Bijlagen bij COM(2017)821 - Verdere stappen naar voltooiing van Europa's economische en monetaire unie: een routekaart

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage gegeven en de belangrijkste elementen worden hieronder in herinnering gebracht. Er wordt ook een mogelijk traject uitgestippeld tot 2025.


Financiële unie


De oprichting van de bankenunie en de kapitaalmarktenunie heeft de resterende risico's in de financiële sector van de EU aanzienlijk verminderd, de fundamenten ervan veranderd en bijgedragen tot de soliditeit en veerkracht ervan. Overblijvende delen van deze werkzaamheden moeten echter snel worden voltooid.


De Mededeling van de Commissie over de voltooiing van de bankenunie, die in oktober 2017 is gepubliceerd, 29 bevat een pragmatisch traject voor een snel akkoord over openstaande kwesties. Deze specifieke routekaart is eveneens in een bijlage opgenomen. Daartoe behoort eerst en vooral de voltooiing van de agenda voor risicovermindering om de veerkracht van EU-banken verder te versterken. Over een aantal initiatieven waarover het Europees Parlement en de Raad momenteel onderhandelen, met name het bankenpakket van de Commissie van november 2016 30 , alsook het voorstel inzake insolventie en herstructurering van ondernemingen moet in 2018 overeenstemming worden bereikt. Vastberaden voortgang is ook noodzakelijk in de context van de aan de gang zijnde nationale en Europese werkzaamheden met betrekking tot niet-renderende leningen, die in delen van de banksector nog steeds een uitdaging vormen. 31 Parallel daaraan moet het voorstel voor een Europees depositoverzekeringsstelsel 32 door de medewetgevers worden goedgekeurd tegen eind 2018. Over het voorstel voor een gemeenschappelijke achtervang voor het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds moet tegen medio 2018 een politiek akkoord worden bereikt, met het oog op een snelle operationalisering ervan tegen 2019.


Tegelijkertijd moeten alle actoren - EU-instellingen, lidstaten. toezichthoudende autoriteiten en marktpartijen in heel Europa - hun inspanningen opvoeren om de kapitaalmarktenunie tot een realiteit te maken, zodat diepe en goed geïntegreerde kapitaalmarkten hun rol als schokdemper en efficiënt kanaal voor het delen van particuliere risico's kunnen spelen terwijl tegelijkertijd de toegang tot financiering wordt verbeterd, met name voor startende ondernemingen en bedrijven.


De Commissie steunt de huidige werkzaamheden in het Europees Comité voor systeemrisico's betreffende Europese door overheidsobligaties gedekte effecten en zal in het voorjaar van 2018 een machtigingskader voor dergelijke effecten presenteren.


Begrotingsunie


Als onderdeel van het  Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid zal de Commissie zich blijven inzetten voor verantwoordelijk begrotingsbeleid op nationaal niveau, door de totstandbrenging van gezonde begrotingskaders te ondersteunen en de nodige aandacht te besteden aan schuldniveaus.


In de beleidsrichtsnoeren zal rekening blijven worden gehouden met wat zowel voor de betrokken landen als voor de eurozone als geheel economisch en budgettair zinvol is op het specifieke moment van de economische cyclus. De Commissie zal de regels van het stabiliteits- en groeipact blijven toepassen door gebruik te maken van de ingebouwde flexibiliteit ervan ter ondersteuning van hervormingen en investeringen. Ook zal zij de focus blijven leggen op de prioriteiten van de eurozone als geheel, met name wat betreft het geaggregeerde begrotingsbeleid in lijn met de jaarlijkse aanbeveling voor het economisch beleid van de eurozone 33


Afgezien van deze aspecten zal het meerjarig financieel kader na 2020, zoals hierboven uiteengezet, een zeer belangrijke kans bieden om de openbare financiën van de Unie te moderniseren en nieuwe synergieën te vinden ter ondersteuning van nationale hervormings- en investeringsinspanningen alsook om grote asymmetrische schokken op te vangen. De Commissie is voornemens om in mei 2018 een voorstel te doen voor de oprichting van een stabilisatiefunctie, dat in de loop van de tijd volledig zal worden uitgewerkt, als onderdeel van de voorstellen voor het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020.


Ten slotte heeft de noodzaak om rekening te houden met de diversiteit van de economische omstandigheden, die tijdens de crisisjaren bijzonder uitgesproken was, in de loop van de tijd geleid tot meer verfijnde, maar ook complexere begrotingsregels op EU-niveau. Soms kan een en ander nationaal ownership voor hervormingen en effectieve uitvoering in de weg staan. Sterkere economische, budgettaire en financiële integratie, samen met marktdiscipline, zou op langere termijn de weg moeten effenen voor een herziening van de EU-begrotingsregels, met het oog op een substantiële vereenvoudiging tegen 2025.


Economische unie


De begrippen convergentie en integratie staan centraal in de economische unie. Om duurzame welvaart te bereiken, moeten de lidstaten blijven focussen op de noodzakelijke hervormingen om hun economieën te moderniseren, beter bestand te maken tegen mogelijke schokken en de groeivooruitzichten ervan te verbeteren.. De hervormingsprioriteiten worden jaarlijks besproken en gemonitord in de context van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid.


In de toekomst moet het kader van de Unie een proces van hervormingen voor reële convergentie in de hele EU blijven ondersteunen, zowel binnen de eurozone als voor landen die op weg zijn naar toetreding tot de euro. Zoals hierboven uitgelegd, zal de Commissie starten met proefacties voor de periode 2018-2020 en in mei 2018 specifieke voorstellen indienen ter ondersteuning van overeengekomen hervormingen met het oog op het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020. Daarover moet vóór de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement een akkoord komen.


Bovendien moet het voorstel om de begroting van het Steunprogramma voor structurele hervormingen voor de komende twee jaar te versterken in 2018 door het Europees Parlement en de Raad worden aangenomen. Er zal onder meer een specifieke werkstroom worden ontwikkeld om maatwerkbijstand te verlenen aan landen die voornemens zijn over bepaalde tijd de euro in te voeren. Met betrekking tot de periode na 2020 is de Commissie voornemens een voortzetting van het Steunprogramma voor structurele hervormingen voor te stellen Hiertoe behoort ook een specifieke convergentiefaciliteit voor niet-eurolidstaten.


Ten slotte is verdere versterking van de coördinatie van het nationale economische beleid belangrijk voor de convergentie. Het jaarlijkse proces van beleidscoördinatie zal gekoppeld blijven aan een meer meerjarige aanpak van de hervormingen die door de nationale regeringen in gang worden gezet. Daarbij is het belangrijk dat bij alle activiteiten een sterke sociale dimensie behouden blijft. De beginselen en rechten van de Europese pijler van sociale rechten, die op 17 november 2017 in Göteborg is afgekondigd, zullen een kompas zijn voor hernieuwde convergentie naar betere werk- en levensomstandigheden 34 . Bovendien moeten de lopende werkzaamheden in de Raad en in de Eurogroep met betrekking tot benchmarking van het beleid en de vaststelling van convergentienormen in de komende 18 maanden worden geïntensiveerd.


Democratische verantwoording en versterkt bestuur


Zoals hierboven uiteengezet, zal de integratie van zowel het Europees Stabiliteitsmechanisme als het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur binnen het Uniekader tegen medio 2019 nuttig zijn om de institutionele efficiëntie, transparantie en verantwoording te versterken.


Het Europees Parlement en de nationale parlementen moeten voldoende toezichtsbevoegdheden krijgen. De Commissie heeft de jongste jaren een effectieve regelmatige dialoog met het Europees Parlement over economische beleidskwesties in de EU en de eurozone ontwikkeld. In het licht van de voorstellen van vandaag zouden deze praktijken tegen eind 2018 door de twee instellingen kunnen worden geformaliseerd.


Bovendien zou de instelling van een Europese minister van Economische Zaken en Financiën in aanmerking kunnen worden genomen als onderdeel van de aanstelling van de volgende Commissie vanaf november 2019,  waarbij de Eurogroep de minister als zijn voorzitter zal kiezen voor twee opeenvolgende mandaten. Parallel daaraan moet een sterkere interne coördinatie op het gebied van de economische en monetaire unie worden weerspiegeld in een meer eengemaakte externe vertegenwoordiging van de eurozone, zoals de Commissie in 2015 heeft voorgesteld 35 .


4.CONCLUSIES


Het vandaag gepresenteerde pakket behelst verdere belangrijke stappen voor de verdieping van Europa's economische en monetaire unie, eveneens een essentieel onderdeel op de weg naar een meer verenigde, sterkere en meer democratische Unie. Voortbouwend op de Leidersagenda worden concrete besluiten verwacht in de komende maanden. De Commissie is van mening dat er overeenstemming moet worden bereikt over een routekaart, die de volgende stappen voor de komende 18 maanden moet omvatten:


Tegen medio 2018:

·Vaststelling van de noodzakelijke wettelijke handelingen om de bankenunie te voltooien, met inbegrip van het risicoverminderingspakket van november 2016 om de veerkracht van EU-banken te versterken. Parallel hieraan moeten de werkzaamheden met betrekking tot de voorstellen betreffende de kapitaalmarktenunie worden voortgezet.


·Akkoord over een gemeenschappelijke achtervang voor het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds met het oog op een snelle operationalisering ervan tegen 2019.


·Aanneming van het wijzigingsvoorstel om de activiteiten van het Steunprogramma voor structurele hervormingen tegen 2020 op te voeren.


·Aanneming van de specifieke wijzigingen van de verordening gemeenschappelijke bepalingen ter ondersteuning van de uitvoering van de nationale hervormingen.


Tegen eind 2018:

·Aanneming van het voorstel inzake het Europees depositoverzekeringsstelsel.


·formalisering van dialoogpraktijken tussen het Europees Parlement en de Commissie.


Tegen medio 2019:

·Aanneming van de voorstellen die leiden tot 1) de oprichting van een Europees Monetair Fonds, 2) de opname van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in het recht van de Unie en 3) de instelling van een eengemaakte vertegenwoordiging van de eurozone in het Internationaal Monetair Fonds.


·Een gezamenlijk akkoord over de rol van een Europese minister van Economische Zaken en Financiën in de context van de volgende Commissie, waarbij de Eurogroep ermee instemt de minister voor twee opeenvolgende mandaten tot zijn voorzitter te kiezen.


·Afronding van de besprekingen over hangende voorstellen ter verbetering van de werking van de eurozone, en aanneming in de context van het volgende meerjarig financieel kadervan: 1) voorstellen voor steun voor structurele hervormingen, 2) een specifieke convergentiefaciliteit voor lidstaten die niet tot de eurozone behoren, 3) een stabilisatiefunctie.


·Afronding van alle hangende wetgevingsinitiatieven voor de kapitaalmarktenunie, met inbegrip van de hervorming van de Europese toezichthoudende autoriteiten, alle wijzigingen van de verordening Europese marktinfrastructuur en het pan-Europese pensioenproduct.


Terwijl op al deze fronten vooruitgang wordt gemaakt, zal het belangrijk zijn om een duidelijke koers uit te zetten voor de periode 2019-2024, met het oog op verdieping van Europa's economische en monetaire unie tegen 2025. In de routekaart in bijlage 1 worden de belangrijkste stappen herhaald die na 2019 nog noodzakelijk zouden zijn, voortbouwend op de discussienota over de verdieping van de economische en monetaire unie. Deze stappen moeten deel uitmaken van het gezamenlijk akkoord dat medio 2018 moet worden bereikt.

Bijlage  1: Een routekaart voor de verdieping van Europa's economische en monetaire unie


* Voor meer details, zie de discussienota over de verdieping van de economische en monetaire unie van 31 mei 2017
Bron: Europese Commissie


Bijlage  2: Routekaart voor de voltooiing van de bankenunie tegen 2018 - ontleend aan de Mededeling van de Commissie van 11 oktober 2017


Bron: Europese Commissie

(1)

     European Economic Forecast Autumn 2017, Institutional Paper 63.

(2)

     Flash Eurobarometer 458 van 4 december 2017.

(3)

     “De voltooiing van de Europese economische en monetaire unie”, verslag van Jean-Claude Juncker in nauwe samenwerking met Donald Tusk, Jeroen Dijsselbloem, Mario Draghi en Martin Schulz, 22 juni 2015.

(4)

     Zie met name COM(2017) 592 final van 11 oktober 2017.

(5)

     COM(2017) 292 final van 8 juni 2017.

(6)

     COM(2017) 291van 31 mei 2017.

(7)

     COM(2017) 358 van 28 juni 2017.

(8)

     COM(2017) 2025 van 1 maart 2017.

(9)

     Toespraak over de Staat van de Unie 2017 door voorzitter Jean-Claude Juncker, 13 september 2017.

(10)

   Leidersagenda: Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst, goedgekeurd door de Europese Raad op 20 oktober 2017.

(11)

Van de niet-eurolidstaten hebben Denemarken en Bulgarije sinds de invoering van de euro in 1999 hun munt aan de euro gekoppeld. In tegenstelling tot Denemarken neemt Bulgarije niet deel aan wisselkoersmechanisme II, maar de lev is via een currency board-regeling aan de euro gekoppeld.

(12)

     Zie met name de resoluties van het Europees Parlement van 16 februari 2017 over i) de begrotingscapaciteit voor de eurozone (2015/2344 (INI)), ii) mogelijke ontwikkelingen en aanpassingen van het huidige institutionele bestel van de Europese Unie (2014/2248 (INI)) en iii) verbetering van de werking van de Europese Unie, voortbouwend op het potentieel van het Verdrag van Lissabon (2014/2249 (INI)).

(13)

     Zie met name de Eurogroep van 6 november 2017 over “Fiscal capacity and fiscal rules for the Economic and Monetary Union”, de Eurogroep van 9 oktober 2017 over “Deepening Economic and Monetary Union – The role of the European Stability Mechanism” en de Eurogroep van 10 juli 2017 over de “Follow-up on deepening of the Economic and Monetary Union”.

(14)

Resolutie van het Europees Parlement van 16 februari 2017 over een begrotingscapaciteit voor de eurozone (2015/2344 (INI)).

(15)

     COM(2012)777 “"Blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie" van 28 november 2012.

(16)

De noodzaak om een orgaan als het Europees Stabiliteitsmechanisme te hebben om de stabiliteit van de eurozone te beschermen, is gebaseerd op feitelijke elementen en wordt bevestigd door artikel 136, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de EU alsmede door de tweede overweging van het Verdrag betreffende het Europees Stabiliteitsmechanisme, waarin naar het huidige ESM wordt verwezen als "een stabiliteitsmechanisme dat moet worden geactiveerd “indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen".

(17)

Het Europees Hof van Justitie heeft reeds de mogelijkheid in overweging genomen dat artikel 352 zou kunnen worden gebruikt om een orgaan van de Unie op te richten dat belast is met het verlenen van financiële steun om de stabiliteit van de eurozone te waarborgen.
Zie het arrest in de "zaak Pringle" van 27 november 2012, zaak C-370/12, EU: C: 2012:756, punt 67.
Zoals in voetnoot 15 is aangegeven, heeft de blauwdruk van de Commissie voor 2012 ook melding gemaakt van het mogelijke gebruik van artikel 352.

(18)

Hierdoor wordt de naleving van de "Meronidoctrine" gewaarborgd. De Meronidoctrine, die is voortgekomen uit de zaken H-9/56 en H-10/56 (arrest van 13 juni 1958, Meroni/Hoge Autoriteit (9/56, Jurispr. blz. 11)), heeft betrekking op de mate waarin EU-instellingen hun taken kunnen delegeren aan regelgevende agentschappen. In de context van het voorstel van vandaag mag niet uit het oog worden verloren dat de goedkeuring door de Raad van de discretionaire besluiten van de Raden van het Europees Monetair Fonds zal worden vereenvoudigd door het feit dat de Raad van Gouverneurs dezelfde samenstelling heeft als de Eurogroep.

(19)

Verordening (EU) nr. 806/2014. De Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (SRB) is de afwikkelingsautoriteit voor grote systeembanken in de eurozone en is sinds januari 2016 operationeel. Het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds (SRF) wordt gefinancierd via bijdragen van de banksector in de eurozone. Het kan worden gebruikt voor de financiering van afwikkelingskosten, mits aan alle voorwaarden van het regelgevingskader is voldaan, met inbegrip van de inbreng van de particuliere sector ten belope van 8% van de totale passiva van de betrokken bank.

(20)

     Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Duitsland, Denemarken, Estland, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Ierland, Litouwen, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Portugal, Polen, Roemenië, Zweden, Finland, Slovenië en Slowakije.

(21)

     Artikel 16 van het Verdrag betreffende stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie bepaalt: "Binnen maximaal vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag worden op basis van een beoordeling van de ervaring met de tenuitvoerlegging ervan en overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de noodzakelijke stappen ondernomen met het doel om de inhoud van dit Verdrag in het rechtskader van de Europese Unie te integreren.”

(22)

     Resolutie van het Europees Parlement van 12 december 2013 over grondwettelijke problemen in verband met meerlagige governance in de Europese Unie (P7_TA(2013)0598) en de resolutie van 24 juni 2015 over de evaluatie van het kader voor economische governance: balans en uitdagingen (P8_TA (2015)0238).

(23)

     COM(2017) 1201 final van 22 februari 2017.

(24)

     COM(2015) 12 van 13 januari 2015.

(25)

     Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320–469).

(26)

     Het Steunprogramma voor structurele hervormingen is in mei 2017 ingesteld om de activiteiten van de Ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen financieel te ondersteunen.

(27)

     Verordening (EU) 2017/825 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 129).

(28)

   Artikel 2 van Protocol nr. 14 betreffende de Eurogroep, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bevat de regels voor de verkiezing van de voorzitter van de Eurogroep. Er is geen onverenigbaarheid tussen deze rol en die van een lid van de Commissie.

(29)

     COM(2017) 592 final van 11 oktober 2017.

(30)

     Voorstellen van de Commissie van 23 november 2016 tot wijziging van de volgende wetgeving: Verordening nr. 575/2013, Richtlijn 2013/36/EU, Richtlijn 2014/59/EU en Uitvoeringsverordening 2015/81 van de Raad van 19 december 2014.

(31)

     Zie bijvoorbeeld de ECOFIN-conclusies over niet-renderende leningen in de banksector (doc. 9854/17).

(32)

     COM(2015) 586 final van 24 november 2015.

(33)

     Zie bijvoorbeeld COM(2016) 726 final van 16 november 2016 en COM(2017) 770 final van 22 november 2017.

(34)

     De aanneming van de pijler werd aangevuld met de invoering van een Sociaal Scorebord, dat zal worden geïntegreerd in het Europees Semester van 2018 en als referentiekader zal dienen voor de monitoring van werkgelegenheid en sociale prestaties.

(35)

     COM(2015) 603 final van 21 oktober 2015.