   Europese politieke partijen en stichtingen  moeten voldoende tijd krijgen om bepalingen vast te stellen om te zorgen voor een soepele en doeltreffende toepassing van deze verordening. Er dient derhalve te worden voorzien in een overgangsperiode tussen het moment van inwerkingtreding en de toepassing van deze verordening  en de toepassing van sommige artikelen ervan  .


 1141/2014 overweging 45 (aangepast)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd en heeft advies uitgebracht.


 1141/2014 overweging 46 (aangepast)

Aangezien er belangrijke wijzigingen en toevoegingen nodig zijn ten opzichte van de vigerende regels en procedures voor politieke partijen en politieke stichtingen op het niveau van de Unie, dient Verordening (EG) nr. 2004/2003 te worden ingetrokken,


 1141/2014 (aangepast)

 nieuw