Bijlagen bij COM(2010)758 - Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale samenhang

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage

Figuur 1a: Armoederisicopercentage, totaal en per leeftijdsgroep en beroepsstatus; 2005-08

[pic]

Bron: EU-SILC

Figuur 1b: Armoederisicopercentage[10] per land; 2008

[pic]

Bron: EU-SILC (2008)

Figuur 2: Percentage van de bevolking dat met ernstige materiële deprivatie kampt[11] per land; 2008

[pic]

Bron: EU-SILC (2008)

Figuur 3: Percentage van de bevolking tussen 0 en 59 jaar dat in een huishouden zonder baan woont[12] per land; 2008

[pic]

Bron: EU-SILC (2008)

[1] COM(2010) 245.

[2] COM(2010) 546.

[3] COM(2010) 614.

[4] Zie bijlage voor de definitie van deze indicatoren en een beschrijving van het niveau ervan in EU-landen.

[5] Aanbeveling van de Commissie over de actieve inclusie van personen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten (2008/867/EG), met inbegrip van gemeenschappelijke beginselen die zijn goedgekeurd in de conclusies van de Raad over gemeenschappelijke beginselen voor actieve inclusie om armoede doeltreffender te bestrijden (17 december 2008).

[6] COM(2009) 200.

[7] Bijvoorbeeld door op EU-niveau geschikte instrumenten te ontwikkelen voor een betere toegang tot producten en diensten voor mensen met visuele en auditieve beperkingen.

[8] EU-grondrechtenenquête inzake EU-minderheden en discriminatie – de Roma – november 2009.

[9] Vgl. de studie over het sociale effect van ICT, Europese Commissie 2010, beschikbaar op http://ec.europa.eu/information_society/eeurope/i2010/docs/eda/social_impact_of_ict.pdf

[10] Het armoederisicopercentage weerspiegelt ook de door de Europese Raad in 1975 aangenomen definitie van armoede. "Armen" worden er gedefinieerd als "personen of gezinnen wier middelen zo ontoereikend zijn dat zij uitgesloten zijn van de minimaal aanvaardbare leefpatronen in het land waarin zij leven". De armoederisicodrempel is vastgesteld op 60% van het nationaal mediaan equivalent beschikbaar inkomen (ná sociale overdrachten).

[11] Mensen die "materieel gedepriveerd" zijn kampen met minstens 4 van de volgende 9 deprivaties: ze kunnen het zich niet veroorloven i) de huur of de gas-, water- en elektriciteitsrekeningen te betalen; ii) hun woning voldoende te verwarmen; iii) onverwachte uitgaven te doen; iv) om de twee dagen vlees, vis of even proteïnerijk voedsel te eten; v) één keer per jaar een week met vakantie te gaan; of zich vi) een auto; vii) een wasmachine; viii) een kleurentelevisie; of ix) een telefoon aan te schaffen..

[12] Mensen in een huishouden met een zeer lage arbeidsintensiteit, zijn mensen tussen 0 en 59 jaar die in een huishouden wonen waar de volwassenen het afgelopen jaar gedurende minder dan 20% van hun totale arbeidspotentieel hebben gewerkt.