Overwegingen bij COM(2021)775 - Bescherming van de Unie en haar lidstaten tegen economische dwang door derde landen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van het Verdrag betreffende de Europese Unie handhaaft de Unie in de betrekkingen met de rest van de wereld haar waarden en belangen en zet zij zich ervoor in, draagt zij bij tot de bescherming van haar burgers en, onder meer, tot solidariteit en wederzijds respect tussen de volkeren en tot de strikte eerbiediging en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.

(2) Overeenkomstig artikel 21, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie berust het internationaal optreden van de Unie op beginselen zoals de rechtsstaat, gelijkheid en solidariteit, en de naleving van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht. Ook bevordert de Unie multilaterale oplossingen voor gemeenschappelijke problemen.

(3) Overeenkomstig artikel 1 van het Handvest van de Verenigde Naties zijn de doelstellingen van de Verenigde Naties onder meer vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties tot stand te brengen die zijn gegrond op eerbied voor het beginsel van gelijke rechten.

(4) Volgens artikel 21, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt en voert de Unie een gemeenschappelijk beleid en optreden en beijvert zij zich voor een hoge mate van samenwerking op alle gebieden van de internationale betrekkingen, onder meer ter bescherming van haar waarden, fundamentele belangen, onafhankelijkheid en integriteit en ter consolidering en ondersteuning van de rechtsstaat en de beginselen van het internationaal recht.

(5) De moderne, onderling verweven wereldeconomie brengt een groter risico op en meer mogelijkheden voor economische dwang met zich mee, aangezien zij landen betere, ook hybride, middelen biedt om dergelijke dwang aan te wenden. Het is wenselijk dat de Unie bijdraagt tot de totstandbrenging, ontwikkeling en verduidelijking van internationale kaders voor het voorkomen en verwijderen van situaties van economische dwang.

(6) Hoewel de Unie altijd in het kader van het internationaal recht handelt, is het van essentieel belang dat zij beschikt over een passend instrument om economische dwang door derde landen te ontmoedigen en tegen te gaan teneinde haar rechten en belangen en die van haar lidstaten te beschermen. Dit is met name het geval wanneer derde landen maatregelen nemen die van invloed zijn op handel of investeringen en die ingrijpen in de legitieme soevereine keuzen van de Unie of een lidstaat door te trachten de beëindiging, wijziging of vaststelling van een bepaalde handeling door de Unie of een lidstaat te voorkomen of te verkrijgen. Dergelijke maatregelen die van invloed zijn op de handel of investeringen kunnen niet alleen acties omvatten die op het grondgebied van het derde land worden genomen en daar gevolgen hebben, maar ook acties van het derde land, onder meer via entiteiten die onder zeggenschap of leiding staan van het derde land en aanwezig zijn in de Unie, die schadelijk zijn voor economische activiteiten in de Unie.

(7) Deze verordening heeft tot doel te zorgen voor een doeltreffende, efficiënte en snelle reactie van de Unie op economische dwang, inclusief afschrikking van economische dwang jegens de Unie of een lidstaat en, in laatste instantie, tegenmaatregelen.

(8) De doelstellingen van deze verordening, met name het tegengaan van economische dwang van derde landen jegens de Unie of een lidstaat, kunnen niet voldoende door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt. De reden hiervoor is dat lidstaten als afzonderlijke actoren naar internationaal recht eventueel niet het recht hebben om te reageren op economische dwang jegens de Unie. Wegens de exclusieve bevoegdheid die artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Unie verleent, mogen de lidstaten als reactie op economische dwang bovendien geen maatregelen van de gemeenschappelijke handelspolitiek nemen. Die doelstellingen kunnen derhalve doeltreffender worden verwezenlijkt op het niveau van de Unie.

(9) Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het voor de totstandbrenging van een doeltreffend en alomvattend kader voor het optreden van de Unie tegen economische dwang noodzakelijk en passend regels vast te stellen voor het onderzoek, de vaststelling en het treffen van tegenmaatregelen met betrekking tot economische dwangmaatregelen van derde landen. Met name moeten de responsmaatregelen van de Unie worden voorafgegaan door een onderzoek van de feiten, een vaststelling van het bestaan van economische dwang en, waar mogelijk, inspanningen om in samenwerking met het betrokken derde land een oplossing te vinden. Alle door de Unie ingestelde maatregelen moeten in verhouding staan tot de schade die door de economische dwangmaatregelen van derde landen wordt veroorzaakt. Bij de bepaling van de responsmaatregelen van de Unie moet met name rekening worden gehouden met de noodzaak om neveneffecten, administratieve lasten en kosten voor marktdeelnemers in de Unie te vermijden of tot een minimum te beperken en met het belang van de Unie. Derhalve gaat deze verordening overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

(10) Alle maatregelen die de Unie op grond van deze verordening neemt, moeten in overeenstemming zijn met de internationaalrechtelijke verplichtingen van de Unie. Het internationaal recht staat onder bepaalde voorwaarden — zoals evenredigheid en voorafgaande kennisgeving — toe dat er tegenmaatregelen worden ingesteld, namelijk maatregelen die anders in strijd zouden zijn met de internationale verplichtingen van een benadeelde partij jegens het land dat een inbreuk op het internationaal recht heeft gepleegd, en die gericht zijn op stopzetting van de inbreuk of op het herstel van de gevolgen ervan 10 . Dienovereenkomstig moeten op grond van deze verordening vastgestelde responsmaatregelen de vorm aannemen van maatregelen die in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van de Unie, dan wel van toegestane tegenmaatregelen. Naar internationaal recht en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel mogen zij geen niveau overschrijden dat evenredig is aan de schade die de Unie of een lidstaat als gevolg van de door het derde land genomen economische dwangmaatregelen heeft geleden, rekening houdend met de ernst van de maatregelen van het derde land en de rechten en belangen van de Unie in kwestie. In dit verband wordt schade voor de Unie of een lidstaat overeenkomstig het internationaal recht geacht ook schade voor marktdeelnemers in de Unie te omvatten.

(11) Dwang is naar internationaal recht verboden wanneer een land maatregelen zoals handels- of investeringsbeperkingen invoert om van een ander land een handeling of nalaten te verkrijgen waartoe het land internationaal niet verplicht is en die onder zijn soevereiniteit valt, wanneer de dwang een bepaalde kwalitatieve of kwantitatieve drempel bereikt, afhankelijk van het nagestreefde doel en de ingezette middelen. De Commissie moet het optreden van derde landen toetsen aan kwalitatieve en kwantitatieve criteria aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of het derde land zich mengt in de legitieme soevereine keuzen van de Unie of een lidstaat en of zijn optreden economische dwang vormt die een reactie van de Unie vereist.

(12) Handelingen van derde landen worden naar internationaal gewoonterecht geacht alle vormen van actie te omvatten die naar internationaal gewoonterecht aan een staat kunnen worden toegerekend. Het internationaal recht kwalificeert als een handeling van een staat met name de gedraging van een overheidsorgaan, van een persoon of entiteit die geen orgaan van de staat is, maar krachtens het recht van die staat bevoegd is om overheidsgezag uit te oefenen, een orgaan dat door een andere staat ter beschikking van een staat is gesteld, een persoon of een groep personen die bij het vertonen van de gedraging handelt in opdracht van of onder leiding of toezicht van die staat, een persoon of een groep personen die bij ontbreken of nalaten van de overheid en in omstandigheden die zulks vereisen onderdelen van het overheidsgezag uitoefent, en gedragingen die de Staat erkent en als zijn eigen gedragingen aanvaardt 11 .

(13) De Commissie moet op eigen initiatief of naar aanleiding van informatie uit welke bron dan ook, waaronder natuurlijke en rechtspersonen of een lidstaat, onderzoeken of maatregelen van derde landen dwang uitmaken. Na dit onderzoek moet de Commissie in een besluit bepalen of de maatregel van het derde land een dwangmaatregel is. De Commissie moet het betrokken derde land in kennis stellen van een positieve vaststelling en verzoeken dat de economische dwang wordt beëindigd, en, in voorkomend geval, dat eventuele schade wordt vergoed.

(14) De Unie moet derde landen die dezelfde of soortgelijke economische dwangmaatregelen ondervinden of andere belanghebbende derde landen ondersteunen en met hen samenwerken. De Unie moet deelnemen aan internationale coördinatie in bilaterale, plurilaterale of multilaterale fora die gericht zijn op het voorkomen of wegnemen van economische dwang.

(15) De Unie mag alleen tegenmaatregelen opleggen wanneer andere middelen, zoals onderhandelingen, bemiddeling of rechterlijke uitspraken, niet leiden tot een snelle en daadwerkelijke beëindiging van de economische dwang en tot vergoeding van de schade die aan de Unie of haar lidstaten is berokkend, en wanneer optreden noodzakelijk is om de belangen en rechten van de Unie en haar lidstaten te beschermen en dat in het belang van de Unie is. Het is passend dat in de verordening de toepasselijke regels en procedures voor het opleggen en toepassen van responsmaatregelen van de Unie worden vastgesteld en dat snel optreden mogelijk wordt gemaakt wanneer dat nodig is om de doeltreffendheid van eventuele responsmaatregelen van de Unie te waarborgen.

(16) Overeenkomstig deze verordening vastgestelde responsmaatregelen van de Unie moeten worden geselecteerd en ontworpen op basis van objectieve criteria, waaronder de doeltreffendheid van de maatregelen om het derde land ertoe te brengen de dwang te beëindigen, hun potentieel om de situatie van marktdeelnemers in de Unie die gevolgen ondervinden van de economische dwangmaatregelen van derde landen te verlichten, het doel om negatieve economische en andere gevolgen voor de Unie te voorkomen of tot een minimum te beperken, en het vermijden van onevenredige administratieve complexiteit en kosten. Het is ook van essentieel belang dat bij de selectie en het ontwerp van de responsmaatregelen van de Unie rekening wordt gehouden met het belang van de Unie. De responsmaatregelen van de Unie moeten worden gekozen uit een breed scala aan opties, zodat in elk specifiek geval de meest geschikte maatregelen kunnen worden genomen.

(17) Het is passend om voor de bepaling van de responsmaatregelen van de Unie regels vast te stellen met betrekking tot de oorsprong of de nationaliteit van goederen, diensten en dienstverleners, investeringen en houders van intellectuele eigendomsrechten. De oorsprongsregels of nationaliteitsregels moeten worden vastgesteld in het licht van de geldende regels voor niet-preferentiële handel en investeringen die krachtens het Unierecht en de internationale overeenkomsten van de Unie van toepassing zijn.

(18) Om te bewerkstelligen dat de economische dwangmaatregel wordt beëindigd, mogen de responsmaatregelen van de Unie die bestaan in beperkingen op buitenlandse directe investeringen of op de handel in diensten, alleen van toepassing zijn op diensten of directe investeringen die binnen de Unie worden verricht door een of meer in de Unie gevestigde rechtspersonen die eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van personen uit het betrokken derde land, indien dat nodig is om de doeltreffendheid van de responsmaatregelen van de Unie te waarborgen en met name om te voorkomen dat deze worden omzeild. Het besluit om dergelijke beperkingen op te leggen, wordt in uitvoeringshandelingen die op grond van deze verordening worden vastgesteld in het licht van de in deze verordening vastgestelde criteria naar behoren gemotiveerd.

(19) Na de vaststelling van responsmaatregelen van de Unie moet de Commissie voortdurend de situatie met betrekking tot de economische dwangmaatregelen van derde landen, de doeltreffendheid van de responsmaatregelen van de Unie en de gevolgen ervan evalueren, teneinde de responsmaatregelen dienovereenkomstig aan te passen, op te schorten of te beëindigen. Daarom moeten de regels en procedures worden vastgesteld voor de wijziging, de opschorting en de beëindiging van de responsmaatregelen van de Unie, alsmede de situaties waarin dat passend is.

(20) Het is van essentieel belang te voorzien in de mogelijkheid dat belanghebbenden betrokken worden bij de vaststelling en wijziging van responsmaatregelen van de Unie en in voorkomend geval bij de opschorting en beëindiging daarvan, gelet op de mogelijke gevolgen ervan voor die belanghebbenden.

(21) Het is belangrijk te zorgen voor een doeltreffende communicatie en uitwisseling van standpunten en informatie tussen de Commissie enerzijds en het Europees Parlement en de Raad anderzijds, met name wat betreft de inspanningen om met het betrokken derde land in gesprek te gaan om na te gaan hoe de economische dwang kan worden beëindigd en over aangelegenheden die kunnen leiden tot de vaststelling van responsmaatregelen van de Unie uit hoofde van deze verordening.

(22) Teneinde de actualisering mogelijk te maken van het scala van responsmaatregelen van de Unie uit hoofde van deze verordening en van de oorsprongsregels of andere technische regels, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om de lijst van responsmaatregelen van de Unie in bijlage I en de technische regels voor de toepassing van deze verordening, inclusief de oorsprongsregels in bijlage II, te wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven 12 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten ontvangen op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en moeten hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(23) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 13 .

(24) De onderzoeksprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van responsmaatregelen van de Unie en de wijziging, opschorting of beëindiging ervan, aangezien die handelingen bepalend zijn voor de reactie van de Unie op economische dwang die binnen het toepassingsgebied van deze verordening valt.

(25) De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen van beperkte duur vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen in verband met de vaststelling, wijziging, opschorting of beëindiging van responsmaatregelen van de Unie, om dwingende redenen van urgentie vereist is.

(26) De Commissie moet de doeltreffendheid en werking van in het kader van deze verordening vastgestelde maatregelen evalueren en daaruit mogelijke conclusies voor toekomstige maatregelen trekken. De Commissie moet deze verordening ook evalueren nadat zij voldoende ervaring heeft opgedaan met het bestaan of de toepassing van deze verordening. Die evaluatie moet betrekking hebben op het toepassingsgebied, de werking, de efficiëntie en de doeltreffendheid van deze verordening. De Commissie doet haar beoordeling toekomen aan het Europees Parlement en de Raad.