Bijlagen bij COM(2005)604 - Situatie van de personen met een handicap in de uitgebreide EU : het Europees Actieplan 2006-2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGEN

1. Inleiding

De bevordering van gelijke kansen is de doelstelling van de langetermijnstrategie van de EU voor personen met een handicap, die tot doel heeft deze personen in staat te stellen gebruik te maken van hun recht op waardigheid, gelijke behandeling, zelfstandig leven en participatie in de samenleving. De door de Europese Unie uitgevoerde acties onderbouwen de gemeenschappelijke economische en sociale waarden van de EU doordat zij de personen met een handicap in staat stellen hun capaciteiten te benutten en te participeren in de samenleving en de economie.

De strategie van de EU rust op drie pijlers: 1) de anti-discriminatiewetgeving en -maatregelen van de EU, die toegang verschaffen tot individuele rechten; 2) het slechten van barrières in de omgeving, die verhinderen dat personen met een handicap hun capaciteiten ontplooien; en 3) de mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek in het algemene beleid van de Gemeenschap, dat de actieve integratie van personen met een handicap vergemakkelijkt.

Het actieplan van de EU voor personen met een handicap (Disability Action Plan - DAP) – vastgesteld door de Europese Commissie[1] om te zorgen voor een coherente beleidsfollow-up van het Europees Jaar van personen met een handicap in het uitgebreide Europa – biedt een dynamisch kader voor de ontwikkeling van de strategie van de EU voor personen met een handicap.

Door de veranderende economische en sociale omstandigheden in de EU is een gestructureerde mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek onontbeerlijk. Het gehandicaptenbeleid valt in hoofdzaak onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar de beleidsmaatregelen en acties van de Gemeenschap zijn op velerlei wijze van invloed op de situatie van de personen met een handicap. De Raad heeft dit erkend[2] en heeft aanbevolen dat de lidstaten ten volle rekening houden met het DAP bij de ontwikkeling van hun nationaal gehandicaptenbeleid.

In deze context worden in de mededeling prioritaire doelstellingen en acties voor de tweede fase (2006-2007) van het DAP vastgesteld, waarbij de nadruk wordt gelegd op de actieve integratie van personen met een handicap. Gezien de huidige demografische situatie moeten het economische potentieel van de personen met een handicap en de bijdrage die zij kunnen leveren aan de groei van de economie en de werkgelegenheid verder worden geactiveerd op grond van de Sociale Agenda voor 2005-2010[3]. Ter ondersteuning van de herziene strategie van Lissabon roept de mededeling de lidstaten bovendien op om de integratie van de personen met een handicap te bevorderen in hun komende hervormingsprogramma’s voor groei en banen[4]. Deze mededeling is ook het eerste EU-verslag over de algemene situatie van personen met een handicap, dat de Commissie in de toekomst elke twee jaar op de Europese dag van personen met een handicap zal publiceren[5]. Het zal een nuttig instrument voor de beleidsmakers in geheel Europa op het gebied van de gehandicaptenproblematiek zijn, dat hun beleidsmaatregelen en acties aanvult en een meerwaarde verschaft.

2. Huidige situatie

2.1. Overzicht

Het is moeilijk de situatie van de personen met een handicap in geheel Europa in kaart te brengen. De definities en criteria voor het vaststellen van handicaps verschillen naargelang de beleidsdoelstellingen, de wetgeving en de administratieve normen[6].. Bevolkingsonderzoeken verstrekken subjectieve gegevens, die worden beïnvloed door de verschillende culturele percepties in de afzonderlijke lidstaten[7]. Bovendien hebben de gegevens vooral betrekking op de beroepsbevolking en worden kinderen en personen in tehuizen uitgesloten.

De geharmoniseerde methodologie van de EU voor de verzameling van gegevens[8], die wordt gebruikt voor de Europese statistieken van inkomens en levensomstandigheden (SILC), en de speciale module voor gehandicapten 2002 van de Europese arbeidskrachtenenquête (LFS)[9] maken het mogelijk de geboekte vooruitgang te meten[10]..

Circa 44,6 miljoen personen tussen 16 en 64 jaar denken dat zij een langdurig gezondheidsprobleem of handicap (long-standing health problem or disability - LSHPD) hebben[11], wat neerkomt op circa 16% van de gehele beroepsbevolking van de EU. Deze cijfers maken geen onderscheid tussen personen met een handicap en die met een langdurig gezondheidsprobleem. Bovendien moeten zij met de nodige voorzichtigheid worden behandeld: zij zijn gebaseerd op onderzoeken en niet op administratieve gegevens. Van hun kant vormen personen met een handicap, tezamen met de zorg- en dienstverleners, een significant economisch deel van de bevolking. Veel personen met een handicap zijn in staat om te werken, vandaar het cruciale belang van de aanpassing van de werkplek.

Er bestaat een sterke correlatie tussen handicaps en toenemende leeftijd. In 2002 gaf circa 30% van de personen in de leeftijdsgroep 55-64 aan dat zij een LSHPD hadden[12]. Dit legt nieuwe druk op de gezinseenheden en doet dringende vragen rijzen over de doeltreffendheid en het beheer van de zorg- en ondersteuningsdiensten voor personen met een handicap, onder wie oudere gehandicapten en personen met langdurige ziekten. Bovendien laat het Share-onderzoek[13] zien dat speciale regelingen voor personen met een handicap van invloed zijn op de vervroegde uittreding. Dit maakt acties nodig om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap verder te ondersteunen en het actief ouder worden te bevorderen, met name om vervroegde uittreding te voorkomen.

Uit de cijfers blijkt ook dat er een kloof bestaat tussen de arbeidsparticipatie van personen met een handicap en die van personen zonder handicap: in 2003 werkte 40% van de personen met een handicap tegenover 64,2% van de personen zonder handicap[14]. De arbeidsparticipatie van personen met een relatief lichte handicap die hun dagelijks leven beperkt, bedroeg 50%[15]. Al met al werkt minder dan de helft van de personen met een handicap. Deze relatief lage arbeidsparticipatie toont aan dat ook in de toekomst bijzondere aandacht moet worden besteed aan de werkloosheid onder de personen met een handicap.

[pic]

Figuur 1: Arbeidsparticipatie van personen met een handicap en personen zonder handicap[16]

Het werkloosheidscijfer voor personen met een handicap is twee keer zo hoog als dat voor personen zonder handicap, wat wijst op zowel lage reïntegratieniveaus na een LSHPD als relatief lage onderwijs- en beroepsopleidingsniveaus. De redenen voor deze hoge werkloosheid variëren van land tot land. Uitkeringsvallen en het risico dat werk tot het verlies van uitkeringen leidt, zijn belangrijke redenen om niet te werken. Een andere mogelijke reden is de tegenzin bij werkgevers om werknemers met een handicap in dienst te nemen uit vrees voor dure aanpassingen van de werkplek.

Desalniettemin vindt 43,7% van de respondenten dat zij met aangepaste hulp zouden kunnen werken. Hoewel deze cijfers van lidstaat tot lidstaat en ook volgens de aard van het werk verschillen, ontvangt slechts 15,9% van de personen met een handicap die speciale hulp nodig hebben om te kunnen werken, deze hulp ook daadwerkelijk. Uit de demografische prognoses voor Europa blijkt dat de beroepsbevolking als aandeel van de totale bevolking afneemt. Het is nu belangrijker dan ooit volledig gebruik te maken van de beschikbare beroepsbevolking, inclusief personen met een handicap.

Ten slotte laten de statistieken in alle lidstaten een correlatie zien tussen de prevalentie van LSHPD en het onderwijsniveau[17].

[pic]

Figuur 2: Spreiding van de personen met een handicap volgens onderwijsniveau[18]

Bron: Arbeidskrachtenenquête (speciale module voor gehandicapten 2002)

2.2. Bevordering van de werkgelegenheid

De eerste fase van het DAP was gericht op de toegang van personen met een handicap tot de arbeidsmarkt en tot maatregelen in verband met de inzetbaarheid zoals levenslang leren, informatietechnologie en toegang tot de bebouwde omgeving. Als gevolg daarvan is via acties op Europees niveau enige vooruitgang geboekt.

De anti-discriminatiewetgeving van de EU verschaft het rechtskader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep[19]. De richtlijn inzake gelijke behandeling in arbeid en beroep verbiedt directe en indirecte discriminatie, alsook intimidatie en instructies om te discrimineren op een aantal gronden, waaronder handicaps[20]. Bovendien bestaan specifieke bepalingen ter bevordering van de gelijke behandeling van personen met een handicap. Particuliere en publieke werkgevers en andere personen op wie de richtlijn van toepassing is, zoals verstrekkers van opleidingen, moeten voorzien in redelijke aanpassingen voor personen met een handicap. Zij moeten passende maatregelen nemen om personen met een handicap in staat te stellen toegang tot arbeid te hebben, in arbeid te participeren of daarin vooruit te komen dan wel om een opleiding te genieten. De doeltreffende tenuitvoerlegging van deze richtlijn is daarom van cruciaal belang voor de bevordering van de werkgelegenheid voor personen met een handicap. Deze richtlijn voert nieuwe rechtsconcepten in en de uitvoering is een echte uitdaging[21].

Bijna de gehele Europese werkgelegenheidstrategie (EWS)[22] heeft betrekking op de arbeidsmarktsituatie van personen met een handicap. In 2004 hebben de diensten van de Commissie aan het Comité voor de werkgelegenheid een werkdocument[23] overgelegd, waarin de mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek in de EWS wordt geanalyseerd.

De verordening van de Commissie inzake werkgelegenheidssteun[24] stelt de lidstaten in staat stimuleringsmaatregelen voor werkgevers te nemen en sociale werkplaatsen op te richten om werknemers met een handicap in dienst te nemen en te houden.

Via de sociale dialoog in de EU moedigt de Commissie de sociale partners, met name op centraal niveau, aan de aanbevelingen in hun verklaringen over de werkgelegenheid voor personen met een handicap uit te voeren[25]. Het verslag over de activiteiten van de sociale partners in 2004 maakt melding van verscheidene initiatieven in verband met personen met een handicap[26].

Op het gebied van onderwijs en opleiding wil de werkgroep inzake actief burgerschap, gelijke kansen en sociale samenhang beleidsaanbevelingen opstellen en concreet materiaal voor kansarme groepen produceren. Met de aanbevelingen zal rekening worden gehouden in een mededeling over doeltreffendheid en gelijke behandeling in onderwijs en opleiding in 2006.

Wat de operationele kant betreft, ondersteunt de communautaire actie ter bestrijding van discriminatie de capaciteitsopbouw en de bewustmaking van de rechten van de personen met een handicap, bijvoorbeeld in het kader van de nieuwe cyclus van beleidsconferenties van de Commissie voor de Europese gehandicaptendag. Het Europees Sociaal Fonds (ESF) en andere communautaire initiatieven ondersteunen continu de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt.

2.3. Integratie van de personen met een handicap in de samenleving

Dankzij het Europees Jaar van personen met een handicap is vooruitgang geboekt op het gebied van betere levensomstandigheden en de publieke bewustmaking van de grondrechten en de behoeften van personen met een handicap. De Commissie heeft via een groot aantal initiatieven, waaronder proefprojecten en studies, bijgedragen aan een betere toegankelijkheid.

Verscheidene door de Commissie medegefinancierde projecten zijn gericht op de uitwisseling van kennis tussen professionals in de bouw en de ontwikkeling van opleidingsinstrumenten (European Agency for Special Needs Education).

De mededeling over e-toegankelijkheid van september 2005[27] bevordert een consistente aanpak van de e-toegankelijkheidsinitiatieven in de lidstaten op vrijwillige basis en stimuleert de zelfregulering in het bedrijfsleven. Over twee jaar zal een follow-up van de situatie op het gebied van de e-toegankelijkheid plaatsvinden. De Commissie kan dan zo nodig nieuwe maatregelen overwegen, waaronder nieuwe wetgeving.

Er loopt momenteel een initiatief om de toegankelijkheidsvereisten voor overheidsopdrachten op ICT-gebied via een EU-norm op EU-niveau te harmoniseren. Er is vooruitgang geboekt bij de implementatie en het testen van de richtsnoeren inzake de toegankelijkheid van internet en bij het Europees curriculum inzake “Design for All”.

Verder worden in het kader van de IST-prioriteit van het 6e kaderprogramma voor onderzoek[28] verscheidene projecten met betrekking tot e-toegankelijkheid gefinancierd met een begroting van 30 miljoen euro. In 2005 is een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen gepubliceerd met een begroting van 29 miljoen euro.

Er is een nieuwe impuls gegeven aan het onderzoek naar kosteneffectieve alternatieven om personen met een handicap te helpen zelfstandig te leven in de gemeenschap of in het gezin in plaats van in tehuizen[29]. Maatregelen om te vermijden dat personen met een handicap in tehuizen worden geplaatst, werken het best als zij gepaard gaan met door passende maatregelen op het gebied van de gezondheidszorg en langdurige zorg- en ondersteuningsvoorzieningen in de gemeenschap om aan de toenemende vraag te voldoen.

Het Europees Jaar van opvoeding door sport heeft aandacht besteed aan de actieve sociale integratie.

Bijlage 1 geeft een overzicht van de EU-acties. Bijlage 3 presenteert de situatie in de lidstaten.

3. Het Actieplan van de EU voor personen met een handicap (Disability Action Plan - DAP)

In het DAP staan drie operationele doelstellingen centraal: 1) volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake gelijke behandeling in arbeid en beroep; 2) succesvolle mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek in de relevante communautaire beleidsmaatregelen; en 3) verbetering van de toegankelijkheid voor allen.

Het DAP bestrijkt de periode 2004-2010 in successieve fasen, die elk een aantal onderling verbonden prioriteiten belichten . Fase 1 loopt van 2004 tot 2005, fase 2 van 2006 tot 2007.

Uit een eerste analyse van de eerste fase blijkt dat de mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek op sommige gebieden is geslaagd, met name werkgelegenheid, ICT en onderwijs (eLearning). De combinatie van het mainstreaming-concept met specifieke acties voor personen met een handicap sorteert een groter effect en bevordert de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt.

De groep van commissarissen voor grondrechten, discriminatiebestrijding en gelijke kansen zal met steun van de interdepartementale groep van de Commissie inzake gehandicaptenkwesties een politiek impuls aan het DAP geven. De samenwerking met de lidstaten zal worden versterkt via de thematische dialoog met de EU-werkgroep op hoog niveau inzake gehandicapten (HLGD), het Europees Comité voor de werkgelegenheid en het Comité voor sociale bescherming. In het kader van haar raamstrategie voor non-discriminatie en gelijke kansen voor iedereen[30] zal de Commissie de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake gelijke behandeling in arbeid en beroep ondersteunen en op de voet volgen[31].

3.1 Prioritaire gebieden voor de tweede fase (2006-2007)

Fase 2 van het DAP zal gericht zijn op de actieve integratie van personen met een handicap op grond van het Handvest van de grondrechten van de EU[32] en de waarden, vastgelegd in de komende VN-conventie ter bescherming en bevordering van de rechten en de waardigheid van personen met een handicap.

Personen met een handicap hebben dezelfde individuele keuzemogelijkheden en hetzelfde zelfbeschikkingsrecht in hun dagelijkse leven als personen zonder handicap. Daarvoor is een omgeving nodig die personen met een handicap in staat stelt zelfstandiger te zijn. Personen met een handicap en hun individuele behoeften staan bijgevolg centraal bij de verlening van zorg- en ondersteuningsdiensten.

In het kader van de volgende vier prioriteiten zullen de in bijlage 2 beschreven acties het zelfstandig leven van personen met een handicap bevorderen:

- Aanmoediging tot werken

Een sleutelthema van de herziene Lissabon-strategie inzake werkgelegenheid is "meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden, het arbeidsaanbod vergroten en de socialezekerheidsstelsels moderniseren". De vergroting van de arbeidsparticipatie van de personen met een handicap zal daarom een prioriteit blijven.

Het werkdocument van de diensten van de Commissie over de mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek in de EWS is een waardevolle leidraad voor de integratie van de personen met een handicap op de open arbeidsmarkt. De nieuwe geïntegreerde richtsnoeren bieden ruimte voor het vaststellen van nationale doelen, maar het proces moet doelgericht zijn en worden ondersteund door statistische gegevens. Als één van de problemen wordt in dit document gewezen op het kleine aantal personen dat na het oplopen van een LSHPD opnieuw aan het werk gaat, wat een zelfstandig leven verhindert. Strategieën voor de aanpassing en de reïntegratie op de arbeidsmarkt van personen die tijdens hun arbeidsleven gehandicapt worden, zullen worden aangemoedigd. Revalidatiediensten, geïndividualiseerde persoonlijke bijstand en maatregelen om werken lonend te maken zullen worden bevorderd.

Het ESF heeft steun verleend en zal steun blijven verlenen aan de actieve integratie van personen met een handicap in de samenleving en op de arbeidsmarkt. In de volgende programmeringsronde (2007 tot 2013) is één van de door de Commissie voorgestelde prioritaire actiegebieden “trajecten voor integratie en herintreding op de arbeidsmarkt” voor kansarme personen, bv. personen met een handicap en personen die zorgen voor hulpbehoevenden.

- Bevordering van de toegang tot hoogwaardige ondersteunings- en zorgvoorzieningen

De bevordering van hoogwaardige, betaalbare en toegankelijke sociale voorzieningen en de ondersteuning van personen met een handicap via geconsolideerde socialebeschermings- en integratiemaatregelen zullen centraal staan in de mainstreaming-acties van de EU. Als gevolg van de vele maatschappelijke veranderingen die van invloed zijn op de structuur van de huishoudens en nieuwe eisen stellen aan de gezinseenheden, rijzen veel vragen over de beleidsmaatregelen en acties die het meest geschikt zijn voor het verstrekken van langdurige zorg- en bijstandsvoorzieningen, ook voor oudere personen met een handicap.

In het Witboek over diensten van algemeen belang[33] heeft de Commissie aangekondigd dat zij voornemens was om in 2005 een mededeling goed te keuren over de gezondheids- en sociale diensten van algemeen belang, om de specifieke kenmerken van gezondheids- en sociale diensten van algemeen belang vast te stellen en om het kader te verduidelijken waarin zij worden aangeboden. De kwaliteitsaspecten van sociale diensten voor personen met een handicap zullen eveneens worden bestudeerd, waaronder de noodzaak om de gecoördineerde verlening van diensten te bevorderen.

De Commissie zal ook een voorstel doen voor de stroomlijning van de verschillende open coördinatiemethoden op het gebied van de sociale bescherming en de sociale integratie en zal de beleidssamenwerking in verband met gezondheid en langdurige zorg ontwikkelen naast de bestaande werkzaamheden met betrekking tot sociale integratie en pensioenen. Zij zal het mogelijk maken dat aandacht wordt besteed aan relevante aspecten van het socialebeschermingsbeleid, zoals toegang tot geïntegreerde zorg- en ondersteuningsstelsels.

Er zal verder steun worden verleend aan maatregelen om ervoor te zorgen dat personen met een handicap niet langer in grote tehuizen worden geplaatst. De bevordering van een dienstenniveau dat zorgt voor een goed evenwicht tussen veiligheid, vrijheid en zelfstandigheid zal worden aangemoedigd.

- Stimulering van de toegankelijkheid van goederen en diensten

Maatregelen in verband met diensten, vervoer en een grotere toegankelijkheid van ICT, waaronder de toegang tot een nieuwe generatie van hulpsystemen, zullen de huidige acties in verband met de toegankelijkheid van overheidsgebouwen aanvullen. Toegankelijke vervoersystemen zijn een belangrijk element in het concept van zelfstandig leven: toegankelijk openbaar vervoer en een toegankelijke publieke omgeving vullen elkaar aan en versterken wederzijds de ontwikkelingen op elk van deze gebieden. Zij zullen in en tussen stadsgebieden worden bevorderd.

Wat de vervoerdiensten betreft, kunnen de rechten van de personen met een handicap en de personen met verminderde mobiliteit niet worden beperkt tot de toegankelijkheid van de vervoermiddelen, aangezien zij ook non-discriminatie en “naadloze” bijstand omvatten. De Europese Commissie neemt concrete stappen ter bevordering van deze rechten door het goedkeuren van beleidsdocumenten en wetgevingsvoorstellen. In haar Witboek "Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen"[34] beoogt de Commissie de vaststelling van de rechten van de passagiers voor alle vervoermiddelen. In de mededeling van de Commissie over de versterking van de passagiersrechten in de Europese Unie van 16 februari 2005[35] wordt een aantal actiegebieden vastgesteld, waarbij de grootste prioriteit wordt toegekend aan non-discriminatie en de bijstand aan personen met beperkte mobiliteit in alle vervoersmodaliteiten. Het voorstel van de Commissie uit 2004 voor een verordening betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het internationale treinverkeer[36] voorziet in de non-discriminatie van personen met beperkte mobiliteit die met de trein reizen en in bijstand vóór en tijdens de reis. Het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake de rechten van luchtreizigers met beperkte mobiliteit[37] garandeert een verplichte bijstand aan dergelijke reizigers in luchthavens en in vliegtuigen, tezamen met kwaliteitsnormen voor bijstand in luchthavens. De Commissie bestudeert momenteel hoe dergelijke passagiersrechten kunnen worden uitgebreid tot het zeevervoer en internationale busdiensten. Daartoe heeft de Commissie in juli 2005 een openbare raadpleging gelanceerd over de rechten van reizigers in het internationale busvervoer en zij is voornemens ook een raadpleging te houden over de rechten van reizigers per schip. De doeltreffendheid van de maatregelen ten gunste van de personen met beperkte mobiliteit kan het best worden gegarandeerd door de bevoegde nationale handhavingsorganen.

De nieuwe technologieën kunnen een significante rol spelen bij de totstandbrenging van een integratief Europa. Toegankelijke mainstream-ICT-technologie, interoperabel met op Europese normen gebaseerde hulptechnologieën, de consumentenvraag en andere ontwikkelingsaspecten openen nieuwe markten. Door het aanmoedigen via overheidsopdrachten van de ontwikkeling van voor het breedst mogelijke consumentensegment ontworpen producten, kunnen nieuwe markten worden geopend en gepenetreerd. Dit geschiedt reeds in de VSA en begint zich ook in Japan voor te doen. De bevordering van een integratieve kennismaatschappij is daarom een sleuteldoelstelling van het i2010-initiatief. In het kader daarvan worden “stimuleringsmaatregelen om ervoor te zorgen dat allerlei mensen met meer gemak gebruik kunnen maken van ICT-systemen” en “beleidsoriëntaties inzake e-toegankelijkheid” aangekondigd. Het initiatief besteedt aandacht aan technologieën voor zelfstandig leven en verwijst naar de mededeling inzake e-toegankelijkheid, die drie nog niet op brede schaal in Europa toegepaste benaderingen bevordert: overheidsopdrachten, certificatie en beter gebruik van de bestaande wetgeving, terwijl lopende activiteiten in het kader van het initiatief worden versterkt en voortgezet.

- Vergroting van de analysecapaciteit van de EU

Betrouwbare en vergelijkbare gegevens zijn van essentieel belang voor een goed begrip van de zich veranderende situatie van de personen met een handicap en van de wisselwerking tussen de ontwikkelingen op dit gebied en andere beleidsterreinen. Er zullen analyses worden uitgevoerd van de gegevens uit vorige Eurostat-enquêtes, de speciale module voor gehandicapten van de Europese arbeidskrachtenenquête en de administratieve registers van de lidstaten.

Via het Europees Statistisch Systeem (ESS) en in het kader van het communautair statistisch programma 2002-2007 zullen consistente statistieken over de integratie van personen met een handicap in de samenleving worden ontwikkeld. Eurostat werkt aan een specifieke "module voor de sociale integratie van personen met een handicap" in het kader van het Europees gezondheidsonderzoek.

Het zesde kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2002-2006, FP6) en het komende zevende kaderprogramma voor onderzoek (2007-2013) zullen onderzoek in verband met de gehandicaptenproblematiek blijven financieren. Tijdens FP6 zijn onderzoekthema’s ter ondersteuning van het beleid ten gunste van personen met een handicap als beleidsprioriteiten aangemerkt.

In lijn met de nieuwe raamstrategie van de EU voor non-discriminatie en gelijke kansen voor iedereen zal aandacht worden besteed aan de meervoudige discriminatie waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd.

4. Conclusie

Deze mededeling illustreert de brede consensus in de EU over de noodzaak om de gehandicaptenproblematiek aan te pakken. De nadruk wordt gelegd op waardigheid, grondrechten, bescherming tegen discriminatie, rechtvaardigheid en sociale samenhang.

Acties ten gunste van personen met een handicap vallen hoofdzakelijk onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten en worden het meest doeltreffend gevoerd op nationaal niveau. De grotere mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek in het kader van het actieplan van de EU draagt met de operationele steun uit het Europees Sociaal Fonds bij aan de bevordering van gelijke kansen in het uitgebreide Europa. De positieve dialoog tussen de Commissie en de lidstaten alsook met de personen met een handicap en de belangrijkste belanghebbenden maakt het mogelijk dat vooruitgang wordt geboekt bij de totstandbrenging van een stimulerende omgeving ter ondersteuning van de actieve integratie in de samenleving en de economie. Als gevolg daarvan wordt nu algemeen erkend dat mainstreaming van cruciaal belang is voor verdere vorderingen op het gebied van de gehandicaptenproblematiek. In dit verband legt de herziene strategie van Lissabon een veel grotere nadruk op de mainstreaming van het gehandicaptenbeleid op het niveau van de lidstaten.

De nieuwe acties die voor de tweede fase van het DAP zijn gepland, zullen het werken aanmoedigen en de toegang tot sociale voorzieningen bevorderen door het stimuleren van toegankelijke goederen en diensten. Bovendien zullen betrouwbare en vergelijkbare statistische gegevens over handicaps en informatie over meervoudige discriminatie worden verzameld. De Commissie zal toezien op de tenuitvoerlegging van de voorgestelde acties via een continue dialoog met alle belanghebbenden. De tussentijdse evaluatie van het actieplan zal, zoals gepland, in 2008 plaatsvinden.

[1] COM(2003) 650 definitief, 30.10.2003.

[2] Conclusies van de Raad van 1.12.2003 – Document van de Raad 15 206/03.

[3] COM(2005) 33 definitief, 9.2.2005.

[4] COM(2005) 24.

[5] Zie 1.

[6] Studie van de Commissie "Definitions of disability in Europe: a comparative analysis", Brunel University, september 2002.

[7] De mensen wordt gevraagd aan te geven of zij denken dat zij een langdurig gezondheidsprobleem of handicap hebben.

[8] Verordening 1566/2001 van de Commissie van 12.7.2001.

[9] Eurostat statistics in focus, theme 3-26/2003.

[10] De gestelde basisvraag was of de betrokkene een langdurig gezondheidsprobleem of handicap (LSHPD) had met een duur van meer dan 6 maanden (of met een verwachte duur van 6 maanden). Het concept LHSPD omvat alle functiebeperkingen die ten minste enig effect hebben op de dagelijkse activiteiten van de respondent.

[11] Europese arbeidskrachtenenquête (LFS) - speciale module voor gehandicapten 2002.

[12] LFS - speciale module voor gehandicapten 2002.

[13] Share-project: http://www.share-project.org.

[14] Kok-verslag 2003 "Jobs, Jobs, Jobs".

[15] Zie voetnoot 9.

[16] De grafieken voor “personen met een handicap” en “personen zonder handicap” hebben een soortgelijk verloop: als in een bepaald land de arbeidsparticipatie van personen zonder handicap toeneemt, stijgt deze in de regel ook voor personen met een handicap.

[17] Personen die met een handicap zijn geboren of in hun jeugd-/tienerjaren een handicap hebben opgelopen, kunnen hun studiemogelijkheden beperkt zien. Het is ook mogelijk dat personen met een laag onderwijsniveau niet-gekwalificeerde banen in een gevaarlijke omgeving hebben. Het is nog niet mogelijk aan te geven of het ene effect belangrijker is dan het andere dan wel of zij cumulatief zijn.

[18] Hoe lager het onderwijsniveau, hoe hoger de prevalentie van personen met een langdurig gezondheidsprobleem of handicap. ISCED0_2 omvat alle personen die lager middelbaar onderwijs hebben genoten, ISCED3_4 vertegenwoordigt de personen die (hoger) middelbaar onderwijs hebben genoten en ISCED5_6 omvat de personen die post-secondair niet-tertiair of tertiair onderwijs hebben genoten.

[19] Richtlijn 2000/78 van 27 november 2000.

[20] Blz. 5-11 in Equality and non-discrimination Annual report 2005.

[21] Blz 5-11 in Equality and non-discrimination Annual report 2005.

[22] Besluit van de Raad betreffende richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten van 12.7.2005.

[23] Disability mainstreaming in the European employment strategy http://europa.eu.int/comm/dgs/employment_social/index_en.htm

[24] Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie.

[25] Declaration of the social partners on employment of disabled people http://europa.eu.int/comm/employment_social/dsw/dspDetails.do?id=1123&d-1588-p=1&d-1588-s=&d-1588-o=null en UNI-Europa Commerce and EUROCommerce Statement on promoting employment and integration of disabled people in the European commerce and distribution sector http://europa.eu.int/comm/employment_social/dsw/dspDetails.do?id=1088&d-1588-p=1&d-1588-s=&d-1588-o=null .

[26] "Report on social partners actions in Member States to implement employment guidelines" CEEP, UNICE/UEAPME and ETUC 2004.

[27] COM(2005) 425 definitief van 13.9.2005.

[28] 6e kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2002-2006), IST-prioriteit: technologieën voor de informatiemaatschappij, 14 geselecteerde projecten zijn in uitvoering.

[29] Oproep tot het indienen van inschrijvingen VT/2005/0344.

[30] COM(2005) juni 2005.

[31] Richtlijn 2000/78/EG van 27.11.2000 (PB L 303 van 2.12.2000, blz.16).

[32] Artikel 26: "De Unie erkent en eerbiedigt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen".

[33] COM (2004) 374 van 12 mei 2004.

[34] COM 2001) 370 definitief.

[35] COM (2005) 46 definitief.

[36] COM (2004) 143 definitief.

[37] COM (2005) 47 definitief.