Bijlagen bij COM(2019)371 - Beoordeling van het kader voor de samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 5.

(22)

Verordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten.

(23)

Aanbeveling 29 en de bijhorende interpretatienota.

(24)

Artikel 9, lid 2, van de nieuwe verordening betreffende de controle van liquide middelen, Verordening (EU) 2018/1672.

(25)

Mapping Exercise and Gap Analysis on FIUs, 2016, blz. 171 en 174.

(26)

Sommige FIE’s hebben meerdere meldingen in één zending verstuurd.

(27)

Deze statistieken zijn op een bijeenkomst van het platform van de EU-FIE’s op 5 maart 2019 gepresenteerd door Europol.

(28)

Het Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad betreffende de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten (bekendgemaakt in PB L 386 van 29.12.2006, blz. 89) voorziet in een reactietermijn van drie dagen voor verzoeken en Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken voorziet in een termijn van één week (PB L 130 van 1.5.2014, blz. 1).

(29)

De Commissie heeft op 29 april 2019 alle FIE’s een vragenlijst gestuurd met de vraag of zij rechtstreeks dan wel indirect toegang hebben tot 73 vooraf bepaalde informatiebronnen en of zij daar eigenaar van zijn of die beheren. De vragenlijst is door 24 FIE’s beantwoord.

(30)

De partnerraad van FIU.net (de voorloper van de adviesgroep van FIU.net) heeft in februari 2013 goedkeuring verleend aan het projectvoorstel met Ma3tch-functionaliteit.

(31)

De werkgroep “Promotion and Expansion of Ma3tch” bestond uit de FIE’s van België, Estland, Frankrijk, Finland, Italië, Luxemburg, Polen en Europol.

(32)

Egmont Secure Web is het door de Egmontgroep ontwikkelde IT-communicatiemiddel waarmee FIE’s internationaal informatie uitwisselen.

(33)

Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1) en Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(34)

In artikel 41, lid 1, van de richtlijn staat dat de “verwerking van persoonsgegevens op grond van deze richtlijn is onderworpen aan Richtlijn 95/46/EG”. Aangezien de gegevensbeschermingsrichtlijn van 1995 is vervangen door de algemene verordening gegevensbescherming, behoort de laatste te worden toegepast.

(35)

Zoals vereist in artikel 46 van de algemene verordening gegevensbescherming.

(36)

Opgemerkt wordt dat per geval van de afwijkingen gebruik dient te worden gemaakt en dat zij niet mogen worden aangewend voor structurele en stelselmatige gegevensoverdrachten aan derde landen.

(37)

Zie het hoofdstuk over horizontale zwakke plekken in het werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD (2017) 241 final) dat het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de beoordeling van risico's op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering die van invloed zijn op de interne markt en verband houden met grensoverschrijdende activiteiten vergezelt (COM(2017) 340 final), 26 juni 2017.