Bijlagen bij COM(2021)955 - Gewijzigde begroting nr. 6 bij de begroting 2021 - Extra vaccindoses voor lage- en lagermiddeninkomens­landen, versterking van het Uniemechanisme voor civiele bescherming

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage te vinden.

6.Actualisering van de ontvangstenzijde van de begroting om rekening te houden met de geactualiseerde prognose van de eigen middelen op basis van kunststof 

Het eigenmiddelenbesluit (EMB) 2020 is op 31 mei 2021 door alle lidstaten geratificeerd en is bijgevolg op 1 juni 2021 in werking getreden. Het EMB 2020 omvat nieuwe eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval. De Commissie heeft voorgesteld om het effect van het EMB 2020 in OGB 4 ten uitvoer te leggen.

Niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval resulteert uit het verschil tussen kunststof verpakkingsafval en de hoeveelheid daarvan die wordt gerecycled. De door de Commissie gebruikte prognose van kunststof verpakkingsafval is gebaseerd op de volgende methode: de jaarlijkse groeipercentages van het bni in constante prijzen voor 2017/2018-2021 volgens de meest recente economische prognoses van de Commissie worden toegepast op de meest recente feitelijke gegevens voor kunststof verpakkingsafval.

Aangenomen wordt dat de recyclingpercentages van de lidstaten een lineair convergentieproces volgen tussen het recyclingpercentage op basis van de meest recente beschikbare feitelijke gegevens (uit 2017/2018) en het EU-recyclingstreefcijfer van 50 % dat tegen 2025 moet worden gehaald. De stijging van de recyclingpercentages wordt beperkt tot 2 procentpunten per jaar om een realistisch convergentietraject te waarborgen. Het recyclingpercentage van de lidstaten die het streefcijfer in 2017/2018 al hebben bereikt of overschreden, wordt constant gehouden.

De prognose voor alle lidstaten is op basis van deze methode en met inbegrip van de door Luxemburg, Portugal en Roemenië verstrekte geactualiseerde prognosegrondslagen tijdens de 181e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) op 26 mei 2021 goedgekeurd en in het OGB 4 opgenomen.

Overeenkomstig artikel 15 van de terbeschikkingstellingsverordening voor de eigen middelen op basis van kunststof 13 werd de lidstaten verzocht de Commissie uiterlijk op 31 juli 2021 hun geactualiseerde prognoses van de hoeveelheid niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval te verstrekken.

Duitsland, Hongarije, Italië, Kroatië, Oostenrijk, Slowakije, Spanje en Tsjechië hebben hun geactualiseerde prognoses van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval voor 2021 en 2022 verstrekt. België, Bulgarije, Polen en Zweden bevestigden de tijdens de RCEM-vergadering op 26 mei 2021 overeengekomen prognosegrondslagen. De overige lidstaten hebben geen geactualiseerde prognoses van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval voor 2021 en 2022 verstrekt.

In deze context en als uitzondering op de jaarlijkse RCEM-prognoseprocedure die eenmaal per jaar in mei plaatsvindt, heeft de Commissie tijdens de RCEM-vergadering van september met alle lidstaten overeenstemming bereikt over een geactualiseerde reeks prognoses voor 2021 en 2022 uitsluitend voor de eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof.

In vergelijking met de resultaten van de RCEM-vergadering in mei leiden de geactualiseerde prognoses voor verscheidene lidstaten tot wijzigingen. De eigen middelen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval stijgen in totaal met 20 miljoen EUR. De bni-middelen zullen met hetzelfde bedrag naar beneden worden bijgesteld.

2021 – Eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval - Gevolgen in vergelijking met eerdere prognose
Kunststof EM brutobijdrageKunststof EM forfaitaire correctieKunststof EM nettobijdrage (RCEM mei/OGB4)Kunststof EM nettobijdrage (RCEM sept)Verschil in bijdrage kunststof EMBni-bijdrage (RCEM mei/OGB4)Bni-bijdrage (RCEM sept)Verschil in bni-bijdrage als gevolg van herziene kunststof EM-prognose 14Totaal verschil (kunststof EM + bni-bijdrage)
RCEM meiRCEM septΔ
BE15115100,0 %015115104 0494 048-0,7-0,7
BG444400,0 %2222220534534-0,1-0,1
CZ9184-7-8.1 %325952-71 8161 815-0,3-7,6
DK12512500,0 %012512502 8032 803-0,5-0,5
DE1 3231 357342,6 %01 3231 3573430 22130 216-5,029,1
EE262600.0%4222202372370,00,0
IE14614600,0 %014614602 4622 462-0,4-0,4
EL818100,0 %33484801 4441 444-0,2-0,2
ES628621-7-1,2 %142486479-710 14310 141-1,7-9,1
FR1 2471 24700,0 %01 2471 247020 79520 792-3,4-3,4
HR293125.6 %1316182446446-0,11,6
IT933928-5-0,5 %184749744-514 77114 769-2,5-7,1
CY6600,0 %33301791790,00,0
LV212100.0%6151502582580,00,0
LT202000,0 %911110415415-0,1-0,1
LU141400,0 %014140362362-0,1-0,1
HU185182-3-1,5 %30155152-31 1801 180-0,2-3,0
MT9900,0 %17701041040,00,0
NL20520500,0 %020520506 9856 983-1,2-1,2
AT14815685,3 %014815683 2873 287-0,57,4
PL48948900,0 %11737237204 4044 404-0,7-0,7
PT19919900,0 %3116716701 7711 771-0,3-0,3
RO17717700,0 %6011711701 9411 941-0,3-0,3
SI171700,0 %610100405405-0,1-0,1
SK5251-2-3,2 %173534-2795795-0,1-1,8
FI696900,0 %0696902 1062 106-0,3-0,3
SE10210200,0 %010210204 5104 509-0,7-0,7
EU276 5386 558200.3 %7115 8275 84720118 424118 405-200,0

7.Aanpassing van de begrotingstoelichting voor het Europees Ontwikkelingsfonds

De Commissie stelt voor de begrotingstoelichting bij artikel 16 01 05 – Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds te wijzigen.

Dit begrotingsonderdeel wordt gebruikt om de gemeenschappelijke kosten van het personeel van de Commissie in de EU-delegaties te dekken. Om rekening te houden met de uitfasering van de activiteiten in het kader van de vorige Vredesfaciliteit voor Afrika, een onderdeel van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), stelt de Commissie daarnaast voor de begrotingstoelichting zo te wijzigen dat in de periode 2021-2024 een beperkt (en afnemend, van 4 in 2021 tot 0 in 2025) aantal personeelsleden in de hoofdzetel ook uit dit begrotingsonderdeel wordt gedekt om de overgang naar de nieuwe Europese vredesfaciliteit buiten de begroting in goede banen te leiden. De geactualiseerde toelichting is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.Financiering

In totaal komt het netto-effect van dit OGB op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 473,5 miljoen EUR. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.

Gezien het ontbreken van marges en ruimte voor herschikking in subrubriek 2b en rubriek 6 van het MFK stelt de Commissie voor om overeenkomstig artikel 12 van de MFK-verordening uit het flexibiliteitsinstrument vastleggingskredieten beschikbaar te stellen ten belope van 20 miljoen EUR voor subrubriek 2b Veerkracht en waarden, ter versterking van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM/rescEU), en ten belope van 450 miljoen EUR voor rubriek 6 Nabuurschap en de wereld, ter versterking van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, om financiering te verstrekken voor aanvullende vaccins voor lage-inkomenslanden.

De betalingskredieten voor 2021 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2018, 2019, 2020 en 2021 belopen 1 286,7 miljoen EUR. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument – betalingsprofiel
Jaar van beschikbaarstelling2021202220232024Totaal
201834,20,00,00,034,2
2019135,2140,982,20,0358,4
2020413,766,239,90,0519,8
2021703,740,910,37,6762,6
Totaal1 286,7248,0132,57,61 674,9


9.Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR

Begroting 2021 (incl. GB 1-3/2021 en OGB 4-5/2021)Ontwerp van gewijzigde begroting 6/2021Begroting 2021 (incl. GB 1-3/2021 en OGB 4-6/2021)
VKBKVKBKVKBK
1.Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid20 816 559 76717 191 887 23220 816 559 76717 191 887 232
Maximum20 919 000 00020 919 000 000
Marge102 440 233102 440 233
2.Cohesie, veerkracht en waarden53 077 938 53466 361 525 90420 000 00053 097 938 53466 361 525 904
Waarvan flexibiliteitsinstrument292 422 53420 000 000312 422 534
Maximum52 786 000 00052 786 000 000
Marge484 000484 000
2a.Economische sociale en territoriale cohesie48 190 516 00061 867 897 54548 190 516 00061 867 897 545
Maximum48 191 000 00048 191 000 000
Marge484 000484 000
2b.Veerkracht en waarden4 887 422 5344 493 628 35920 000 0004 907 422 5344 493 628 359
Waarvan flexibiliteitsinstrument292 422 53420 000 000312 422 534
Maximum4 595 000 0004 595 000 000
Marge
3.Natuurlijke hulpbronnen en milieu58 570 566 90856 806 203 4523 487 290-450 000 00058 574 054 19856 356 203 452
Maximum58 624 000 00058 624 000 000
Marge53 433 09249 945 802
Waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 367 954 00040 353 742 88340 367 954 00040 353 742 883
ELGF-submaximum40 925 000 00040 925 000 000
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge
Netto-overdrachten tussen ELGF en Elfpo557 046 000557 046 000
Voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar nettosaldo (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen ELGF en Elfpo)40 367 954 00040 367 954 000
ELGF-submarge
4.Migratie en grensbeheer2 278 829 7592 686 245 9782 278 829 7592 686 245 978
Maximum2 467 000 0002 467 000 000
Marge188 170 241188 170 241
5.Veiligheid en defensie1 709 261 441670 628 2431 709 261 441670 628 243
Maximum1 805 000 0001 805 000 000
Marge95 738 55995 738 559
6.Nabuurschap en internationaal beleid16 247 000 00010 811 039 356450 000 000450 000 00016 697 000 00011 261 039 356
Waarvan flexibiliteitsinstrument0450 000 000450 000 000
Maximum16 247 000 00016 247 000 000
Marge00
7.Europees openbaar bestuur10 442 813 00210 444 088 09110 442 813 00210 444 088 091
Maximum10 635 000 00010 635 000 000
Marge192 186 998192 186 998
Waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen8 030 324 7208 031 599 8098 030 324 7208 031 599 809
Submaximum8 216 000 0008 216 000 000
Submarge185 675 280185 675 280
Kredieten voor rubrieken163 142 969 411164 971 618 256473 487 290163 616 456 701164 971 618 256
Maximum163 483 000 000166 140 000 000163 483 000 000166 140 000 000
Waarvan flexibiliteitsinstrument292 422 534836 562 086470 000 000450 000 000762 422 5341 286 562 086
Marge632 453 1232 004 943 830628 965 8332 454 943 830
Thematische speciale instrumenten3 216 749 5983 039 364 5983 216 749 5983 039 364 598
Totaal kredieten166 359 719 009168 010 982 854473 487 2900166 833 206 299168 010 982 854


(1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018).
(3) PB L 93 van 17.3.2021.
(4) PB L 266 van 26.7.2021.
(5) PB L 322 van 13.9.2021.
(6) PB L XXX van XX.X.2021.
(7) COM(2021) 444 final.
(8) COM(2021) 460 final.
(9) Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).
(10) Verordening (EU) 2021/836 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 185 van 26.5.2021, blz. 1).
(11) Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).
(12) Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11).
(13) Verordening (EU, Euratom) 2021/770 van de Raad (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 15).
(14) In vergelijking met de bni-bijdrage in OGB 4/2021, die de vorige prognose van de eigen middelen op basis van kunststof bevatte.